MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 41 Donderdag 1861, 4 April. ötnnmlaitö5fl)c tijöimjen. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlmingcn geschiedt de uitgave den avond te voren te* 8 «re. De abonnementsprijs per drie maancjgn is 3, franco per post ƒ3,10. De inzending van advertentien kan (JÉschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent por regelvan huwelijks, geboorte, doodbekendmakingen enz. van écn tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontaut. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Editie van woensdag avond 8 ure. Middelburg 3 april» Jl. zaturdag deed het provinciaal geregtshof in Zuid-Hol land, te 'sGravenhage, uitspraak in eene zaak van bi j zoudereu aard. Charlesllijbels van Kemseke, in Belgie, stond, nadat een arrest in zijne zaak, gewezen door het provinciaal geregtshof in Zeeland, door den hoogen raad was vernietigd, teregt voor het hof van Zuid-Holland, als beschuldigd van tien jaren ge leden zich in vereeniging met anderen in eene herberg op de grenzen van Staats-Vlaanderen, schuldig te hebben gemaakt aan rebellie tegen ambtenaren van de rijks policie, door eene gevvapoule vereeniging van drie of meer personen, en tevens ■van slagen en zware verwondingen, aan die ambtenaren toe- gebragt met zoodanig geweld, dat deze in verscheidene weken buiten staat waren gesteld om eenig werk te doen. (Van de behandeling van deze zaak voor het hof in Zeeland hebben Avij melding gemaakt in de nommers dezer courant van den 27 en 28 ooiober I860). De drie in den strijd gemengd zijnde maréchaussees, voor het hof verschenen, hielden ten stelligste vol, dat llijbels zich als een van de voornaamste strijders bij die gelegenheid had betoond. Zij verklaarden hem goed te hebben gekend, ook vroeger, en toonden aan met wie der I maréchaussees hij in den strijd was geweest, en welke wape nen hij achtereenvolgens tegen hen had gebezigd. Met die verklaringen kwamen ook overeen de in de instructie gegeven inlichtingen van een sedert overleden gemeente-veldwachter. Tegen deze krachtige en eenstemmige verklaringen stonden over die van vier andere getuigen, versterkt door eene verkla ring, in de instructie gegeven door eene niet verschenen ge tuige. Deze allen verklaarden ten stelligste te weten, dat Rij Gels vóór dat de strijd een aanvang nam. zich had verwij derd en niet meer was teruggekomen, terwijl zij door hun verhaal toonden zeer goed te hebben waargenomen hoe die strijd zich had toegedragen. De advocaat-generaal, mr. W. F. G. L. Francois, verklaarde het hoogst uioeijehjk te achten, in dezen te beslissen tusschen zoo talrijke tegen elkander imlruisschende verklaringen van getuigen, die allen liet meeste geloof verdienden. Die moeije- lijkhejd had ten gevolge, dat hij de overtuiging miste dat de beschuldigde zich werkelijk aan de te laste gelegde feiten zou hebben schuldig gemaakt, en hij achtte het dus zijn pligfc te concluderen dat, voor zoo ver er spraak was van op de amb tenaren gepleegde mishandelingen, dat misdrijf, als door de wet van 29 juuij 1851 correctioneel gemaakt, zou verklaard worden te zijn verjaard, en wat betreft de als misdaad gekwali ficeerde rebellie, de beschuldigde daarvan zou worden vrijge sproken. De advocaat, door den beschuldigde verkozen, de heer mr. D. van Eek, bragt daarop regtmatigen lof toe aan de onpartijdigheid van den ambtenaar van het openbaar minis terie, die niet geschroomd had om, volgens de inspraak van zijn hart, tot vrijspraak te concluderen, ook al was de aanklagton- dersteund door de op overtuiging gegronde en stellige ver klaringen van verschillende ambtenaren van de policie. Hij wenseiite echter nog eenige oogeuhlikken, nu er van beide zij den het volledigste bewijs was geleverd, met het oog op art. 485 wetboek van strafvordering, de zaak te beschouwen. De poli- cie-ainbtenaren, zeide hij. waren van de meeste goede trouw, doch niet minder waren dat de overige getuigen, de herbergier en zijne familie, die duidelijk genoeg hadden getoond weinig genegenheid te hebben voor de vechtersbazen, die den strijd tegen de policie hadden aangevangen, en welke getuigen mede de hulp van de policie hadden ingeroepen, terwijl de laatst gehoorde getuige, die nog het krachtigste sprak voor den be schuldigde, den strijd ten einde had bijgewoond, en de maré chaussees geholpen had om den voornaamsten rumoermaker te binden. De beschuldigde bad dan ook niet te maken met de onruststokers,die een paar uren vroeger een burger jammerlijk hadden geslagen en in de herberg vele verwoestingen hadden aangerigt en op wie de policie nu af kwam om lien in hech tenis te nemen. Hij was eerst lang na dat eerste gevecht ge komen, had zijne zaken in Hulst gedaan en zat op zijn terug reis naar huis, bedaard, afgezonderd van die onrustige lieden, bij den kastelein een boterham te eten, onder een glas bier. Bij den aanval der policiebedienden op een der onruststokers, sprongen dan uilen te gelijk op ten strijde, en llijbels sprong ook op. doch even als andere personen, om weg te loopen; de maréchaussees hebben zich waarschijnlijk in die houding vergist; omdat de lamp uitgeslagen werd. konden zij metgoed meer zien wie er mede vocht; zij bleven dus in hunne dwaling. De andere getuigen waven bedaarde toeschouwers van het gevecht. Zij kenden Rijbéls natuurlijk veel beter. De laatste had nog van zijne welwillende gezindheid jegens de maré chaussees doen blijken «!<ƒ- een hunner een glas bier aan te bieden. Bovendien was lieVgens een spoor te vinden, dat llijbels ooit in handen van de justitie zou zijn geweest. De verdediger concludeerde dus, even als het openbaar ministerie, ten aanzien van de mishandelingen tot toepassing der verja ring; ten aanzien der rebellie door eenegewapende vereeniging, tot vrijspraak en voor zoo ver het hof de schuld pligtigheid van het laatste feit bewezen mogt achten, alsdan tot ontslag van regtsvervolging, op grond van de toepasselijkheid van art. 218 van het wetboek van strafregt. Het hof heeft zich met de voorgestelde conclusion vereenigd, en op grond der verjaring en van het nietbewezene der feiten, den beschuldigde vrijge sproken, die na zeven maanden voorloopig in hechtenis te zijn geweest, zich weder aan zijne dagelijksche bezigheden kan gaan wijden. De uitgever van het Zondagsblad, de heer A. C. Kruseman, te Haarlem, geeft in het nommev van 31 maart jl. kennis, dat dit blad ophoudt te bestaan. Dit weekblad had wij vernemen het uit het woord dat de redactie bij het nederleggen barer taak uitspreekt slechts weinig lezers. Doch die weinige waren zeker getrouwe lezers, wien het ophouden der uitgave innig leed zal doen. Het Zondagsblad muntte in vele ojizigten verre uit boven de meeste onzer periodieke geschriften. In uitmuntenden vorm gaf liet een overzigt van den staatkundigen toestand van liet buitenland, met eene helderheid,waarvan wij in andere bladen te vergeefs de wedergade zoekende nederlandsche poli tiek werd bij wijze van correspondentie uit de residentie, besproken; letterkunde, nijverheid en staathuishoudkunde werden er dikwijls op zeer verdienstelijke wijze in behandeld. Toen wij nagenoeg een jaar geleden onze ingenomenheid met het Zondagsblad iu et :e.meer uitvoerige beschouwing te kennen gaven, drukten wij de verwachting uit dat het een sieraad onzer journalistiek zou worden. Het is dit geweest, maar, helaas, slechts zeer kort. Na de mededeeling. omtrent de opbrengst der algemeene collecle ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood, wien het ontbreekt aan eigen middelen tot herstel van hun verlies of voorziening in hunne behoeften, op 19 febrüarij 3S61 gedaan, zijn bij bet departement van binnenlandsche zaken nadere opgaven deswege ontvangen van later bekend geworden bijdragen in de collecte, en van de opbrengst van te geld gemaakte vreemde, oude en niet gangbare muntspe ciën en coupons, en andere in natura ontvangen voorwerpen, gelijk mede van het bij die te gelde making geleden verlies op enkele dier voorwerpen, waarvan eene geraamde waarde in de vroegere opgaaf was begrepen. Blijkens de laatste ont vangen opgaven, is de opbrengst in het algemeen f775.456,32. liet 'sGravenhaagsche weekblad meldt, dat H. K. II. prin ses Frederik zich, tot bevordering haver gezondheid, in den aanstaanden zomer voor eenigen tijd naar Duitschland zal begeven. In de Gotbeborgspost wordt het volgende medegedeeld. Een der ambtenaren aan het telegraafbureau te Gothenburg heeft het middel gevonden om den machinist van den trein in onafgebroken communicatie te stellen met de conducteurs. De electro-magnetische telegraaf, waarmede dit geschiedt, ver- eisclit geen afzonderlijken draad, gelijk in Engeland en Frank rijk op sommige spoorwegen in gebruik is. De proeven, welke dezer dagen met dit nieuwe middel van communicatie zijn genomen, hebben aan bet doel beantwoord. Wederom zijn twee nieuwe planeten ontdekt, beide door den lieer Tempel, observator bij de sterrewacht te Marseille, de eerste den 4, de tweede den 9 maart. Aan de eerst ont dekte, welke de 61e is van de groep tusschen Mars en Jupiter, heeft de directeur van het observatorium te Marseille, Valz, op verzoek van den ontdekker, den naam gegeven van Ange lina. De tweede, welke de 65e van de kleine planeten is, heeft, voor zoo ver bekend is, nog geen naam bekomen. Benoemingen en besluiten. gemeentebesturen enz. Eervol ontslagen op verzoek C. van de Stol peMz., als burgemeester der gemeente Bruinisse, als dijkgraaf van den Bruinisse- en Stoofpolder, en als lid van het bestuur der visscherijen op de Schelde en zeenw- sche stroomen. leger. Benoemd tot len luitenant bij de infanterie de 2e luit. N. II. A. Camp, tijdelijk gedetacheerd in West-Indie bij het 1ste reg., de 2de luit s.E. J. D, F. Tonnet, van het koloniaal werfdepot, K. W. llueck, J. G. Arensma en H. H. T. Walter, van het korps; bij het 2de reg., de 2de luitenants B. W. van Werkhoven, G. J. Weber, G. Visker en II. C. de Korte, allen van het korjis-, bij het 3de reg., de 2de luits. L. D. Boreh R. P. Verspijck, M, A. A. J. van Neck. J. R. Goteling Vinnis en II. G. Meuskens, allen van het korps; bij het 4de reg., de 2de luitenants: P. F. Coumans, J. C. Santhagens, J. Lammerse.G. v. d. Voort, J. A. Joe hems, P. G. van Enst, J. W. D. van Dordt, W. Stevels en E. J. Brugman, allen van het korps; bij het 5e reg.. de 2e luits. L. E. Gerdes- sen, A. S. C. Saurel, beiden van het korps; J.M. Boombergen, van het koloniaal werfdepot; G. van Nouhuys, R. J. C. van dei- Meulen, W. A. baron van Lynden, 2e Juit.-adjud., jhr. J. II. van den Velden, C. A. Koorevaar en J. C. Leyds, allen van het korps; bij het 6e reg., de 2e luits.C. O. van Kesleren. C. van Maanen, A. de Heus, J. F. Roels en N. van Hille.allen van het korps; bij het 7e reg. de 2e luits.: A. H. J. L. Ponse, G. II. Niermans, A. P. F. Prince, J. W. M. Leussen en W. K. F. Meijer, allen van liet korps: bij het 8e reg., de 2e luits.J. J. van Noord, J. P. Jonxis, G. Olockener Brous- son, F. J. N. Prohn, C. S. Rinia van Nauta en H. J. J. Kui- lenberg, allen van het korps; bij liet instructie-battaillon, de 2e luits.: M. C. U. Huber en M. F.Holtbausen,beiden van het korps. Overgeplaatst bij het leger in Oost-Indic de 2e luitenant A. Lainot van het 2e regernent infanterie, en bevorderd tot officier van gezondheid 2e klasse, de officier van gezondheid 3e klasse C. van Lier. Kerk- cm schooSnietiws. Wij vernemen dat op jl. maandag, tweeden paaschdag, het orgel in de Nieuwekerk alhier voor het laatst bij dc openbare godsdienstoefening is bespeeld. Heden is een aanvang ge maakt met het afbreken, daar liet door een geheel nieuw zal worden vervangen, waarvan de levering en plaatsing is aangenomen door den heer W. II. Kam, orgelmaker te Rot terdam. - Men verzoekt ons, tot verbetering van liet in ous vorig nommev medegedeelde betrekkelijk het afscheid, door den heer C. P. Buyze als beroepen predikant naar de uederduit- sche hervormde gemeente te Hulst, van zijne gemeente te Kleverskerke genomen, te berigten dat zulks in de namiddag godsdienstoefening geschiedde en de tekst niet bestond uit Lukas XIII vers 6b. maar alleen uit de in dat vers voorko mende woorden: „Hij kwam en zocht vrucht." Uit eene alphabetische nominatie van twaalf predikanten, van zijne exe. den minister voor de zaken der hervormde eere- dienst ontvangen, is door den kerkeraad der nederduitsche hervormde gemeente te Maastricht het volgende viertal van predikanten geformeerd: de heeren J. F. G. Brumund, te Batavia; E. J. F. van Dissel, tcBladel; M.Spruyt, te Urmond, en J. J. van Tooreuenbergen. te Vlissingen, de laatste bij herstemming tegen den lieer M. E. van der Meulen. te Neede. Marine en leger. Volgens particulier berigt uit Lissabon heeft Zr. Ms. stoomschip Cyclooj) op de veis derwaarts een hevigen storm doorgestaan, "ten gevolge waarvan de machine onklaar is ge worden, zoo dat men genoodzaakt zal zijn veertien dagen aldaar te vertoeven om te reparerende boot had zich even wel goed gehouden; men was door een fransch stoomschip naar de repde gesleept. Tegen half april dacht men te Nieuwe- diep binnen te zijn. Amslcourant Uit Nieuwediep wordt van den 30 maart aan liet Alge meen handelsblad geschreven Heden morgen kwam hier. onder liet lossen der gebruike lijke saluutschoten, ter reede Zr. Ms. fregat met stoom vermogen De admiraal van Wassenaev. kommandant kapitein ter zee R. van Voss, komende van Vlissingen. Gezegd stoomschip ligt thans in de haven en zal met 15 april buiten dienst worden gesteld, Volgens de Utrechtsche courant bestaat er veel grond te gelooven, dat drie officieren der genie, de le luitenants A. J. van Prehn, J. Kalff en N. H. Nierstrasz, bij de aan te leggen sjioorwegen zullen worden geplaatst. Uit de onlangs uitgekomen officiële opgave blijkt, dat de Koninklijke nederlandsche marine, op den 1 jan narij 3S61, bestond uit: 1 luitenant-admiraal. o|iperbevelhebber der vloot, Z. K. IT. prins Hendrik der Nederlanden2 vice-admiraals 3 schouten bij nacht; 20 kapiteins ter zee; 40 kapitein-luite nants ter zee; 116 luitenants ter zee le klasse; 153 luitenants ter zee 2e klasse-, 96 adelborsten le klasse. Het korps mariniers bestond uit: 1 kommandant; 1 luite nant-kolonel; I majoor; 4 kapiteins le klasse; 9 kapiteins 2e klasse; 15 le luitenants: 11 2e luitenants; 1 luitenant- kolonel militair-intendant; 1 kapitein-kwartiermeester1 le luitenant-administrateur van kleeding; 1 2e luitenant-kwar tiermeester.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1