Öuitenlauïisclje. tijdingen.
De geneeskundige dienst der zeemagt was als volgt1 in
specteur; 1 dirigerend officier van gezondheid le klasse; 3
dirigerende officieren van gezondheid 2e klasse 13 officieren
van gezondheid le klasse; 38 officieren van gezondheid 2e
klasse; 30 officieren van gezondheid 3e klasse; 1 eerste apo
theker der zeemagt.
De administratie der zeemagt bestond uit: 3 inspecteurs
van administratie; 4officieren van administratie le klasse; 36
officieren van administratie 2e klasse; 21 officieren van admi
nistratie 3e klasse16 adjunct-administrateurs en 33 klerken.
Het korps machinisten bij de stoomvaartdienst bestond uit:
8 officieren-machinist; 10 machinisten le klasse; dek-en
onderofficieren: onderofficieren le klasse (graad van adju
dant-onderofficier): 10 ppperschippers; 6 opperstuurlieden
6 oppcrkonstabels; onderofficieren 2e klasse (graad van
sergeant-majoor): 18 schippers; 6 eerste stuurlieden; 10 kon
stabels-majoor; 10 eerste timmerliedenonderofficieren 3e
klasse (graad van sergeant)10 bootslieden; 6 tweede stuur
lieden; 9 konstabels; 5 schielieden15 eerste zeilmakevs5
eerste smeden; 4 eerste kuipers; 19 botteliers; 11 tweede tim
merlieden; 13 tweede zeilmakers; 5 provoosten en 8 eerste
ziekenoppassers.
Het korps ingenieurs der marine bestond uit: 1 hoofdinge
nieur, directeur van scheepsbouw; 5 hoofdingenieurs: 2
ingenieurs le klasse; 2 ingenieurs 2e klasse; 3 aspiranten-
ingenieurs; 1 assistent bij den scheepsbouw. Assistenten bij
den scheepsbouw, ter verdere opleiding geplaatst bij de
Koninklijke akademie voor burgerlijke ingenieurs enz. te
Delft; 3 assistenten voor den scheepsbouw hier te lande; 3
idem in Oost-Indie; 1 hoofdingenieur a la suite.
Adelborsten bij het Koninklijk instituut voor de marine te
Willemsoord: adelborsten 2e klasse, le afdeeling. 31 adel
borsten 3c klasse. 2e afdeeling 50; 3e afdeeling 414 lcadets
bij het korps mariniers; 16 kweekelingen voor de marine bij
's rijkskweekschool voor militaire geneeskundigen, te Utrecht.
De nederlandsche zeemagt bestond op 1 januarij 1861 uit:
r. fregat! met stoomvermogen. met 243 stukken, en 1950
paardenkracht 2 korvetten met stoomvermogen, met 38
stukken en 300 paardenkracht; 38 schroefstoomschepen met
421 stukken en 4814 paardenkracht; 12 raderstoomschepen
met 75 stukken en 2*300 paardenkracht; 1 raderstoomschip
3e klasse (behoevende aan het departement van koloniën,
'doch bemand wordende door de marine) met 4 stukken en
150 paardenkracht; 6 drijvende batterijen met 17S stukken
2 linieschepen 2e klasse met 148 stukken; 3 fregatten le
klasse met 150 stukken4 fregatten 2e klasse met 12S stuk
ken 1 geraseerd fregat met 22 stukken 1- korvetten 1 e klasse
met SS stukken; 2 korvetten 2e klasse met 30stukken; 7
brikken met 108 stukken5 schoonerhrikken met 34 stukken;
-4 schooners met 10 stukken; 1 transportschip met 10 stuk
ken; 13 verdedigingsvaartuigen met 65 stukken; 34 kanon-
neerbooten. groot model, nieuw, oudenmortiers.il kanon-
neerbooten. klein moilel. 1 kanonneerboot in deWestindie
met 2 stukken en schip tot verschillende diensten gebezigd.
Sterkte van het korps mariniers: sterkte aan wal: 34
officieren. 957 onderofficieren en minderen, te zamen 991
sterkte aan boord 10 officieren, 1050 onderofficieren en min
deren, te zamen 1060. Gezamenlijke sterkte44 officieren,
2007 onderofficieren en minderente zamen 1051Bij Zr. Ms.
besluit van den 12 november 1860. no. 21. is de sterkte be
paald op: 50 officieren. 2104 onderofficieren en minderen; te
zamen 21 54. Alzoo ontbreken 6 officieren, 97 onderofficieren
en minderen, te zamen 103.
De staat van ontvangstenen uitgaven bij het weduwen- en
weezenfonds der militaire officieren bij 's rijks zeemagt. ge
durende het jaar 1860. was f 105.463.031. De staat van ont
vangsten en uitgaven bij het fonds voor oude en gebrekkige
zeelieden, gedurende denjare I860, was f 7024,98.
Burgerlijke stamel.
Middelburg.
Eerste huwelijksafkondiging 31 maart: A. Labruyère, jm.
26 j. metS. Christiaanse. jd. 23 j. J. Flipse.jm. 25 j. met A.
Riemens, jd. lSj. J. van der Leyé, jm. 24j. met G. M. Gort,
jd. 24 jaar.
Vlissingenvan 23 tot 30 maart.
Gehuwd: P. C. van den Buusejm. 30j.. met A. Noote-
baard, jd. 21 j. T. F. Sterk. jm. 39 jmet A. C. van Okken-
burg. jd. 30 jaar.
Bevallen: P. van de Vissersdijk geb. Voerman, d. L. A.
Slootmans geb. Misdom, P. Becht geb. Blaser, z. E. Gris-
havergeb. de Beer. d. M. Lute geb. Schub man. d.
Overleden: J. A. Serie, jm 62 j. P. van der Spoel, z. 8 m.
J. M. Baljé, d. 5 maanden.
Goes, van 16 tot 30 maart.
Gehuw.l: J. Vermaas, jm. 26 j.. met K. H. Giljam.jd. 22 j.
Bevallen: K. Cappon geb. Verburg.d. C. A. Schvaver geb.
de Jough. d. A. C. van Goethem geb. de Booy, z. L. A. v. d.
Stel. geb. Wagernaker. d. M. P. Mol geb. Rooimanlevenl. z.
C. Hollemans geb. de Zeeuw, d. L. Reijerse geb. vau den
Mark, d. A. van den Ende. geb. Bonze,/. M. Koen geb.
Rem ij n d. G. van Deyek geb. Lenderik, cl. W. Visser geb.
de Smit. z. P. W. Kok geb. Reijerse, z.
OverledenM. Roseboom Machielse, man van W.Smit, 56 j.
J.C.Poelman, wed. P.Mange,65j. A.Legerstee, weduwn. 69 j.
J. C. Massee. man van E. C. Revers, 55 j. J. M. Benjaminse,
vrouw van J. Geldof, 57 j. H. Spijk, wed. W. van Loo, 67 j.
Zierikzee, van 23 tot 30 maart.
Gehuwd: L.Verheul. jm 30j.. met A.Vingerhoed, jd. 27 j.
BevallenA. P. Lochmans geb. de Croly, z. C. Admiraal
geb. van der Mussele. d. J.C. Kooyman geb. van Oorschot, d.
A. J. Kenens geb. Schouten, z. M. P. den Boer geb. Tuvn-
ders, <1. S. Geldhoff, geb. van der Weyde. z. G. Mustegcb.
Nugteren. d. A. Neerhout geb. Deurloo, d. W. J. Verdoorn
geb. Priester, d. K. Loewer geb. Ochtraan, levenl. d.
Overleden: J.Trouwt, wed. A. van Etten, 73j. J.Hansen
(5 aug. 1860 te Singapore). J. Corbeel, d. 7 maanden.
Hulst van 16 tot 31 maart.
Bevallen: R. vanGiesen geb. Vioen.z. M. A. A.Rodrige
geb. van den Vlies, z. J. M. Schuerman geb. Schiffer, z. A.S.
Voet geb. van Toeijenburg, d. Q. C. I. van der Meer Mohr
geb. Kakebeeke. d. L. S. van de Walle geb. Wageschiet, d.
Overleden: M. C. Volleman. z. 6 m. M. A. van Giesen, z.
9 d. M. T. Vermeersen, vrouw van J. T. C. Carl, 48 j. C. J.
de Blok, jm. 20 j.
Tliermonieterstand.
1 april 's av. 11 u. 42 gr.
2 's morg. 7 u. 48 'smidd. 1 u.54gr.'s av. 1] u. 48gr,
3 's morg. 7 u. 46 'smidd. 1 u. 52 gr.
8taten generaal.
Aan de leden van de tweede kamer der staten generaal is
rondgedeeld het verslag in betrekking tot de algemeene be
grootingen van inkomsten en uitgaven over 1858 en 1S59,
mitsgaders tot andere ontvangsten en uitgaven, en tevens op
leverende een algemeen overzigt van den toestand van 's rijks
schatkist op het tijdstip van 1 januarij 1860. Dit verslag is in
drie afdeelingen gesplitst en bevat vele bijlagen. De eerste
afdeeling behelst de rekening der algemeene begrootingen
van staatsinkomsten en uitgaven óver de dienstjaren 1858 en
1859 op 1 januarij 1860. Daaruit blijkt, dat de werkelijke
opbrengst heeft beloopen in 1858 f 105,361,025,5S* en in
1859 t 103,229,881,69en dat de uitgaven bedroegen in
185S f84,718.184,50* cn in 1859 fSS,194,718,70*. De tweede
afdeeling bevat de rekening der schatkist. Daaruit blijkt, dat
de ontvangsten in 1859 hebben bedragen f 121,118,060,41 en
de uitgaven f 101,790,439,07*. zoo dat op 1 januarij 1860 in
kas was f 19,327,621,33*. Onder die uitgaven waren begre
pen f 19,0S3.86S,29*. besteed tot inkoop, aflossing en amor
tisatie. De derde afdeeling houdt het algemeen overzigt in van
den toestand van 's rijks schatkist op 1 januarij 1860, waar
uit blijkt, datde baten en lasten bedroegen f 30.189,469,92*,
maar dat liet overschot op 1 januarij I860 beliep f S,442,l 19,85,
waarop nog in 1860 tot mkoopen en amortisatie van rentege-
vende nationale schuld is aangewend f 5,000,000, zoodat
nog ter verdere bestemming bij de wet beschikbaar bleef
f 3.892.119.85. De uitkeeringen uit de geldmiddelen van
'srijks overzeesche bezittingen over het dienstjaar 185S be
dragen f 34,355,637,28*, waarvan op de inkomsten van
het dienstjaar 1859 is overgeschreven f 3,800,000; blijft
f 30.555,037,28*. als: 1. voor de renten f 9.S00.000; 2. tot her
stel der marine f1,500,000; en 3. als batig slot f19,255,637.28*.
Van dat batig slot is reeds beschikt over eene som van 10
millioen bij de wetten van 26 december 1S57 (Staatsbl. no.
187) en van 30 december 1S5S (Staatsbl. no. 135) zoo dat
alsnog over f 14,555.637,28* naderbij de wet moet worden
beschikt; waartoe sedert 20 september 1860 een wetsont
werp bij de tweede kamer aanbangig is.
Engeland.
Londen 1 april. The times deelt mede dat uit de gewisselde
notas door lord John Russell met den heer d'Azeglio, blijkt
dat koning Victor Emmanuel in het vervolg door Engeland
zal worden erkend als koning van Italië. Intusschen zal dit nog
niet ten gevolgehebben dat de wederzijdschegevolmagtigden,
zoo te Turyn als te Rome, den rang van gezant bekomen.
Tiverton zal op nieuw door lord Palmerston in het
lagerhuis worden vertegenwoordigd. De toespraak, die zijne
lordschap bij gelegenheid zijner herbenoeming tot de kie
zers rigtte. kon niet missen een algemeen gunstigen indruk te
veroorzaken en op nieuw hoop en vertrouwen in te boezemen
dat de vrede, ondanks de verontrustende tijdingen, althans
voorloopigbewaard zal blijven.
De heer Rowcliffe, die bij de herkiezing tegenwoordig was,
dacht die gunstige gelegenheid niet nutteloos te moeten laten
ontsnappen en scheen te hebben besloten als kampioen der her
vormers op te treden en lord Palmerston eens duchtig door
te halen.
Lord Palmerston beantwoordde dezen groven aanval op
den hem eigen geestigen maar schamperen toon. Het ver
heugde hem, zeide hij, hier lieden van allerlei meening te
vinden, en onder de zonderlingheden en rariteiten,die er altijd
in slagen veel genoegen te geven, zijnen vriend, den heer
Rowcliffe. aan te treffen. Deze geloofde dat in het lagerhuis,
waar geen honderd eerlijke lieden zitting hadden, niets goed
zou gaan zoo lang hij zelf er geen lid van was. Welnu, zijn
lordschap raadde hem aan het te beproeven, en geloofde dat
hij des te meer kans tot slagen zou hebben naar gelang hij
minder bekend was. Men moest hem wel verstaan hij wilde
den heer Rowcliffe niets onaangenaams zeggen, overtuigd als
hij was dat, zoo deze lid van het huis ware. men er dan hon
derd en een eerlijke lieden tellen zou. In het vorige jaar, zoo
vervolgde lord Palmerston. hebben wij het lagerhuis eene
hervormingswet voorgelegd die schipbreuk geleden heeft,
omdat de vergadering niet geneigd was haar aan te nemen,
en omdat de meerderheid der kiezers daarop niet sterk bij de
vertegenwoordigers aandrong. Wij hebben nu die wet dit
jaar niet andermaal aangeboden, omdat wij geen ganzen zijn,
en niet terstond met iets terug wilden komen dat blijkbaar
noch aan de volksvertegenwoordigers noch aan de kiezers
beviel. De heer Rowcliffe moge nu meenen dat de ministers
ongelijk hebben, maar lord Palmerston meende dat de natie
meer op hunne dan op zijne hand was. De heer Rowcliffe
heeft in den eenvoud zijns harten gesproken en zonder ver
stand te hebben van de zaken waar hij over spreektvoor
waar een ontzettend groot voordeel voor een redenaar die tot
eene talrijke vergadering spreekt, omdat hij alleen zijne stem
ming van het oogenblik behoeft om de feiten te verzinnen, en
zijne verbeeldingskracht om er gevolgen uit af te leiden.
„Mijn vriend, zoo luidde het verder, wil dat wij hervormingen
invoeren. Maar al de ambten, die geld en geen werk gaven,
zijn afgeschaft, al de ambten worden naar evenredigheid hun
ner belangrijkheid bezoldigd, en wij hebben noch eene te
groote zeemagt, noch een te aanzienlijk leger. Wil de heer
Rowcliffe bezuinigingen op bet volksonderwijs? Zou hij mis
schien het bewind der onwetendheid in Engeland willen voort
zetten? Men zegt dat in het rijk der blinden eenoog koning
ismogelijk haakt de heer Rowcliffe naar het koningschap in
het land der onkunde. Daar hij slechts ten halve verlicht, is,
zou hij mogelijk kans hebben. Ik geloof nu nagenoeg op al de
interpellation van mijn vriend, den heer Rowcliffe, geant
woord te hebben."
Te Manchester is gisteren eene talrijk bezochte meeting
ten gunste der parlementshervovming gehouden, op welke
twee resolutien werden aangenomen bij de eene wordt aan
gedrongen op eene uitbreiding van liet kiesregt tot iedereen,
die armenbelasting betaaltgeheime stemming, enz; de tweede
resolutie luidt dat Hr. Ms. regering de zedelijke verpligting
heeft om öf onmiddellijk eene bill tot dat doel in te dienen óf
af te treden. Bij deze gelegenheid werden zeer scherpe uit
drukkingen ten opzigte van lord John Russell en lord Pal
merston gebezigd.
Het programma der wereldtentoonstelling van 1862 is
nu officieel bekend gemaakt; daaruit blijkt onder anderen
dat zij den 1 mei van dat jaar geopend worden, en alle door
mensehelijkenijverheid verkregene ofvoortgebragte artikelen
bevatten zal, zoo wel ruwe stoften als werktuigen, fabriek-
voortbrcngselen kunstwerken enz., met uitzondering echter
van levende dieren en planten, versche voorwerpen uitliet
dieren- en plantenrijk, die aan bederfonderhevig zijn, en ont
ploffende of gevaarlijke zelfstandigheden. De commissie ont
vangt alle voor de tentoonstelling bestemde voorwerpen tus-
schen den 12 februari] en den 31 maart 1862, onder zoodanige
bepalingen als later, ongetwijfeld ook buitenslands, uitvoerig
ter algemeene kennis gebragt zullen worden.
Rusland.
Men wil dat het ministerie van marine, aan welks hoofd zich
de grootvorst Constantijn bevindt, zich thans bezig hoiult. met
een hervormings-ontwerp, ten aanzien Tan alles wat lot de
maritime regtsbedeeling behoort. Zoo zal. volgens het ont
werp. geene gevangenneming van matrozen of officieven kun
nen plaats hebben zonder een mandaat van arrest, afgegeven
door een daartoe bevoegd magistraatspersoon: terwijl na de
gevangenneming eene behoorlijke instructie moet volgen. De
verdediger van den gearresteerde zal vrijelijk met hem in be
trekking gesteld wordende krijgsraad zal openbare zittingen
houden en de processen zullen mondeling gevoerd worden.
Het stelsel zal over het algemeen eene navolging zijn van liet
fransche. Er is grond om aan te nemen, dat de judiciële reor
ganisatie van het departement van marine de voorlooper zal
zijn van andere belangrijke hervormingen in het russisehe rijk,
hervormingen, waarvan de emancipatie der lijfeigenen op
eene voor de menschheid gelukkige wijze het uitgangspunt is.
Bij besluit van den keizer van Rusland, gedagteekend
2U februarij jl., zal in de nabijheid van de stad Oeternas bij
Jomala, op het eiland Aland, aan den ingang der Bo hnische
golf. eene nieuwe stad worden gesticht, waaraan de benaming
van Mariehanim zal gegeven worden. Zij zal eene vrije haven
zijn, alwaar alle artikelen, welke in Finland in-of van daar
uitgevoerd mogen worden, in entrepot zullen opgeslagen kun
nen worden. Aan alle fansche kooplieden, die het regt hebben
om buitenlandschen handel te drijven, zal het vrij staan te
Mariehamm entrepots op te rigten. A'gemeen is men van ge
voelen, dat de handel des lands door deze gewigtige bepa
lingen aanmerkelijk zal worden bevoordeeld en uitgebreid.
Gemelde stad heeft den naam verkregen van Mariehamm, ter
eere vau de regerende keizerin.
£9uii§c3ilaiiic2.
Weenen 1 april. De Militar Zeitung deelt eene keizer
lijke verordening mede. houdende dat alle in actieve dienst
staande manschappen der reserve, die niet het einde van junij
aan hunne dienstpligten zouden hebben voldaan, thans reeds
met verlof naar hunne haardsteden kunnen terug keeren.
Men ziet hier eene ministeriële crisis te gemoer. en wel ter
zake van de nederlaag, door graaf von Reehberg ondervonden
bij de provinciale verkiezingen in liet aartshertogdom Oosten
rijk, en voorts van de moeijelijkheden, waarin de lieer von
Schraerling zich gebragt ziet door de steeds toenemende eischen
van Hongarye en de verpligting van het gouvernement om
daaraan gehoor te leenen. Het is bekend dat laatstgenoemde
staatsman in den raad van keizer Frans Jozef ter zelfder tijd
het liberale element vertegenwoordigt, hetwelk tegen de
mannen van het absolutismus overstaat, als het element der
duitsche eenheid, welke zich verzet tegen het streven naar
afscheiding van sommige nationaliteiten. Dit verklaart zijn
antagonismus, eensdeels tegenover graaf von llechberg, ander
deels tegen de hongaavscbe kanselarij.
Het terug schenken der vroegere organisatie aan Hongarye
gaat met een tal van bezwaren gepaard, waarvoor het feite
lijke hoofd van het kabinet nu schijnt terug te deinzen.
De Wiener Zeitung van 30 maart bevat in zijn officieel
gedeelte een besluit, dat wordt aangemerkt als een der belang
rijkste voor de constitutie van dit keizerrijk, namel jk de vol
ledige herstelling van de „staatkundige administratie van
Transylvanie" op den grondslag der organisatie van 1791,
Sedert het patent van den 20 october des vorigen jaars zegt
de Ost Deutsche Post heeft er geene gebeurtenis plaats ge
grepen, welke van zoo overwegenden invloed kan zijn op den
toekomstigen gang van zaken met betrekking tot het hon-
gaarsche vraagstuk, als deze maatregel. Hongarye heeft ons
geleerd waarheen men gevoerd wordt, als de staatkundige
administratie toevertrouwd is aan de coraitaten zonder eenige
andere tusschenkomst of waarborg, en als het gouvernement
verstoken is van de uitvoerende magt.