Wij laten, even als ten vorige jare, de opschriften volgen
der in 1860 voor zoo veel de grafelijke tij den betreft gecatalogi
seerde registers
Register no. 21. opschrift: differenten tusschen Middel-
burgh en de steden Vlissinge, Vere en Arnemuijden; reg.
no. 22differenten en bijsonderheden de steden in Walcheren
en Arnemuijden concernerende; reg. no. 23: differenten tus
schen Middelburgh, Arnemuijde en anderen; reg. no. 24:
differenten tusschen Middelburgh en Arnemuij: reg. no. 25:
procedueren en sententiën de stad concernerendereg. no. 26:
administratie van justitie en poincten van jurisdictie; reg.
no. 27 en 28: instructien en ordonnantiën op diverse impos
ten; reg. no. 29 wordt sedert jaren vermist, althans op den
inventaris van 1845 wordt daarvan geene melding gemaakt,
liet vroeger vervaardigd alphabetisch register verwijst naar
22 in dit register voorkomende stukken, allen tegen en uit het
gewigtig tijdsgewricht der laatste helft van de 16e eeuw reg.
no. 30: ordonnantie voor de vleeschhouwers, 1430. iseene
van de oudste en tevens eene van de belangrijkste verzame
lingen van bescheiden uit den grafelijken tijd. Het hierboven
vermelde opschrift omschrijft slechts het eerste daarin ver
vatte stuk en slaat volstrekt niet op den verderen inhoud,
welks rijkdom, vooral met betrekking tot het gildewezen, den
buitenlandschen alhier gevestigden handel, het administratief
en policieregt, den maatschappelijken toestand van die dagen,
men eerst bij eene nadere inzage leert kennenreg. no. 31
schutterslïoff de crtiijsboge van St. Joris, alleen betrekkelijk
de bij keizerlijk octrooi van 28 april 1547 vergunde aan te
leggen loterijreg. no. 32: Tcheijs en noordmonst: ambacht,
1569. kohieren, houdende beschrijving en taxatie van alle
roerende en onroerende goederen in die parochiën; reg.
no. 33 tot en met no. 36 registers van processen of proce-
duren, 155768,15831603; reg. no. 37, zonder opschrift;
liet is mede eene van die merkwaardige verzamelingen, zoo
als men ze welligt op geen ander archief aantreft, zeker
niet zóó oud en zóó volledig, namelijkhet poorterboek dei-
stad. behelzende de namen der ingekomen poorters, veelal
met vermelding van hun bedrijf, ambacht of beroep; het
bevat de doorloopende inschrijving van al degenen, die van
1360 tot het jaar 1472 poorters der stad geworden zijn
voorts eenige ontpoorteringen, enz.; reg.no. 38, opschrift:
register van poortersleveringh over Walcheren, 1567reg.
no. 39register der onvrije personen reg. no. 40: designatie
der vrije landen in Walcherenreg. no. 41: vergaerboeck der
stadsambachtenreg. no. 42rekening van de straatweg van
Vlissinghe, 1540; reg. no.43: rekening van den bailliu, van
boeten en breuken, 14SSreg. no. 44,zonder opschrift; het is
liet genoegzaam bekende en in druk uitgegeven proces-verbaal
van de introductie des eerwaardigen heere Nikolaas de Castro,
als eersten bisschop van Middelburg, op 25 November 1561
reg. no. 45: aenstellingh der niagistrature, 14911599; reg.
no. 46 tot en met 48registers der schepenen van Middelburg,
16001703; reg. no. 49: bijsonderheden zoo voor als na de
troubles van den jaare 1581zeer gemengde inhoud, eu groo-
tendeels zonder betrekking ojj de bij het opschrift bedoelde
troubles; reg. no. 50: consent en ommeslagingh van belas-
tingli der Xe penningh, 1543.
Het getal op de burgerlijke begraafplaats, sedert hare oprig-
ting in 1S30, ter aarde bestelde lijken bedraagt 14.458in
I860 kwamen er 391 bij. De weg naar en op de begraafplaats
wordt verbeterd.
liet totaal bedrag der ontv. over 1859 beliep f 261.936,51
uitgaven f 249.664;34£, zoo dat er een goed slot was van
fl 2,272,16è.
Voor zoo ver die bij het opmaken van dit verslagbekend
waren, bedragen de ontvangsten over I860 f 262,037,151, de
uitgaven f 223,516,141. Het dienstjaar zal vermoedelijk een
goed slot van f 12,000. opleveren.
De opbrengst der belastingen op voorwerpen van verbruik
was fl 0.879,211 boven de raming, waartegen echter f1231,301
meer teruggaaf geschiedde.
Het gemaal bragfc f 10,654,42, (1e dranken f 424,89 en het
geslagtf 492.2S meer dan geraamd was op.
De hoofdelijke omslag bragt in 1859 zuiver op f24,179,981.
Het voorloopig vastgestelde kohier voor 1S60 bedroeg
f25,066,IS en het le suppletoire f 174,87. Het vraagstuk der
restitutien voor tijdelijk verblijf buiten de gemeente, en de
eindbeslissing der procedure met jhr. rar. J. van Reigersberg
Versluys, waarbij de stad is veroordeeld, is reeds herhaaldelijk
door ons gemeld.
De gemeente-gebouwen verkeeren volgens het verslag in
voldoenden staat.
De herstelling van het raadhuis bepaalde zich tot den dwars-
topgevel in de Noordstraat met de daarop staande torentjes,
welke geheel afgewerkt zijn.
Het schoolgebouw met onderwijzerswoning achter de voor
malige glasblazerij onderging belangrijke verbetering en ver
grooting.
De kazerne-gebouwen ziju, voor zoo ver zij daarvoor vat
baar waren, met de aanwezige meubelen aan het rijk afgestaan.
In de verhuring van gemeente-gebouwen kwam geene ver
andering.
De aanvragen om gemeentegrond in efpacht nemen steeds
toehet bedrag der nieuw uitgegevene beloopt jaarlijks
f 19.62.
De 133 voor 1S61 ter roeijing verkochte hoornen bragten
f1159,25 en het verkocht hakhout f 674,50 op.
(Wordt vervolgd.)
Uit het verslag over den toestand der gemeente's Graven-
hage, over 1860, blijkt, dat de bevolking bedroeg 82,466 zie
len, zijnde vermeerderd met 1772. Scheveningen is, als bad
plaats in het vorige jaar vooruitgegaan.
In den Moniteur wordt met eenigen ophef aangekondigd,
dat de eerste in Frankrijk gevestigde diamant-slijperij van de
heeren J. Bernard en co. den titel van „keizerlijke slijperij"
heeft erlangd; dat reeds vóór twee jaar dat etablissement
door den keizer en de keizerin is bezocht, en de regering thans
een nieuw bewijs heeft gegeven van hare welwillende sym
pathie door de maatregelen, welke zijn genomen om in Frank
rijk eene industrie in te voeren, welke sedert drie honderd
jaren uitsluitend in' Amsterdam is uitgeoefend, aan welke stad
zij groote voordeelen heeft opgeleverd.
Tot opleiding voor de telegraafdienst worden door de re
gering 20 leerlingen gevraagd, die een gulden daags bekomen
en van lieverlede tot een jaarwedde van f 800 zullen klimmen.
Vóór 20 mei moet men zich voor een vergelijkend examen
aangeven; de vereischte leeftijd is van 18 tot 30 jaar.
Zitting van vrijdag 10 mei.
Heden is ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring
eener dading met de Maatschappij tot iudijking der op-en
aanwassen in de Ooster Schelde.
Het wetsontwerp tot wijziging van art. 08 der wetregelende
de onteigening ten algemeeneu nutte (met betrekking tot
aardhaling bij dijkwerken) is ten slotte aangenomen, nadat
het eenig artikel waaruit het bestond, was vervangen door een
amendement van den heer Thorbecke.
Daarna is ook liet ontwerp tot verhooging der begrooting
voor justitie (wegens den aankoop van een geregtsgebouw te
Leiden) aangenomen.
Men verneemt, dat de heeren prof. S. Vissering en dr.
L. A. te Winkel, te Leiden, benoemd zijn tot leden der ko
ninklijke akademie van wetenschappen te Amsterdam.
Naar men verneemt, heeft het bestuur der Koninklijke ne-
derlanilsche maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw
in zijne vergadering van den 4 dezer besloten de 23e tentoon
stelling te houden bmnen Rotterdam, op 47 april '1862.
De zeeschilder L. Meijer heeft van de Sociëtë des arts te
Lyon, hare medaille ontvangen, als eeu bewijs van erkentelijk
heid voor den luister, welken de schilderstukken van dien
meester hebben geschonken aan de jongste tentoonstelling
door genoemd genootschap gehouden.
Naar men verneemt, zullen door denbeer J. C. Gaal,kunst
schilder te Kampen, de op de raadzaal aldaar ontbrekende
portretten van leden uit het huis van Oranje levensgroot wor
den geschilderd, en wel die van prius Willem V, HH. MM.
koning Willem I en II en van onzen beminden tegenwoor-
digen vorst.
Benoemingen en besluiten.
leger. Overgeplaatst bij de infanterie van het leger in
Oost-Indie, de 2e luitenant A. J. Beck, van het 5e regement
infanterie.
hooge raad. Benoemd tot raadsheer in den hoogen raad
der Nederlanden, rar. C. M. Wintgens, president van het pro
vinciaal geregtshof in Limburg.
Kerb- en scfaooinaeuws.
Bij den kerkeraad der nederduitsche hervormde gemeente
te Serooskerke is berigt ontvangen dat de heer G. J. Gobius
du Sart. thans predikant te St. Jansga en Delstrahuizen, voor
het op hem uitgebragte beroep heeft bedankt.
Door den kerkeraad der waalsche gemeente te 's Gra-
venhage is het volgende viertal opgemaakt voor de vacerende
leeraarsplaats bij die gemeente, als: de heeren P. Vust, te
Engallor (kanton NeufchateVj; L. Pilatte, te NiceGuye, te
Amsterdam, en L. Durand, te Vivey.
Marine en leger.
Zr. Ms. korvet met stoomverraogen Medusa, onder bevel j
van den kapitein-luitenant ter zee J. Vos, thans liggende
te Vlissingen en onlangs van Oost-Indie terug gekomen,
zal met den 15 dezer buiten dienst en de ëtat-major op
non-activiteit gesteld worden.
Door den minister van oorlog is bepaald, dat ook de offi
cieren, even als de generaals, de sjerp voortaan door middel
van een gesp om liet lijf zullen bevestigen.
Door den zelfden minister is aan de chefs der korpsen aan
bevolen voor hunne onderhebbende manschappen het boek
werkje. getiteldNaar Nederlandsch'Indie, hetwelk eene be
knopte en duidelijke aanwijzing behelst, hoe men zich voor het
leger in Indië kan verbinden, benevens eene opgave van voor
deelen en uitzigten, welke de koloniale dienst aanbiedt.
Staten generaal.
tweede kamer.
Zitting van woensdag S mei.
De naturalisatiewetten en de ontwerpen tot onteigening
ten algemeenen nutte, die heden aan de orde waren, zijn na
geringe discussie aangenomen.
Daarna ontstond eene uitvoerige discussie over het wets
ontwerp tot verduidelijking van art. 68 der onteigeningswet,
betrekkelijk de aardhaling voor dijken, die niet ten einde kon
gebragt worden en dus overmorgen zal worden voortgezet.
Slechts weinige sprekers voerden het woord. De heeren Mei
link en van der Linden waren sterk tegen de wet. die in strijd
zou zijn met de grondwet en met de bedoelingen van de ont
eigeningswet, terwijl daarentegen de heeren van Asc/i van
Wijck en Heemskerk Azn. met het ontwerp ingenomen waren
en het tegenovergestelde van de beide vorengenoemde spre
kers betoogden.
De heer van Heemstraminister van binnenlandsche zaken,
verdedigde bet ontwerp, toonde aan dat bet geene inbreuk
maakt op den eigendom, en deed uitkomen dat liet slechts het
bestaande handhaven en de regten van den staat beschermen
wilde.
De beraadslaging overliet wetsontwerp tot definitieve vast
stelling van hoofdstuk XI der begrooting (departement van
koloniën) is bepaald na afloop van de thans nog aanhangige
zaken. De heer Bullert maakte de opmerking, dat bij die gele
genheid het programma van het ministerie ter sprake zou
komen, doch hij zou het bejammeren indien de kamer zich
zou moeten bepalen tot dat gedeelte hetwelk uitsluitend over
de koloniën handelt. De voorzitter gaf ten antwoord dat bij
die gelegenheid het programma in zijn geheel zou kunnen
behandeld worden.
De heer vanHeukelom heeft verlof bekomen om de regering
eerstdaags te interpelleren, omtrent geruchten die over het
herstel van de loterijzaal op het Binnenhof te's Gravenhage
loopen.
Aan de memorie van beantwoording der regering op de be
denkingen, in de afdeelingen gerezen tegen het wetsontwerp
tot definitieve vaststelling van hoofdstuk XI (koloniën) der
staatsbegrooting, ontleenen wij het volgende
Over het algemeen wordt gezegd, dat de openbare beraad
slagingen der regering de gelegenheid zullen aanbieden, zich
nader te verklaren omtrent hare mededeeling, bij monde van
den minister van buitenlandsche zaken den 23 april aan de
kamer gedaan. Omtrent enkele opmerkingen, in het verslag
der afdeelingen vervat, antwoordt de minister van koloniën,
als o. a.de regeling der indische comptabiliteit wordt niet
meer afhankelijk gemaakt van eene voorafgaande totstand
brenging van die der comptabiliteit hier le lande. Eene
vaststelling der indische begrootingen door den wetgever in
het moederland is niet overeen te brengen met den wensch,
dat het indisch bestuur daardoor niet te zeer belemmerd
worde, zoo dat de regering het niet raadzaam acht, aan het
deswege geuite verlangen, te voldoen. De minister hoopt in
de volgende zitting een ontwerp tot herziening der tarieven
van in- en uitvoer voor nederlandsch Indie aan te bieden.
Het ligt bepaaldelijk in de plannen der regering, de mede
werking des wetgevers in te roepen, tot regeling van de wijze
van uitgifte der cultuur-contracten. Er bestaan geene beden
kingen tegen eene wettelijke regeling der koloniale pen
sioenen. Ten aanzien van de verloven buiten de koloniën en
bezittingen van het rijk in andere werelddeelen, bestaat daar
toe geene behoefte, vermits het hier geldt maatregelen van
huishoudelijken aard. Aan den verkoop van producten in
Indie kan eenige uitbreiding worden gegeven, mits daarbij
met omzigtigheul te rade gaande.
Uit de tot dus verre bij het departement van koloniën ont
vangen berigten betreffende de uitzetting van twee neder-
landers uit een district der residentie Tagal, blijkt, dat de
bedoelde personen, leden eener te Batavia gevestigde bandels-
firma, den regent van Brebes en twee zijner bloedverwanten
hadden weten over te halen tot het sluiten van een notarieel
contract van huur en verbuur voor den tijd van twintig jaren
betreffende het landgoed Tangoengan, hetwelk aan de be
doelde drie javaausclie grooten in eigendom toekwam. Dit
contract was niet aan den resident te registratie aangeboden,
zoo als volgens de bestaande bepalingen behoorde en werd
aangemerkt als blijkbaar te zijn eene speculatie op de zwak
heid, ligtzinnigheid en het gebrek aan doorzigt der verhuur
ders. Deze laatsten betoonden dan ook weldra berouw over
het sluiten der overeenkomst cn waren niet genegen er gevolg
aan te geven. De huurders verzochten nu verlof aan den gou
verneur-generaal om tegen de drie verhuurders eene burger
lijke regtsvordering in te stellen, doch dit verzoek werd van
de hand gewezen.
Nu poogden de huurders hun doel te bereiken door eene
feitelijke vestiging op het land Tangoengan. Zonder eenige
voorafgaande kennisgeving begaven zij zich daarheen en ves
tigden zich in de daarop aanwezige pasangralian, waarschijn
lijk in de verwachting, dat de eigenaars hen nu in regten
zouden dagvaarden tot ontruiming van het land, waardoor
de regter genoodzaakt zou worden, in weerwil van de boven
bedoelde regtsweigering. over hunne vermeende regten uit
spraak te doen. Wat daar verder is voorgevallen, wordt dooi
den tegenwoordigen minister niet minder dan door zijnen
voorganger betreurd. Van beider zienswijze is aan den gou
verneur-generaal mededeeling gedaan, van wien omtrent den
verderen loop dezer zaak nadere inlichtingen worden ver
wacht.
Van eene verordening van een resident, omtrent het bewij
zen van eer aan een vlaggestok. onder strafbedreiging, is den
minister niets bekend, dan hetgeen daaromtrent in de dag
bladen is voorgekomen.
Omtrent de zoogenaamde verwoesting van suikerrietvelden
in Cheribon, kan de minister ook geene meerdere bijzonder
heden nïededcelen.
Er wordt overwogen of het reglement op de uitgifte van
gronden voor den landbouw op Java, welligt herziening be
hoeft want de minister is overtuigd, dat europesche onderne
mingszucht en europesche kapitalen in de ontginning van
woeste gronden een voor de ondernemers en voor den staat
hoogst nuttigen werkkring kunnen vinden.
Bij het departement van koloniën blijkt niet, dat aan de
handelmaatschappij immer eene lastgeving is verstrekt, om
een zeker dagblad, dat zich met de koloniale politiek bezig
houdt, te ondersteunen; en tot een onderzoek naar hetgeen
die maal schappij als bijzondere instelling doet, acht de mi
nister zich niet bevoegd.
i3uitcnhinï»sd)c lijJuntjcn.
Amerika.
De laatste berigten uit Washington, van den 24 april,
schilderen den toestand aldaar als in de hoogste mate zorg
wekkend.
Men weet dat het district Columbia op den linker oever van
den Potomac, in den staat Maryland, is gelegen. Nu ligt de
hoofdstad Washington slechts op korten afstand van de rivier
en bij gevolg op de uiterste zuidwestelijke grens. De bonds-