MIDDELBURGSCHE C O R A N T. r 74. Donderdag 1861. 20 Junij. Slankontriginjjen Ömnenlcmösclje tijbint}en. Deze courant verschijnt des diugsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 3 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post 3,'10. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels ƒ1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Editie van woensdag avond 8 ure. VAN HET KIJK, PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN. De burgemeester en wethouders van Vlissingen, brengen bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat bij de op den 11 december 1849 plaats gehad hebbende uitlo ting van obligatien van de gevestigde schuld dezer gemeente, tot aflossing in dit jaar zijn aangewezen, de obligatien: A f 810. A f 881. A f 476. Ieder groot f 1000. E f 22. E f 23. E f 24. Ef25. E f 26. ieder groot/200. Welke dus met 1 julij aanstaande bij den gemeente-ontvan ger zullen behooren te worden ingewisseld tegen certificaten 2.1- percents nationale schuld, overeenkomstig het plan van uitloting. Vlissingen, den 19 junij 1861. De burgemeester en wethouders voornoemd J. W. CALLENFELS. De secretaris. P. FORBES WELS. Middelburg 19 junij. De gemeenteraad heeft in zijne heden namiddag gehoudene bijeenkomst o. a. besloten de levering van eene ijzeren kraan onderhands aan te besteden aan de heeren Wed. A. Sterk man en zoon, te's Gravenhage. Deze zal vermoedelijk nog vóór het einde des jaars gesteld worden aan de Rotterdamsche kade op de hoogte van het voormalige Kraanstraatje. Verder is besloten te berusten in de uitspraak van den hoo- gen raad der Nederlanden, ter zake van het regtsgeding over de restitutie van boofdelijken omslag. Een uitvoerig rapport, en voorstel van burgemeester en wethouders met daarop reeds ingewonnen advies van de commissie voor financien, houdende herziening der tractementen van gemeente-ambte naren met 1 julij e. k., is aangenomen. Door gedeputeerde staten dezer provincie is in hunne ver gadering van den 14 dezer, vastgesteld de volgende lijst der te behandelen zaken in de zomer-vergadering der provinciale staten, welke dit jaar op dingsdag den 2 julij zal worden geopend. Tiet verslag van gedeputeerde staten omtrent den toestand der provincie over 1860. Het koninklijk besluit van den 3 december 1860, no. 10, houdende magtiging op gedeputeerde staten a. om achtervolgens het besluitder staten van den 9 novem ber 1860, no. 17, de kosten van het maken van een grindweg met wachthuisje en wat daartoe behoort, ter verbetering van het veer over het Sloe, geraamd op f 3300, te bestrijden uit den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven ■voor I860; b. om naar aanleiding van het besluit der staten van den 9 november 1860, no. 7. van art. 1, hoofdstuk IX op art. 6, hoofdstuk VIII der genoemde begrooting af- en over te schrij ven f 1200, ter bestrijding der kosten van aankoop van twee honderd exemplaren van de door de heeren A. Magielse en J. J. Brandt vervaardigde kaart van de provincie Zeeland. Idem van den 19 december I860, no 63, houdende goed keuring der besluiten van de staten a. van den 9 november 1860, no. 20, tot bet aangaan eener geldleenirig ten laste der provincie van f 28000 tegen eene rente van vier ten honderd in liet jaar, voor de verbetering der middelen van gemeenschap in de provincie Zeeland, over eenkomstig het bij dat besluit tevens goedgekeurd plan b. Yan den 9 november 1860, no. 22, houdende wijziging der begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over het dienstjaar 1861. Vier brieven van den minister van binnenlandsclie zaken, als: 1. van den 7 december 1860, no. 170. 5e afdeeling, hou dende niededeeling van Zr. Ms. beschikking op de adressen der gemeenteraden van Clinge en St. Philipsland, om toepas sing van art. 36 der wet op het lager onderwijs, wat betreft de kosten van nieuwe schoollokalen en onderwijzerswoningen in die gemeenten. 2. Van den 14 januarij 1861, no. 305,5e afdeeling, met extract uit Zr. Ms. besluit van den 10 bevorens, no. 57, hou dende beschikking op de adressen der gemeenteraden van Glinge en Nieuwvliet om toepassing van voorschreven wets artikel, wat betreft de gewone kosten van het lager onderwijs dier gemeenten. 3. Van den 14 januarij 1861, no. 310, 5e afdeeling. strek kende ten geleide der door zijne krachtens magtiging des konings, genomene beschikkingen op de adressen der gemeen tebesturen van Hengstdijk, Philippine, Retrancbement, Scher- penisse, St. Annaland en Zaamslag. om toepassing van bovengenoemd wets-artikel, wat betreft de gewone kosten van het lager onderwijs dier gemeenten. 4. Van den 6 mei 1861, no. 241, 5e afdeeling, met afschrift van Zr. Ms. besluit van den 1 bevorens, no. 54, regelende onder anderen de bijdragen van de provincie en het rijk in de kosien van den bouw van een nieuw schoollokaal te Zuidzande, alsmede van den aankoop van een huis voor onderwijzers- woning aldaar. Voorstellen van gedeputeerde staten, betrekkelijk de adres sen van de navolgende gemeentebesturen, om toepassing van voorschreven wets-artikel, te weten a. van liet gemeentebestuur van Sas van Gent, en b. van het gemeentebestuur van Eede. Idem, betrekkelijk een nader verzoekschrift van het gemeen tebestuur van Vrouwepolderaangaande de toepassing van meergenoemd wetsartikel, ter zake van de kosten van den bouw van een nieuw schoollokaal met ondervvijzerswoning te Vrouwe pol der. Idem, nopens de verzoekschriften van de gemeenteraden van Hengstdijk en Philippine, om toepassing van voorschre ven wetsartikel, wat betreft de gewone kosten van het lager onderwijs dier gemeenten. Idem, betrekkelijk den voorgenomen aanleg van een pon- tenveer tusschen Kortgeen en Wolfaartsdijk. Idem, betreffende de heffing van opeenten voor de calami- teuse poldersin 1862. Idem, tot onderhandsche verpachting van de overzetveren van Goriskoek en het Sloe. De verantwoording van gedeputeerde staten, wegens de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1839. De begrooting der kosten van liet provinciaal bestuur voor zoo veel liet rijksbestuur is. voor 1S62. De begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke in komsten en uitgaven voor 1862, met een voorstel van gede puteerde staten, betreffende de te hellen opcenten op de grond- en personele belastingen, ten behoeve der provincie. Een adres van J. M. Ceelen, weduwe van Hertum, om weder met eene gratificatie te worden begunstigd. Een adres van Ph. Pikaar c. s., schippers te Yerseke, om verbetering der haven aldaar. Het verslag van den toestand van liet geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Dordrecht over 1860. Het onderzoek der geloofsbrieven van nieuw benoemde leden. Benoeming van een buitengewoon lid in liet collegie van gedeputeerde staten, volgens art. S9 der provinciale wet. Gisteren werd in de concertzaal alhier, door de commissie „Loon voor werk", het 23ste jaarlijksch verslag uitgebragt. bij monde van haren voorzitter den heer A. M. Cramer. De spreker begon met in dit langdurig bestaan dankbaar Gods zegen te erkennen, terwijl hij hierbij op de eigenaardige voor deden daarvan, door ondervinding en oefening, opmerkzaam maakte, maar van den anderen kant ook op de nadeelen, name lijk gevaar van verslapping en stilstand, en tot liet besluit kwam. dat geregelde werkzaamheid en vasthouding aan het bestaande goede, gepaard met het wakkere streven naar vol making, ook in dezen wel de regte en heilzame stelregel ware. De gewone inschrijvingen beliepen dit jaar f 2635,50 (waaronder f 35 bepaaldelijk voor de bolwerken bestemd). Dit was weder f70 minder dan verleden jaar, welk verlies echter voornamelijk door sterfgevallen was veroorzaakt, terwijl nagenoeg alle inschrijvers getrouw bleven volhouden. Later kwamen nog in eene zeer gewaardeerde gift van f 500, alsmede de helft van den opbrengst der verloting van vrouwe lijke handwerken ad f 444, welke beide sommen voor bet bolwerk bestemd werden, benevens f 250 uit de overige bijdragen. Ook werd met dankbaarheid het berigt ontvangen van een door inejufvrouw Meijners bemaakt legaat, groot f 500,waarvoor de autorisatie ter aanvaarding werd ingewacht. De vakken van werkzaamheid waren wederom spijkerma kerij, touwpluizerij, timmerwinkel. en de arbeid aan de bolwer- keuVoor de spij ker makerij was de commissie gel ukkig geslaagd om met de werkinrigting te Vlissingen eene overeenkomst aan te gaan, volgens welke de helft der door haar aangenomen levering aan de marine door „Loon voor werk" zou vervaar digd worden, ten bedrage van f3000. Dit was tot wederzijdscb genoegen afgeloopen, en hadden hare fabriekaten zelfs een bijzonderen lof ontvangen. In dit vak waren 25 man, bene vens 3 jongens bezig gehouden, van welken de bekwamen gemiddeld f 5 's weeks verdienden. In de touwpluizerij werd omtrent 16000ned. ponden oud touw verwerkt. Met de berei ding daarvan, alsmede met de vervaardiging van touwmatten, waren in de werkplaats bezig 12 man, die omtrent f 4 verdien den en aan de huizen werd geplozen door 149 personen, te zamen belast met 16S kinderen. De verdiensten van dit laatste was gering, doch waren er enkele, nog niet eens talrijke, gezin nen, die daarmede in e'éne week f2,10 verdienden, en een aantal verdienden 90 cents 's weeks. Daarenboven was het nog een groot nut van dit werk, dat daarmede zoo velen bezig en in huis gehouden en welligt van het bedelen afgehouden werden, waarom men zich dan ook de groote schade, aan dit vak verbonden, getroostte. In den timmerwinkel waren slechts een paar man bezig gehouden om het nog voorhanden hout op te werken, en waren de vervaardigde tuinstoelen en krui wagens gereedelijk verkocht. Eindelijk aan het bolwerkwaren gewoonlijk 30 man bezig. Doch daar deze slechts voor een bepaalden tijd aangesteld werden, zoo werkten erin hetgeheel 139 huisvaders of kostwinnende zoons, belast met een getal van 353 kinderen. Dagelijks werd hun het loon van 60 cents uitbetaald, dat te zamen bedroeg f 1194. De algemeene uitkomsten der invigting waven de volgende. Aan grondstof was verbruikt voor f 3650, en daaruit gefabri ceerd eene waarde van f 5300. Aan werkloon werd uitbetaald f 5080, dus f 1500 meer dan de gezamenlijke bijdragen beliepen. Doch waren ook de fondsen der inrigting f320 achteruitgegaan, zoo dat eigenlijk het meerder uitbetaalde werkloon op f 1180 moest geschat worden. De spreker deed hierbij uitkomen, welk eene belangrijke weldaad deze verspreiding van louter verdiend geld gedu rende den laatsten nog al drukkenden winter in onze stad weder geweest was. Hoezeer hij dan ook moest blij ven vasthou den.dat zonder stellige noodzaak geene armenverzorging moet plaats vinden, wegens de daarmede gepaard gaande zedelijke en industriële nadeelen, althans dreigende gevaren, voor de armen zeiven, en dat daarom alle inrigtingen daarvoor altijd op vermindering bedacht moeten zijn, zoo achtte nogthans de commissie „Loon voor werk" in de bestaande omstandig heden zich geroepen, om nog weder een jaar voort te gaan, indien de welwillendheid en milddadigheid harer stadge- nooten haar bleef ondersteunen. De heer wethouder Snouck ITurgronje betuigde de inge nomenheid van het stedelijk bestuur met de bemoeijingen der commissie, en moedigde haar aan, om daarmede vooreerst althans nog voort te gaan. Bij de herstemming, welke gisteren te Tholen plaats had voor een lid van de provinciale staten, tusschen de heeren M. W. J. de Visser en C. J. de Vulder van Noorden, is eerst genoemde verkozen. In het nommer onzer courant van 6 april jl. namen wij uit de Goessche courant een adres over, door de kamer van koop handel en fabrieken aldaar tot den minister van binnenland sclie zaken gerigt met betrekking tot de bevoegdheid of verpligting der arrondissenients-ijkers tot het repareren of justeren van gewigten. Het zelfde blad deelt thans het volgende antwoord van den minister mede „Ik heb de eer u in antwoord op uw schrijven van den 4 april 11., no. 10, te doen kennen, dat de aard der betrekking van arrondisseraents-ijker der maten en gewigten eeniglijk medebrengt, het onderzoek of de ten ijk en herijk aangebo- deu maten en gewigten aan de bestaande voorschriften vol doen, en die ambtenaar niet kan verpligt worden zich tevens met het repareren en justeren van gebrekkige gewigten in te laten, uit welken hoofde art. 1 van het koninklijk besluit van 20 januarij 11. (Staatsblad no. 4), hun daartoe eeniglijk de bevoegdheid geeft. Ik meen echter hierbij te moeten voegen, dat het zich, na de ampliatie van gemeld besluit, vastgesteld bij het latere van 29 mei 11. (Staatsblad no. 48), niet laat aanzien, dat een dezer ambtenaren zwarigheid zal maken van de hun verleende bevoegdheid gebruik te maken." In afwachting dat het arrest van den hoogen raad van 31 mei 11., waarbij is uitgemaakt dat de erfgenamen van wijlen' den graaf van Damme de gronden in het Zwin uietlanger dan tot 1857 in concessie konden hebben, in kracht van wijzen zal zijn overgegaan, zijn naar ons verzekerd wordt, door het domeinbestuur dezer dagen aan het dijksbestuur van den Prins-Willemspolder voorstellen gedaan om eenige voorloo- pige opnemingen en werkzaamheden te verrigten. Die voor stellen zijn gedaan met het doel om spoedig te kunnen over gaan tot eene gemeenschappelijke bedijking der schorren, waartoe genoemde polder ten deele geregtigd is.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1