f3uitmUmö$cljr tijömgcu. bunder aan het rijk te betalen. Voor den staat is het van belang, zoo spoedig mogelijk in hét bezit der door de maat schappij aangelegde kanaalwerken en havens te worden ge steld. Daardoor komt de staat in de gelegenheid, den aanleg van den zeeuwschen spoorweg met kracht voort te zetten. Blijft de staat daarvan nog een geruimen tijd verstoken, dan is het te vreezen, dat de aanleg van dien spoorweg tot in het oneindige vertraagd zal worden. De voltooijing van het kanaal kanals de staat het afgewerkte gedeelte in zijn bezit heeft, ligt nog drie of vier jaren duren, en vóór die voltooijing valt er niet te denken aan het leggen van een dam door de Ooster Schelde, en dus ook niet aan het met kracht voortzetten van den aanleg van den spoorweg. Wanneer het nog eenigen tijd duren mogt eer aan het kanaal de hand kon worden geslagen,de voltooijing van den zeeuwschen spoorweg zou onmogelijk worden binnen het tijdperk, in het algemeen voor den aanleg der staatsspoorwegen aangenomen. Zulke gewigtige belangen pleiten hier voor het spoedig ten einde brengen van de zaak; want de duur van een proces is niet vooraf te berekenen. Op de afzonderlijke artikelen van het wetsontwerp zijn deze en gene bedenkingen gemaakt, die wij echter, als van betrekkelijk ondergeschikt belang, meenen hier achterwege te kunnen laten. Gemeenteraad van Vllssïngcn. Zitting van 13 julij. Voorzitter de heer Callenfels. Afwezig de heer J. A. Schmidt. De notulen der vorige zitting worden, nagedane voorlezing, goedgekeurd. Daarop wordt voor kennisgeving aangenomen de mede- deeling van den voorzitter dat de heer J. A. Schmidt, blijkens schriftelijk ingekomen berigt, door verblijf buiten de gemeente verhinderd is deze zitting bij te wonen. Vervolgens wordt de heer J. G. Hector door den secretaris ter vergadering binnen geleid; deze legt in handen van den voorzitter de voorgeschrevene eeden af en neemt zitting als lid van den gemeenteraad. Hij wordt door den voorzitter met zijne benoeming geluk gewenscht en beantwoordt die toespraak kortelijk. waarbij hij zich aanbeveelt in de vriendschap zijner medeleden. Aan de orde is de benoeming van een stembureau voor de op handen zijnde verkiezing van leden van den gemeente raad bij periodieke aftreding, op dingsdag den 16 dezer. Terwijl de heeren Hector en van Uye Pieterse het stem bureau vormen, worden tot leden van eerstgemeld bureau benoemd de heeren van Uye Pieterse en Mestdagh, en tot plaatsvervangers de heeren Ruysch en van der Hij den. Daarop wordt overgegaan tot de benoeming van een wet houder, in de plaats van wijlen den heer J. C. Dutilh. Terwijl de zelfde leden het stembureau uitmaken, worden uitgebragt op de heeren II. P. Winkelman 9, J. A. Schmidt 2 stemmen en A. Ruysch 1 stem. Eerstgenoemde is alzoo met volstrekte meerderheid be noemd en verklaart, daartoe door den voorzitter uitgenoo- digd, zich die eervolle onderscheiding te laten welgevallen, onder dankbetuiging aan zijne medeleden voor liet in hem gestelde vertrouwen. Thans wordt tot plaatsvervangend wethouder voor het thans loopende dienstjaar benoemd, de heer A. Ruysch, met 6 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was,en op de heeren van Uye Pieterse 2 stemmen, J. A. Schmidt, Hector en Wels ieder 1 stem was uitgebvagt. De heer Ruysch verklaart zich de benoeming te laten welgevallen. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand wordt hierop mede aangewezen de heer II. P. Winkelman met 10 stemmen, terwijl 1 blanco biljet in de bus is gevonden en 1 stem op den heer Ruysch was uitgebragt. De voorzitter berigt dat van J. C. Lambreehts, wed. J. C. Heron, tlianswonende te Middelburg, een adres is ingekomen om op haar gevorderden leeftijd van ruim 70 jaren te worden opgenomen als halve provenier in het gasthuis. Gedurende 43 jaren woonde zij met-haren echtgenoot alhier; zij is echter niet bij magte de bij het tarief vastgestelde som van f 400 te betalen, maar biedt aan een bedrag van f300, en een in te brengen bed met toebehooren, waartoe zij zal in staat zijn na verkoop barer meubelen, enz. Regenten overhetarm-gast- en weeshuis, wier advies hierop reeds is ingewonnen, adviseren gunstig, zoo wel uit aanmer king van hare langdurige inwoning als met het het oog op latere mogelijke armlastigheid van de suppliantebij weigering. De lieer Uyttenhooven verklaart zich tegen de inwilliging van het verzoek, niet om personele redenen, maar omdat hij eenige afwijking van het gestelde beginsel gevaarlijk acht. Ten deze bestaat afwijking èn van het tarief èu van het be paalde omtrent inwoning gedurende de laatste tien jaren bin nen deze gemeente. De voorzitter verwijst op den ziekelijken toestand der adressante en op de faculteit welke de gemeenteraad zich heeft voorbehouden om van het vastgestelde reglementen tarief in bijzondere gevallen te kunnen afwijken. De heeren van Uye Pieterse en Mestdagh verklaren zich daarmede geheel te vereenigen, vooral ook met het oog op de beraadslagingen, gevoerd bij de vaststelling der bedoelde bepaling omtrent de inwoning. De beer Uyttenhoovcn komt nader terug op zijne ziens wijze; voorzeker heeft de raad regt nadere wijziging van eenige verordening vast te stellen, maar hij is tegen afwijking van bestaande voorschriften. Plet argument, dat men nu nog eenige tegemoetkoming ontvangt en de adressante later geheel armlastig zou kunnen worden, acht hij zeer gering en zal bij elke volgende soortgelijke aanvrage bestaan. De heeren van Uye Pieterse en Ruysch doen opmerken dat in het reglement bepaaldelijk staat voorgeschreven dat de raad bevoegd is eenige wijziging in de bepalingen toe te staan. De heer Uyttenhoovenverlof bekomen hebbende om ten derden male het woord te voeren, zet nader zijne bezwa ren uiteen tegen het gevaarlijke antecedent om van beginselen af te wijken. Nadat de heer van Uye Pieterse nog kortelijk het woord gevoerd had, besluit de raad met 11 stemmen tegen 1 (van den heer Uyttenhooven) tot inwilliging vau het verzoek, con form het advies van regenten. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt een stemmig besloten te beschikken uit den post voor onvoor ziene uitgaven op de gemeentebegrooting voor het loopende dienstjaar tot een bedrag van f 100, w egens de toegekende bijdrage aan de Koninklijke handboogschutterij Willem 111, bij bare onlangs gehoudene feestviering. De voorzitter deelt mede dat degemeentebouwmeester hem heeft te kennen gegeven dat de bestaande regenbak bij de thans in aanbouw zijnde school voor onvermogenden, vooral met het oog op het personeel dat die woning zal betrekken, wel wat klein is. Aangezien er nog beschikbaar gebleven is eene som, aanvankelijk bestemd voor uitbreiding van de kel der, waarvan men heeft moeten afzien ten gevolge van lokale beletselengeeft hij thans in overweging de voor laatstge noemd doel bij het bestek meer uitgetrokken vierkaute ellen metselwerk te doen aanwenden voor den regenbak. Met algeraeene stemmen worden burgemeester en wethou ders gemagtigd zoodanige afwijking van het oorspronkelijke plan te doen plaatsgrijpen. Gelezen zijnde een verzoek van A. Meijners, om eervol ont slag als poortier en buitengewoon commies bij de plaatselijke belastingen,uit hoofde van benoeming tot eene andere betrek king, besluit de raad, op voorstel van burgemeester en wethou ders, eenparig om dat ontslag op eervolle wijze te verleenen. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededecling des voorzitters dat door gedebuteerde staten zijn goedgekeurd de jongste raadsbesluiten tot af- en overschrijving op de gemeen- te-begrootingen voor I860 en 1861. Hiermede alle te behandelen zaken afgeloopen zijnde, her innert de heer Winkelman dat in der lijd, op voorstel iljr commissie tot voorbereiding der verlichting met steenkolengas, dezerzijds is vastgesteld dat voor meterhuur per maand zal worden betaald 3(J cent. Het blijkt thans echter dat menigeen slechts een of twee lichten wenscht te branden, en voor zooda- nig geval is dit tarief onevenredig drukkend. Namens bedoelde commissie stelt hij daarom, zoo wel in het belang van de gas fabriek als van de verbruikers voor, die huur te bepalen per maand voor een 21ichtsmeter op 15, 3lichts 20, 41ichts 25 en ölichts op 30 cent. Met algemeene stemmen vereenigt de raad zich daarmede. Door den heer Uyttenhooven wordt, in antwoord op eene vraag van den heer J. P. Smith, gezegd dat wel is waar de zeehondenvverf sedert 1 mei jl. buiten pacht is, zoo dat het gemeentebestuur er regtens sedert over heeftkunuen beschik ken, maar spreker meent dat bij het pachtcontract onder scheidene bedingen zijn gemaakt betrekkelijk overname van eenige voorwerpen bij taxatie in geval van niet voortzetting der pacht. Daaraan is alsnog geen gevolg gegeven, en dus zou met den laatsten pachter, den heer Borg limans, ten deze nog moeten worden overeengekomen, alvorens dien heer geheel te depossederen. Daar de heer Smith intusschen gaarne zoo spoedig doenlijk van die werf schijnt gebruik te willen maken tot herstellen van een, vaartuig, worden, op voorstel van den heer Uyttenhooven, burgemeester en wethoudersuitgenoodigd zoo spoedig doenlijk hun werk hiervan te willen maken. De openbare zitting wordt daarop gesloten. Engeland. Londen 13 julij. In de zitting van bet lagerhuis van giste ren, heeft lord John llussell, ter beantwoording van eene interpellatie, te kennen gegeven dat Denemarken vermoede lijk, liet zij aan den duitsclien bond, het zij aan Oostenrijk en Pruissen eenige voorstellen zou doen, strekkende om de bondsexecutie dit jaar niette doen plaatshebben, ten einde nieuwe onderhandelingen te kunnen openen. Hij hoopte dat die onderhandelingen tot een voldoend resultaat zouden leiden. Hij meende dat onder de andere partijen, die aan spraken op de opvolging in Denemarken doen gelden, ook Rusland met vorderingen zal te berde komen en dat een goed deel van Denemarken in het bezit van Rusland zou kunnen overgaan, weshalve eene schikking wenschelijk was, waardoor het koningrijk Denemarken in zijn geheel in het bezit van een en den zelfden erfgenaam komen en onafhankelijk blij ven zou. The times is zeer verheugd over de mededeeling van den franschen Moniteur, dat Frankrijk den weg tot afschaffing van den slavenhandel en de slavernij op eene loyale wijze heeft ingeslagen, en dat voortaan op de oostkust van Afrika geene slaven meer gekocht zullen worden. Welligt, merkt het blad op, was het tot nu toe gevolgde fransche stelsel van emigratie geene slavernij pure et simple, doch in elk geval verdiende het in de hoogste mate afkeuring. Het besluit van keizer Napo leon is dan ook hetgewigtigste met betrekking tot den slaven handel dat in den loop dezer eeuw genomen is. DitHscliIaud. Weeneu 13 julij. De aartshertog Lodewijk is op zijn ver zoek als stadhouder van Tyrol en Vorarlberg ontslagen, en in die betrekking door den vorst Karei Lobkowitz vervangen. Bclgic. De Gazette de Mons van vrijdag avond berigt dat bij ver nieuwing zeer gunstige berigten omtrent de hervatting der werkzaamheden door de mijnwerkers in het district Borinage zijn ontvangen. De meeste werklieden keeren tot kalmte weder, en de heftigsten zullen wel moeten onderdoen voor de meerderheid. Tegen heden of morgen verwachtte men dat overal het compleete personeel weder aan het werk zou zijn. Echter deden zich vrijdag voor het eerst ongeregeldheden voor in de inrigtingen van Elouges, waar men tot hiertoe rus tig gebleven was. De tamelijk vreedzame houding der arbei ders aldaar geeft echter geen stof tot ongerustheid. Frankrijk. Parijs 12 julij. Het plan bestaat dat de keizer tegen het eind van de maand Vichy verlaten zal, om te Eontainebleau of te Parijs eenige dagen ra et de keizerin door te brengen Den 5 augustus begeeft Z.M. zich naar het kamp van Chalons, om in het begin van september de keizerin te Biaritz te ont moeten. Alvorens naar laatstgenoemde plaats te vertrekken zal de keizerin ook nog twintig dagen te Eaux Bonnes vertoe ven. De reis des keizers is mede op 5 augustus bepaald. Tegen de gewoonte van het hofdat gedurende de maand October meesial te St.Cloud verblijf houdt, zullen HH.MM., na hunne terugkomst van Biaritz, dit jaar den herfst te Compiègne doorbrengen. Vele hoog geplaatste personen zijn tegen de maand november daar geinviteerd. De maarschalk Mac-Mabou, de hertog van Magenta, heeft 24 uren te Vichy vertoefd. Men gelooft vrij algemeen dat de genoemde krijgsman doorZ. M. is ontboden geworden ten einde instructien te bekomen omtrent de wijze waarop de koning van Pruissen zal worden ontvangen voor het geval dat deze het kamp van Chalons mogt bezoeken, waar ook nog. zoo de berigtgevers waarheid sjireken, worden verwacht de koning der belgen en de russische grootvorst Konstantijn. Het dagblad La Gironde heeft eene eerste waarschuwing ontvangen wegens de opname van een artikel des heeren Marcel lloullcaux, getiteld; „Het budget en de wetgevende vergadering," hetwelk, volgens het oordeel des ministers en van den prefect, een aanval tegen den staat en eene beleedi- ging van de mstelligen behelst, welke Frankrijk zich zelfheeft gegeven. De bankier Mirès en zijn compagnon Solar zijn door de correctionele regtbank aan opligting.misbruik van vertrouwen en het uitdeelen van fictieve dividenden schuldig verklaard, en deswege, krachtens de artikelen 405, 406 en 408 van het strafwetboek en art. 13 der wet van 17 julij 1856 veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf en eene geldboete van 3000 francs ieder. De regtbank heeft verder geoordeeld, dat de graaf Simeon, de voorzitter van den raad van toezigt eeuer door Mirèsopge- rigte vennootschap, van de in hare zaken gepleegde oneerlijk heid kennis heeft gedragen en deze wetens heeft laten begaan, en heeft hem alzoo, even als Mirès en Solar, civiel verant woordelijk verklaard en in de kosten veroordeeld. Ten aanzien der drie andere leden vau den gemelden raad van toezigt, welke door het openbaar ministerie insgelijks als medepligtigen van Mirès waren aangeklaagd, heeft de regt bank geoordeeld dat zij onkundig van de bedoelde oneerlijk heden kunnen geweest zijn, en dus wel berisping wegens achteloosheid en blind vertrouwen, maar geene straf hebben verdiend. De toepassing van liet maximum der straf op Mirès heeft veel verwondering gebaard, en zij schijut bovenal den bankier zeiven diep getroffen te hebben, die, toen de president aan het slot van zijn veroordeelend arrest kwam, beide handen kramp achtig uitstrekte, onder den uitroep o Mijn God! Algemeen schijnt men zich gevleid te hebben met eene vrijspraak ofal- thans met een ligter vonnis. De veroordeelden hebben reeds hooger beroep aangeteekend. Parijs 13 julijIn den Moniteur wordt een decreet medege deeld tot bijeenroeping der provinciale raden tegen 23 dezer. Verder wordt door het officiële dagblad de benoeming mede gedeeld van den heer Imhaus tot directeur van den boekhan del en de drukkerijen. Een hoog geplaatst persoon, officier van het legioen van eer, naar men wil baron de Vidil genaamd, is krachtens tele grafisch berigt uit Londen, in verzekerde bewaring genomen, onder verdenking van eene afschuwelijke misdaad. Het ver haal daarvan komt op het volgende neder: De baron is in Engeland gehuwd, doch leefde, zonder wettelijk van zijne, vrouw gescheiden te zijn, steeds in deze hoofdstad. Vóór eenigen tijd moet hij zijne echtgenoote met haren zoon te Londen hebben opgezocht, en bij die gelegenheid zou hij zich met laatstgenoemden naar het veld hebben begeven en alleen zijn teruggekeerd. De jongeling is later, zwaar op het hoofd gewond door slagen met een rotting, schier levenloos teiugge- vonden en het vermoeden rees dadelijk tegen den inmiddels weder afgereisden vader. Men brengt deze misdaad in ver band met de op handen zijnde meerderjarigheid van den zoon, als wanneer de baron geroepen zou kannen worden om reken schap af te leggen van de door hem beheerde fortuin van zijn kind, die grootendeels schijnt verteerd te zijn. Italië. De kamer van afgevaardigden te Tnryn zou, volgens de berigten uit die hoofdstad van den 9 dezer, met het einde dezer week hare zittingen staken, om eerstin den herfst weder te vergaderen. Zij hield sedert nagenoeg drie weken alle dagen twee zittingen, eene voor den middag van 7 tot 12 of 1 ure, en eene na den middag van 3 tot 7 of 8 ure, terwijl de commissien der kamer een gedeelte van den nacht voor de haar opgedragen werkzaamheden besteedden. Ookdelieete weersgesteldheid kon den ijver der kamer in het afdoen der aanhangige zaken niet doen verflaauwen. Voor de zitting der kamer van den 9 dezer stonden inter pellation over de zaken vau Napels op de orde van den dag maar de ministers hebben verdaging weten te verkrijgen, met liet klaarblijkelijke doel om de gelegenheid af te snijden tot openlijke behandeling van dat onderwerp vóór het uiteengaan der vergadering. Dit heeft bij het publiek te Turyn eenen ongunstigen indruk gemaakt, en het bevestigd in de meening, dat het gouvernement niet veel goeds in het zuiden van Italië had mede te deelen. Volgens latere berigten schijnt de regering de interpellatiën toch 'niet geheel te hebben kunnen tegenhouden, want in de zitting van vrijdag hebben de afgevaardigden San Donato en Romano daartoe gelegenheid- gevonden. De minister van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 3