de aanneming van het daartoe betrekkelijk wetsontwerp met
alle haar ten dienste staande middelen bevordere.
In Engeland is dezer dagen eene wet gemaakt, waarbij aan
de ouders of voogden, onder strafbedreiging, de verpligting
wordt opgelegd om aan de kinderen de koepokken te laten
inenten.
Dr. Papenheim vestigt de aandacht op het aanzienlijk lood-
gehalte, dat meestal aanwezig is in de voor tin verkocht wor
dende lepels. Veelal zou dit 75 pet. bedragen en dan. vooral
wanneer ze met zout en azijn in aanraking komen, hoogst
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Kerk- en se hooi nieuws.
De heer J. W. Felix, predikant te Nieuwe Tonge, heeft
voor het op hem uitgebragt beroep naar de nederduitsche
hervormde gemeente te Vlissingen, bedankt.
In de vergadering van de synode der nederduitsche her
vormde kerk, in den loop der verléOene week gehouden, zijn
ter tafel gebvagt voorstellen tot het afschaffen van het gebruik
der latijusche taal bij de examina der provinciale kerkbestu
ren. het verbeteren van den psalmbundel, het afschaffen van
den 2en paaschdag en het verheffen van den goeden vrijdag tot
kerkelijken feestdag; het wettelijk bepalen van het prediken
van den Heidelbergschen catechismus; een beter verband
tusschen de nederlandsche en oost-indische kerken, de doops-
bediening bij den aanvang der godsdienstoefening, enz. Na
belangrijke beraadslagingen zijn de voorstellen omtrent den
psalmbundel en de afschaffing van den 2en paaschdag ver
worpen.
Marine en ieger.
Zr. Ms. schooner Atalante, onder bevel van den luitenant
ter zee 2e klasse J. A. E. Dinaux, is den 14-junij 11. te Curagao
aangekomen. Alles was wel aan boord.
Koloniën.
De heden, via Marseille, aangekomene landmail uit Oost-
lndie heeft geene berigten van ecnig belang aangebragt.
Getuige het overzigt van het Bataviaasch handelsblad van 31
mei, dat wij hier laten volgen
„Het is zeer moeijelijk eer. overzigt te schrijven van nieuws
dat niet heeft plaats gehad. Ons ontbreekt daartoe de lust of
de bekwaamheid. Wij verwijzen daarom onze lezers in Ne
derland naar de plaatselijke berigten hieronder medegedeeld,
die in deze weinige woorden kunnen worden zaamgevat:
Op het oorlogstooneel in de zuid- en ooster-afdeeling van
Borneo is alles in een niet zeer bevredigend statu quo. Men
verwacht nieuwe aanvallen van den kant des vijands. In den
laatsten tijd heeft hij zich tot onbeduidende strooptogten
bepaald, waar het tot eene ontmoeting met de onzen kwam,
behielden deze de overhand.
De tijdingen van de buitenbezittingen ontvangen zijn
gunstig wat de gezindheid der bevolking en den stand der
gewassen betreft. De kinderpokken zijn met hevigheid uit
gebroken te Ternate.
De zeeroovers in den Molukschen archipel zetten hun mis
dadig bedrijf nog altijd voort, doch worden overal met ijver
opgespoord en vervolgd. Gewoonlijk zijn zij verdwenen eer
men hen heeft kunnen bereiken.
In de residentien Rembang en Bagclen hebben overstroo
mingen, die zich nu en dan herhalen, nieuwe schade aange-
rigt. Deze zoo wel al de vroeger geleden schade wordt zoo
veel mogelijk hersteld.
Zijne exc. de gouverneur-generaal, die eerst het voornemen
had reeds in junij het beheer aan den vice-president van den
raad van Indie over te dragen, is naar men zegt door de
overweging, dat hij in dien tijd desjaars gedurende demailreis
van de hitte veel te verduren zou hebben, verleid geworden
tot september te blijven.
Met steeds toenemend ongeduld verwacht men de benoe
ming van zijn opvolger, en met warmebelangstelling wordthet
programma van den nieuwen minister van koloniën tegemoet
gezien. De ingezetenen van Nederlandsch Indie verlangen
boven alles zekerheid omtrent de vraag, naar welke beginse
len Nederlandsch Indie zal worden bestuurd. Die zekerheid is
onmisbaar om het vertrouwen te doen herleven, zonder het
welk geen welvaart mogelijk is. En die zekerheid heeft
hierover zijn allen het eens reeds te lang ontbroken."
De overlandpost. loopende tot 10 april, is den 19 mei
te Batavia aangekomen.
De Sarawak stoomboot ltainbow heeft te Singapore de
tijding aangebragt dat sir James Brooke, rajah van Sarawak,
van den sullan van Brune eene bevestiging en uitbreiding van
zijn regt had bekomen voor de Oija en Muka rivieren.
De Rainbow zal op haven terugtogt naar Sarawak, Muka
aandoen om des noods met geweld de regten van den rajah
Brooke te doen gelden.
Vei-kooBlngeai en aanbestedingen.
Gisteren zijn ten verkoop alhier aangebodenI. een huis
en erf, op de Rotterdamsche kade, O, no. 215, verkocht voor
f2700; 11. een dito, in de Lange Singelstraat, N.no. 172,
verkocht voor f1300; III. een dito, in de Schuitvlotstraat,
O, no. 283, opgehouden; IV. 2 aandeelen in het barkschip
Westkapelle, V. 1 aandeel in het barkschip Maria, beide
opgehouden. VI. 2 aandeelen in de meestoof Middelburg,
alséén verkocht voor f70, en één voor f 50.
Burgerlijke stand.
Middelburg.
Eerste huwelijksafkondiging den 11 dezer: G.O. Altorffer,
jm. 43 j. met C. Snijders, jd. 35 j. P. Sonius, jm. 30 j. met M.
van Ginhoven, jd. 30 j. H. J. Minck, jm. 2S j. met D. J.
l'oppe, jd. 25 j. J. II. Pomper, weduwn. van C. II.Zanboer,
27 j. met W. Vos, jd. 30j.
Vlissingenvan G tot 13 julij.
Gehuwd: P. Meyneke, jm. 24 j.. met L. van Leeuwen, jd.
2] jaar.
Bevallen: B. M. Callenfels, geb. Bosken, d. L. Stroo,geb.
Groenenberg, z. M. J. Meynderts, geb. Meijer, z. W. C.
j Swennen, geb. Wessel, d. E. Wouters, geb. Bogaards, z.
A. Wiest. geb. Dieleman. d.
i Overleden: J. Nootebaard, wedn. van M. Vraagen, 60 j.
E. J. Kloeg, d. 7 m. M. M. Beenhouwer, man van S. M. Hol-
j der, 79 j. J. Verbeek, man van I. P. Roelofs, 35 j. C. J.
I Lauwermans, jd. 68 j.
Zierikzee, van 6 tot 13 julij.
I Gehuwd: P. J. Limbach, jm. 38 j., metM. T. Roothaert,
jd.31j.
j Bevallen: D. Leeuwe, geb. Geluk, d. L. Wierikx, geb.
I Verdoorn, z. P. Schippers, geb. Neerhoudt, z. J. Berrevoets,
I geb. Matthijsse, z. T. Manui, geb. de Kok z. E. van Neuven,
geb. van der Have, z. C. Mensch, geb. van der Have, z.
j Overleden: M. M. de Jonge. z. 16 m. B. Trenk, z. 5 m.
j A. Juin. z. 6 w. E. van der Have, wed. 68j. M. Kloet, d. 21 m.
i In de maand junij jl. zijn in de registers van den bur-
i gevlij ken stand ingeschreven:
Te Middelburg, 15 huwelijken42 geboortenals 17 zoons
en 25 dochters; 26 sterfgevallen, als 15 van het mannelijk
en 11 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 0.
(Acht der ingeschrevene® zijn elders overleden.)
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 4, en van
1 tot 5.1. 5 tot 10,0.10 tot 15, 0.15 tot 20, 0. 20 tot25,0.
25 tot 30, 0. 30 tot 35,135 tot 40, 2. 40 tot 45,145 tot 50,4.
50 tot 55. 2. 55 tot 60. 2. 60 tot 65, 5. 65 tot 70. 2.70 tot 75,1.
75 tot 80,1.
Te Vlissingen14 huwelijken25 geboortenals 16 zoons
en 9 dochters 20 sterfgevallen13 van het mannelijk en
7 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 1.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 8, en van
1 tot 5,1. 5 tot 10. 2.10 tot 15, 0.15 tot 20, 0. 20 tot 25,2.
25 tot 30,130 tot 35, 0. 35 tot 40. 2. 40 tot 45,1. 45 tot 50,1
50 tot 55,155 tot 60, 0. 60 tot 65, 0. 65 tot 70, 0. 70tot75,0.
?5 tot S0,0. 80 tot 85,1.
j Te Zierikzee, 6 huwelijken; 12 geboorten, als 5 zoons
I en 7 dochters; 17 sterfgevallen, S van het mannelijk en
9 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 0.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 3, en van
j 1 tot 5,4. 5 tot 10, 2.10 tot 15,1. 20 tot 25,1.25 tot 30,1.
45 tot 50, 2. 55 tot 60,1. 65 tot 70, 2.
Thcrmoincfcrstand.
i 15 julij 's av. 11 u. 62 gr.
16 'smorg. 7 u. 64 'smidd. 1 u. 69gr. 's av. 11 u. 62 gr.
17 's morg. 7 u. 64 'smidd. 1 u. 70 gr.
Staten generaal.
TWEEDE KAMEK.
Zitting van maandag 15 julij.
MILITIEW ET.
j De regering nam heden een. amendement van den heer van
I der Linden op art. 35 over, strekkende om bij dat artikel eene
vierde alinea te voegen, luidende: „Nadat liet getrokken
nommer door den militie-commissaris overluid is voorgelezen.
I wordt het den loteling terug gegeven," doch bestreed een
amendement van denbeer Thorbeckehetwelk de slot-alinea
I van het zelfde artikel zou doen luiden„De uitkomsten dei-
loting zijn onveranderlijk; aan een ieder blijft liet nommer,
dat door of voor hem is gelrokken, verzekerd." De lieer van
Heemstra, minister van binnenlandsche zaken, oordeelde dat
hetgeen waarborg voor den goeden uitslag der loting ople
verde. De heer van Heiden Bei nest ein stelde een amendement
voor, om de uitkomsten der loting onveranderd te verklaren,
ten ware daarbij niet aan de voorschriften der wet tnogt zijn
voldaan, doch trok dit. op de aanmerkingen des ministers in.
liet amendement Thorbecke werd met 42 tegen 11 stemmen
verworpen, waarna art. 35 werd goedgekeurd. De kamer nam
ook de nieuwe, door de regering voorgestelde artikelen aan,
waarbij de wijze wordt geregeld, waarop men, zoo men be
zwaar heeft tegen de loting, bij gedeputeerde staten in beroep
kan komeneen hierop aangenomen amendement, door den
heer Heemskerk As. voorgesteld, strekte om de handhaving of
vernietiging der loting te doen afhangen van de vraag, of de
gepleegde onregelmatigheid invloed op den uitslag der loting
had kunnen hebben.
I De artt. 36 tot 39 werden zonder beraadslaging aangeno-
I men. Art. 40 gaf aanleiding tot eene woordenwisseling tus
schen den heer van der Linden en den minister over de wijze
j waarop de naloting zal geschieden door dengeen die verhin-
I derd is geweest op den behoorlijken tijd te loten. Ten einde
I aan de geopperde bezwaren te gemoet te komen stelde de
I minister na art. 40 een nieuw artikel voor, waarover de stem-
I ming werd uitgesteld.
Na kleine discussie werd art. 41 aangenomen, art. 42 weder
j uitgesteld cn art. 43 aangenomen. Hoofdstuk V, als reeds
I behandeld, sprong men over, en omtrent hoofdstuk VI in het
algemeen voerde niemand liet woord. De artt. 52 en 53 wer-
den aangenomen, even als art. 51- met eene kleine wijziging
van den heer de Bielerstein. Art. 55 werd weder uitgesteld,
omdat de regering tijd noodig had om eene daarin te brengen
wijziging te overwegen.
Daarna werden de algemeene beraadslagingen geopend
I over hoofdstuk VII (plaatsvervanging), waarbij verschillende
leden bezwaren opperden tegen het thans gevolgde stelsel. De
zitting werd daarna wegens het vergevorderde uur gesloten.
Zitting van dingsdag 16 julij.
De verhandelingen begonnen heden met de beraadslaging
over art. 55. houdende dat een persoon, in hechtenis geweest
ten tijde toen liij voor de dienst had moeten opkomen, na
zijn ontslag uit de gevangenis, onverschillig wat zijn leeftijd
i zij, voor vijfjaren wordt ingelijfd. De heer van Nispen had dit
denkbeeld gisteren bestreden en eene wijziging verlangd; de
heer van Heemstra, minister van binnenlandsche zaken, ver
klaarde heden, dat de regering bij dat artikel volhardde, cn
antwoordde ook het zelfde aan den heer van Ho'èvéll, die eene
wijziging voorstelde, strekkende om den bedoelden persoon
slechts in te lijven voor den tijd, die op het oogenblik van
zijn ontslag nog van den vijfjarigen diensttijd overblijft.
Krachtens eene door de kamer aangenomen motie van orde
werd de verdere behandeling van het artikel nu wederom
uitgesteld, om den minister in de gelegenheid te stellen zelf
eene veranderde redactie te stellen.
De vergadering ging thans over tot de voortzetting der op
gisteren aangevangene behandeling van hoofdstuk VII (van
de vervanging). De heer Wintgens had een nieuw artikel
voorgesteld, om vooraf te gaan aan art. 57 en strekkende om
de zorg voor de plaatsvervanging aan de regering op te dra
gen. Dit nieuwe artikel luidde
„Bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur worden
regelen vastgesteld omtrent de plaatsvervanging door tus-
schenkorast der regering, en omtrent het toezigt van rege
ringswege uit te oefenen op de bijzondere overeenkomsten van
plaatsvervanging en nummerverwisseling."
Hierover ontstond eene uitvoerige discussie, waarbij de
heer Wintgens wees op de verkeerdheden die er bij de tegen
woordige wijze van plaatsvervanging plaats hadden, terwijl
de heeren van Heemstra en de Casembroot dit betwistten, de
vrees te kennen gaven dat de regering niet genoeg plaatsver
vangers zou bekomen en betoogden dat de plaatsvervanging
geene rijkszorg was. De heer Storm van 's Gravesande toonde
aan dat het afkoopstelsel in Frankrijk zeer slecht gewerkt
had. De heeren van Goltslcin en Dirks wenschten met het
nieuwe artikel de proef te zien nemen, terwijl de heer Hom
mer van Poldersveldt liever eene maatschappij van remplace
ring door soliede particulieren wilde zien oprigten. Het
nieuwe artikel werd ten slotte met 49 tegen 9 stemmen ver
worpen.
Art. 57 (houdende dat er plaatsvervanging kan plaatsheb
ben) werd onveranderd aangenomen. Art. 58 (tijd der aan
sprakelijkheid van den loteling voor zijn plaatsvervanger)
werd aangenomen met een amendement van den lieert?#»
Nispen, waarbij die aansprakelijkheid van twee en een half tot
één jaar verminderd werd.
Daarop vorderde men een in den laatsten tijd ongewoon
einde weegs; de artt. 58 tot 70 werden namelijk zonder dis
cussie of stemming goedgekeurd.
Groote discussie ontstond weder over art. 71houdende dat
plaatsvervangers,gedurende den tijd van de aansprakelijkheid
der vervangenen, niet als vrijwilligers bij de zeemagt of het
korps mariniers worden toegelaten.
De heer van der Linden stelde als amendement de bepaling
voor, dat zij ook niet bij de vaste landmagt mógten overgaan.
Dit amendement werd echter verworpen, terwijl het artikel,
nadat de regering eene kleine verduidelijkende wijziging van
den heer de Bieberstein had overgenomen, hij stemming aan
genomen werd.
De vergadering ging daarop uiteen.
Zitting van woensdag 17 julij.
Bij de heden voortgezette behandeling van de wet op de
nationale militie is artikel 55 (betrekkelijk den duur van den
diensttijd) na het ondergaan van eene wijziging op voorstel
van den heer van Nispen, aangenomen. Art. SG (betrekkelijk
het niet voor den militieraad verschijnen van krankzinnigen
enz.) werd verworpen. Overigens zijn de artt. 7211 3 (van
den militieraad, militie-commissaris en de oproeping en afle
vering van in te lijven manschappen) aangenomen.
VOORDOOl'IGE VERSLAGEN DER TWEEDE KAMER.
Bekrachtiging der ordonnantie van den gouverneur-
generaal van Nederlandseh-Indie van 1 april 1861,
betreffende den vrijen invoer van padie er. rijst op
Java en Madura.
Men vroeg of deze maatregel, die reeds meermalen geno
men is, niet bestendigd en die invoer voor altijd vrijgesteld
zou kunnen worden.
Eenige leden wenschten bij deze gelegenheid te vernemen,
welke uitkomsten de verklaring van sommige havens in Ne-
derlandsch-Indie tot vrijhavens gehad heeft, zoo wel met
betrekking tot die havens zeiven, als tot andere bezittingen
en havens, waar die openstelling niet heeft plaats gehad.
Afschrijving van het kapitaal der schatkistbiljetten,
bedoeld bij liet eerste lid van art. 3 der wet van
IS junij 1851.
Dit wetsontwerp heeft tot zeer uiteenloopende oordeelvel
lingen aanleiding gegeven. Een groot deel der leden toonde
er zich mede ingenomen. De f9,799,950 waarover hier ge
handeld wordt, thans in schatkistbiljetten aanwezig die niet
uit<*e»even worden, is eene schuld van den staat, uit de finan
ciële moeijelijkheden van 1S30 en volgende jaren geboren.
Nu de gelegenheid zich daartoe opdoet is het wenschelijk
door afschrijving aan die fictieve schuld een einde le maken.
Doch deze leden meenden, dat toch aan de regering de be
voegdheid moest worden gelaten om des noods, tot voorzie
ning in opkomende en tijdelijke behoeften, 10 millioen aan
schatkistbiljetten uit te geven, met dien verstande dat daar
van gelijktijdig niet meer dan S millioen in omloop zou mo
gen zijn.
Andere leden oordeelden dat door deze wet de bevoegd
heid van den minister van financien tot het uitgeven van
schatkistbiljetten aanmerkelijk beperkt werd. Daartoe be
stond geene afdoende reden. Doch al ware die beperking
wenschelijk, zij zouden de thans voorgedragene wijze niet
kunnen goedkeuren. Men vroeg of de zaak niet eenvoudi
ger en heter zou geregeld worden door eene bloote wijziging
van de artt. 3 en 8 der wet van 1851. Al het overige was
eene boekhouders-operatie, waarmede de kamer niets te ma
ken had.
Nog andere leden keurden de wetsvoordragt op de vol
gende gronden af. Men heeft bevonden dat de laatste dienst
jaren werkelijk batige saldo's opleverden. Aan die saldo's