m dement om de wet op de openbare veiligheid op te heffen, is verworpen. De siamesche ambassade, die den 30 mei door den fran- sehen consul-generaal aan den onderkoning van Egypte was voorgesteld, is zondag te Toulon aangekomen, waar de prin sen die er deel van uitmaken in plegtige receptie met de aan hunnen rang verschuldigde eerbewijzen zijn verwelkomd. Er zullen te hunner cere wapenschouwingen gehouden worden. De artillerie van het bezettingsleger in Syrië is men reeds begonnen te Toulon te ontschepen. Ea patrie deelt een brief van Mirès mede, houdende duidelijker uiteenzetting van sommige punten der akte van beschuldiging, wat namelijk de hem ten laste gelegde feiten betreft. Hij geeft op waarin de opligting en het misbruik van vertrouwen zouden bestaan, en eindigt zijn schrijven met deze woorden: „En nogthans worden onder zulke voorwendsels zoo veel ongelukken over mij gebragt. Ik verlies den moed niet en wacht met ongeduld den dag af, waarop het mij zal vergund zijn mij te verdedigen, om de geheele waarheid aan het licht te doen komen." Kalle. Blijkens de jongste berigten uit Turyn, is men aldaar in den kring der bewindslieden over het algemeen zeer tevreden over de wijze waarop het nationale feest den 2 dezer in de napelsche gewesten is gevierd. Volgens die berigten heeft de beyolking daarbij zoo veel deelneming en belangstelling betoond, dat de aanhangers der omvergeworpen regering niet raadzaam hebben geacht ergens eene poging te doen om de feestelijkheden te storen of wanordelijkheden aan te rigten. Verder wordt gemeld dat bij na overal in de napelsche gewesten de geestelijken van minderen rang. in strijd met de voorschrif ten van de kerkelijke overheid, aan het feest deelgenomen en daaraan door kerkelijke plegtigheden een godsdienstig karakter bijgezet hebben, in de hoofdstad Napels heeft mgr. Caputo, een prelaat die als opperkapellaan van hetsardinische leger minder ondergeschikt aan liet roomsche hof is, ter viering van het feest ecne plegtige mis gevierd. De belangrijkste feestelijkheid te Napels was de plegtige inwijding van het stationsgebouw voor den aan te leggen spoorweg tusschen de middellandsche en de adriatische zee. De Gazeta van Turyn deelt mede dat het ministerie aldus is zamengestelilRieasoli. minister-presidenten minister van buiteniandsche zaken; Mioghetti, binnenlandsche zaken; Bastagi, financien; Scialoga, koophandel; Delia Rovire, oorlog; Menabrea, marine; Miglietta, justitie; de Sanctis, onderwijs. De kamer van afgevaardigden heeft besloten een marmeren buste van di Cavour in de vergaderzaal te doen plaatsen. Portugal. Te Lissabon bestond reeds sedert geruimen tijd ontevre denheid tegen de regering, en het schijnt, dat de laatste kabi netsverandering daaraan geen einde heeft gemaakt. Onder de grieven die de bevolking voorop stelde, behoorde ook de lijdzaamheid der regering tegenover de fransche zusters van liefdadigheid, welke voor een groot deel het onderwijs der jeugdige meisjes in handen hadden. Nu had de bevolking eene vergadering in de open lucht belegd, om tegen die lijd zaamheid te protesterenmaar de regering heeft eene procla matie uitgevaardigd, waarin elke vergadering in de open lucht verboden wordt. Doch, zoo als gezegd is, de bevolking heeft nog meerdere grieven, hetgeen ook blijkt uit een gerucht, naar luid waarvan oproerige adressen onder liet leger ver spreid zijn. kjauüelstimgten. ^raammarktcn. Amsterdam 12 junij. Tarwe en gerst, flaauw. Raapolie op zes weken f 40. Lijnolie op zes weken f 32 J Prijy.cn van effecten. Amsterdam 12 junij. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2^ pet. dito Nationale dito 3 dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij 4! Oblig. 1798/1816 5 Certific. Hope co4 •dito dito 1855, Ode serie. 5 dito6 Aand. spoorweg Leening 18004* Scbatkistobligatien4 Obligatien '1? dito binnenlandsch3 Certific. coupons bewijzen Crediet instelling Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5 dito amsterdamsche5 dito nationale 5 dito '1S47/1852 2* Bank actiën 3 Certificaten bij Rothschild 2J Obligatien 3 dito nieuwe3 dito Venezuela, dito2! Illinois. dito7 Mexico. dito3 Londen, 11 junij ten 12 ure. Consols 90. Weenen, 11 junij. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. Parijs, 11 junij. (slotpr.) 4! pct.compt. 3pct. Rusland. Polen. Spanje. Belgie. Portugal Grenada. 631 75* 98| 1341 1021 95* 199* 89.1 77Ï 42H 481- 5J 46! 53! 462 46;! 151 68,—. 67.65 f 11,82*; Engelsche Russen f 11,821; Franschef 55,75; Belgische f56,Pruissische f 34,871; Spaansche piasters f Spaansche coupons per fr. f Hamb. Russen f33,Russische in zilveren roebels f 33,25; Poolsche in fl. f27,25; Nationale metalliek fDollars f 3cctijöingm. Volgens telegram is dingsdag morgen van Northshields naar zee gezeild liet barkschip Minerva, gezagv. J. Botesz. Sedert 10 dezer zijn ter reede van Vlissingen gepasseerd, bestemd voor Antwerpen: Hilda, gez. Vildt, Gothenberg; Quinlto, gez. Weylie, Wreath, gez. Richardson, beiden van Falmouth Anne Cathrine. gez. P. Henning,Branch, gez. Cooper, Engeland Neptunus, gez. Ludvigsen, Oostzee. Voor Brussel bestemd: Madryn, gez. Parry. Hamburg; Alert, gez. Key, Engeland; Ann en Janegez. Holmes, Londen. Voor Dendermonde bestemd Emanuel, gez. Damraa, Hamburg. ittcngeltnocn. Prij7.cn van coupons cn losbare obligatien. Amsterdam 10 junij. Metalliek f 21,05; Napelsche fDiverse engelsche in Dc Marseillaise. Eene niet onbelangrijke ontdekking houdt thans de muzie- kale wereld in Duitschland en elders bezig. Zij betreft de algemeen bekende „Marseillaise." Eerst willen wij met wei nige woorden hare geschiedenis herinneren, gelijk men die tot nog toe meende te kennen, alvorens wij overgaan tot betreen daaromtrent nu bekend is geworden. In april 1792, in het hart van den franschen revolutietijd, zou eene kolonne vrijwilligers van Straatsburg uittrekken. Den vorigen avond gaf de maire der stad. Dietrich, een groo- ten maaltijd en spoorde bij die gelegenheid Rouget de Lisle, officier der genie bij het garnizoen en bekend als dilettant op het gebied van dichtkunst en muziek, tot de vaderlandslie vende poging aan om een krijgszang voor de vrijwilligers te vervaardigen. De officier gaf zijn woord, zette zich bij zijne thuiskomst dadelijk aan den arbeid, en voltooide nog in den zelfden nacht het gedicht en de muziek die hij er zelfbij com poneerde. Dietrich liet de compositie den volgenden morgen eerst door zijne dochter op de piano en vervolgens met groot orchest op de markt uitvoeren, waar zij dadelijk den al^e- meenen bijval verwierf. Deze „Chant de guerre de l'arme'e du Rhin," zoo als Rouget ziju arbeid betiteld had, werd met geestdrift bij het fransche noorderleger ontvangen cn had daar reeds algeraeene populariteit verworven, terwijl hij te Parijs nog onbekend was. Eindelijk werd hij injulij 1792derwaarts overgebragt door de vrijwilligers uit Marseillehij verwekte te Parijs even onstuimige opgetogenheid als elders, en daar men den oorsprong niet kende, bestempelde men dezen krijgs zang met den naam van „Marseillaise," onder welken titel men kan zeggen dat hij de reis om de wereld gedaan had. Later werd het bekend, dat hij het werk was van Rouget de Lisle, die desniettemin gedurende het schrikbewind gevaar liep voor zijn leven. Gedurende het eerste keizerrijk en de restauratie stond de Marseillaise te boek voor een oproerlied doch na de julij-omwenteling mogt men haar weder vrijelijk zingen, en er werd toen aan Rouget de Lisle een pensioen van 6UUU francs toegekend, waarvoor hij echter bedankte. Ilij overleed in 1836. Reeds tijdens zijn leven hadden er herhaaldelijk geruchten geloopen, dat hij, zoo al de dichter der woorden, niet de com ponist der muziek van de Marseillaise was. Meermalen was de verwondering te kennen gegeven, dat een officier, die slechts een dilettant was, binnen weinige uren een gedicht van vele coupletten had kunnen vervaardigen, hetgeen, in een dichter lijk opzigt, van den meest volmaakten aard is. en hoe hij er dan nog de bezielende en wegslepende muziek bij had kunnen componeren, zonder welke het lied, hoe vurig ook, bezwaar lijk zijn wereldroem zou verworven hebben. Daarom koes terden de kenners altijd het vermoeden, dat Rouget eene muziekale reminiscentie op de woorden van het gedicht had toegepast. Doch geen criticus kon er achter komen, waar dan de oorspronkelijke muziek schuilde. Men vindt sporen van 1793 tot 1798, dat toen het gerucht in omloop was dat de muziek van het fransche volkslied eene duitsche melodie was. Dat gerucht stierf weg, maar het leefde weêr op in 1830, toen de „Parisienne" gezongen werd op eene onbetwistbaar duit sche melodie, die in 1814 en JS15 bij het engelsch-duitsche legioen en de hannoversche troepen populair was geweest. Bouchey en Roux begonnen nu in hunne „Histoire parle mentaire de la revolution" te vermelden, dat de Marseillaise oorspronkelijk door een duitscher voor Birons leger was gecomponeerd. Rouget de Lisle had echter in de „Cinquante chants francais," welke hij in 1825 te Parijs uitgaf, uitdruk kelijk gezegd„Ik vervaardigde de melodie en de woorden der Marseillaise in het laatst van april 1792 te Straatsburg, in den nacht die ojj de oorlogsverklaring volgde." Castil Blaze deelde vervolgens in 1852 in de „France musicale" mede, dat in 1782 opliet liefhebberij-tooneel ten huize van madame de Montesson, bij gelegenheid van haar geheim huwelijk met den hertog van Orleans, voor de eerste maal een duitsche zang met koren werd uitgevoerd, welke degenen, die er bij geweest waren, tien jaar later herkenden als de melodie die voor Rou ge ts compositie doorging. Cartel Blaze had zijne inlichting ontvangen van Deslauriers, uitgever van Glucks operas en Imbault, den orchestmeester, die er beiden ten huize van ma dame de Montesson bij waren geweest, hoewel de laatste, later muziek-uitgever geworden, zijne overtuiging verloo chende of de ingenomenheid van het publiek wilde vleijen, want hij gaf zelf de Marseillaise uit, met Rouge ts naam op den titel. Eene iuwendige getuigenis tegen Rouget is dat het karakter der muziek op verscheidene plaatsen niet in overeen stemming is met de woorden. Zeer kort geleden is dit historische raadsel op de onver wachtste wijze opgelost door den heer J. B. Ilamma,gewezen i organist bij de stadskerk te Meersburg, in het groothertogdom I Baden, de voormalige residentie der vorst-bisschoppen van Constantz. Wij zullen hem zeiven laten spreken met de woor den, die hij in de Leipziger „Gartenlaube" berigt: „De melodie der Marseillaise is niet van Rouget de Lisle, maar van een eenvoudigen duitscher, den keurvorstelijk- paltzischen hofkapelmeester Holtzmann, van wien Mozart in zijne brieven uit Mannheim aan zijn vader zoo veel loffelijks schrijft, en van wien gedurende Mozarts verblijf te Parijs eene geestelijke cantate werd uitgevoerd. „Het manuscript, waarin ik mijne ontdekking deed, draagt het jaartal 1770. Gedurende mijne vestiging te Meersburg doorzocht ik altijd vlijtig de vrij uitgebreide muziekale bibli otheekdie onder mijn toezigt stondhet meest boeiden mij altijd de doorliet klooster Salem aan den prins van Dalbergen door dezen weder aan de stadskerk geschonken manuscripten, meerendeels missen, vespers enz. van italiaansche en duitsche meesters. Onder deze vond ik zes missen met den titel„VI Missae breves, stylo elegantiori ad modernum genium elabo- ratae; comp. de Holtzmann." Ik liep daar hoog mede wegens den schoonen zang, de vloeijende melodien, de zuivere toon zetting en de ligte instrumentering. Ik lie)) ze daarom naauw- keurig door en stond natuurlijk niet weinig verbaasd, in no. IV (ex G) de complete melodie der Marseillaise in het Credo weder te vinden. Men ziet dadelijk dat hier gcene sprake kan zijn van eene reminiscentie, van eene toevallige overeenkomst die onopzettelijk had kunnen plaats vindener is bijna noot voor noot zulk eene gelijkheid van melodie, harmonie, maat en toonaard, dat Rouget de mis van Holtzmann voor zich gehad en afgeschreven moet hebben, toen hij zijn gedicht op muziek zette. De zaak laat zich echter wel verklaren waar schijnlijk had hij als dilettant veel in kerken of kloosters medegezongen, waardoor hem Holtzmanns missen bekend zijn geworden, die aan den Rijn, in den Elzas, in de bisdom men Spiers en Straatsburg zeer verbreid waren, zij het ook slechts in afschrift. „De oorspronkelijke missen liggen voor de belangstellen den ter bezigtiging en vergelijking in de muziekale biblio theek der kerk te Meersburg." Tiïiiu'rtcntim. Getrouwd Jhr. Mb. J. P.'BODDAERT en Jonk vrouwe E. C. Baronesse VAN HEECKEREN VAN BRANDSENBURG. Middelburg, den S Junij 1861. Getrouwd Middelburg den 11 Junij 1861. J. B. WALLAGH van 's IIage G. J. IIENDllIX. Getrouwd Middelburg den 12 Junij JS61. C. DOCKHEER en M. C. WILL. a a ft. af 151 cj a? g. Uit een Vonnis, door de Arronilissements Regtbank te Middelburg, den lOden April 1861 bij verstek gewezen, op expeditie geregistreerd en behoorlijk beteekendblijkt dat het Huwelijk, op den 2den December 1846 te Vlis- singen voltrokken tusschen LEUNIS WILLEM KARRE- MAN. Kleedermaker wonende te Vlissingenen JOHAN NA CHRISTINA BOK, Dienstbode mede te Vlissingen woonplaats hebbende, door Echtscheiding ontbonden is, met al de gevolgen ten dien aanzien bij de wet bepaald. Voor uittreksel deugdelijk verklaard door mij ondergeteekendeProcureur; die (Ten deze wordt in deze voorde Eischeres is werkzaam, kosteloos geprocedeerd.) P. REKKER. BEKENDMAKING. De ARRONDISSEMENTS REGTBANK te Middelburg, Provincie Zeeland, maakt bij deze bekend dat de Kamer, welke, overeenkomstig artt. .17 en IS der wet op de Reg- terlijke Organisatie, en art. 11 tot en met art. 15 van bet Reglement No. 1, vastgesteld bij Koninklijk besluit van den 11 September 1S38 (Staatsblad no. 36)gedurende de Vacantie, aanvangende den eersten Jul ij en eindigende den laatsten Augustus, belast zal zijn met de afdoening van Bur gerlijke en Handelszaken en van Strafzakenhare gewone teregtzittingen zal houden tweemalen per week, te weten; Vrijdag 5 Jul ij, Zatuvdag 0 Julij, Maandag 8 Dingsdag 9 Vrijdag 19 Zatuvdag 20 Maandag 22 Dingsdag 23 voorts Vrijdag 2 Augustus, Zatuvdag 3 Augustus, Maandag 5 Dingsdag 6 Vrijdag 16 Zatuvdag 17 Maandag 19 Dingsdag 20 Vrijdag 30 Zatuvdag 31 telkens aan te vangen des voormiddags ten tien ure; met bepaling, dat op Vrijdag en Maandag behandeld zullen worden de Strafzaken, en op Zatuvdag en Dingsdag de Burgerlijke en Handelszaken. Zullende de eerste gewone regtsdag voor Burgerlijke en Handelszaken na de Vacantie zijn op Woensdag den. .4^ September dezes jaars. Middelburg, den 27 Mei 2861. In kennisse van mij Griffier, LANTSHEERGr.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 3