öuitcnlanDsclje tijdingen. missie, tot liet geven van alle zoodanige inlichtingen als ver langd mogten worden. Dien ten gevolge is bij resolutie van z. exc. den gouverneur dd. 22 febr. jlde commissie te Para maribo alhier, bestaande uit de heerenmr. J. W. Geffen, procureur generaal, mr. J. Mauritz Ganderheijden, president van het geregtshof, F. van Eraden, president van het collegie van kleine zaken, en inr. B. E. Colaco Belmonte (toen) tijde lijk lid van het geregtshof, (thans) gekwalificeerd assessor bij het collegie van kleine zaken, aangevuld met het lid van den kolonialen raad, den heer W. E. Ruhman, en is tevens tot voorzitter dier commissie uit haar midden aangewezen, de heer mr. J. W. Geffen. Uit een brief uit Curasao van den 7 maart wordt aan de Utrechtsche courant medegedeeld: „Den 25 februarij is Zr. Ms. schroefstoomschip Cornelis Dirks naar St. Martin en St. Eustatius vertrokken, met troe pen ter aflossing van het detachement op St. Eustatius. Den 4 maart is de Antilope naar Nederland gegaan, als passagiers aan boord hebbende den heer Tieleman, roomsch-katholiek S-iester, en eenige militairen, wier diensttijd geëxpireerd was. en 7 maart is Zr. Ms. schooner Schorpioen naar Coro ver trokken, omdat men denkt dat aldaar weder opstand, is uitge broken. waardoor curacaosche vaartuigen, welke reeds drie weken geleden hier moesten zijn, opgehouden worden. Men zegt dat de federalisten van Nieuw Grenada, die triomferende zijn en al de zeehavens van dat land in bezit hebben, de zelfde partij in Venezuela helpen zullen. Als dit waar is, dan zal het voor het tegenwoordig gouvernement van Venezuela zeer moeijelijk worden om zich staande te houden. Dc gezond heidstoestand van Curasao blijft steeds, zoo wel voor inboor lingen als vreemdelingen, gunstig. De oogst is niet zoo alge meen voordeelig geweest als men wel verwacht had." Verïiooplngen em aanbestedingen. Gisteren zijn alhier ter verkoop aangeboden de navolgende huizen en erven: I. een huis en erve in de Lombardstraat. wijk C no. 64, verk. voor f 1000. II. een huis en erve op den Langenburgt, wijk C no. 91, verk. voor f 2450. III. een huis en erve in de Lange noovdstraat, wijk C no. 30, verk. voor f S46. IV. een huis en erve in de Sint geertruidstraat, wijk H no. 99, opgehouden. V. een pakhuis en erve aan de Oostkerk, wijk N no. 162, verk. voor f 566. Thermoiaietei'stfaml. 3 april 's av. 11 u. 47 gr. 4 's raorg. 7 u. 47 'smidd. 1 u. 50 gr. 's av. 11 u. 45 gr. 5 's morg. 7 u. 44 'smidd. 1 u. 52 gr. Engeland. Londen 2 april. Het gerucht, dat lord Canning, ten gevolge zijner geschokte gezondheid, voornemens is als gouverneur- generaal van Indie af te treden, wint veld en de hertog van Newcastle zal, naar men zegf, zijn opvolger zijn. Bevestigt zich dit, dan zoude lord Palmerston een nieuwen minister van koloniën moeten opsporen en wel onder de pairs, daar de regering in het hoogerhuis toch reeds schaarsch genoeg verte genwoordigd is. De hertogin van Kent heeft bij testament den prins gemaal tot executeur-testamentair en de koningin tot hare universele erfgename benoemd. Voor het personeel van haar huis heeft zij 3000 p. st. gelegateerd, waarbij de koningin nog 2000 ]i. st. heeft gevoegd, welke gezamenlijke som naar even redigheid van de stelling, die de dienaren bij de overledene innamen, en naar het getal dienstjaven zullen verdeeld wor den. Daarenboven zullen de dienaren der hertogin worden gepensioneerd op den zelfden voet als die van het koninklijke huis. De op handen zijnde debatten over het budget zullen, voorzoo ver men kan vooruitzien, hetgewigtigste zijn van het tegenwoordige zittingjaar van het parlement. Met het oog op het aanzienlijke deficit van liet afgeloopen dienstjaar, zal de heer Gladstone thans wel geen lustgevoelen om metgewaagde financiële plannen voorden dag te komen; veeleer houdt men het er voor, dat hij er op bedacht zal zijn door kleine verlioo- gingen van belastingen en matige bezuinigingen, zijne finan ciële fouten te herstellen. Van zijne houding met betrekking tot het budget zal het waarschijnlijk afhangen, of het veel of weinig oppositie zal ondervinden. De regering heeft thans openbaar gemaakt den staat der rijks-inkomsten over het den 31 maart afgeloopen dienst jaar. Daaruit blijkt, dat die inkomsten hebben bedragen 70.283,674 p. st.. en dus 805,995 p. st. minder dan gedurende liet vorige dienstjaar. Onlangs is door het congres van de zuidelijke confede ratie inN oord-Amerika eene vlag voor die staten aangenomen. Zij is in drie vakken verdeeld, waarvan de bovenste en on derste rood zijn. en liet middelste wit is, terwijl eene blaauwe streep, die zeven sterren in een cirkel bevat, van het bovenste tot het onderste roode vak beloopt. Deze vlag heeft eene heraldieke beteekenis, voor de on in ge wij den met terstond merkbaar. Het blaauw beteckent standvastigheid, volhar ding en getrouwheid, en het wit zuiverheid en wede, terwijl liet rood liet zinnebeeld des oorlogs is. In verhand met de zeven sterren in het blaauw, kan de vlag derhalve dus gelezen worden„Zeven staten hebben een verbond van goede trouw gesloten, om het algemeen welzijn in vredestijd te bevorde ren, en om in oorlogstijd in eene algemeene verdediging te voorzien." Dc tegenstanders der wereldlijkesonvereiniteit van den paus zijn zeer tevreden met een betoog, voorkomende in The morning post, waarin wordt uiteengezet hoe liet buitenland steeds door het ultramontanismus is bestookt, en de fransche regering wordt gel uk gewenscht met de standvastigheid, waar mede zij voor de regten van het burgerlijk gezag in de bres springt. Merkwaardig schijnt liet te mogen worden genoemd, dat in dit betoog van lord Palmerstons orgaan voorkomt, dat geen vorst aan zwaardere beproevingen is bloot gesteld ge weest dan Willem I, de grootvader van den tegenwoordigen koning der Nederlanden, wiens gezag voortdurend onder mijnd is geworden door de jezuiten en de ultramontar.en, van het oogenblik dat hij de regering heeft aanvaard, tot dat hij er afstand van heeft gedaan. Benemarken. Blijkens berigten uit Kopenhagen van 28 maart, is aldaar door den uitslag van de beraadslagingen der holsteinsche stenden de hoop op het behoud van den vrede nagenoeg ver nietigd, dewijl uit de beraadslaging op nieuw is gebleken dat in Holstein de leiders steeds naar politieke vereeniging met Sleeswijk, welk gewest niet tot den duitscben bond behoort, streven en in dat opzet door de ondersteuning van Duitsch- land worden gestijfd. liet gouvernement en het volk van Denemarken meenen de vereeniging der deensche provincie Sleeswijk met den duitschen bondstaat Holstein niette kun nen bewilligen, dewijl slooping der monarchie daarvan het gevolg zou zijn; en zij hebben in de laatste jaren eenen lang- tlurigen en bloedigen oorlog gevoerd om die vereeniging te beletten. Op andere punten wilden zij veel aan de holstei- ners en aan Duitschland toe; "wen, gelijk ook door de jongste voorstellen van het deenscheg--,': ernement is gebleken maar dit baat niet, daar die bewilligingen aan de andere zijde tel kens worden afgewezen,in de blijkbare hoop om het wezenlijke doel te bereiken door het geschil gaande te houden. Het deensche gouvernement ging dan ook. volgens de boven aangehaalde berigten. voort toebereidselen te maken om eenen aanval van Duitschland te kunnen afslaan. Rusland. Naar men zegt, heeft prins Gortschakoff, de minister van buitenlandsche zaken, aan de legatien in het buitenland eene circulaire doen toekomen, waarin gezegd wordt dat Rusland aan Europa het bewijs heeft geleverd, dat de keizer, wel verre van de hervormingen van de hand te wij zen, daartoe het initi atief neemt en ze met volhardenden wil beoogt. De keizer wil dat hetgeen hij toestaat eene waarheid worde en dat aan Polen den weg tot regel matigen vooruitgang worde geopend. Volgens berigten uit Warschau heeft de vorst stede houder aldaar de volgende proclamatie uitgevaardigd Po len Belangrijke omstandigheden verpliglen mij om woorden van vrede en verzoening tot u terigten. De instellingen welke u zijn gegeven, leveren u liet bewijs van de belangstelling des keizers in het heil van uw land, de dierbaarste belangen van uw hart, en in uwe godsdienst en nationaliteit. Het is de wil des keizers dat die instellingen met naauwgezetheid en op- regtheid worden nageleefd. Toont dus uw eenparig streven om de orde te handhaven, en wacht er u voor, onlusten te bewerken, welke liet gouvernement niet mag toestaan en vol gens zijne verpligting raoet onderdrukken. Te Kalisch hebben zondag eenige ongeregeldheden plaats gehad. Door 300 personen werd een charivari gebragt aan den districts komniandont en de glazen van zijn hotel ingeslagen. Die ambtenaar heeft de vlugt genomen in de mili taire school, doch onderging daarbij vcrschillendebeleedigin- gen van het volk, even als zijn adjudant. Later hadden er ge lijksoortige ongeregeldheden plaats voor de woningen van den president van het geregtshof en den inspecteur van het onder wijs; de orde werd echter spoedig hersteld door de militaire magt-, en zij is sedert niet meer verstoord. Er is om de rust te handhaven een comité' van 24 notabele ingezetenen benoemd. Te Warschau, waar het laatste mede is geschied, is liet getal thans op 12 verminderd, die op het raadhuis zitting zullen blijven houden tot de benoeming van een nieuwen gemeente raad. naar aanleiding der nieuwe beschikkingen van keizer Alexander. Buifschliand. Weenen 2 april. Het blijkt dat de geruchten omtrent een op handen zijnde ministeriële crisis geenszins van grond ont bloot waren, maar thans verneemt men dat al de ministers nog voovloopig hunne portefeuilles behouden. De aanleidende oorzaak tot de crisis schijnt bestaan te hebben in deconcessien ten gunste van Transylvanie, overeenkomstig de wensclien van de hongaarsehe bevolking, tot welke reorganisatie is be sloten, in weerwil der hevige tegenkanting van graaf von Sclimerling en diens vrienden, die niet onduidelijk de vrees hebben te kennen gegeven voor nog meerdere concessien. in den geest als door de hongaarsehe bevolking onlangs met klem zijn aangevraagd. De aartshertog Reinier moet, op het oogenblik dat het misverstand in het kabinet liet hoogst ge rezen was, en toen men reeds als zeker sprak van de optreding van een ministerie Gleam-Martinitz, zijn tusschenbeide getre den. Intusschen beteckent liet niets of de crisis nu al voor het oogenblik gestuit is. Het zal onmogelijk blijken te zijn om op den duur wederstand te bieden aan de immer stijgende op gewondenheid in Hongarye. Men wil dat de fransche gezant, markies de Moustier, in de laatste dagen, op grond van geheime instructien, lierhaal- delijk vertrouwelijke bijeenkomsten heeft gehad met graaf von Rechberg, met betrekking tot een nieuw plan om tot eene oplossing van het vraagstuk van Venetie te geraken. De fransche regering zou, volgens die geruchten, genegen zijn om Venetie te doen afstaan aan Italië tegen eene vergoeding in ander grondgebied, hetwelk echter niet genoemd wordt. Voorts zou zij niet alleen den afstand van zoodanige land streek waarborgen, maar ook borg blijven voorde toekom stige houding van Italië, van welk rijk Napoleon zich sterk maakt om eene verzoening, ja een verbond, met Oostenrijk te bewerken. In de Wiener Zeitung vindt men de volgende mede- deeling: „Die Presse en Der Wanderer bevatten in hunne kolommen den woordelijken inhoud der ondereede afgelegde verklaring (affidavit) van L. Kossuthin het bekende bank noten-proces te Londen. Dien ten gevolge is tegen de verant woordelijke hoofden dier bladen eene geregtelijke vervolging aangevangen. Frankrijk. Parijs 3 april. La patrie meldde gisteren de aankomst alhier van den generaal Ulloa, die volgens het gerucht overbrenger zoude zijn van een verzoekschrift der napolitanen ten gunste van het opdragen der regering aan den prins Murat. De Moniteur behelst de benoeming van den generaal Omano tot maarschalk. Le constitutionnel zegt geinagtigd te zijn te verklaren dat de brief van den prins Murat, die door sommige bladen openbaar is gemaakt, niet meer is dan een uitvloeisel der per soonlijke beschouwingen van den schrijver, en in geenen deele met de politiek van het gouvernement overeenstemt, maar veeleer lijnregt daarmede in strijd is. Die brief zelf, in ons vorig noramer reeds lcortelijk vermeld, en den 27 maart uit het kasteel van Buzenval gedagteekend, luidt in zijn geheel dus: „Waarde hertog Onze staatkundige toestand is meer dan ooit gespannen en kan niet langer voortduren. De verschil lende partijen welke Italië aan elkander betwisten, zijn op het punt vail in botsing te komen, en men verzekert mij dat de wensclien en verlangens van het koningrijk der beide Siciliën zich naar mij uitstrekken. Het is derhalve goed dat ik u en allen die op mij hopen tnijne gedachte kenbaar maak. Ik heb herhaaldelijk, en met name bij den aanvang der aanhechtin gen, verklaard nooit een hinderpaal voorde eenheid van Italië te zullen zijn en ik heb woord gehouden. Maar die eenheid kan op verschillende wijzen verstaan en bewerkstelligd wor den. Er is eene federale eenheid, met de historische ontwik keling en den geest van Italië in overeenstemming, en eene geneutraliseerde eenheid uit de utopische beweging der zamenzwevingen ontstaan. De middelen, ik durf zeggen de kunstgrepen, tot verwezenlijking dezer utopie aangewend, zijn voor mi j, sedert het vorige jaar, het gewisse voorteeken van het mislukken eener onderneming geweest, voor liet beproeven waarvan men zich zelfs had behooren te wachten. Het was gemakkelijk staatkundige vereenigingen, tot onder steuningder voorbereide maatregelen bestemd, te organiseren; de elleude en de ligt te bevredigen gewetens te verzachten; den algemeenen haat tegen met regt verfoeide regeringen op te wekken het was mogelijk twee of drie veldslagen te win nen maar het was niet gemakkelijk het koningrijk der beide Siciliën te onthoofden, Napels tot eene provinciestad te maken, Rome te bemagtigen, zonder op de redenen van staat en de zedelijke krachten, die het pausdom verdedigen, acht te slaan, een mjUioen soldaten tot het verslaan van Oostenrijk te wapenen, en voor te wenden dat men zelfs Frankrijk, den beschermer van Rome, en nevens Frankrijk de meteen alge meenen opstand bedreigde europesche mogendheden, eerbied afkon dwingen. „Het is onbekend of het aanvankelijk de geheime gedachte van Pieinont was geheel Italië tot eeu eenig koningrijk te maken, zonder zoo vele moeijelijkheden te tellen de bedoe lingen van Piemont waren dikwijls, zelfs bij de beroemdste hoofden der beweging, verdacht; maar toen Piemont zijne vaan in liet midden punt'van Italië plantte bevond het zich op de helling der meest liagchelijke ondernemingen, en thans wordt liet door een onbedachtzaam fanatisnius tot, buitenspo rige besluiten gedreven. Dat blind fanatismus roept nu de mannen die Italië besturen toe: „Voorwaarts! laat ons Rome binnenrukken, daarna zullen wij ons tot Oostenrijk lceeren, of, schikt liet u beter, laat ons dan eerst Oostenrijk en daarna Ilome aanvallen." Zoo spreekt eene partij die alle volken in opstand wil brengen, om die tot hare medepligtigen te maken. „Zal Piemont voor die noodlottige aansporing buigen Doet het dit, sleept liet werk der vereeniging een nieuwen strijd met Oostenrijk na zich, dau zal in het koningrijk der beide Siciliën de burgerkrijg op nieuw ontbranden Piemont zal het oostenrijksclie leger vóór zich, de napelsche wetgeving achter zich hebben, en dan zullen gelijktijdig de nationale onafhankelijkheid door de oostenrijksclie wapenen en de vrijheid door de woede der partij van Bourbon bedreigd zijn vrijheid en onafhankelijkheid zouden kunnen bezwijken, of minstens op nieuw onder de hooge regtspvaak der groote mo gendheden komen. Ik besef hoe, bij de mogelijkheid van zoodanige rampen en volgens wat gij mij schrijft, de herinne ring aan mijn vader als een straal van hoop blinkt. Zoo lang het volk der beide Siciliën zal bestaan, zal de naam van Joachim Napoleon in aller harten dierbaar en geëerbiedigd zijn, en ik, zijn zoon, zal mij de gevaren en moeijelijkheden tot groote eer rekenen, die, in een zoo hagchelijk tijdsgewricht de taak om liera ten gevolge der volkskeus op te volgen, ver gezellen zouden. Ik zou eene zoo groote taak niet op mij nemen dan om liet voor Italië zoo noodige tijdperk eener vruchtbare staatkundige en maatschappelijke bewerking te openen, en met den wil om de grondslagen van een gebouw te leggen, niet zoo wankelbaar als dat der aanhechtingen, hetwelk slechts op wankelbare schragen steunt. Men vestigt binnen weinige maanden de grootheid der staten niet. De bewonderenswaardige magt des franschen keizerrijks is de vrucht van den maatschappelijken arbeid van verschei dene eeuwen. Evenmin als ik de vereeniging van Italië heb willen dwarsboouien, zou ik dulden dat anderen het denk beeld van ons bewind dwarsboomden, door ons tot verleide lijke maar noodlottige ondernemingen mede te slepen. Ik zou uwe onafhankelijkheid als een schat bewaren en met, een par lement deelen wat in de taak eens konings het edelste isde ontwikkeling der maatschappelijke werkzaamheid, door de nijverheid, den koophandel, de wetenschappende kunsten, de groote werken en alle grondslagen van gemeenschappe lijke opleiding en nationalen vooruitgang aan te moedigen. De grondregel van mijn gedrag zou sterk van dien der man nen verschillen, die Italië in beweging brengen. Deze hebben in de plaats des italiaanschen volks broederschappen van zamenzweerders gesteld, die aan al de europesche omwente lingen verknocht zijn. Wij. daarentegen, zouden onsgelukkig achten die kunstmatige aristocratie van zamenzweerders te doen verdwijnen, die over alles naar welgevallen beschikt. Wij zullen de vriendschap dier wereldburgerlijke bevoerders

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 2