B IJ VOEGSEL
VAN DE
Mil) DEL BUR (iS CUE COURANT
van dingsdag 18 junij 18G1.
Gemeenteraad van Kicrikzee.
Zitting van 15 junij.
Voorzitter de heer Can, secretaris de heer Ermerins.
Afwezig de heeren Keller, Ochtman en van der Vlietlater
binnengekomen de heeren Fokker en van der Grijp.
De notulen der vorige vergadering zijn goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat sedert de vorige vergadering
is ontvangen eene missive van gedeputeerde staten geleidende
3 goedgekeurde besluiten, tot beschikking op onvoorziene
uitgaven in af- en overschrijving; na voorlezing wordt deze
aangenomen voor kennisgeving.
Daarna doet hij voorlezen een adres van jhr. mr. C. de Jonge,
waarbij deze, naar aanleiding van de in vorige zitting gedane
afwijzing van het voorstel van curatoren tot ontslag van den
conrector van het gymnasium, na breedvoerige opgave der
redenen die hem daartoe geleid hebben, ontslag verzoekt als
lid der plaatseli jke schoolcommissie en van hetcollegie van
curatoren. De voorzitter zegt dat de heer van der Lek de
Clercq mondeling ontslag verzocht heeft uit beide betrekkin
gen, aangezien het hem gebleken is, dat de inzigten van de
meerderheid van den raad in dit opzigt niet met de zijne
strooken. Onder betuiging, dat het hem leed doet dat die
verzoeken zijn ingediend, stelt de voorzitter voor en besluit
de raad, gemelde heeren eervol te ontslaan als leden van het
collegie van curatoren en der plaatselijke schoolcommissie,
waarvan aan de ontslagenen en de commissien (tot het inzen
den eener aanbeveling, ter vervulling der vacaturen) zal wor
den kennis gegeven.
Door den heer Landskncgt wordt, namens de commissie
van onderzoek, rapport uitgebragt op de door burgemeester
en wethouders voorgedragene wijziging in de verordening op
de heffing van belasting op de steenkolen enz. Het rapport
tendeert tot aanneming. Op de vraag des voorzitters of iemand j
omtrent de algemeene strekking iets heeft aan te merken,
bekomt de heer de Crane het woord, en zet hij breedvoerig de
bezwaren uiteen die hem nopen tegen deze voordragt te
stemmen.
1. Financieel bezwaar voor de gemeente. In eene vorige
zitting is hem door burgemeester en wethouders gezegd, dat
iiet verleenen van entrepot van wege de gemeente bezwaar
lijk zoude zijn voor de financien, en hij gelooft dat deze voor
dragt die bezwaren nog meer na zich zoude slepen hij meent
dat het entrepötstelsel voor den handel, als meerdere vrijheid
gevende, verkieselijker is. Een '2e bezwaar is hem toen ge
maakt dat bij afschaffing van de rijks belasting, bij entrepot
liet getal ambtenaren zoude moeten worden vergroot. Daar
latende of het niet wenschelijk zoude zijn alsdan, (zoo niet
vroeger) de gemeentebelasting op brandstoffen af te schaffen,
gelooft hij, dat hierin zoude kunnen worden voorzien dooi
de bepaling te maken, dat de gemeente alleen entrepot geeft
voor de artikelen waarvoor het rijk het verleent.
2. Is er eene omstandigheid die door bijzondere omstandig
heden voor hein zeer moeijelijk is ter sprake te brengen, doch
die hij als lid van den raad, met het oog op het algemeen
belang moet in het midden brengen. Oogluikend of stilzwij
gend is door liet bestuur aan een handelaar toegestaan zijne
kolen bij wijze van entrepot neder te leggenhieruit kunnen
moeijelijkheden voor het bestuur voortkomen. Het zoude hem
leed doen zoo die handelaar werd bemoeijelijktmaar dui-
zende ponden liggen hier thans, als het ware geignoveerd door
het bestuur. Die handelaar heeft ook eene credietrekening.
Wanneer hij nu overschrijving van zijn entrepot bij het rijk
vraagt, dan kan de stedelijke administratie de gemeentebelas
ting niet heffen. Hij weet, dat het karakter van dien hande
laar waarborgen genoeg geeft, dat hij hiervan geen misbruik
zal maken, maar anderen, wien men het ook niet zoude kun
nen weigeren, zouden welligt daar anders over denken, en dan
zoude de gemeente schade lijden. Hij heeft buiten af, na de
bedoelde raadsvergadering, ook gehoord, dat de gemeente bij
entrepötstelsel meerder mectloonen zoude moeten betalen. Bij
nazien ing der resolutie van den minister, regelende de betaling
der meetloonen, kan bij dit nog niet inzien. Immers de mect
loonen worden betaald van hetgeen hier geconsumeerd wordt,
en hi j twijfelt niet of men zoude bij een adres deswege, wel
vrijstelling verkrijgen van meetloonen voor hetgeen hier niet
verbleef.
De voorzitter herinnert de gronden die door burgemeester
en wethouders zijn opgegeven tegen het entrepötstelsel. Zij
kwamen hierop neder dat de thans voorgedragen verschuiving
van 3 maanden der termijnen niet zoo groot bezwaar geeft,
ah de onzekerheid wanneet bi j entrepot de belasting zal inko
mendat voor bet rijk het bij entrepöt onverschillig is waai
de accijns betaald wordt, wanneer de kolen eenmaal ingevoerd
zijn, doch dit voor de gemeente, om het plaatselijke der belas
ting, geheel iets anders is dat hij aanneming van dit voorstel
de handelaren ook zullen kunnen profiteren van de lage
scheepsvrachten, iets waarop vroeger zoo door den heer de
Crane is aangedrongen dat men eindelijk niet uit het oog
moet verliezen, dat dit voorstel een gevolg is van een naderen
aandrang van de kamer van koophandel na verhoor dei-
belanghebbende handelaren daar dezen zich tot haar ge
wend hadden, en dat de handelaren aan de thans voorgestelde
wijze van crediet de voorkeur geven. Ten slotte ontkent hij,
dat door den heer de Crane bedoelde groothandelaar cre
dietrekening zoude hebben, hij slaat niet in détail uit, en
wanneer hij eene enkelemaal hier in de gemeente uitslaat,
wordt de belasting door hem dadelijk betaald. Nog moet hij
wijzen op het bezwaar der meetloonen thans betaalt de stad
reeds meetloon voor kolen die tijdelijk inliet pakhuis der
crediet hebbende handelaars gaandie kolen gaan later naar
elders, komen dus hier niet in consumtie en de stad krijgt het
meetloon niet terug.
De heer de Crane zal het uitgebragte advies der kamer van
koophandel daarlaten. Uit gesprekken met de belangheb
benden is hem gebleken dat niet allen de verandering wen-
schenéén was er bepaald tegeneen tweede had gezegd
beter iets dan nietseen derde was welligt door eigen belang
gedreven; maar hij meent dat deze voordragt in strijd is met
art. 268 der gemeentewet.
De voorzitter zegt, dat thans juist ieder vrije beschikking
houdt over zijne waren, dewijl bij eene beperkende bepaling
van entrepöt men welligt het bezwaar van art. 268 zoude
booren opperen. Hij wijst op de financiële voordeelen voor
de bandelaren door de verschuiving der crediet termijnen.
De heer de Crane gelooft niet, dat dit financiël voordeel
voor den handel zoo groot is; het voornaamste wat men wil is
vrijheid van handel, en die kan men alleen verkrijgen bij entre
pöt hij is sterk tegen de aanneming van het voorstel. Op de
vraag van den heer Fokker wat er dan zal gedaan worden
wanneer deze wijziging niet wordt aangenomen, antwoordt
de heer de Crane, dat hij zoude wenschen dat de bepalingen
voor de gemeente-belasting, omtrent invoer, entrepöt en uit
voer gelijk gemaakt werden aan die van het rijk, opdat men
bij beiden de zelfde voorregten genoot.
De heer Fokker zegt dat de heer de Crane thans een voor
stel doet, dat, hoewel strijdig met de voordragt, in overweging
zoude kunnen genomen worden, terwijl hij vroeger alleen
tegen de voordragt sprak. Zijnerzijds moest hij nog ophelde
ren de bezwaren die bij burgemeester en wethouders tegen
het entrepötstelsel bestaan. Het voornaamste is de te voor
ziene klimming der meetloonen immers men zal eens betalen
de helft bij uitslag uit het schip in entrepöt, en nog eens de
helft van die kolen, die hier niet alleen aan partikulieren.maar
ook aan fabrieken (waarvoor thans niet betaald wordt) wor
den uitgeslagen, want dit noemt het rijk, zoo als het ook wer
kelijk kan gezegd worden te zijn, consumtie; 2. de bekend
heid van het tegenwoordige en de onbekendheid met het
entrepötstelsel, dewijl bovendien de handel door zijn orgaan
(de kamer van koophandel) verklaard heeft dat de voordragt
aan de behoefte voldeed, zoo dat, zijns inziens, geene redenen
bestaan om te zeggen, de handel wil crediet-verlenging. maar
eigenlijk wil men entrepöt.
De heer de Clercq zegt, dat hij aanvankelijk, in het ver
trouwen op het doorzigt van burgemeester en wethouders,
voornemens was de verordening aan te nemendat dit ver
trouwen niet is verminderd door de discussien, maar hij naar
aanleiding van deze toch gelooft dat het overweging verdient
de zaak aan te houden, ten einde èn de leden van den raad èn
burgemeester en wethouders de zaak nog eens kunnen over
wegen, en de laatsten kunnen nagaan of de stelsels van entre
pöt en credit niet alternatief zouden kunnen toegepast wor
den. Indien dus de financiële belangen der gemeente de
urgentie niet vorderen, stelt hij voor deze zaak aan te houden
tot eene volgende zitting.
De voorzitter zegt, dat meer het belang der handelaren er
bij betrokken is, daar bij eene latere behandeling de goed
keuring wel eens zoo laat konde geschieden, dat zij dit jaar
er geen voordeel meer van kunnen hebben.
De heer de Jonge zegt, dat hij zich met het voorstel van
den heer de Clercq zal vereenigenniet omdat bij zich met
de door den heer de Crane geopperde gronden vereenigt,
(hij heeft toch ook met belanghebbenden gesproken en heeft
geheel andere inlichtingen bekomen); maar omdat, zoo het
voorstel van den beer de Crane gegrond ware, en indien
het door hem gezegde waar is, dat de verlenging van cre
diet hein bijna onverschillig is, het uitstel in het belang van
den handel moet geacht worden. Het voorstel van den heer
van der Lek de Clercq wordt alsnu aangenomen.
De voorzitter zegt van plan te zijn hiervoor op maandag
24- dezer den gemeenteraad bij een te roepen. Daarop
schorst hij tijdelijk de zitting.
Bij de heropening is afwezig de heer de Crane.
Worden vastgesteld de oninbare posten (door vertrek,
overlijden enz.)van den hoofdelijken omslag 1S60ad f 253,53£
en die op de honden ad f 8,50.
Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt beslo
ten 2 pereeelen der op 12 dezer gehouden besteding van
gemeentewerken, hoe wel boven de raming, te gunnen, doch
het Ie perceel (het verwen van den gevel van het raadhuis)
niet toe te wijzen.
Thans wordt herzien en gewijzigda. de verordening op
de brandweer; b. die op den verkoop van brood; c. inge
trokken en eene nieuwe vastgesteld op het houden van hon
den en de maatregelen tegen hondsdolheid.
Nadat nog door den raad is vastgesteld de bij de gemeente
wet voorgeschrevene verordening, houdende van waarde ver
klaring der vigerende strafverordeningen, wordt de zitting
gesloten.
SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.