m
niet zoeken, die van eene nieuwe territoriale verdeeling van
Europa droomen, maar die van elke met behoudende en
tevens vooruitgaande strekkingen begaafde regering.
„Wat de volken vanltaliebetreft,nietsleehtshunne vriend
schap, maar hunne broederschap zouden wij behoeven, eene
broederschap in den vorm van confederatie, welke alleen onze
staatkundige herschepping bewerkstelligen kan. Wij willen
in Italië een waarborg en in Europa een beginsel dier alge-
uieene verzoening wezen, welke door de volken en de rege
ringen wordt ingeroepen, die het oog geopend hebben voor
de ontzettende gevaren, waarmede eene van onweders zwan
gere toekomst schijnt te bedreigen.
„Ontvang, waarde hertog, de verzekering mijner bijzondere
achting. getlucien mubat."
Men spreekt op nieuw van de ontbinding van het wet
gevend ligchaam, en eene circulaire, dezer dagen door den
heer de Persigny aan de prefecten verzonden, schijnt daaraan
eenige waarschijnlijkheid bij te zetten. In dit stuk namelijk
worden die ambtenaren uitgenoodigd aan de regering den in
druk te doen kennen, door de jongste discussien der beide
kamers in hunne departementen gemaakt. Vele prefecten
hebben daarop reeds en wel in hetalgemeen op gunstige wijze
geantwoord. Sommige personen zijn zelfs zoo zeer van het
onvermijdelijke der ontbinding overtuigd, dat hier reeds twee
kies-comités worden opgerigt, om bij <le nieuwe verkiezingen,
die men tegen de maand julij verwacht, werkzaam te kunnen
zijn. Een daarvan is uitsluitend clericaal en telt de heeren
Keiler, Lemereier, de Falloux, enz. onder zijne leden. Tot
het andere comitébehooren de heeren Thiers, Odilon Barrot
en eene fractie der linkerzijde.
De regering schijnt voornemens te zijn aan ieder der
vijf afdeelingen van de vloot drie geblindeerde fregatten toe
te voegen. Men verneemt dat onmiddellijk na de terugkomst
van den minister van marine van zijne inspectiereis naar Tou
lon daaromtrent een besluit zal worden genomen.
Als eene bijzonderheid verdient vermelding dat de graaf
de Flahault, onze gezant te Londen, die thans aan lord John
Russell ophelderingen heeft gevraagd wegens de tegenwoor
digheid der prinsen van Orleans bij de begrafenisplegtigheid
van de hertogin van Kent, de zelfde is die onder de regering
van Louis Philippe belast was met de onderhandelingen be
treffende het huwelijk van Prinses Clémentine, dochter
van Louis Philippemet den prins van Saksen Coburgneef
van prins Albert; een huwelijk waardoor de verwantschap
met de koninklijke familie in Engeland tot stand kwam, die
de prinsen van Orleans juist aanspraak heeft gegeven tot bij
woning van bovengenoemde begrafenisplegtigheid. Overigens
verneemt men dat de graaf de Flahaultalhier wordt verwacht.
Naar men zegt, houdt de heer de Thouvenel zich thans
onledig met eene circulaire aan Frankrijks diplomatieke agen
ten in het buitenland, waarin de staatkunde uiteengezet wordt,
die Frankrijk volgen zal in de roraeinsche kwestie. Men zegt
verder dat Frankrijk daarin verklaren zal, dat het verder zijn
pligt zal nakomen in het waken over de veiligheid en het wel
zijn des pausen, en dat de fransche troepen zoo lang te Rome
zullen blijven, tot dat de paus. in overeenstemming met Frank
rijk en de andere katholieke mogendheden, zoodanige hou
ding jegens Italië zal hebben aangenomen, dat de aanwezig
heid der fransche en van andere troepen te Rome door allen
als overtollig wordt beschouwd.
Gisteren heeft aan het ministerie van buitenlandsche
zaken de laatste bijeenkomst plaatsgehad van de gevolmagtig-
den tot het sluiten van een Pransch-Belgisch handelstractaat.
Parijs 4 april. Door den Moniteur wordt heden medege
deeld dat de in de laatste dagen verspreide geruchten van
ministeriële wijzigingen van allen grond ontbloot zijn. Het
officiële dagblad neemt voorts de nota over, welke Le consti-
tutionnel gisteren reeds behelsde ter zake van den brief van
prins Murat.
De Correspondance Havas verklaart dat de minister de
Persigny geheel vreemd is aan het onlangs in La patrie opge
nomen berigt betrekkelijk het bijwonen der begrafenis van
de hertogin van Kent door de prinsen van Orleans. Daarbij
wordt verder gezegd.dat er te dier zake volstrekt geene wisse
ling van dépêches heeft plaatsgehad tasschen de kabinetten
der Tuilerien en van St. James.
Behelst die mededeeling de waarheid, dau vervalt ook veel
van hetgeen aanleiding gaf tot de geruchten van ministeriële
wijzigingen en bepaaldelijk van den beweerden overgang van
den lieer de Persigny van de binnenlandsche naar de buiten
landsche zaken.
Nog een andere grond voor het gerucht verdwijnt, wan
neer men gelooven mag wat L'indépendance beige zegt, welk
blad namelijk ten stelligste ontkent dat door bedoelden mi
nister o]) den 13 maart een geheim tractaat inet Rusland zou
gesloten zijn omtrent de verdeeling van het turksche rijk.
Laatstgenoemd blad drukt de hoop uit dat het eveneens
zal gaan wet de oorlogzuchtige tijdingen, volgens welke
Frankrijk in verbond met Rusland een oorlog zou aandoen
aan Oostenrijk, hetwelk een boudgenootin Engeland zou vin
den. Dit gerucht had reeds zoodanige uitgebreidheid gekre
gen dat men bepaald liet legerkorps van generaal Ladinirault
aanwees, als bestemd om zich te Toulon in te schepen en Au-
cona te overyallen.
Italic.
Volgens een telegram uit Turyn, is Garibaldi aldaar woens-
dag op den middag aangekomen, levendig toegejuicht dooi
de bevolking. Men noemt als reden van zijne overkomst, dat
hij het mandaat als afgevaardigde naar het. parlement voor de
stad Napels heeft aangenomen, en gelooft dat hij in die hoe
danigheid de beraadslagingen der kamer met betrekking tot
zuidelijk Italië zal bijwonen.
Men verzekert vrij algemeen dat er thans volmaakte
overeenstemming lieerscht tusschen Garibaldi en graaf di
Cavour.
In de dingsdag gehoudene zitting der kamer hield de
heer Massari eene redevoering, waarbij hij uiteenzette dat de
napolitanen zeer gestemd zijn voor één groot italiaansch
vaderland en afkeerig van de autonomie van de beide Sicilien.
Buiten die eenheid ziet hij dan ook geen heil voor Italië. In-
tusschen meende hij te mogen verzekeren dat er te Napels
zelf geene reactie bestaat, hoewel er geen goed bestuur is, maar
dat er in de provinciën geene publieke veiligheid lieerscht en
daar het oude bourbonsche systeem nog in vollen gang is.
Woensdag heeft de minister van binnenlandsche zaken, de
heer Minghetti, in antwoord hierop het woord gevoerd. De
minister verklaarde de onlangs uitgestrooide geruchten ten
nadeele der openbare ambtenaren, voor lasterlijk. De vorige
sprekers hebben de bestaande gebreken in het bestuur over
dreven, zeide de minister, en de regering zal in deze zoo veel
doenlijk voorzien en de strijdkrachten in het zuiden vermeer
deren,ter wille van de openbare veiligheid. De minister houdt
zich reeds bezig met de wapening der nationale garde. In
Sicilië zal de stedehouder op zijn eigen verzoek worden ver
vangen.
De beraadslaging is nog niet ten einde gebragt, maar zou
donderdag worden voortgezet.
De kamer van afgevaardigden te Turyn zal eerstdaags
beraadslagen over een uit haar midden voortgekomen wets
voorstel van dezen inhoud: ar£».l. De generaal Jozef Gari
baldi wordt verklaard de eerste burger van Italië te zijn
art. 2. In naam der natie wordt door het parlement aan den
eersten burger, in vrijen en volkomen eigendom, voor hem en
zijne erfgenamen, een uitgestrekt stuk grondgebied of ver
scheiden landgoederen, te zaaien een jaarlijksch inkomen van
150,000 francs opleverende, aangeboden, niet als belooning
maar als een geschenk van de natie, en als een blijk van
erkentelijkheid voor de oneindig groote diensten, welke hij
aan het vaderland heeft bewezen.
In antwoord op een artikel van den Corriere mercantile
over de redevoering van den heer di Cavour betreffende de
romeinsche kwestie, zegt de Opinione dat de inlegering van
fransche troepen in Rome niet langer meer kan duren, zonder
de positie van Frankrijk al moeijelijker en moeijelijker te
maken; dat Frankrijk wel is waar zijne troepen alleen te
Rome doet blij veu om den paus te besehermen, maar dat, zoo
dra Italië de ruimste waarborgen voor de veiligheid aanbiedt,
de taak der fransche troepen zeer wel door het nation'ale leger
vervuld kan worden.
Het milaansche dagblad Unita italiana, het orgaan van
Mazzini. behelst in een van zijne jongste nommers een arti
kel, waarin deze aan de italianen aanwijst, wat hun, zijns
inziens, in de tegenwoordige omstandigheden te doen staat.
„Gij moet thans (zegt hij) eenstemmig, van Italies eene einde
tot liet andere, tegen de inlegering van fransche troepen te
Rome protesteren, en vorderen dat zij niet langer voortdure;
gij moet u wapenen gij moet Oostenrijk in het venetiaansche
aanvallen.
„Wapent u. Italianen! Ten zij het gouvernement n verra
den en openlijk voor zijn verraad uitkomen wil, kan het u
zijne goedkeuring en ondersteuning niet onthouden.
„Wanneer gij u hebt gewapend, valt dan Oostenrijk in het
venetiaansche aan. Is eenmaal de strijd voor den vijand en liet
venetiaansche onder het bevel van Garibaldi aangevangen,
dan zullen het gouvernement en tie reguliere legermagt gewis
door den stroom worden medegesleept en u moeten volgen."
Berigten uit Rome ontvangen en loopende tot 2 april,
deelen mede dat de paus, op het oogenblik dat hij de kapel
verliet alwaar hij de dienst had waargenomen, door een toe
val is overvallen en naar zijne vertrekken terug gebragt. De
bezwijming duurde echterslechts zeer kort, en de pausisspoe-
dig daarna reeds in de gelegenheid geweest om het corps di
plomatique, den franschen bevelhebber, generaal de Goyon,
en andere belangstellenden te ontvangen, die zich hebben ge
haast om naar zijn toestand te komen vernemen.
fjaitöclsbmgtcn.
Overzigt der week.
Rotterdam 5 april.
In den handel is liet over hetalgemeen zeer stilkoftij blijft
gedrukt, en in afwachting der aanstaande veiling der Neder-
landselie handelmaatschappij gaat er weinig in om.
Rijst niet zeer weinig handel.
Specerijen geheel verlaten.
In de op gisteren gelioudene veiling van thee is bijna alles
verkocht; de prijzen tot iets beneden taxatie.
Cr raan markten.
Amsterdam 5 april.
Tarwe en gerst flaauw.
Raapolie op zes weken f 37ij. Lijnolie op zes weken f 30$.
Oostburg 3 april.
De aanvoer van granen was heden niet groot en de kooplust
niet levendig, alleen voor gerst deden zich koopers teo-en iets
hooger prijzen op, terwijl voor de overige artikelen de stem
ming lager was. Men betaalde de tarwe f 10 a f 10,25 voor
eerste soorten, f9.75 a f9,50 voor afwijkende en f9 voor
geringe kwaliteit. Rogge weinig of niet getoond en alleen
ter eonsumtie gevraagd. Wintergerst f6,50, f6,25 en f6 naar
kwaliteit; zomer dito f5,50 a f 5,80. Haver f2.50 a f3,50.
Paardeboonen f 6,50 a f 6.80. Erwten en zaden bijna niet aan.
Middelburg '1- april.
Door de plaats gehad hebbende feestdagen was de aanvoer
van heden en het gepasseerde in den handel van weinig betee-
kenis. De beste walchersche tarwe werd door de eonsumtie f li
en f 11,25 de mud betaald. Zeeuwsche goede tarwe is f 10 en
f 10,30 verkocht. Puike zeeuwsche rogge f 7,30, gewone f7.
Gerst bleef in één doen. Puike wintergerst f 6, dito zomer-
gerst f5,75 a f5,25 naar kwaliteit. Walchersche witte-, bruine
en paardeboonen bleven inseen doen met weinig handel. Wal
chersche groene erwten, die weinig meer voorkomen, waren
prijshoudend. Koolzaad zonder handel. Oliën zonder prijs-
verandering.
Tarwe oude
Dito nieuwe
Rogge oude
Gerst wint
Dito zom.
Boekweit
Haver
Witteboon
Gemiddelde marktprijzen.
per ned. mud.l per ned. mud.
f a f IBruineboon. f 16,a. f21,
- 9,50 a - 11,25 Paardeboonen - 6,75 a- 7,-
- 7,30 a- 7,50|Gr. erwten a
5,75 a- 6, Witte erwten -a
- 5,50 a- 5,75
-12,-
Koolenraapz.a-
Aardappelen. - 3,70 a- 4,
per ned. pond.
Versche boter f 1,08 a f 1,12.
Middelprijzen van bakbare tarwe f 11,10 en rogge f 7,25.
Nederland.
Rusland.
Polen.
Spanje.
Oostenrijk.
Belgie.
Portugal.
Grenada.
Venezuela.
Illinois.
Mexico.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 5 april.
Certific. Werkelijke schuld 2pet.
dito Nationale dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij 44
Oblig. 1798/1816 5
Certific. Hope co4
dito dito 1855, 6de serie. 5
dito6
Aand. spoorweg
Leening 18604$
Schatkistobligatien4
Obligatien 1^
dito binnenlandsch3
Certific. coupons bewijzen
Crediet instelling
Obligatien Weener metalliek
dito amsterdamsche
dito nationale
dito 1847/1852
Bank actiën
Certificaten bij Rothschild
Obligatien :s
dito nieuwe3
dito
dito2^
dito7
dito3
Londen, 4 aprilten 12 ure. Consols 91 i.
"Weenen, 4 april, (slotprijzen) Metalliek 5 pet.
Parijs, 4 april, (siotpr.) 4$ pet. compt.3 pet.
63$
75$
131$
101$
74 J
93$
56
181
S9
75J
411
462
39}
63
46j
544
45}
45
"l
18}
931
23}
61.10
67.65
ütlmgclingm.
De zijdeworm van «le ailanthus
OF DE BOMHYX CYNTHIA.
De ziekte van den zijdeworm, bekend onder den naam van.
muscardine 1). heeft in Frankrijk allerwege den vvensch doen
ontstaan, dat door den invoer van nieuwe soorten van rupsen
deze bedreigde tak van nijverheid voor eenengeheelen onder
gang inogt bewaard worden. Onderscheidene soorten van
zijdewormen werden er achtereenvolgende ingevoerd, en daar
van schijnen drie soorten vooral het meeste te voldoen, name
lijk de zijdeworm uit China ingevoerd en die daar leeft van
de bladeren der ailauthus glaudulosa en onder den naam van
bombyx cynthia bekend is. Eene tweede soort is de bombyx
arrindia, afkomstig van Engelsch ind e en die zich met de
bladeren van de ricinus communis voedt, doch ook met bla
deren van geheel andere soorten van planten kan groot ge
bragt worden, waartoe in de eerste plaats de zoogenoemde
kaardebollen of dipsaens full on um kunnen strekkeneene
plant, welke ook in ons land in het wilde, vooral op klei
gronden. nog al veelvuldig gevonden wordt. De zijde van
deze rups is minder fijn dan die van dengewonen zijdeworm,
maar zij is zeer sterk en kan ook een zeer goed fabriekaat
leveren. Deze rups heeft echter het gebrek, dat uit de cocons,
in de warmere luchtstreken, zeer schielijk de vlinder geboren
wordt, die onmiddellijk eijeren legt, en welke eijeren eveneens
binnen zeer korten tijd rupsen leveren. Men heeft dus eene
voortdurende opvolging van generatiën, waardoor de kracht
van het ras vermindert en de rupsen door verzwakking meestal
te gronde gaan, terwijl in meer noordelijk gelegen streken
deze soort niet in aanmerking schijnt te komen.
Eene derde soort van zijdeworm, die in Frankrijk inge
voerd en wiens teelt eenige kans van slagen heeft, is die van
den chineschen eik of de bombyx pernyi. Deze rups wordt
in het midden en noordelijk gedeelte van China het meest
aangetroffen en strekt zich uit tot eene luchtstreek, welke,
zoo niet kouder, althans met Frankrijk gelijk staat. De zijde
van deze rups is weinig glansrijk, doch van eene bijzondere
sterkte, en levert de stollen voor de zijde der chinezen V an
den minderen stand. Proeven, in Frankrijk met deze rups
genomen, geven wel eenige kans van te slagen, ofschoon de
uitkomst nog niet geheel aan de verwachting voldeed.
Gunstiger althans is de uitkomst, welke met eerstgenoemde
soort van rups, die van de ailanthus, verkregen werd. Deze
rups werd in 1856 het eerst in Europa ingevoerd door den
piemonteeschen zcndéling P. Fantoni, en de rupsen daarvan
werden in 1857 te Turyn door de heeren Griseri en Com ba
opgevoed. Eijeren van deze vlinders werden in julij 1858 aan
den bekenden franschen entomoloog F. E. Guérin-Méneville
medegedeeld, die daaraan dadelijk de meest mogelijke zorg
besteedde, en er in slaagde om ze spoedig te vermenigvul
digen en de teelt daarvan meer in het groot te beproeven.
De uitslag daarvan werd in den Moniteur van 29 november
1860 bekend gemaakt, in een brief, welke door genoemden
heer aau den keizer was geschreven en waarvan wij hier den-,
voornaamsten inhoud laten volgen;
Vooraf brengt de schrijver zijne hulde aan den keizer in
bewoordingen, die zeer sterk gekleurd zijn, en waarbij hij,
1) Men zie omtrent de oorzaak der muscardine "Het ontstaan des
levens", voorkomende in ons nommer van 28 maart. y