MIDDELBURGSCHE N°- 49. Dingsdag 1861. ANT. 23 April. 2lonKonöiijingcn ötnncnlanöscljc tijtringcn. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren te» 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden i8 3, franco per post 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels/1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Editie van maandag avond 8 ure. FAN nET RIJK, PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN. PROVINCIE ZEELAND. AANBE§TEDIAG. Op vrijdag den 3 mei 1S6Ides voormiddags ten 10 ure, zal onder nadere goedkeuring, door een der leden van gedepu teerde staten der provincie Zeeland, daartoe door die verga dering gecommitteerd, en in bijzijn van den hoofd-ingenieur in liet 11e district van den waterstaat, aan het lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed Het maken van eonige werken tot verbetering van het veer over het Sloe, op het eiland Walcheren. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving. Het bestek zal, behalve aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Zeeland, ter lezing liggen op al zoodanige plaat sen alwaar gewoonlijk dergelijke bestekken in die provincie ter lezing gelegd worden. Den vierden en den derden dag vóór de bestedingzal de noodige aanwijzing in loco worden gedaan; voorts zijn nadere infonnatiën te bekomen aan het bureau van den hoofd-inge nieur van den waterstaat jhr. J. It. T. Ortt, te Middelburg en bij den ingenieur J. A. van Dorth, aldaar. Middelburg, den 12 april 1861. De gedeputeerde staten van Zeeland, It. W. v. LIJNDEN. Voorzitter. S. VAN DER SWALME, Griffier. middelburg 22 april. De gemeenteraad alhier zal op woensdag aanstaande, des namiddags ten een ureweder eene openbare zitting houden, waarin «1e volgende onderwerpen zullen behandeld worden missive van gedeputeerde staten, goedkeuring kohier hoofde- lijken omslag; idem van burgemeester en wethouders van Ütreeht, beurtveer-verordening; idem van de plaatselijke schoolcommissie, ontslag hulponderwijzer de Klerk adres sen om restitutie van hoofdelijken omslag; idem om gronden in erfpacht; benoeming assistent klokkenistidem hulpon derwijzers; vaststelling instructie controleur plaatselijke be lastingen. In het no. dezer courant van 31 mei 1860 maakten wij mel ding van de zelfopoffering der zeeloodsen J. Aernout en M. Me yer. met den schipper en verdere bemanning der bel- gische loodsschroefschooner no. 5, bewezen bij het veronge lukken der zweedsche brik Norden, op vijftien mijlen afstand van Westkapelle. De gausche ekwipage, met uitzondering van een matroos, werd daarbij gered. Door Z. M. den koning van Zweden en Noorwegen is daar voor aan den schipper van voornoemden schooner E. Stocker eene gouden, en aan de beide loodsen eene zilveren medaille vereerd om aan een blaauw lint met geele randen op de borst gedragen te worden. Daarbij was gevoegd eene gift van 200 riksdaler (omstreeks f 133,50 ned.) ter verdeeling onder de loodsen en verdere bemanning van het vaartuig. Een en ander werd jl. zaturdag te Vlissingen op plegtige wijze uitgereikt ten kantore van den lieer J. P. Smith, vice-consul van Zweden en Noorwegen. Uit Goes, 20 dezer, meldt men ons bet volgende Eergisteren avond is door de rederijkerskamer Vondel al hier in kostuum voorgedragen het drama LodewijloXI van H. J. Schimmel,waarbij mevr. wed. StutterheiraRosenveldt de vrouwenrol van Maria vervulde. Als naar gewoonte was de zaal goed bezet en was de voordragt uitmuntend, terwijl de rijke kostumen een zeer aangenamen indruk maakten. Heden nacht omstreeks half een uur is er brand ontstaan in den timmermanswinkel van L. de Pagter onder Wolpliaarts- dijk, die zoo spoedig toenam dat die werkplaats en een nabij staande schuur in korten tijd in'de ascli waren gelegdbet vee heeft men gelukkig in tij«ls kunnen redden. Het verbrande was verwaarborgd in de Zierikzeesche maat schappij en de oorzaak onbekend. Daar de toren is afgebroken en klokgelui dus niet kon plaats hebben, werd de bevolking door het roeren van een tweetal trommels bijeen geroepen. Spoedig begaf men zich met de bluschmiddelen naar de plaats des onbeils en daardoor bleef het nabij staande hui» behouden. Ook de boekhouders der te Zierikzee gevestigde reederijen hebben eenparig besloten, om niet toe te treden tot het door eenige amsterdamsche reeders gedaan voorstel, om hunne schepen op de nu gestelde voorwaarden niet aan de neder- landsche handelmaatschappij aan te bieden. liet Sluisch weekblad deelt mede dat ter openbare raads vergadering van 16 dezer door den voorzitter werd medege deeld een schrijven van den kapitein garnizoens-kommandant. den heer J. J. Rost van Tonningen, houdende kennisgeving van het aanstaande vertrek der 4e kotnpagnie van het 2e ba- taillon 2e regiment infanterie en barer vervanging door de 4e kompagnie van het 4-ebataillon van het zelve regiment; betuigende hij tevens daarbij zijnen dank en dien van zijne onderhebbenden, voor de welwillendheid en vriendschap, waarmede zij gedurende huu tweejarig verblijf te dezer plaatse zijn behandeld. De raad heefthierop eenparig besloten, den waardigen kom- mandant het leedwezen der vergadering over zijn vertrek te kennen te gegeven, onder betuiging barer tevredenheid over de goede orde door hem bewaavd en de overeenstemming die tusschen het garnizoen en de burgerij onafgebroken heeft mogen heersehen. Men schrijft ons uit Amsterdam IS dezer: Z. M. Willem III heeft onze hoofdstad bezocht, en welligt hadt gij verwacht dat ik reeds vroeger van het een of ander verslag zou hebben gegeven. I:\tu3schen laten bij dergelijke gelegenheden de dagbladen zich niet onbetuigd, zoo dat ik de taak tamelijk onvruchtbaar vond om te herhalen wat reeds zoo duidelijk was gezegd. De vorst zal gewis tevreden zijn geweest over de ontvangst van Amstels burgerij bij den in- togt toch hebben zoo wel aanzienlijken als geringen blijken van erkentelijkheid gegeven. Toch was de geestdrift niet zóó overdreven, als men vreesde dat het geval wezen zoude, te oordeelen naar de vooruit loopendc geruchten. Het kwam mij voor dat de koning zelf daartoe de aanleiding heeft gege ven, en zoo doende tevens het bewijs leverde van een opge- klaarden geest, een echt vorstelijken zin. Voorzeker Willem III heeft, door uitmuntende pligtsbetrachtmg, zich verdienstelijk gemaakt jegeus de natiehij heeft echter onze verwachting niet overtroffen. Door een al te luidruchtigen toon aan te slaan, zouden de blijken van sympathie, wèl beschouwd, opgehouden hebben een eerbewijs te zijn. Jammer dat bij die rustige houding der bevolking, gedu rende 's konings verblijf, onordelijkheden, van een geheel anderen aard hebben plaats gehad. Het voorgevallene met een zekeren op de beurs is reeds in korte trekken door u verhaald. Verscheidene dagen achtereen kon men tegen het afgaan der beurs dergelijke ongeregeldheden zien, en op den bewusteu vrijdag, toen (het is waar, geheel onnoodig) de ge wapende magt tusschenbeiden kwam, hebben ze zich zelfs uitgebreid tot vlak voor het paleis, zoo dat, als ik wel onder- rigt ben, een man uit het gejieupel een policiedienaar den sabel heeft ontrukten in een venster van bet paleis heeft ge worpen. Daar nu eenmaal dit geval eene grootere vermaard heid heeft verkregen dan het verdient, is het misschien niet onbelangrijk den loop der gansche zaak eens na te gaan. Er heersckt een zeker regtsbegrip onder de amsterdamsche beursbezoekers, dat de policie op de beurs niet behoeft geduld te wordendat men daar ter plaatse zijn eigen regter is. Van oudsher dus is het de gewoonte dat een zakkenroller, of ook een bankroetier (waaionder te verstaan alleen een zoodanige, die niet is gehomologeerd) van de beurs wordt afgedrongen, liet zou mij niet verwonderen als eene keur of wet, waarbij een dergelijk regt wordt verschaft, moeijelijk te vinden ware. Intusschen is het vooroordeel zoodanig lieerscliende dat het welligt niet geraden zou zijn daartegen te velde te trekken, te meer daar bet niet teonikennen valt, dateene policieslecbts zeer slechte diensten zou kunnen doen. Om dit te gevoelen, bedenke men. dat, wanneer op de straat een policiedienaar iemand aangrijpt, hij altijd oogenblikkelijk door eene menigte toeschouwers wordt omstuwd. Dit zelfde zou plaats hebben wanneer de mannen met hunne uniformen aan de beurs werk zaam warenalleen zou dan eene ontzettende massa mensehen naar ee'ne plaats vliegen, waaruit, zoo geene ongelukken, althans stellig groote wanorde zou ontstaan. Wanneer er nog reden kan gegeven worden voor deze soort van lynch-law (waarvan men echter in Londen en andere ste den ook de voorbeelden ziet) bij zoogenaamde beursmis- drijven, geheel te ontkennen valt het niet, dat bij het weren van den beruchten eigenaar van het huur-en verhuurkantoor, veel van dat oudv, feitelijke regt vervalt. Vele zijn de anek doten welke van den evenzeer gehaten als bespotten man worden verteld. Geen enkel feit echter is daaronder wat op de beurs betrekking heeft; daar koopt en verkoo|it hij somtijds eftekten. zonder dat iemand zich over hem heeft te beklagen. Het misbruik maken van het vertrouwen van eene ligtzinnige trouwl ustige, ten einde haar geld af te persen, het zóó wreed vervolgen van een jong menschoin eene som van vijftig gulden (welligt woekergeld), dat de laatste zich in wanhoop van het leven heeft beroofd (vrij algemeen wordt dit incident als de oorzaak der vijandelijkheden beschouwd), en dergelijke af persingen, waarvan zoo vele staaltjes verhaald worden, dat waarheid en fabel moeijelijk te scheiden zijndeze handelin gen, gesteld dat ze waar zijn, zijn. hoe verachtelijk ook, geene beursmisdrijven, en, zoo al de beurs baar eigen regter mogfc wezen, zou uien haar toch nooit mogen gebruiken als bestraf fingsplaats voor maatschappelijke euveldaden. Waarlijk, men zou daardoor te veel te doen krijgen, om eigen zaken te ver- rigten! De oppositie is ook niet aan de handelsbeurs begon nen. Het eerste is de man uit het O. Z. Heeren logement, bij gelegenheid eetier veiling, de zaal uitgedrongen. Deze demon stratie ging uit van eenige huizenmakelaars, die hunne veront waardiging ook overbragten op de beurs, waar die heeren liet gehate voorwerp in hunnen hoek niet meer dulden wilden, en hem weg drongen. O. is volhardend, het zij tnen die vol harding onder de cathegorie gelieve te brengen van brutaliteit of van moed. Hij werd bijna dagelijks door eene grooter wor dende menigte weg gedrongen, bijna dagelijks kwam hij terug, en die steeds aangroeijende massa was niet uitsluitend te wijten aan den beruchten persoon. Waarschijnlijk op aanzoek derbeurs-commissarissen, had het gemeentebestuur reeds sinds eenige maanden twee of drie beursopzig'.ers benoemd, die daar dan toch eene soort van policie uitoefenden. Toen nu die stadsbeambten er eenmaal waren, moesten ze ook hun pligt doen bi j de tooneelen van wanorde, en O. althans eenig- zins, hoe onvoldoende dan ook. beschermen, en juist datbragt de gemoederen nog meer in onrust. De maatregel was dan ook, als geheel onvoldoende, zeer af te keuren. Men is het er, over het algemeen, vrij wel over eens dat daaraan vooral de onaan gename gang dezer zaak is toe te schrijven. Nu eenmaal liet vuurtje aan het branden was. werd liet sterk aangeblazen door de speculatiegeest. In schouwburgen werden onzin-stukken gespeeld, onzin-polkas gedanst en on- zin-liederen gezongen en daverend toegejuicht; onzin-bro- cbures werden uitgegeven, zelfs onzin-ledepoppen voor de kleine kinderen vervaardigd. Nimmer en dat zegt veel is in Amsterdam zoo veel onzm-kost met gretigheid geslikt! De onzin-litteratuur overtreft welligt nog de watersnood- poë/.y in dat opzigt. De vorst komt in de hoofdstad. Met vrij wat waarschijn lijkheid wordt verteld dat onder de personen, die hunne op wachting bij Z. M. hebben willen maken, ook O. zich had aangemeld, doch dat men hem in een vertrek had laten wach ten tot dat de audiëntie afgeloopen was, en hem vervolgens had te kennen gegeven dat het te laat was geworden. Nu, daar de stad feest viert, is er op den Dam steeds eene groote massa volks bijeen. Weder komt O. oj) de beurs, weder wordt hij gedrongen. De beurs-commissarissen voegen zich bij debeurs- opzigters. O. plaatst zich uit veiligheid tegen den muur. Half met verzoeken, half met dreigen weet uien het zoo ver te brengen, dat een groote halve cirkel om O. wordt gevormd, waarin nu het middenpunt geheel alleen staat, als of hij een koning ware die audiëntie geeft. Door honderden, welligt meer dan duizend, wordt hij aangekeken, doch niemand nadert hem. Dit viel donderdag voor. Men had dien zelfden dag eenige notabelen van de beurs ter burgemeesters-kamer ontboden, oin te beraadslagen over de beste wijze om een einde te maken aan de wanordelijkheden. Men had echter niet tot eene ge- wenschte conclusie kunnen komen, en had zich bepaald met aan ieder der aanwezigen individueel te verzoeken de orde zoo veel mogelijk te handhaven. Enkele heeren wilden zich aan sluiten, verscheidene gaven echter niet onduidelijk te kennen, dat ze gezind waren, alleen de orde te handhaven, door zich met niets anders in te laten dan hunne eigene zaken, maar dat het uitoefenen van eene zekere policie van hen onmogelijk kon worden gevergd dat het buitendien reeds genoeg geble ken was, dat men juist aan de wanordelijkheden voedsel had gegeven door er zich mede te bemoeijen, want dat hoogst waarschijnlijk de geheele zaak reeds ware doodgebloeid, wan neer men het oude principe had gehuldigd, dat aan de beurs van Amsterdam geweerd mag worden wie er niet behoort. Hoe veel waarheid daarin ook ligt, was het echter uiterst moeijelijk voor het gemeentebestuur zich met de zaak niet te bemoeijen, aangezien zoo wel de minister van justitie als de burgemeester met rekwesten van O. zijn overladen geworden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1