MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 58. Dingsdag 14 Mei. 1861. 6innrnlanÖ5cl)c tijdingen. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren te* 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3, franco per post ƒ3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. De commissaris des koiiings in de provincie Zeeland maakt bekend, dat het kanaal van Neuzen, ter uitvoering van noodzakelijke werken, gedeeltelijk zal worden afgetapt van 2125 dezer en van 38 junij daaraanvolgende. Daardoor zal de binnenvaart echter niet worden gestremd. Middelburg, den 10 mei 18GI De commissaris des konings voornoemd, Bij afwezendheid, 13 E C I U S, lid van gedeputeerde staten. De burgemeester en wethouders van Vlissingen doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van den 22 april 1S61, is vastgesteld het volgende BESLUIT tot aanvulling van de verordening van alge- meene plaatselijke policie in de gemeenteVlissingen. De gemeenteraad van Vlissingen Gezien de verordening van algemeene plaatselijke policie in de gemeente, vastgesteld den 21 julij 1856; Besluit: Aan die verordening onder het Ge hoofdstuk „Toezigt op bedrijven en neringen" toe te voegen bet volgende Art. Vila. liet is verboden melk te vervoeren en ter ver koop aan te bieden in ongedekte emmers of kannen, en onge dekt vaatwerk. Zullende de overtreding van dit artikel worden gestraft met eene geldboete van drie gulden. Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Vlissingen, den 22 april 1S61. De burgemeester, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P. FORBES WELS. Zijnde deze verordening aan de gedeputeerde staten van Zee- 85 land, volgens hun berigt van den 3 mei 1861, no.- B no. 3263 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 10 mei 1861. De burgemeester en wethouders van Vlissingen, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P FORBES WELS. llllddclburg 13 mei. Wij ontvingen heden avond het wetsontwerp betrekkelijk de dading tusschen den staat en de maatschappij tot indijking der op- en aanwassen der Ooster-Schelde. 't Was te laat om het nog in onze courant op te nemenwij voegen daarom een uittreksel er van los hierbij. Men zie overigens het vermelde onder „staten generaal" zitting van heden. Voor het provinciaal geregtshof in Zeeland alhier is heden behandeld het liooger beroep, ingesteld door de administratie der directe belastingen tegen een vonnis, op den 28 decem ber 1S60 gewezen door de arrondissements regtbank te Zie- rikzee, en waarbij heeren commissarissen van het muziek gezelschap Uit kunstliefde alhier zijn ontslagen van alle regtsvervolgiug, ter zake van beweerde verzuimde aangifte voor het regt van patent, met betrekking tot de wekelijksche oefeningen van dat gezelschap, waarbij ook de honoraire leden toegang hebben. Herhaaldelijkzoo bij gelegenheid van de behandeling dezer zaak in eersten aanleg als van de daaromtrent in de tweede kamer der staten-gencraal tot den minister van finan cien gerigte interpellatie, hebben wij van deze kwestie uitvoe rig melding gemaakt. Als gevolmagtigde van de beklaagden, thans geïntimeerden, trad ook nu op de heer mr. W. C. Borsius, advocaat alhier, die de bij zeven processen-verbaal geconstateerde feiten erkende, en op eene nadere vraag van den raadsheer Snouck Ilurgronje verklaarde dat wèl telkens voor de jaarlijks gege ven wordende concerten met introductie van dames, doch geenszins voor de wekelijksche oefeningen aangifte wovdt ge daan voor het regt van patent. Door den heer mr. Ph. van denBroecke,rijksadvocaat, werd na het voorlezen van eenige stukken, bij aanvang tot den gemagtigde der geïntimeerden welke hij bij voorkeur in persoon zou hebben zien verschijnen de vraag gerigt of niet op de bekende wekelijksche bijeenkomsten gedurende het eerste deel van den avond de eigenlijke oefeningen, en gedurende de laatste uren opvoering van muziekstukken, tot genoegen der dan verschijnende hoorende leden, plaats heeft? De gemagtigde verklaarde op de ten deze bedoelde avon den niet persoonlijk te zijn tegenwoordig geweest, doch zich overtuigd te houden dat toen, even als steeds gebruikelijk is, de geheele avond aan oefeningen zal zijn gewijd. De rijks advocaat herinnerde datter eerste instantie door de verdediging was voorop gezet de onbevoegdheid van den strafregter om van deze zaakkennis te nemen, met subsidiaire conclusie tot schorsing der zaak volgens art. 6 van het wet boek van strafvordering. De regtbank verklaarde zich echter bevoegd om niet alleen ten opzigte van de strafzaak, maar ook over de patentpligtigheid in een onderzoek te treden, doch ontsloeg, in weerwil daarvan, de beklaagden van alle regts vervolgiug. omdat gedeputeerde staten dezer provincie reeds hadden uitgemaakt dat zij niet patentpligtig zijn. Spreker ziet hierin een onbegrijpelijken strijd met zich zelve, en merkt ten overvloede op dat de beslissing van gedeputeerde staten alleen betrekking had op een vroeger dienstjaar dan waar van ten deze sprake is. Artt. 17 en 19 der wet van 21 mei 1819 schrijven nadruk kelijk voor dat ieder verpligt is aangifte voor het regt van patent te doen bij de uitoefening van eenig beroep, hetwelk niet uitdrukkehjk bij de zelfde wet is vrijgesteld. De regter moet dus aan die wet alleen toetsen of door de geintimeerden eenig bedrijf is uitgeoefend hetwelk belastbaar is, en in de plaats daarvan legt de regter in eersten aanleg zich neder bij eene beslissing, door gedeputeerde staten over een vorig dienstjaar genomen. Spreker haalt onderscheidene arresten aan, ten betooge dat de grondslag van het beroepen vonnis onhoudbaar is. Ten opzigte der zaak zelf meent hij dat het maken van mu ziek in de concertzaal, waarbij hoorende leden toegang heb ben, voldoende is om tabel XV 2 der patentwet toepasselijk te doen zijn. ll:j -fj-y nbekend heid dat het.<ï£rstg^Teel van den avond meer uitsluitend aan oefening en het tweede aan uitvoeringen gewijd wordt; maar ook zonder dat zou de patentpligtigheid,naar het oordeel der administratie, vast staan. Hij concludeert alzoo dat het von nis der regtbank te Zierikzee van den 28 december 1S60 moge worden te niet gedaan en de geïntimeerden alsnogsdoor dit hof zullen worden schuldig verklaard aan overtreding dei- wet en veroordeeling van de beklaagden ieder in zeven geld boeten van f 25 tot f 400 en de kosten. De gemagtigde van commissarissen ving aan met zijn leed wezen te betuigen dat deze zaak andermaal in behandeling komt; niet om de vele onaangenaamheden en last voor de geïntimeerden, maar bovenal omdat de administratie der be lastingen door deze volhardende vervolging de hand slaat aan eene beslissing en het gezag tracht te ondermijnen van de eenig bevoegde administratieve magt, namelijk gedeputeerde staten. De kwestie is dan ook thans eigenlijk geworden een geschil tusschen twee autoriteiten. Pleiter herinnert dat de eerste regter de door hem voorge stelde exceptie van onbevoegdheid heeft verworpen, doch de geïntimeerden ten principale op gronden die eigenlijk voor de onbevoegdheid getuigen, naar zijne meening ont sloeg van alle regtsvervolging. Hij zal zich thans bepalen bij het betoog dat de regterlijke magt niet is bevoegd van deze zaak kennis te nemen, en ten anderen, dat, al ware zij zulks, er hier geene sprake kan zijn van wetsovertreding. Hij gaat hierop na hoe het collegie sedert 33 jaren ongestoord op de zelfde wijze heeft bestaan, toen in februarij 1S59 de eerste be keuring plaats greep. Destijds transigeerde men, maar hij protesteert er nadrukkelijk tegen dat men hieruit zou willen afleiden eenige schulderkentenisin tegendeel werd dit ge daan opdat men ambtshalve zeu worden aangeslagen en een beroep op gedeputeerde staten kunnen doen. Een en ander volgde, en gedeputeerde staten vevklaavden dat het muziek gezelschap te dezer zake niet patentpligtig was. Met het oog op de straks tot hem gerigte vraag, moet hij nog opmerken dat bij de wekelijksche bijeenkomsten des winters de geheele avond aan oefeningen is gewijd, doch in het eerste deel worden geheel nieuwe stukken beproefd en later nommers waarmede men iets meer vertrouwd is, zoo dat de hoorende of liever honoraire leden bij voorkeur iets later komen. Als resultaten dier wekelijksche oefeningen worden des winters eenige concerten voor de leden enz. gegeven, en daarvoor wordt telken reize aangifte voor het patent gedaan. De op 6 januarij 1S60 genoraene beslissing van gedepu teerde staten werd niet vóór 15 maart aan geïntimeerden me degedeeld, hetgeen daardoor wordt opgehelderd dat de admi nistratie inmiddels eene vergeefsche poging aanwendde om de vernietiging dezer beslissing van den koning te vragen, terwijl men voortging met het doen opmaken van proces ver baal. Op een tot den minister vau financiën door commissa rissen gerigt verzoek om de regterlijke vervolging te staken, is afwijzend beschikt, onder te kennen geving dat de admini stratie zich niet gebonden v.cht (loör de uifepraak van gedepu teerde staten. En, zonderlinge tegenstrijdigheid, gelijktijdig wordt te Amsterdam eene zaak behandeld tegen den heer J.E. Stumpff over muziekuitvoeringen in Frascati, waarbij gedeputeerde staten van Noord-Holland de patentpligtigheid hadden uit gesproken, terwijl de betrokkene nalatig bleef in zijne aan gifte, en bij die gelegenheid voerde de administratie aan dat in geen onderzoek omtrent de patentpligtigheid meer moest getreden worden „omdat zulks reeds door gedeputeerde sta ten was beslist." Ten betooge dat gedeputeerde staten de eenig bevoegde autoriteit in deze zijn, wijst de gemagtigde verder op het be kende geschrift over dit onderwerp van den heer mr. G. A. Fokker en de conclusie, door jhr. mr. C. J. van Nispen tot Fannerden genomen in zake de vordering van jhr. mr. J. van Reigersberg Versluys, tegen de gemeente Middelburg. Door laatstgemelden is mede betoogd dat het oordeel van den reg ter nadrukkelijk is uitgesloten, voor wat betreft belasting schuldigheid. Belangrijke conflicten tusschen twee autori teiten zouden hieruit trouwens geboren worden. Ook spreker zietintusschen in het beroepen vonnis incon sequentie. Terwijl daarbij aangenomen wordt dat gedepu teerde staten alleen bevoegd zijn, wordt iets later betoogd dat de regter toch zelfstandig van deze zaak kan kennisnemen. Terwijl hij ten slotte opmerkt dat het niets ter zake doet of de beslissing van gedeputeerde staten al betrekking heeft op een vorig dienstjaar, bij den geheel onveranderden toestand, con cludeert hij dat het hof het vonnis van den eersten regter moge vernietigen en de regtbank onbevoegd verklaren om van deze zaak kennis te nemen, of subsidiair tot bevestiging van dat vonnis. Bijj;e- ph dupliek kw?meruzoo weU-a «A& Öe gemagtigde nader op de door hun voorgestane meening terug, waarna de conclusie van het openbaar ministerie werd be paald op heden over veertien dagen. Bij het ter perse leggen dezer editie ontvangen wij, via Mar seille, het Bataviaasch handelsblad van 2 april. We zien er met genoegen uit dat de uitwerkingen der overstroomingen minder algemeen en minder onherstelbaar zijn, dan men zich in den beginne bad voorgesteld„Trouwens zegt genoemd blad er is geen land ter wereld waar doorgestaan leed zoo spoedig vergeten wordt als op Java. De ingezetenen der ge teisterde landstreken zijn naar hunne woonsteden terugge keerd, of bezig op de oude plaats nieuwe woonsteden te bouwen. De velden die overstroomd waren zijn grootendeels op nieuw beplant, en de „verpestende modder" van eene maand geleden is nu de „vruchtbare laag slik" geworden die een rijken oogst belooft en vergoeding van geleden schade. Aan hen die in het water of onder neerstortende aardmassas hun dood vonden, denken weinigen meer. De zending van den heer van der Wijck heeft veel bijge dragen om den zedelijken moed der bevolking, ook waar zij het meest geleden heeft, te doen herleven. De bijzondere lief dadigheid houdt niet op giften te verzamelen tot leniging van den nood; de kunst in al hare vormen wordt aan dit doel dienstbaar gemaakt. Als „liet penningsken der weduwe" ver dient de bijdrage der soldaten bijzondere melding, bijna allen ofterden elke versnapering voor eenige dagen op aan het ge not van weldadig te zijn. Voor bepaald gebrek is nergens te vreezen. De noodigste levensmiddelen zijn weinig duurder dan gewoonlijk in dezen tijd van het jaar. en de stand van het rijstgewas is bijna overal gunstig. Zóó zal Java metGodshulp de gevolgen dezer overstrooming weldra te boven gekomen zijn. Van de buiteu-bezittingen zijn geen belangrijke berigten ontvangen. Alles is er in statu quorust en zeeroovers, goed gezinde bevolking en eenige vermetele schelmen. Ook van Banjerraassing blijft het als vroegerde bevolking komt tot onderwerping, behalve waar zij weder in opstand geraakt. Dit kan lang voortduren." De staat van zaken in Japan schijnt geenszins rustig en geregeld te kunnen genoemd worden. De mail uit Nederland van 9 februarij was den 2-f maart te Batavia aangekomen. De voordragt van de arrondissements regtbank te Deventer voor de vacante regtersplaats bevat, volgens de Amsterdam- sclie courant, de volgende namen mr. H. van Logchem, reg- ter-plaatsvervanger bij de arrondissements regtbank aldaar en wethouder der gemeentemr. G. Dumbar, regter-plaats- vervanger bij de arrondissements regtbank aldaar en burge meester der gemeente, en mr. W. G. de Knokke van derMeu- len. officier van justitie bij de arrondissements regtbank te Goes.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1