r u. MIDDELBÜRGSCHE C 0 R ANT. Donderdag 1861. 11 April. 2UtnIionï>ijjittgen: öinnmlanö5cl)c tijöingcn. tiOKK 7 Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren te* 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is f3franco per post ƒ3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van écn tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegel regt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters wordeu berekend naar de plaats die zij innemen. Editie van woensdag avond 8 ure. VAN HET IUJK, PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN. JUSTEERLOOX VANï GEWIGTEN. De gedeputeerde staten van Zeeland doen te weten, dat bij Zr. Ms. besluit van den 20 januarij jl. (Staatsblad no. 4-), is vastgesteld hetgeen volgt: Wij Wil.i_.em III, bij de gratie Gods, koning der Neder landen. prins van Oranje-Nassau, groothertog van Luxemburg enz., enz., enz. Op de voordragt van onzen minister van binnenlandsche zaken, van den 22 december 1860. no. 151,2e afdeelmg; Den raad van state gehoord (advies van den 18 januarij 1861.no. 4); Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen Art. 1. De arrondissements-ijkers der maten en gewigten zijn bevoegd de hun ter ijking aangeboden gewigten te repa reren en te justeren ten ware hun door de ijkpligtigen worde te kennen gegeven dat zij een en ander elders willen laten doen. Art. 2. Voor deze werkzaamheden mogen zij geen hooger loon in rekening brengen dan bij het volgend tarief is vast gesteld IJZEREN GEWIGTEN: Voor een stuk van 1 tot 5 ncderl. ponden 5 cent. 6 10 7* n U 25 10 26 50 15 KOPEREN GEWIGTEN: Voor elk stuk beneden het neder?, pond 2J cent. 5) van 1 5 boven 1 10 Art. 3. Bijaldien ijzeren gewigten niet voor gewone repa ration vatbaar zijn, maar van nieuwe loodeu kragen of van nieuwe ringen moeten voorzien worden, moet omtrent het deswege door den ijker in rekening te brengen loon, vooraf met den ijkpligtige worden overeengekomen. Onze voornoemde minister is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst, 's Graveuhage, den 20 januarij 1861. (get.) WILLEM. De minister van binnenlandsche zaken, (get.) S. VAN HEEMSTRA. Uitgegeven den 26 januarij 1861. De directeur van het kabinet des konings, (get.) DE KOCK. Dit besluit zal, door insertie inliet Provinciaal blad.gebragt worden ter kennis van burgemeester en wethouders der ge meenten, en van de arronilissements-ijkers in deze provincie, tot informatie en narigt; en wijders, door de zorg der plaat selijke besturen, worden afgekondigd en aangeplakt in al de gemeenten dezer provincie, ten welken einde een genoegzaam getal in plano gedrukte exemplaren aan voornoemde bestu ren zal worden gezonden. Gegeven te Middelburg, den 5 april 1861. De gedeputeerde staten voornoemd, R. W. v. LIJNDEN, voorzitter. S. VAN DEll SWALME, griffier. Herijk der malen ei» gewSgten. De gedeputeerde staten van Zeeland doen te weten, dat door hen, in hunne vergadering van heden, is vastgesteld het geen volgt Art. 1. De herijk, over het jaar 1861van denedevlandsche maten en gewigten. waarvan het gebruik verpligtend is, en mitsdien van alle gewigten, lengte-maten, inhouds-maten voor drooge waren, vocht-maten voor den handel in het klein en in helgroot, mitsgaders van de wisse, zal in deze provincie wor den aangevangen met den 1 mei aanstaande, en gesloten op den 31 julij daaraanvolgende. Art. 2. De letter t (gothische vorm) zal voor ijkletter ge durende dit jaar gebezigd worden, en op ai degeijktofherijkt wordende maten en gewigten, benevens het bijzondere merk van den arrondissements-ijker,worden afgedrukt of ingebrand. Art. 3. De arrondissements-ijkers zullen, overeenkomstig art. 5 van het reglement op den herijk, van den 15 febru- arij 1822, behalve in de plaats hunner woning, nog tot den herijk vaceren in die gemeenten van derzelver arrondisse ment, als door ons bij resolutien van den 10 april 1810, no. 46, van den 26 maart en 2 april 1841, no. 24, (Provinciaal blad no. 34), van den 30 junij 1813, no. 11, van den 17 april 1846.no. 37 (Provinciaal blad po.48), van den 21 junij 1S50, no. 33, van den 19 maart 1S58,'no. 64 (Provinciaal blad no. 33), en van den 4april 1860, no. 100 (Provinciaal blad no. 37) zijn aangewezen. Zij zullen op de dagen, gedurende welke zij niet in de gemeente buiten hunne woonplaats vaceren, ten minste gedurende vier uren daags hunne kantoren geopend houden, om aan de ingezetenen gelegenheid te geven tot de verificatie hunner maten en gewigten. Art. 4. Zij zullen van de uren, waarop hunne kantoren zullen geopend zijn. mitsgaders van de dagen op welke zij, uit hoofde der vereischte vacatiën van andere gemeenten, niet tot den herijk der maten en gewigten ten hunnen kantore zullen vaceren, aan burgemeester en wethouders hunner woonplaats kennis geven, welke daarvan, door publicatie en door insertie in de stedelijke, of in de binnen hunne stad meest gelezen wordende courant, aan de belanghebbenden zullen doen kennis dragen. Art. 5. De arrondissements-ijkers zullen burgemeester en wethouders der gemeente, in welke zij, in overeenstemming met het bepaalde in art. 3, tot den herijk zullen vaceren, van hunne op handen zijnde komst ten minste acht dagen te vo ren informeren, en zullen deze gehouden zijn, den burgemees ters en wethouders der andere gemeenten, voor welke gelijk tijdig wordt gevaceerd, daarvan kennis te geven, ten einde de ambtenaren, publieke administratien. kooplieden, winkeliers en andere belanghebbenden door hen worden verwittigd van de plaats en van den tijd. waarop tot den herijk zal worden gevaceerd, en van hunne verpligting om de bij hen in gebruik zijnde maten en gewigten. mitsgaders de strijkels der halve en kwart mudden te doen herijken; zullende de plaatselijke besturen, behalve de ten deze vere.schte openbare bekendma king. tevens, zoo veel mogelijk, den belanghebbenden ingeze tenen hunner gemeente, welke y v.oien «lat van maten en ge wigten gebruik maken, ten hunnen huize eene waarschuwing of kennisgeving laten doen. Art. 6. De burgemeesters der gemeenten worden uitgeuoo- digd, otu aan den arrondissements-ijker, vóór den aanvang van den herijk, of bij deszelfs komst in de gemeente, eene naamlijst te doen geworden van de inwoners hunner gemeen te, welke, uit hoofde van hunne betrekking of hun bedrijf, verpligt zijn, gebruik te maken van maten of gewigten. Tot het opmaken dezer lijsten zal het register der patent- pligtigen worden geraadpleegd, en voorts op dezelve ook gebragt worden de ambtenaren en publieke administratien, welke, in hunne ambtsbetrekkingen, van maten of gewigten, tot het constateren van leverancien of werken gebru.k moeten maken; wordende met betrekking tot de zamenstelling der bedoelde opgaven eene bijzondere naauwkeurigheid aanbe volen, opdat daarin uitsluitend alle erkende ijkpligtigen, en geene andere dan de zoodanigen, worden opgenomen. Art. 7. De arrondissements- ,kers zullen, betrekkelijk de door hen in iedere gemeente, in welke zij hebben gevaceerd, gedane verificatie en herijk, een relaas opmaken, en daarbij opgeven de ambtenaren, publieke administratien en particu lieren. welke, in de vorengenoemde lijsten begrepen zijnde, hun niet zijn gebleken aan derzelver verpligting, betrekkelijk lea herijk, te hebben voldaan. Afschriften dezer relazen zullen door de arrondissements ijkers, na den afloop van den termijn, gedurende welken de herijk is opengesteld, aan ons worden gezonden. Art. 8. De arrondissements-ijkers zullen ten minste twee maal in het jaar op onbepaalde tijden, en voorts zoo dikwijls zij zulks noodig achten, vergezeld van den commissaris van policie, of bij ontstentenis van zoodanig ambtenaar, van een lid van het plaatselijk bestuur, in al de gemeenten van hun arrondissement visitatien doen in de opene werkplaatsen, magazijnen en winkels, op de marktenvleeschhallen, publieke wagen en op de molens, en zich daarbij verzekeren, dat in dezelve geene dan de nieuwe maten en gewigten aan wezig zijn, en dat die behoorlijk zijn herijkt. Z.j zullen de oude afgeschafte maten en gewigten, alsmede die. welke niet zijn herijkt, in beslag nemen, en met het deswege op te maken proces-verbaal aan den officier bij de arrondissements-regt- bank van hun ressort inzenden; van hunne verrigtingen ten deze en van het resultaat hunner bevinding in elke gemeente zullen zij. bij de aan ons in te dienen rapporten, omstandige opgaven doen. Art. 9. Het wordt aan alle op publiek gezag aangestelde of beëedigde landmeters, wegers en meters verboden, eenige cer tificaten. weeg-of meetbrieven af te geven waarin de maat of het gewigt anders dan in de nieuwe, alleen wettige, benamin gen is uitgedrukt, en zullen door hen geene andere dan de wettig erkende maten en gewigten mogen worden gebezigd. Art. 10. Insgelijks wordt aan de plaatselijke besturen, godshuizen of armbesturen en aan alle ambtenaren en publieke administratien verboden, eenige acten, plans, be stekken of beramingen te doen opmaken, aan te nemen of daarop regard te slaan, in welke de hoeveelheden en afmetin gen niet in de nieuwe maten of gewigten zijn opgegeven. Art. II. Aan alle ambtenaren, publieke administratien en ingezetenen binnen deze provincie, wordt bij deze hunne ver pligting herinnerd,om de doörhen gebezigd wordende maten en gewigten, binnen den in art. 1 bepaalden termijn, te doen herijken, bij gemis van welke formaliteit, de door hen gebe zigd wordende of in hunne opene werkplaatsen, magazijnen of winkels bevonden wordende maten en gewigten, in beslag kunnen worden genomen, eo degenen die bevonden worden dezelve te hebben gebruikt, of in hunne opene werkplaatsen, magazijnen of winkels voorhanden te hebben, volgens de be palingen van het koninklijk besluit van den 30 maart 1827 (Staatsblad no. 13), worden verwezen in eene boete van f 10 tot f 100. Aan hen worden tevens herinnerd de bepalingen van art. 14 van het koninklijk besluit van den 18 december 1819 (Staatsblad no. 57), volgens welke alles, wat met de maten voor drooge waren, in dat besluit opgegeven, wordt gemeten, met den strijkel behoorlijk moet worden afgestreken, en dus allen, die van zoodanige maten gebruik maken, ook van strij kels voor dezelve behooren te zijn voorzien, van welke die voor de halve en voor de kwart mudde ook moeten worden geijkt en geverifieerdwordende de plaatselijke besturen, als mede de arrondissements-ijkers aangemaand, om voor de nakoming dezer verordeningen te waken, en daarop bij hunne visitatien, voor zoo veel een ieder aangaat te lettenterwijl van de bevinding ten deze, in de bij art. 7 bedoelde processen- verbaal of relazen, sjieciale melding zal moeten worden ge maakt. Art. 12. Alle ambtenaren en publieke administratien wor den uitgenoodigd, aan de nakoming van het tegenwoordig besluit de hand te houden, en worden de plaatselijke besturen aangeschreven, oin de arrondissements-ijkers in de uitoefe ning hunner functien, zoo veel mogelijk, behulpzaam te zijn, en speciaal op hunne aanvrage dadelijk den commissaris van policie. of daar waar zoodanig ambtenaar niet aanwezig is, of verhinderd wordt, de vereischte assistentie te verleenen. een lid van het plaatselijk bestuur te delegeren, om hen. bij de door hen voorgenomene visitatien van winkels en werkplaat sen, te vergezellen. Art. 13. Dit besluit zal, door insertie in het Provinciaal blad. gebragt worden ter kennis van burgemeesters en wet houders der gemeenten in deze provincie; mitsgaders van de arronilissements-ijkers. en van den bevelhebber van het luite nantschap der maréchaussee te Sas rail Gent. ook voor de onder hetzelve ressorterende brigade-bevelhebbers, tot infor matie en narigt, en wijders, door de zorg der plaatselijke besturen, worden afgekondigd en aangeplakt in al de gemeen ten van deze provincie, ten welken einde een genoegzaam getal in plano gedrukte exemplaren van hetzelve, aan voor noemde besturen zal worden toegezonden zullende wijders exemplaren van dit besluit worden uitgereikt aan het provin ciaal geregtshof, den procureur-generaal bij hetzelve, en, door diens tusschenkomst, aan de ambtenaren van het openbaar ministerie bij het provinciaal geregtshof. en hij de arrondisse ments vegtbanken, gelijk mede aan de kantonregters in deze provincie. Gegeven te Middelburg, den 5 april 1861. De gedeputeerde staten voornoemd, R. W. v. LIJNDEN, voorzitter. S. VAN DER SWALME. griffier. Middelhurg lö april. De boekhouders der hier gevestigde reederijen hebben een parig besloten, niet toe te treden tot het door eenige amster- damsche reeders gedaan voorstel om hunne schepen op de nu gestelde voorwaarden niet aan deNederlandsche handelmaat schappij aan te bieden. De zangvereeniging Tot oefening en uitspanning alhier besloot jl. maandag avond hare gewone wekelijksche bijeen komsten gedurende den afgeloopen winter, met eene soiree musicale. Werden die bijeenkomsten zelve voorzeker ook ten deele in het vooruitzigt van het in junij alhier te hou den muziekfeest door de belangrijk in aantal toegenomene leden met meer dan gewone belangstelling bijgewoond, als een natuurlijk gevolg daarvan kou dan ook deze soire'e, waar toe eenige leden der zangvereeniging Concordia en van bet muziekgezelschap Uit kunstliefde welwillend medewerkten, de vroeger door de zelfde vereeniging gegevene, verre in waarde overtreffen. Zij werd bijgewoond door een aantal

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1