MIDDELBURGSCHE COURANT. 71. Donderdag 1861. 13 Jdnij. ömiu'nbmttscljc tijdingen. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. jjBinnendeze gemeenteen Ylissingen geschiedt de uitgave den avond te voren te» 8 «re. e abonnementsprijs per drie maanden is f 3franco per post ƒ3,40. |E e inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: BE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels ƒ1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zcgelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters wordeu berekend naar de plaats die zij innemen. Editie van woensdag avond 8 ure. Bij dit nommer behoort een bijvoegsel, be- 1 vattende 1. Vervolg der acte van bescbuldigingtegen A. Polderman. 2. Mengelingen (Graaf di Cavour). Middelburg IS junij. Wij vernemen dat het plan bestond den telegraaf-kabel tusscnen Yersekendam en Gorishoek, waarvan wij onlangs melding maakten, lieden te leggen. Van den uitslag dei- poging hebben wij echter nog geen berigt. Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier isontvan- gen en ligt voor belangstellenden ter inzageeen exemplaar yan liet werk getiteld „Statistical abstract." betredende den handel en de scheepvaart van Groot-Brittanje en Ierland van 1S461860, en een gedrukt overzigt van de in-, uit- en door gevoerde waren in Zwitserland, gedurende het jaar i860. Bij de herstemming voor een lid van den gemeenteraad zijn gisteren teVlissingen ingeleverd 220 stembriefjes. Daar van zijn uitgebragt op de lieeren J. G. Hector 123 en J. B. de Groof 95 stemmen, terwijl 1 biljet in blanco en 1 van onwaarde was, zoo dat eerstgenoemde verkozen is. Uit Vlissingen meldt men ons dat aldaar velerlei toebe reidselen gemaakt worden om liet reeds vroeger door ons aan gekondigde feest der handboogschutterij Willem III op den 27 dezer luisterrijk te doen zijn. Tot herdenking hoe die schutterij vóór tien jaren werd vereerd met een vaandel van Z. M. den koning, is er een concours uitgeschreven, waaraan zullen deel nemen de handboogscliutterijen Zelandia en Eens gezindheid te Middelburg, Jacoba van Beijeren te Goes, Non Semper te Tliolen en Door oefening leert men, te IJzendijke. Voorts hebben zich tot medewerking bereid verklaard de muziekgezelschappen Apollo van Middelburg, Jacoba van Beijeren van Goes, Apollo van Neuzen en de fanfaren-muziek gezelschappen van IJzendijke, Concordia van Axel, en Eens gezindheid van Vlissingen. Vroeger deelden wij mede dat. behalve het koninklijk geschenk, ook de gemeente eene bijdrage toestond voor (lit feest. De vice-admiraal A. J. de Smit van den Broecke zal met julij e. k.als directeur en kommandant der marine te Vlis singen, worden vervangen door den schoutbij nacht H.Wipff, tot wiens adjudant niet liet zelfde tijdstip is aangewezen de luitenant ter zee le klasse N. M. J. Kroef. Uit Doesborgh meldt men ons liet volgende Een landbouwer te Hengelo (in Gelderland) vond onlangs bij het werken met de spade een pot met ongeveer drie honderd zilveren munten. Een deel daarvan stond hij zijnen knecht als medevinder af. Deze verkocht zijn aandeel in den buit voor oud zilver te Zutphen. Baas Men tink, wat olijker, disponeerde niet zoo spoedig. Ilij natn raad van den meester, die hem eene annonce van den vondst bezorgde in een Does- borghsch weekblaadje. Daar dit blaadje zijn kleinen cirkel om Doesborgli heen nog niet schijnt te overschrijden, althans geen dagblad nog het feit heeft vermeld, zend ik u betnieuws ter verdere verspreiding. Te eerder doe ik dit, omdat onder de vondelingen werkelijk eenige zeer merkwaardige gedenk stukken schijnen te zijn. 't Is niet mijne scherpzinnigheid, die zoo iets zou kunnen ontdekken. In het vak van munten ben ik erger dan leek. Maar een ingewijde, de lieer J. E. II. Hooft van lddekinge, die de gevondene schatten gezien en ten deele aangekocht heeft, stelde mij met heusche welwillendheid in staat, u daarover eenige bijzonderheden mede te deelcu, vol doende om de numismatici onder uwe lezers op de hoogte te helpen. Onder de gevondene munten zijn een groot aantal grooten van Willem van Gulik (13791398) als hertog van Gelre en graaf van Zutphen, te Arnhem geslagen. Daaronder eenigen van verschillenden stempel. Slechts één halve groot van den zelfde. Verder eenige boddragers van graaf Willem V (13451389) voor Holland en Zeeland, alsmede eenige leeuwengrooten en één groot met den helm van den zelfde. Van Utrechts bisschoppelijke munten vond de beer I. er twee bijeen groot van Jolian van Arkel (1342—1364) en een oude Deventer groot van Floris van Weveliclioven (1379—1393). Van vlaamsche munten zijn er onder een aanzienlijk getal leeuwengrooten van Lodewijk i Nevers (1322—1346) en wel van twee verschillende stempels. Voorts twee munten van Philips den Stoute (13841404) van eenigzins verschil lenden stempel. Op de voorzijde bevindt zich een adelaar, rustende op twee wapens, regts dat van Bourgondie, links dat vanVlaanderen, metditopschrift: PhiLiPP DEI: GRA DVX I BVRG i Z i COM i ELAND. De keerzij de bevat een eenvoudig kruis met twee omschriften; het binnenste: Moneta de Flandria het buitenste-{- sit nomen domini benedictum. Voorts een groot en een vierde groot (Roosbreker 0 van Johanna (13551404), voorBraband en Vlaanderen geslagen. Dan zeer vele toursche grooten door Philips VI (13271350) vanValois geslagen, en een drie- of viertal den heer I. vroeger niet bekende muntjes. Ze hebben de grootte van een vijfje: op de voorzijde van een zit Christus op een versierden zetelnaast het hoofd staan de letters A en Jl; op de keerzijde staan twee personen; die aan de regterzijde heefteen nimbus om het hoofd; terzijde leestmenS. STILFA; die aan den linkerkant heeft een vaan, waarin een kruis, in de hand en tusschen zijn hoofd en de vaan staan de letters REX onder elkander. Ter zijde staatROS1VS. Een tweede der kleine stukjes, even als het eerste thans in bezit van den heer I., komt in type met het vorige overeen, doch heeft eene verschillende keerzijde, doordien hier naast de persoon links STËFAN staat. Het randschrift regts is onleesbaar. Sapienti sat. A propos van munten laat zich veel fanta- zeren, mits men adept zij. Als nederig verslaggever, en dat nog bij de gratie mijns wijzeren, leg ik hier de pen neder. 1) Den Duyts, Notice 1839, p. ltf. De toestand der veldgewassen in de eilanden Schouwen en Duiveland wordt over het algemeen zeer gunstig genoemd vooral wat tarwe, rogge en koolzaad betreft. De peul vruchten zijn mede vrij goed, doch van kleine boonen is wei nig te verwachten. De driejarige meede en de jonge plant geven een vrij gunstig vooruitzigt, doch de tweejarige staat niet goed. De weilanden geven hoop op veel hooi, en bij gevolg vleit men zich ook dat het vee zeer baatgevend zal zijn. De Nieuwe rotterdarasche courant bevat eene de'pêche met tijdingen uit Batavia tot 2 mei. Daarbij wordtgeenerleistaat kundig nieuws medegedeeld. Z. M. beeft voor den tijd van een jaar voor eene som van 100,000 francs geëngageerd het gunstig bekende fransche tooneelgezelschap, onder directie van den heer Monrose. thans met succes nog werkzaam in het the'atre du Pavc te Brussel. Men verneemt dat een zeer doeltreffend ingerigt tooneefmet al de daartoe benoodigde (lecoratien enz. in het paleis des konings zal worden in orde gebragt, ten einde bij groote soirees en partijen hare voorstellingen ten hove te geven. Men verwacht op het Loo de komst van Z. M. den koning op donderdag 13 dezer, tegen den avond, nadat Z. M. het familie-diner bij H. M. de koningin-moeder te Soestdijk zal hebben bijgewoond; H. M. de koningin wordt zaturdag 15 dezer uit Stuttgart en HIT. KK. HIT. de prins van Oranje, prins en prinses Hendrik en prins Fredevik zondag 16 dezer op het Loo verwacht. De minister van binnenlandsche zaken en de commissie der staatsspoorwegen hebben zich, volgens het Dagblad van Zuid- holland en 's Gravenhage, maamlag uit de residentie begeven, tot het doen van eene inspectie over den stand van zaken der hier te lande aan te leggen spoorwegen. De te 's Gravenhage gevestigde commissie tot inzameling van giften voor de watersnoodlijdenden op Java, onder de leiding van Z. D. IT. Bernhard, hertog van Saxen-Weimar, heeft op nieuw aan de heeren jhr. rar. H. C. van der Wijck en N. Trakraneu, te Batavia, overgemaakt f 5885 zoo dat thans reeds is overgemaakt de aanzienlijke som van f 59,000, ten behoeve van hen die verliezen hebben geleden, welke niet uit de staatskas kunnen worden vergoed. Regtszakcn. Wij vernemen dat de administratie der directe belastingen zich in cassatie zal voorzien tegen het in ons vorig nommer medegedeeld arrest van het provinciaal geregtshof in Zeeland, waarbij commissarissen van het muziekgezelschap Uit kunst liefde alhier zijn vrijgesproken van bet hun te laste gelegde verzuim van aangifte voor het regt van patent. Onlangs hebben wij vermeld dat de behandeling van de bekende zaak van A. Polderman, voor het provinciaal geregtshof van Zeeland,opdonderdag 27 dezer zal aanvangen. Thans zijn wij in de gelegenheid de acte van beschuldiging in haar geheel mede te deelen. De procureur-generaal geeft daarbij te kennen Dat bij arrest van het prov. geregtshof. in raadkamer verga derd, van 23 april 1861, in staat van beschuldiging gesteld en naar de openbare teregtzitting van den hove verwezen wordt Adriaan Polderman,, oud 50 jaren, geboren en wonende te Sint Laurens, zonder beroep, nu beschuldigde in hechtenis in het huis van verzekering te Middelburg. En verklaart de procureur-generaal, dat uit de instructie dezes gedings de volgende daadzaken en omstandigheden zijn voortvToeijende Dat de beschuldigde op den 19 junij 1847 is weduwenaar geworden van Pieternella deVodse, welke na een kortstondig lijden in negen en twintig jarigen ouderdom overleed dat hij reeds op den 19 april van het volgende jaar hertrouwde met de toen drie en twintigjarige Maatje Kodde dat op den zeventienden dier maand het huwelijkscontract werd gesloten, houdende uitsluiting der gemeenschap; dat dit huwelijk gedurende slechts enkele jaren gelukkig kon genoemd wor den, althans de nu overledene Maatje Kodde heeft zich wel eens uitgelaten in dien zin; dat de beschuldigde allengskens er toe is overgegaan oin aan zijne wettige vrouw inzage te geven van zijne zaken dat hij meermalen zich overgaf aan *het overmatig gebruik van sterken drank, en dan steeds plaagziek jegens zijne vrouw was; dat hij dan ook wel met een flesch of kruik sterken drank buiten weten zijner vrouw uit de stad kwam en dan achter langs op de erve zijner hoeve kwam, en dan in het kreupelhout of in de schuur die flesch of kruik verborg; dat echter zijne vrouw hem heeft getoond daarmede bekend te zijn, door zoo als zi j verhaalde een glaasje bij de flesch te plaatsen, zonder evenwel daar over te spreken dat die hebbelijkheid om zich niet te matigen in het gebruik van sterken diank opgemerkt is door vreemden; dat zelfs het betwijfeld wordt of hij niet in november 1859 door dron kenschap buiten staat was om door de wijd opeustaaude deur van het raadhuis te Sint Laurens in dit gebouw te treden, en of hij niet in december van dat jaar in zoodauigen staat in den gemeenteraad verschenen isdat dit een en ander niet ter be schuldiging wordt aangevoerd maar als bewijsvoering dat de klagten zijner vrouw deswege niet verzonnen zijn dat de oneenigheden in het huisgezin allengskens meer en meer zijn toegenomen; dat reeds in 1858 mishandelingen gezegd wer den te zijn gepleegd door den beschuldigde op zijne vrouw Maatje Kodde; dat de beschuldigde I\el er op toelegde zijne vrouw het leven te verbitteren dat daarvan blijkt, hoe hij, toen zij in het voorjaar van 1S59 ziek was, haar verpligt heeft een meisje 't welk tot oppassing bij haar dienst deed, weg te zenden, hoe hij in de eerste helft van 1S59 haar beangstigd maakte, door het plaatsen of gereedleggen van eenige mes sen op de tafel in de woonkamer, en in die van 1S60, in de bed stede op het opkamertje waarin hij destijds sliep, en op hare vraag waartoe die messen moesten dienen, haar te ken nen gaf, dat zij dat wel zou ondervinden dat beschuldigde omstreeks Paschen van 1859 of 1S60, vermoedelijk dit laatste jaar, toen zijne vrouw niet meer op het opkamertje bij hetn sliep,eenslags bij nacht voor haar bed is gekomen en toen zijn arm op have keel heeft gelegd, met het blijkbaar doel oin haar te wurgen; dat daaruit toen eene worsteling is ontstaan, waar bij de vrouw gelegenheid bekwam om hare hand te brengen bij de knoopen van zijn borstrok, waardoor hij ten laatsten is genoodzaakt van haar af te houden en weg is gegaan dat dit niet de eerste grove mishandeling was waaraan hij zich schul dig maakte; dat hij toch reeds op 10 augustus 1S59 op den middag omstreeks half twee uren, om een onbeduidend feit twist zocht tegen zijne vrouw en deze in dier voege slagen op het hoofd toebvagt, dat bare gouden krullen verbogen waren, en zij geheel ontdaan is gevlugt naar den schoolmeester de Ruyter en diens vrouw te Sint Laurens, welke haar den regter schouder gezwollen en blijkbaar mishandeld vondendat de Ruyter den beschuldigde daar over heeft onderhouden, die het feit niet ontkende maar die voorgaf dat de vrouw de schuld was van het vallen van een paard in de sloot, en die haar een verboden omgang meteen bepaald persoon ten las te legde. (Wordt vervolgd in het bijvoegsel.) Benoemingen cn besluiten. marine. Op zijn daartoe gedaan verzoek, met den laatsten dezer eervol uit de zeedienst ontslagen, Zr. Ms. adjudant in buitengewone dienst, de vice-admiraal A. J. de Smit van den Broecke, directeur en kommandant der marine te Vlissingen, onder dankbetuiging voor zijne vele, belangrijke en goede

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1