ilitmgelingen. kuil gegraven was; ilat voorts uit de processtukken blijkt dat zoo al achtervolgens de kleedingstukken van de verslagene grootendeels zijn voor den dag gebragt, de omstandigheid dat de parapluie der vrouw die altijd achter de glazen deur stond en die nu in het kabinet lag, en het verdraaid zijn van het slot en het eenige dagen later vinden van den sleutel ouder het tapijt, moeten doen gelooven, dat de beschuldigde buiten voorweten of na het overlijden zijner vrouw het kabinet heeft geopend; dat bovendien onderscheidene zilveren en gouden voorwerpen behoorende tot hare kleeding, alsmede hare falie niet zilveren haken niet vindelijk zijn, en ofschoon de beschul digde wist dat die goederen het eigendom zijner vrouw waren, zich dadelijk na den moord heeft meester gemaakt van onderscheidene gouden en zilveren voorwerpen, die hij als waren ze van zijne eerste vrouw afkomstig, heeft verkocht eenige dagen daarna voor twintig gulden, aan Nathan Mozes Cohen te Middelburg.ofschoon waardig geschat minstens drie en twintig gulden. Dat de beschuldigde zegt die voorwerpen weggenomen te hebben uit vrees voor ontdekking en om te doen gelooven dat zijne vrouw werkelijk naar Middelburg was vertrokken, en dat liij die voorwerpen steeds bij zich had gedragendat alzoo, zoo wel uit de meest nabij zijnde alleen of verbinding van deze met meer verwijderde feiten ten duidelijkste blijkt dat de beschuldigde sints lang het voorne men heeft opgevat, herhaaldelijk beproefd en ten laatste heeft ten uitvoer gelegd om zijne wettige vrouw Maatje Kodde moedwillig en voorbedachtelijk het leven te benemen. En wordt mitsdien door den procureur-generaal beschul digd Adriaan Polderman bovengenoemd van moedwillige nederlaag met voorbedachten rade ondernomen en uitge voerd op zijne wettige vrouw. Misdrijf voorzien bij art. 295, 29fi, 297 en 302 van het wet boek van strafregt. Gedaan te Middelburg in het parket bij het provinciaal geregtshof in Zeeland den 30 mei 1800 een en zestig. De procureur-generaal voornoemd, (get.) M. VERBRUGGE. Graaf dl favour. Op het oogenblik, waarin de eerste italiaansche staatsman aan zijn vaderland is ontnomen, mag eene teekening zijner persoonlijkheid gepast heeten. Graaf Camillo di Cavour, in 1S10 geboren, stamde uit een oud piemonteesch geslacht. Zijne moeder was uit Genève, waar de omgang met vele uitstekende bloedverwanten en vrienden waarschijnlijk een niet geringen invloed op de ont wikkeling van den jongen Cavour heeft uitgeoefend. Ge boren in een tijd, waarin de vrijheidslievende denkbeelden bij het jongere geslacht grooten ingang vonden, behoorde ook hij met groote zelfstandigheid, die hem reeds vroegtijdig onderscheidde, tot hunne aanhangers. Terwijl twee der be- roemdsten dier partij. Azeglio en Balbo, op alle wijzen de libe rale begrippen zochten te verspreidende eerste door Italiens lijden in romans te teekenen, de laatste door politieke bespie gelingen over de toekomst zijns vaderlands, verdiepte di Cavour zich in de zoogenaamde exacte wetenschappen. Door degelijke mathematische studiën legde hij den grond tot uit gebreidere onderzoekingen over financiewezen en staatshuis houdkunde. Ziende dat hij in Piemont, dat toen nog geheel door de oude denkbeelden bebeerscht werd, geen arbeidsveld naar zijn wensch zou vinden, ging hij naar het buitenland. Hij bezocht Engeland, waar hij een artikel schreef over den toenmaligen toestand van Italië cn zijne toekomst, dat de aandacht van de eugelsche staatslieden tot zich trok. Gedu rende vele jaren leefde hij in Parijs, schijnbaar medegesleept door de genoegens van het maatschappelijk leven, doch inder daad met vasten blik zijn doelwit nastrevende. Hij zag beter dan de toen gevierde mannen der julij-regering den toestand in en walgde van de holheid van het fransche liberalisme. Voorziende welke gevaren haar dreigden, riep hij eens uit: „de dag zal komenwaarin de openbare meening die parle mentaire handelaars in stemmen, in den steek zal laten.'7 Teruggekeerd naar Piemont hield li ij zich met het bestuur zijner aanzienlijke goederen bezig en behoorde in IS42 tot de stichters van de laudbouw-vereeniging, die. opgerigt met het doel om akkerbouw en nijverheid te bevorderen, tevens libe rale en nationale gevoelens zocht te verspreiden. In het laatst van lSi'7, toen koning Karei Albert de eerste hervormingen had toegestaan, rigtte hij niet eenige anderen het dagblad Risorgimento op en bood spoedig daarna den koning een verzoekschrift om eene staatsregeling aan, „het eenige mid del gelijk hij zeide om de grootheid van den troon en de sterkte der regering met de ware belangen des lands te vereenigen." Toen Karei Albert eene staatsregeling gaf, trad di Cavour als afgevaardigde in de kamer der vertegenwoordigers. Even zeer als hij voor eene constitutie gestreden had, bestreed hij thans het geschreeuw der democratische partij. In februarij 1848 brak de opstand te Milaan los, die aanstondsin Piemont den oorlog tegen Oostenrijk deed eischen. Ook di Cavour stemde er voor, en liet zich zelfs na de nederlaag van Custozza als vrijwilliger bij het leger inschrijven. Doch de nederlaag bij Novara ruaakte het sluiten van den vrede tot pligt. Cavour begreep het en zette zijne populariteit op het spel, door haar ten sterkste te verdedigen. Ook bij de financiële debatten, waarbij het de schadeloosstelling van 75 mill, aan Oostenrijk gold, steunde hij het ministerie, en zag zich daarvoor met het ïiandelsininisterie beloond. Lid van het kabinet geworden, schonk zijn ministerie hem slechts een beperkten invloed. Niettemin wist hij verschillende hervormingen door te zetten en aan de regering een grooteren invloed te verschaffen. Om den zwaren druk der vele belastingen te verligten, beguns tigde hij de industrie zoo veel mogelijk en legde de grondsla gen ^au een uitgebreid spoorwegnet. De beschermende tollen schafte hij af en bereidde eene tarief hervorming voor, door een reeks van handelsverdragen met de eerste mogendheden te sluiten, waardoor Sardinië ophield alleen te staan en poli tieke verdragen mogelijk werden. Zoo al niet het hoofd, de ziel van het ministerie was hij, toen hij ook de portefeuille van financien verkreeg. Hoe moeijelijlc de taak ook was, om te midden van twee scherp tegen elkander overstaande partijen de financien van het rijk uit den verwarden staat op te heffen, hij wist ze te volbrengen. Hij sloot zich aan de liberale fractie aan en gaf daardoor het ministerie een grooten steun. Met hare hulp deed hij eene wet door de kamer aannemen, die over de beleedigingen door de drukpers aan vreemde mogendheden aangedaan niet door de gezworenen (jury), maar door de gewone regtbank zou worden geoordeeld. Van gewigt is deze wet in de politieke loopbaan van di Cavour, omdat zij het eerst hem de welwillendheid van Lode- wijk Napoleon deed winnen. Een misverstand meteen zijner ambtgenooten deed hem in de lente van 1852 uit het ministe rie treden, maar het was slechts een reculer pour raieux sauter, want reeds in de herfst van het zelfde jaar trad hij als minis ter-president aan het hoofd van een nieuw ministerie. Eerst thans was hij in staat de uitgestrekte plannen uit te voeren, die hij sinds jaren koesterde. Tot dusver was het zijn voornaamste zorg geweest, liet stelsel van vertegenwoordiging in Sardinië te grondvesten en te bevestigen, en de hulpbron nen des lands te ontwikkelen, maar zijne staatkundige plan nen reikten verder dan de grenzen van zijn land. Zij omvatten geheel Italiëmet alle ware patriotten zag hij in de vreemde heerschappij de groote hinderpaal voor de vrije ontwikkeling zijner natie; hij haatte Oostenrijk als eens Hannibal Rome. Daar het land rust behoefde, om te bekomen van de rampen van den krijg, wist hij door een handelsverdrag eene redelijke verstandhouding met Oostenrijk te herstellen. Doch zij was van korten duur, daar Victor Emmanuel opentlijk de plan nen najoeg, die Karei Albert slechts ter naauwernood had durven uiten. Ten gevolge van den opstand in Milaan (6 febru arij 1853) rekwestreerde Oostenrijk de goederen van aide lombardyers, die in Piemont een toevlugtsoord hadden gevon den. Alle diplomatieke betrekkingen tusschen Weenenen Turyn hielden op en graaf di Cavour begon Frankrijks hulp te zoeken. Met scherpen blik had hij gezien, hoe de coup d'état Lodewijk Napoleon verpligten zou Frankrijk door zijne bui- tenlandsche politiek bezig te houden en schadeloos te stellen voor de onderdrukking der vrijheid. In de lente van 1853 legde hij voor korten tijd zijne portefeuille neder en begaf zich naar Parijs, waar hij voor de eerste maal aan Napoleon zijne italiaansche plannen en de rol, die hij aan Frankrijk toedacht, ontvouwde. Een vaster vorm verkregen zijne plannen door zijne alli antie met de westerscbe magten tegen Rusland, den 20 janu- arij 1855. Dit verdrag, dat een oostenvijksch diplomaat un coup de pistolet tire a bout portant aux oreilles de Fautriche" noemde, verwekte een groot opzien en vond zelfs in Sardinië zulk een tegenstand, dat het slechts met eene meerderheid van 31 stemmen in de kamer der gedeputeerden werd aange nomen. Men vroeg, waardoor Rusland de regering beleedigd had, dat zij aan het land zoo groote offers oplegde. Doch di Cavour bedoelde niet Rusland te vernederen, maar het gevoel van eigenwaarde bij het sardinische leger te versterken, door het nevens de engelsche en de fransche legers te doen strij den. De enge verbinding met de westersche mogendheden bragt de vertegenwoordigers van den kleinen, energieken staat in den raad der groote mogendheden, en schonk hun de gelegenheid daar de zaak van Italië ter sprake te brengen. Men spotte met de ijdelheid van het kleine Piemont, maar Cavour begreep dat hij zijne groote plannen slechts lang zamerhand kon uitvoeren. Up het congres van Parijs gaf hij als de eerste gcvolmagtigde van Sardinië aan de engelsche en fransche gezanten den 27 maart eene nota over den toestand van Italië over, waarin hij de versterking van Piacenza en de voortdurende bezetting der legatien door Oostenrijk als een inbreuk op de weener verdragen aangreep, en administratieve scheiding der legatien, secularisering en hervorming in den kerkelijken staat aanbeval. Naar aanleiding van dit memo randum, lichtte graaf Walewski in de beroemde zitting van S april de italiaansche kwestie toe. Door het hardnek kig verzet van Oostenrijk werd geen bepaald besluit genomen, maar di Cavour mogt na zijne terugkomst in de kamer zeggen, dat het reeds een winst is wanneer door de eerste staatslieden van Europa de noodzakelijkheid wordt erkend, de vele misbruiken die Italië drukken weg te ruimen. Het parlement bragt hem een votum van dank en betuigde zijn vertrouwen dat dc regering des konings in de nationale politiek, die ze op het congres vtfu Parijs had voorgestaan, zou volharden." Uit alle deelen van Italië stroomden dankbetui gingen en eerbewij zingen den staatsman toe, die de nationale zaak met open vizier verdedigde. Nog eene andere vrucht had zijn verblijf in Parijs gedragen; hij had de vroeger aangeknoopte kennismaking met Napoleon voortgezet en versterkt. Door de afwezigheid der keizerin, die nog niet uit het kraambed was hersteld, dineerde di Cavour zeer dikwijls met den keizer alleen, en ontwikkelde hem op lange wandelingen in de tuinen van het paleis zijne denkbeelden over eené gemeenschappelijke bevrijding van Italië. Zijne groote talenten deden hem de opregte bewonde ring en genegenheid van den keizer winnen, die ineer en meer gezind wenl om de stoute plannen van den sardinischen minister te steunen, naar mate de oostersche aangelegenheden de spanning tusschen Oostenrijk en Frankrijk vermeerderden. In deze laatste kwestien werd Cavour, daar Sardinië als lid van het congres regt tot medespreken had. een nuttig hond- genoot; doch tevens kreeg hij gelegenheid om Rusland, dat met Frankrijk den zelfden weg ging, op zijne zijde te halen. Vorst Gortschakoff had niets tegen eene goede verstandhou ding met een staat, die de natuurlijke tegenstander van Oos tenrijk was, dat hij, om zijne ellendige houding in den oos- tersciien krijg, diep haatte. Di Cavour, het groote gewigt van Ruslarras neutraliteit in den aanstaanden worstelstrijd inziende, verklaarde zich in den zomer van 1858 bereid de sardinische haven van Villafranca aan Rusland af te staan* Doch de zomer bragt hem veel nader tot de uitvoering zijner plannen. De aanslag van Orsini op het leven van Napoleon maakte op dezen een diepen indruk hij zag de dolken der zamengezworeneu op zich gerigt en kende als oud kameraad hunne onverzoenlijke vermetelheid tegoed, om niet te vreezen. Van deze stemming maakte di Cavour gebruik en overreedde bij eene zaraenkomst te Plombières den keizer, dat er iets beslissends voor Italië moest geschieden. Het huwelijk van prins Napoleon met Clotilde werd gelijktijdig met den oorlog tegen Oostenrijk besloten. Het geheime protokol bepaalde dat Oostenrijk uit geheel Italië zou verdreven worden, en dat Sardinië voor de aanwinst van het Lombardysch-Venetiaansch koningrijk, Savoyen en Nice aan Frankrijk zou afstaan. In de grootste stilte werd alles voorbereidzonder eenig vertoon reisde de chef van het kabinet van di Cavour, Nigra, tusschen Turin en Parijs heen en wederin Compiegne zocht Napoleon Palmerston en Clarendon voor zijne politiek te winnen en Derby te doen vallen. Met zoo veel voorzigtigheid en beleid werden deze voorbereidende maatregelen genomen, dat de oostenrijksclie gezant, baron Hubner, ondanks zijne duur betaalde geheime agenten, niets merkte, en op nieuwjaarsdag door de bekende woorden des keizers als door een bliksemslag getroffen werd. Het drama ontwikkelde zich spoedig geheel. Oostenrijk wachtte het nakende gevaar met onbuigzamen trots af, doch zonder zelf eene aanleiding tot de oorlogsverkla ring te geven. Een oogenblik werd Napoleon aan di Cavours plannen weerspannig en scheen een vredebreuk te willen ver mijden. Cavour ijlde naar Parijs en drong hem voort te gaan: door het oostenvijksch ultimatum brak den krijg uit. De vrede van Villafranca, die volkomen streed tegen zijne afspraken met den keizer, deed hem verpletterd zijn ontslag nemen. Gedurende maanden was hij krank en slechts lang zamerhand herstelde hij op zijn landgoed Neri. Doch een zoo krachtige geest geeft niet zoo spoedig zijne voornemens op: en zoodra hij weder eenige kans tot slagen waarnam, trad hij weder op het staatstooneel. Nadat de brochure, „De paus en het congres", verschenen was, begreep hij aanstonds de nieuwe rigting, die de fransche politiek nam. Hij zag in dat het noodzakelijk was Savoye en Nice op te offeren, ofschoon Venetie nog niet veroverd was, om de aanhechting van midden Italië tot een fait accompli te maken en het verbond met Frankrijk te bevestigen. Hij wilde nog de Marken en Umbrie er bij voegen en dan het aangewonnene zamen verbinden en versterken. Garibaldis stouten togt tegen Sicilië streed met zijne plannen, doch hij duldde het, omdat zulk een aanslag, zelfs indien hij mislukte, de napelsche regering moest ver zwakken. Toen echter de generaal in eigen dienst, na zijn doel op zoo schitterende wijze bereikt te hebben, in Napels een werktuig in de handen der mazzinisten dreigde te worden, zag Ca- vours scherpe blik dadelijk in, dat de anarchie in Zuid-Italie het groote werk der vereeniging zou verhinderen. Door de bezetting van den kerkelijken staat%|jyÉlte hii zich meester van den toestand, en liet de belegérmP&in GaëtaJ'waartoe de vrijwilligers niet geschikt waren, aan de genietroepen van Cialdini over. Trots alle protesten hield hij vol, en op de zede- prekende dépêche van den heer van Schleinitz antwoordde hij Pruissen zou hem eené danken voor het voorbeeld, dat Sardinië gegeven heeft. Even standvastig en even koelbloedig verzette hij zich tegen den aandrang omVenetie te veroveren. Hij wist zijne krachten juist te berekenen; hij wist, dat dc staat van zaken in Europa thans ongunstig is voor zulk een aanval en liet het aan de verblindheid vair het hof van Wee- nen zelve over om het werk van Oostenrijks ontbinding voort te zetten. In de laatste maanden was het zijne taak de roraeinsche kwestie ten einde te brengen, en aan Italië zijne hoofdstad te geven. We mogen vertrouwen, dat de vereenigde sluwheid van di Cavour en Napoleon wel de overhand zou behouden hebben op de geslepenheid van Autonelli. Graaf di Cavour was niet de afgod des volks, gelijk Garibaldi, maar Italië erkende in hem den voortreftelijken leidsman, die alleen wat geschied was, mogelijk had gemaakt. Om populariteit is het hem niet te doen geweest; ofschoon hij ter regter tijd revolu tionair wist te zijn, was hij in zijn hart een trotsehe aristocraat. Hij vervolgde zijne idee van Italies eenheid met die koude hartstogt, die de moeder van alle groote daden is. Koen tot vermetelheid toe, wist hij zijne krachten juist te berekenen; hij maakte van de gelegenheid gebruik om zijne plannen te bevorderen, doch hij wist ook als het noodig was te wachten. Aan een ineengedrongen athletischeu ligchaamsbouw voegde hij die leeuwen kracht, die Macchiavelli voor zijn vorst wenschte. Zijne onvermoeibare arbeidzaamheid deed hem naauwelijks vier uur rust nemenwat hij deed, deed hij geheel en toch heeft hij tijd voor alles gehad. Gedurende denslag van Alagenta onderhandelde hij met de grootste kalmte over on verschillige diplomatische formaliteit. Eigenlijk redenaar was di Cavour niet, zijn orgaan was te scherp en te onaangenaam, de oratorische verheffing miste hij. maar niemand wist een zaak helderder uiteen te zetten, beter te repliceren en scher per te bespotten dan hij. Wanneer men hem zag, dan maakte hij den indruk van een welgesteld burger, maar nog vóór dat hij een woord gesproken had, merkte men aan zijn ironisch lagchen den volmaakten man van de wereld, gelijk ook zijne conversatie aanstonds bewees. Di Cavour was zonder twijfel eerzuchtig, doch minder om zich zeiven, dan ter wille van de ide'en, die hij voorstond. Niemand kan hein ten minste bewij zen, dat hij om persoonlijke redenen ooit gewankeld heeft. Lang vóórdat hij het publieke leven intrad stond hij de zelfde idéen voor. Eerzucht voor zoo groote doeleinden is niet te berispen en, al kan men niet alle middelen loven die hij heeft aangewend, di Cavour zal wel altijd als een der grootste staatslieden dezer eeuw worden erkend. SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 6