K. N. Meppen, te 's Hage, secretaris; J. IT. Mich el sen, te
Haarlem, tweede secretarismr. J. H. Molkenboer, te Amster
dam, penningmeester; prof. F. J. Domela Nieuwenhuis, te
Amsterdam, praeadviseurL. C. Lentz, te Arasterdam; J. A.
Kramer, te's HageJ. C. Manssen, te GroningenC. Rieken,
te ZaandamC. Westhoff, te Nijmegen; mr. IT. C. Hedeman
HGzn., te Amsterdam; C. P. Sander, te RotterdamJ. A.
Schmidt, te Vlissingen J. Backer, te Oosterbeek; dr. J. II.
Kroon, te Zutpbenmr. F. F. Karseboom, te's Hageen C. L.
Kenrenaer, te's Hage.
Marine esi leger.
Wij vernemen dat het in 1S5S op 's rijks werf te Vlissingen
op stapel gezette fregat met stoom vermogen Adolf, hertog van
Nassau op den 13 junij e. k., zijnde den verjaardag van
Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden, luitenant-admiraal,
opperbevelhebber der vloot, zal worden te water gelaten.
Thcrmomctersiand.
22 mei. Ts av. 11 u. 52 gr.
23 's morg. 7 u. 50 'smidd. 1 u. 70 gr. 's av. 11 u. 60 gr.
24 's morg. 7 u. 56 'smidd. 1 u. 60 gr.
Staten generaal.
EERSTE KAMER.
Zitting van woensdag 22 mei.
Bij deze hervatting der werkzaamheden gaf de voorzitter
kennis van het inkomen van vele besluiten, missiven van mi
nisters met regeringsbescheiden, boekwerken, enz. bijna alles
reeds bekend, als vroeger ook bij de tweede kamer ingeko
men. Van de tweede kamer waren de aldaar in den loop van
dit jaar aangenomen wetsontwerpen ontvangen.
De heer Tonckens, door zijne herbenoeming tot kanton-
regter opgehouden hebbende lid der eerste kamer te zijn,
doch door de staten van Drenthe als zoodanig weder verko
zen zijnde, had zijne geloofsbrieven ingezonden, waarover in
eene volgende zitting verslag zal worden uitgebragt.
De voorzitter deelde mede dat de prins de Ligne, president
van den belgischen senaat, eene som van f 3000 francs, ten
behoeve van de ongelukkigen door den watersnood, had ge
zonden als gezamenlijke inschrijving der leden van dien se
naat. vergezeld van een prachtig gebonden album met de
liandteekeningen van de leden. Daar de eerste kamer op dat
oogenblik niet bijeen was, had de voorzitter dien brief intus-
schen beantwoord, waarmede hij hoopte aan de bedoelingen
der kamer voldaan te hebben. (Beide brieven zijn reeds een
geruimen tijd geleden door alle dagbladen medegedeeld).
De heer Schimnelpenninck van der Oj/e achtte het doelmatig,
dat er eene stem uit de kamer opging tot ondersteuning van
de woorden in de gewisselde brieven gebezigd. Dertig jaar
geleden bail hij de wapenen tegen België opgevat; maar die
T wonden zijn nu geheeld, en België en Nederland hebben
Ibeiden behoefte aan overeenstemming, daar zij afzonderlijk
zwak, doch gezamenlijk sterk zijn. Hij moest dus zijne goed
keuring over de gebezigde woorden te kennen geven.
De dag der beraadslaging over de regterlijke organisatie
zal nader bepaald worden.
Zitting van vrijdag 21 mei.
De heer Tonckens is als lid der kamer toegelaten enbeè'edigd.
Verscheidene wetsontwerpen van ondergeschikt belang zijn
tegen morgen aan de orde gesteld, terwijl de beraadslagingen
over de wet op de regterlijke organisatie op aanstaanden maan
dag zijn bepaald.
Gemeenteraad va» Middelburg.
Zitting van 22 mei.
Voorzitter de heer Bijlevekl van Serooskerke.
Afwezig de heeren van Diggelen, SifHe', Caland en van
Visvliet.
De notulen der vorige zitting worden na gedane voorlezing
goedgekeurd, en daarop voor kennisgeving aangenomen
a. de mededeeling des voorzitters dat de heeren Sifflé door
ambtsbezigheden, van Diggelen door ongesteldheid, Caland
en van Visvliet door afwezigheid, verhinderd zijn deze verga
dering bijjte wonen.
b. twee missiven van gedeputeerde staten dezer provincie,
houdende: 1. berigt van goedkeuring der drie jongste raadsbe
sluiten tot af- en overschrijving van posten op de gemeente-
begrooting. en 2. idem dat berust wordt in het raadsbesluit
betrekkelijk het te verleenen buitengewoon subsidie aan het
bestuur der godshuizen, en dus ook goedgekeurd wordt de
voorgedragene af- en overschrij ving op de gemeentebegrooting
tot bestrijding dier uitgaaf. Aan al deze stukken is door bur
gemeester en wethouders reeds hetnoodige gevolg gegeven.
Van het zelfde collegie wordt nog overgelegd eene missive,
waarbij gedeputeerde staten verklaren hunne bezwaren nog
niet te zien opgehelderd met betrekking tot de administratie
der godshuizen en het burgerlijk armbestuur. De voorzitter
deelt mede dat zulks betrekking heeft tot het beheer der ar-
menweezen door het bestuur der godshuizen, welk onderwerp
reeds sedert lang tot correspondentie met burgemeester en
wethouders heeft aanleiding gegeven.
Burgemeester en wethouders leggen thans over de geheele
correspondentie, van beide zijden over dit onderwerp gevoerd,
en overeenkomstig hun voorstel wordt besloten deze ter in
zage voor de leden neder te leggen, om daaromtrent bij de op
making der gemeentebegrooting voor 1862 te beslissen en
inmiddels dit onderwerp aan te houden.
Nog zijn van gedeputeerde staten dezer provincie ingeko
men berigt van goedkeuringJ. van het raadsbesluit tot
onderbandsche aanbesteding der levering van straatkeijen,
waaraan dus ook door burgemeester en wethouders is gevolg
gegeven, en 2. van vijf andere tot uitgifte van gemeentegrond
in erfpacht aan de heeren de Broekert, Ditmars en Willemse,
B. A. Fokker, de Cloedt en Papegaay. De voorzitter doet
echter opmerken dat eene naauwkeurige verificatie met de
kadastrale plans heeft doen zien dat er eene misstelling heeft
plaats gehad met betrekking tot den omvang der bij de drie
eerstgenoemde besluiten aangegevene grootte van de ter
reinen-, namelijk van den heer de Broekert is niet 767 maar
696, van de heeren Ditmars en Willemse, niet 714 maar 660,
en van den heer B. A. Fokker 449 in plaats van 329 vierkante
el, weshalve ook de cijns in verband daarmede respectievelijk
wordt bepaald op f 69,60, f 13,20 en f 8,98.
De dienovereenkomstig gewijzigde besluiten zullen thans
op nieuw aan de goedkeuring van gedeputeerde staten wor
den onderworpen.
Geschiedt voorlezing van een adres van S. M. Jeekeling,
dochter van den onlangs overleden custos van het provoost
huis op den Dam, die eenige tegemoetkoming verzoekt in
haren toestand, op grond dat baar vader gedurende 35 jaren
als zoodanig in dienst der gemeente was.
De beslissing hierop wordt, op voorstel van den heer Lam-
brechtsen, aangehouden tot de volgende zitting.
De voorzitter deelt mede dat bij deinformatiendecommodo
et incommodo, gehouden betrekkelijk het verzoek van de
heeren van de Kamer comp., tot daavstelling eener stoom-
houtzagerij in de Spekrookerijlaagte, door den bloemist J. Re-
geur wiens erve daaraan grenst, het bezwaar geopperd is dat
hij van deze een uitweg heeft, welke publieke straat is en die hij
voor zich onmisbaar acht. Burgemeester en wethouders moe
ten de gegrondheid daarvan toegeven, en stellen dus voor, in
overleg met de aanvragers van het terrein, en terwijl gedepu
teerde staten zijn verzocht hunne beschikking aan te honden,
eene breedte van 2,25 el publieke straat vrij te laten, waar
door het af te stane terrein grooi wordt 101-3 vierk. el, tegen
een cijns van f 52.
De raad vereenigt zich eenparig daarmede, onder nadere
goedkeuring van gedeputeerde staten.
Wordt gelezen eene missive van het burgerlijk armbestuur
alhier, waarbij, ten vervolge op de vroeger te dezer zake ge
voerde briefwisseling, een dubbeltal wordt voorgedragen, ter
voorziening in de vacature van gemeente-geneesheer, ten ge
volge van het vertrek van den heer S. Sr. Coronel Mz., hetwelk
bestaat uit de heeren H. L. Braam en II. de Brieder, med.
doctoren te Rossum en Utrecht.
Dadelijk tot eene benoeming overgaande, wordt de heer
dr. II. L. Braam bij eerste stemming met 12 van de 13 stem
men verkozen. De verdere ten uitvoer legging van dit besluit
is aan burgemeester en wethouders opgedragen.
Overeenkomstig een door den voorzitter uitgebragt rapport
namens de commissie voor de financiën, wordt de door haar
onderzochte rekening van de plaatselijke commissie van ge
neeskundig toevoorzigt over 1860, goedgekeurd in ontvang
op f 123,60, uitgaaf f 118.43, en alzoo sluitende met een batig
saldo van f 5,17-
Eene door burgemeester en wethouders ontworpene in
structie voor den gemeente-archivaris zal voor de leden ter
inzage gelegd worden.
De openbare zitting wordt daarop gesloten.
HET ZESDE ZEEÜWSCH MUZIEKFEEST
le Middelburg, op 6 cn 7 junij 1861.
Als aanvangs-akkoovd van deze feest-pvaeludium is bet
zeker niet ongepast u, geachte redacteur, te danken voor de
eer der uitnoodiging, om over het aanstaande muziekfeest
eenige beschouwingen te leveren. Ilet is toch zeker in ons land
tot nu toe eene zeldzaamheid dat de redactie vati een dagblad
(ik bid u, strijk deze phrase niet) zich de opoffering getroost,
om uitsluitend voor de kritiek van een muziekfeest een kun
stenaar van verre tot zich te roepen. Ik verzeker u dan ook.
dat deze regt kunstwaardige handelwijze voor een groot deel
mij heeft doen besluiten de taak die gij mij opdraagt te aan
vaarden, en dus een reizend kritikus te worden. (Heb ik in
Middelburg ook patent noodig?)
Feest-recensent! ik zie het al in verbeelding, hoe sommigen
hem den fotel van feestspion zullen geven. Velen toch in de
kunst zien op zoo'n man neder als op een dienaar van policie,
die. het is waar, volstrekt niet dankt als alles in den haak is,
doch bij het minste vergrijp tegen 's lands of stads wetten den
schuldige in den kraag pakt om hem te doen straffen.
Is het waar, ikit vele recensenten als dienaren van policie
handelen, even zoo zeker is het dat anderen, ter wille van den
smeer even als de kat de kandeleer likken, of om goede maats
met een ieder te blijven, steeds met honig bij de hand zijn.
Ik vlei mij echter, dat de weinige naam dien ik als kunste
naar bezit voldoende zal zijn, om te veronderstellen dat ik
noch als dienaar van policie of feestspion, noch als valsche
vleijer te Middelburg zal verwacht worden, maar dat men mij
op bet woord zal gelooven,wanneer ik betuig, dat èn de nieuws
gierigheid om onze provincie Zeeland van naderbij te leeren
kennen, èn vooral om den muziekalen toestand daar gade te
slaan, mij bovenal dringen eene roeping te volgen, waarvan
ik al hetgewigt ten volle besef.
Als ik mij dus voorstel het middelburgsche muziekfeest te
bespreken, met al de onpartijdigheid waartoe ik mij in staat
reken en die men van een veraf komende wel het zekerste
verwachten mag, op eenen toon dien ik hoop in harmonie te
brengen met de feestelijke stemming van het oogenblik, met
de humaniteit die ik in iedere kritiek hoogelijk waardeer, dan
mag ik zeker op eenige sympathie bij de uitvoerenden rekenen,
en verwachten dat het den muziekalen zeeuwen niét onver
schillig zal zijn eene vreemde stem te vernemen over hun
streven in eene kunst, die ook mijne levensvreugd uitmaakt
en tot wier niet onwaardige priesters te behooren ik mijn ge
heele leven gestreefd heb.
Ik zal eerstens een blik slaan op den oorsprong der zeeuw-
sche muziekfeesten, op hare programmen en op dat van het
aanstaande feest, vervolgeus de uit te voeren muziekwerken
kortelijk bespreken, en dan, zoo als ik hoop, in Middelburgs
veste verslag doen van het gehoorde.
I
DE VEREENIGING VOOR ZEEUWSCHE MUZIEKFEESTEN.
De impulsie, door de o prig ting der Maatschappij tot bevor
dering der toonkunst,vóór ongeveer dertig jaren in ons vader
land aan de beoefening der toonkunst gegeven, bleef ook op
de meer afgelegen zeeuwsche eilanden niet zonder weerklank.
Ilet oprigten van verschillende afdeelingen dier maatschappij
en het aanzoek der middelburgsche afdeeling bij het hoofdbe
stuur in 1843 om subsidie voor te houden zeeuwsche muziek
feesten, doen reeds tot een krachtig zich ontwikkelend muzie
kaal leven besluiten.
Was het wenschelijk, dat bij de geographisehe ligging dezer
provincie, en het daardoor minder gemakkelijk verkeer met
de andere afdeelingen, vereeniging der muziekale krachten
ook in Zeeland van tijd tot tijd plaats vond, daar bet toch
onbetwistbaar is, dat niets beter in staat is degelijken zin en
goeden smaak voor de kunst bij het algemeen op te wekken,
dan de uitvoering der groote klassische werken zoo wel van
vroegeren als lateren tijdzoo mag bier als ter loops worden
aangevoerd dat de afdeeling Middelburg ter algemeene ver
gadering haar voorstel tot subsidie weer introk en dat sinds
dien tijd haar bestaan schijnt opgehouden te hebben, ofschoon
haar overlijden nimmer door eene legale akte is gebleken.
De afdeelingen Goes en Zierikzee bleven daarentegen der
oude banier steeds getrouw.
Ilet plan echter om op grootere schaal dan in liet bereik der
afzonderlijke zeeuwsche steden viel, de kennis en hoogschat
ting der toonkunst door het houden van muziekfeesten te
bevorderen, kwam in zoo verre tot rijpheid, dat er in 1847 te
Middelburg en in 1851 te Goes uitvoeringen op grootere
schaal werden tot stand gebragt.
Het bezwaar dat zich echter spoedig deed gevoelen, of de
inkomsten wel telkens toereikend zouden zijn om de uitgaven
te dekken, had de oprigting ten gevolge der Vereeniging voor
zeeuwsche muziekfeesten. In het op de algemeene vergade
ring van 26 j ui ij 1S52 vastgestelde reglement werd hoofdza
kelijk bepaald, dat er zoomogelijk alle twee of drie jaren
groote muziek-uitvoeringen zouden worden tot stand gebragt.
De leden zijn of donateurs, die f 5,of gewone leden die
f 2,50 's jaars contribueren.
Aan het hoofd der vereeniging staat een hoofdbestuur,
gekozen uit de steden, die minstens 20 leden tellen. Het voor
stel tot het houden van een muziekfeest wordt door het hoofd
bestuur aan de leden gedaan, zoodra het bedrag der contribu
tion toereikend isom de daaraan verbondene kosten te
bestrijden. De vergadering bepaalt de daarvoor beschikbare
som en benoemt uit de leden der voor liet muziekfeest aange
wezen stad een comité', aan hetwelk de geheele verdere zorg
voor het feest wordt overgelaten.
De leden hebben voor zich zeiven vrijen toegang en ont
vangen bovendiende donateurs tweemalen, en de gewone
leden eenmaal zoo veel dameskaarten, als zij na het laatst
gehouden muziekfeest jaren hebben gecontribueerd. Voor
niet leden zijn toegangkaavten te verkrijgen a. f 5,Vreem-
delingen, buiten de provincie woonachtig, ontvangen daar
bij eene dameskaart. Afzonderlijke dameskaarten worden
tegen f 2,50 afgestaan.
Tot zooverre het huishoudelijke dezer inrigting.
Uit de tijdsopvolging der door de nu geconstitueerde ver
eeniging gegevene feesten, in 1S53 te Middelburg, in 1857
te Goes" in 1858 te Zierikzee plaats gehad, zou men tot eene
groote afwisseling in het getal leden moeten besluiten, daar
er tussclien deze twee laatste feesten slechts e'e'n jaar cn nu
weer drie jaren hebben moeten verloopeu. Of het in het
vorige jaar in Arnhem gehoudene hieraan vreemd is, kan ik
niet beslissen.
Uit de mij voorliggende programnlen blijkt ten duidelijkste
dat de vereeniging steeds goed hare roeping heeft begrepen
en door het opvoeren van degelijke werken heeft getoond van
een ernstig streven bezield tc zijn. Zoo werden achtereenvol
gens de oratoriums: das Weltgericht van Schneider, Paul us
van Mendelssohn, die Jahreszeiten, van Ilaydn, de Messias
en Samson, beiden van Handel, als hoofdwerken opgevoerd.
Ook de in Nederland wonende componisten werden niet
vergeten, daar behalve de prijs-simfonie van Verhulst, ook
ouverturen van Ceulen, Lubeck en Eisner op de feestpro-
gi;ammen worden aangetroffen. L.von Beethoven en Mendels
sohn komen dikwijls voor, terwijl van Schumann alleen het
Adventlied en van Berlioz La fuite en Egypte werden uitge
voerd.
Bij de opnoeming van zulke zaken en personen kan men
niet dan hoogachting gevoelen voor eene vereeniging die alle
hare krachten heeft aangewend om die werken op de beste
wijze uitte voeren. Zeer opmerkelijk is de toeneming der koor
krachten. Telde het zingende personeel bij het eerste feest te
Middelburg in 1847 slechts 87 personen zoowel heeren als
dames, iri 1858 klom dit getal te Zierikzee tot omstreeks 150.
Hoewel het voor velen niets nieuws zal bevattenmeende
ik toch het voorafgaande mijnen lezers niet te mogen onthou
den. Een ieder toch, die in den muziekalen toestand van de
provincie Zeeland belang stelt, zal het gaan zoo als mij, zal
vragen naar de geschiedenis eener vereeniging die reeds zoo
veel gedaan heeft om eene kunst te doen waarderen, die niet
alleen door den hervormer Luther naast de theologie werd
geplaatst, maar die teu allen tijde eene edele bron van le
vensgenot is geweest, en die, zoo als onze dichter Ileye zich
eens uitdrukte, de reinste bloesem des levens, de krachtigste
vleugelslag ten hemel isrich ar d iiol.
©uitcnlanöscljc tijiringeir.
Amerika.
Blijkens de laatste berigten schijnen de noordelijke staten
der unie meer dan ooit besloten te zijn om de zuidelijke sta
ten die zich hebben afgescheiden, met kracht van wapenen te
dwingen, weder tot de unie toe te treden en hare constitutie
te eerbiedigen. Men beraamt daartoe eene zeer strenge blok
kade van de kusten der zuidelijke confederatie en de bezet
ting van Virginie. President Lincoln neemt ijverig alle mo
gelijke maatregelen om die plannen ten uitvoer te brengen,
en dit schijnt den overmoed der zuidelijke staten wel reeds
een weinig te fnuiken.