LEVENSSCHETS n n vier weken na de verloting zijn afgehaald, zullen ten voor- deele van het burgerlijk armbestuur te Haarlem in het open baar verkocht worden. Bestuur en ingezetenen van Haarlem hebben niets onbe proefd gelaten om de bezoekers van Hollands bloemhof', ook buiten de zalen der tentoonstelling, aangenaam bezig ie houden. De commissie der feesten had voor het houden der concerten in de eerste helft van julij geene betere keuze kun nen doen dan de daartoe beschikbaar gestelde buitenplaats Spaarnhove, ongeveer 20 minuten gaans van Haarlem gele gen, en, naar haar vroegeren eigenaar, lang bekend onder den naam van „de plaats van Sillem". Aan de voorzijde ziet men naar de duinenter weerszijde verheften zich fraaijebosschen, waartusschen het nieuw gebouwde kerkje van Schoten ver rijst; aan de achterzijde heeft men fraaije wandelingen. Daar zullen zich doen liooren: op 7 en S julij de muziek der veld artillerie van Utrecht; op 10 en 11 julij die van het 2de rege- ment dragonders van Haarlemen op 8, 9,11 en 12 julij die van het 83ste oost-pruissische fusillier-regement. Het 16de regement oostenrijksche linietroepen geeft zijne concerten reeds den 26, 27, 29 en 30 junij. In het Hertenkamp is eene zaal van 600 vierkante ellen oppervlakte ingerigt voor eene prachtige bloemententoon stelling, van 7 tot 12 julij te houden. Er is daarbij voor een gezamenlijk bedrag van f 2300 aan prijzen uitgeloofd. Den 8 julij zullen de bekrooningen der jury worden bekend gemaakt. Het zal niet noodig zijn in eene opsomming der verschil lende andere vermakelijkheden te treden, die bijna alleen belang hebben voor de bewoners der stad en der onmiddellijke omstrekendoch eene uitzondering mag ik maken voor den op morgen avond bepaalden togt van verlichte vaartuigen, dien men met den naam van „venetiaanschgondelfeest" be stempelt, en waarvoor de roei-vereenigingen van Amsterdam, Rotterdam en Zaandam haren bijstand hebben toegezegd. <3ochbc$£l)cutoittg. Preekproeven van C. G. Slotemakerte Cats Middelburg. J. C. Sf W. Altorjfer. 1861. Daar is in deze preken uitnemend veel goeds. Al aanstonds bij het lezen der welsprekende inleiding van de eerste treft u de eenvoudige spreektoon, die wars van alle conventionele preekdeftigheid den geheelen bundel door tamelijk wel wordt volgehouden, en den lezer aanstonds doet denken aan eene verhooring van het bekende leekengebedje Verlos ons van den preektoon, Heer! Geef ons natuur en waarheid weer. Jammer dat enkele malen die eenvoudigheid in platheid ontaardt, als er gesproken wordt van „niet kunnen schelen, het bij iemand verkerven" en dergelijke. Ook is het aange naam bij den geleidelijken voortgang, waarmede de denk beelden doorgaans worden ontwikkeld, de deftige opgave van thema en verdeeling der rede weggelaten te zien. Eene andere zaak die wij moeten prijzen zijn de ernstige pogingen die de schrijver aanwendt om zich te verheffen boven den partijgeest onzer dagen, boven dat kleingeestig gehaspel van orthodox en liberaal. Wel is waar heeft hij zelf partij gekozen en komt daar ook rond voor uitmaar toch uit alles blijkt, dat hij er in gemoede naar streeft, iets anders, iets meer, iets hoogers te zijn dan vele partijmannen van onze dagen. Meermalen heeft hij ze gegeeseld met scherpe ironie, die bekrompen vrijzinnigen, die „omdat zij nu eindelijk zóó ver gekomen zijn, dat zij weten, dat de zon niet heeft stil gestaan en Bileam's ezel niet gesproken, daaruit besluiten tot de geheele nietigheid en onwaarheid van den bijbel, en vooral tot hunne vrijheid om nu ook te leven gelijk zij willen." Ook de bekrompen regtzinnigen krijgen hun deel. „Is dat dan voor mij waarheid, die kracht doet in mijn leven, die ik uitwendig aanneem op gezag van anderen, maar waartegen mijn geheele inwendige mensch zich verheft? Hoe. moet ik die gansche uitwendige kerkleer in het hoofd hebben en gelooven ook, van den val van Adam af tot het laatste oordeel toe, eer ik zeggen kan, dat ik, Adamskind of niet, zondig ben, naar verlossing smacht, tot betere dingen ben geschapen?" En evenzeer stelt hij zich tegenover die halve menschen, die „wel meenen dat zij zelf iets afzonderlijks gelooven. maar die nu der eene, dan der andere partij de hand reiken, heden praten van gezond verstand en rede, morgen weêr van den geest, de openbaring, de schrift en dat dikwijls uit zwak heid, zucht om te plooijen, bevreesdheid voor de gevolgen of menschenvrees." Maar te gelijk wekt hij menigmaal zijne lezers krachtig op, om met hem te streven naar dio eenheid, die „ook bij alle verschil tusschen alle christenen behoort te bestaan, dat wij elk voor ons God zoeken te dienen met een volkomen hart, op het voetspoor van Christus, met zijn geloof." Waarop die eenheid moet steunen, de schrijver beeft het diep gevoeld en gedurig doen uitkomen, waar hij telkens de godsdienst voorstelt als die heilige stemming des gemocds, die overal en in alle omstandigheden des levens naar de gemeen schap met God ons dorsten en streven doet. Uit vele treffende plaatsen van liet boekje blijkt hoe hij deze bij eigen ervaring kent. Den strijd tegen de rampen des levens, die in sombere overpeinzing ons doet vragen is er een God. die alzóó mijn lot beschikt? De schrijver moet haar zelf hebben gekend, anders had hij die eerste preek (een woord van Gods welbe hagen) zóó niet kunnen schrijven. Het zelfde zeggen wij van de tweede, vijfde en zevende (Davids sterfbed, oud en nieuw, waarheid en werkelijkheid) met betrekking tot den strijd tusschen de nieuwere denkbeelden en de oude traditien over bijbel en kerkleer en over den persoon van Christus. De der de. vierde en zesde (levensverlies levensbehoud, de natuur lijke mensch en de geestelijke dingen, nacht en morgen) getuigen van eene diepe opvatting van den strijd, die in hart en levpn wordtgestredea bij het ontluiken des nieuwen gees telijken levens tegenover de zelfzuchtige en zinnelijke nei gingen van den natuurlijken mensch. Dat de schrijver in dit alles zelf met zijn hart heeft geleefd ieder die zelf een hart heeft moet het gevoelen, dunkt ons. Juist om dat diepe inzigt, om dat innig medegevoel van de dingen des geestelijken levens leert men hem hoogachten en liefhebben. Wij vreezen echter dat hetgeen wij tot nog toe hebben gezegd, door velen ous niet zal worden toegestemd. En zoo dit al bij velen aan hen zelve zij toe te schrijven, omdat zij te veel bevooroordeeld zijn ombij andersdenkenden hetwaarïijk goede op te merken de schuld ligt ook voor een goed deel aan den heer Slotemaker zeiven. Zijne preekproeven leeren hem kennen als iemand die slechts in zeer geringe mate de eigenschap bezit om zich in den geestestoestand van anderen te verplaatsen en daarnaar zijne preken in te rigten. Het zijn geene preken, wanneer men althans daaronder iets meer ver staat dan vertoogen over een tekst. Het zijn geene toespraken tot de gemeente. Hij spreekt voortdurend als tot dezulken, die met hem op gelijken trap van ontwikkeling staan, die de inspanning en het lij den des denkers bij eigen ervaring kennen, en vooronderstelt voortdurend in zijne hoorders eene vlugheid van bevatting, die ten opzigte van 't geen hij zegt bijkans alleen aan hen eigen kan zijn, die toen hij optrad zijne inzigten, zijn geheele standpunt reeds met hem deelden. Van daar ook eene vlugtigheid in de behandeling der moeijelijkste vraagstukken, die u verbaasd doet staan en u telkens doet wenschen den schrijver bij u te hebben, om hem opheldering en nadere ontwikkeling zijner redenering te vragen. Een tref fend voorbeeld hiervan is de laatste preek (waarheid en wer kelijkheid). Daarin geeft de schrijver eene voorstelling van den persoon van Christus en van de bijbelsehe verhalen ten zijnen opzigte, die wij, wat hare waarde betreft, thans buiten beoordeeling laten, maar die toch nog zeer verre afwijkt van 't geen verre de meeste menschen daarover deuken. Hij zegt in het begin zijner rede tot zijne hoorders: „Wij begrijpen elkander niet. Ik wil heden dan al het mijne aanwenden, opdat gij mij althans volkomen begrijpt." Na dan over alle hoofdpunten der evangelie-verhalen zijne zienswijze met een enkel woord te hebben aangestipt, laat hij daar met eene on- begrijpelijke naïveteit op volgen „misschien kunt gij u toch nog niet in deze beschouwing vinden." Waarlijk! om zulk een „zich vinden in deze beschouwing", en dat bij hoorders die straks hem „niet begrepen", zelfs in de verte te kunnen voor onderstellen,had ieder hoofdpunt van Jezus' leven wel in eene afzonderlijke leerrede behooren te zijn toegelicht. Die zevende preek zou een goed figuur maken aan het slot van een bundel van twaalf of twintig dergelijke preken over de voorname bijzon derheden van Jezus' le ven,om dan eindelijk daarin liet vroeger ontwikkelde nog eens kort zaraen te vatten. Zóó op zich zelve staande, heeft zij alleen waarde voor die het met den schrijver reeds vooraf tamelijk eens zijn. Hetgeen wij hier opmerkten is de zwakke zijde van het geheele zevental. De tweede (Davids sterfbed) houden wij in dit opzigt voor de beste. En daaromdiegenen, die zoo liun van vroeger overgele verde denkbeelden hebben, waarin zij altijd blijven rond- draaijen als in een cirkel, en vooral als zij daavbij gewoon zijn alles wat daar buiten ligt uit de hoogte te veroordeelen zij moeten het boekje maar niet lezen. Het zou hun slechts tot ergernis zijn en tot versterking van den waan, dat zij zoo veel wijzer zijn dan ieder an der die van hen verschilt. Maar aan allen, die zelve een oog hebben,onbeneveld genoeg om ook in andere denkbeelden dan hunne eigene het goede op te zoeken en zich toe te eigenen boven al die zelve een hart hebben, dat ook het lijden en den strijd des nadenkens heeft ge voeld aan die allen bevelen wij het werkje ernstig aan om dat te bepeinzen in hunne binnenkamer. Wij vertrouwen dat zij in hun hart den schrijver zullen danken voor zijne goede gave. Heden verloste voorspoedig van eene Dochter JOH PERVOOST, geliefde Echtgenoot van Middelburg. T. AKKERMAN, den 22 Junij 1861. WclL)ctï!igl)ciö. Diakenen der nederduitsche hervormde gemeente alhier vermelden, met hartelijke dankbetuiging, de ontvangst eener som van f 125, hun van wege het comitté voor het zesde zeeuwsche muziekfeest ie Middelburg ter hand gesteld, als toegekend aandeel in de opbrengst der repetitien in <le Koor kerk. op dingsdag en woensdag 4 en 5 junij 1861. Middelburg 22 junij 1861. Diakenen voornoemd, DIRK JERAS, loco voorz. W. ALTORFFER, secretaris. 3iroerl£ntim. Heden beviel van een' Zoon J. CORNELÏS, Echtge noot van Groede. M. M. LUCIEER. den 21 Junij 1861. Heden overleed, na een langdurig lijden, in den ouder dom van 35 jaren, mijne geliefde Echtgenoot HELENA M IxjHELMINA^ DE BAKKER, mij nalatende vier Kin deren, allen te jong om hun verlies te beseffen. Middelburg, 22 Junij 1861. J. DIESCH. Algemeene kennisgeving. AANKONDIGING. Bij Vonnis der Arrondissements Regtbank zittino- hou dende te Middelburg, gewezen den 19den Junij 1861, is- SARA J ASPERSE, Particuliere, wonende te Bi'ggekerke, ter zake van onnoozelheidgesteld onder Curatele. HUBERTUS REKKER, Procureur. (Ten deze is kosteloos geprocedeerd.) GENEESKUNDE. Op Vrijdag den 28 Junij 1861, des middags ten 12 ure, zal er een openbaar Examen bij de Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt in Zeeland worden gehouden. D. J. J. MARINISSEN, Secretaris. NEDERLANDSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ. De in de vergadering van Commissarissen goedgekeurde Balans over het boekjaar 1S60, benevens die van het Reservefonds over het zelfde tijdvak, zullen voor de Aan deelhouders ter visie liggen van den 24 Junij tot en met den 9 Julij 1861, ter Secretarie van de Directie te Araster dam, bij de Agenten der Maatschappij te Rotterdam, Dordrecht en Middelburg, en bij de Kamers van Koop handel en Fabrieken te 's Gravenhage en Leiden. Amsterdam, den 22 Junij 1861. De Notaris TII. VAN UIJE PIETERSE zal op Vrijdag 5 Julij 1861, des avonds 7 ure precies, in het Hotel de Commerce te Vllsslngcmin het openbaar ter verkoop presenteren EEN HUIS EN EKF, te Vlissingenop de Oostzijde van de Nieuwe Havenwijk K no. 177. Grondlasten f 19,32. Daags te voren te bezigtigen. AAN IIEEREN AANNEMERS VAN DIJK- EN ZINKWERKEN. Er wordt te Koop aangeboden eene groote partij B R A B A N T S C IIE B IJ S M A T E RIAL E N, als Rijs, Staken en Latten.Te bevragen, met franco Brieven, bij den Boekhandelaar G. G. DE VOOGT, te Bredaletters M. M. IN EENE ZAAK. die voor uitbreiding vatbaar is, verlangt men ecia COMfi*ACcMOM. Adres onder lett. A.B., met franco Brieven, Bureau dezer Courant. ILLU5HMTIE a IdOMO. De daartoe benoodigde Ballons zijn in verschillende kleuven voorhanden in het Magazijn van J. J. CEULEN. Een Kindermeisje benoodigd, niet beneden de 15 jaren, Langendelft B 131. STOOMBOOTOIEN§T TUSSCHEN MIDDELBURG EN ROTTERDAM. Uren van vertrek in Junij Julij. van middelburg van rotterdam Dingsdag 25 'smorg. 6 ure. Dingsdag 25 'smorg. 10,30 Donderda g27 6 Woensdag 26 10,30 Vri j dag 28 6 Vrijdag 28 10,30 Zaturdag 29 6 Zaturdag 29 10.30 Zondag 30 G Zondag 30 10,30 Maandag 1 6 Maandag 1 11,30 Dingsdag 2 6,30 Dingsdag 2 11,30 Donderda g 4 8,30 Woensdag 3 namidd. 1,30 Vrijdag 5 9,30 Vrijdag 5 's morg. 6 ure Zaturdag 6 10,30 Zaturdag 0 7 Zondag 7 11 Zondag 7 7 Maandag 8 11,30 Maandag S 8,30 Door DE ERVEN DOORMAN, Boekhandelaren te 's Gravenhagewordt HEDEN a 50 cents, uitgegeven van den VÏGE-ADMÏRAAI. A. W. DE MAN, door •lonklieer II. A. VAM KABMEBEEK, Gepensioneerd Schout-bij-nacht en Adjudant in buitengewone dienst van Z. M. den Koning. MET PORTRET EN PAC-SIMILE. SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 4