to
Cjuitmlanïisdje tijöinqcit.
De Amsterdamsche courant meldt dat het jaarlijksch be
zoek door Z. M. den koning aan de hoofdstad, dit jaar op den
9 april e. k. is bepaald. Vele toebereidselen worden gemaakt
om die ontvangst met ongewonen luister te doen plaats
hebben.
Uit Zalt-Bommel 8 maart, wordt aan de Rotterdamsehe
courant geschreven: Wederom was gisteren en heden het
vloedwater in den polder hoogeren wel ten gevolge der
steeds wassende rivier en het nog niet gereed zijn der dijken.
Ook de Meid ijk, waaraan gepasseerden maandag reeds begon
nen moest zijn, laat veel water door. Men vreest, zoo het wa
ter stijgende blijft in de Waaldat de beringing om de door
braken niet bestand zal zijn.
In de bijeenkomst van den gemeenteraad van 's Graven-
hage is beraadslaagd over het voorstel van den heer Janssens
c. s. wegens het doortrekken van het kanaal van die stad naar
Scheveningen. Bij die gelegenheid heeft genoemd raadslid,
o. a. gezegd„dat het waarschijnlijk is, dat binnen een niet
al te groot tijdsverloop een spoorweg tusschen Scheveningen
en 's Gravenhage. in verband met den Rijn-spoorweg zal tot
stand komen; dat dit het gevoelen is van al de meest be
voegde beoordeelaars; en dat die spoorweg niet anders zal
kunnen worden aangelegd, dan langs de oostzijde der ge
meente dat daarmede in 't minst niet is bedoeld de spoor
weg, voor welken aan de Hollandsche maatschappij concessie
is verleend, want dat men heter veilig voor kan houden, dat
dergelijke weg niet tot stand zal komen, en men met grond
mag verwachten, dat, indien de leiding van de binnenland-
sche zaken eenmaal in andere handen zal zijn overgegaan,
de aanleg van den spoorweg van 's Gravenhage naar Scheve
ningen niet lang achterwege zal blijven."
De landbouwer J. Lievaart, wonende onder de gemeente
Delft, heeft 11. woensdag de eerste versche grasboter Z. M.
den koning aangeboden.
Het dagelijksch bestuur der Overijsselsche maatschappij tot
bevordering van landbouw enz. heeft zich tot den minister
van binnenlandsche zaken gewend, met het verzoek wel te
willen overwegen of er geene middelen kunnen worden aan
gewend ten einde het den heer Wttewaal mogelijk te maken
zijn onderzoek naar de schadelijke insecten voort te zetten.
Door den belgischen kunstschilder L. Pourtalis, die zich
thans te 's Gravenhage bevindt, zijn medegebragt twee door
H. M. de koningin aan hem ter vervaardiging opgedragen
schilderstukken, die zaturdagnaarhetpaleis zijn overgebragt.
Bij het delftsche studentenkorps bestaat het voornemen,
in de maand julij 1SG2, het 4de lustrum, door het houden van
een gekostumeerden optogt, plegtig te vieren.
De laatste stormwinden hebben weder onderscheidene zee
rampen veroorzaakt. Tc Nieuwediep is de stoomboot op
Texel donderdag aangekomen mét een barkas op sleeptouw,
die. geheel uit elkaar geslagen, twee lijken bevatte; de ver
dere ckwipagc schijnt ook omgekomen.
Den bekenden paardentemmer Rarey wordt in Amerika
een proces aangedaan. De heer Denton Oft ut, in Kentucky,
verklaart namelijk, dat hij, tien jaren geleden, aan Rarey de
temmingswijze heeft geleerd, waarmede deze fortuin heeft
gemaakt. Hij beweert wijders, datde heer Rarey zich verbon
den had, hem (Offut) 50 dollars te betalen, telken male als hij
aan iemand het geheim zou openbaren. De heer R. erkent,
dat hij die verbind tenis heeft aangegaan, doch beweert, datde
temmingswijze, waarvan hij zich bedient, niet die is van den
heer Denton. Deze laatste haalt ten bewijze een boek aan, j
waarin hij het stelsel heeft beschreven, waarvan de heer Rarey
zich bedient. Deze heeft ruim een millioen francs in Europa
gewonnen, en die som zou nog niet voldoende zijn, om den j
heer Denton te betalen, indien deze zijn proces mogt winnen.
Jl. donderdag avond heeft de heer R. F. baron van lladers,
oud gouverneur van Suriname, eene voordragt gedaan in de
afdeeiing Koophandel van Felix Meritis. te Amsterdam (ook
in tegenwoordigheid van dames) over de wijze van opheffing j
der slavernij in de nederlandsche west-indische koloniën,
welke zoo veel mogelijk beantwoordt aan de verschillende be
langen a. van den staat, b. van de betrokken kolonie, c. van
hare vrije ingezetenen, en d. van hare slavenbevolking zelve.
Spreker schetste het verschil van behandeling der slaven,
dat vroeger werd waargenomen, in vergelijking van hunnen 1
toestand op Curasao en dien in Suriname, en hoe het hem ge- j
lukte, de al te groote klove tusschen vrijen en slaven in laatst-
gemelde kolonie eenigermate te temperen. De vrijen reken
den het zich vroeger tot oneer, om veldarbeid te verrigten, en
dat vooroordeel is verdwenen. Aan de slaven, die wèl hadden
opgepast, werd het vergund schoenen te dragen, in de kolonie
een uiterlijk kenmerk van een vrij man. Al de ontwerpen tot
vrijverklaring, die reeds te berde zijn gebragt, hadden nog
geen ingang gevonden. Het laatste ontwerp bepaalde de
emancipatie in art. 1, doch in volgende artikelen werden de
vrijgemaakten onder een staatstoezigt geplaatst, dat de vrij
verklaring voor onbepaalden tijd als liet ware weder terug
nam. want zelfs na 10jaren zou dat staatstoezigt niet nood
wendig ophouden. Hetscheen niet eerlijk, eerst vrij te verkla
ren. en dan weder zoo vele bepalingen te maken, die de
verwachting der vrijverklaarden moesten teleurstellen.In ver
schillende staten van Noord-Amerika heeft men de slavernij
laten uitsterven, en die ervaring wenschte de spreker ook in
West-Indie toe te passen, door te verklaren, dat de kinderen
uit slavinnen geboren, na de invoering der wet tot eman
cipatie, vrij zouden zijn.
De spreker deelde mede, dat in de staatscommissie tot het
doen van voorstellen, betreffende de slavernij, het door hem
gedane voorstel bij herhaling is verworpen, doch de redenen
dier verwerping werden niet medegedeeld, waarna de spre
ker ten slottte zijn plan tot vrijverklaring der kinderen,in den
vorm van een wetsontwerp, voorlas.
Hierop volgde nog een kort gemeenzaam onderhoud, waar
bij o. a. de heer Ph. J. Bachienede regering verdedigde tegen
de bewering, dat zij bij hare jongste voordragt niet rond was
te werk gegaan. De heer mr. J. W. Tijdeman beweerde dat
het thans te laat was om het aangegeven plan van den baron
van Raders op te volgen. Deze bestreed dat denkbeeld, door
onder meer op Portugal te wijzen.
Benoemingen en besluiten.
belastingen. Verplaatst de navolgende controleurs der
directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen, als
de heeren J. A. Meulemans. van Deventer naar Delft; H.
Mantingh, van Schagen naar Deventer; C. G. van Wijk
Wernekevan Bergen op Zoom naar Bathen J. H. Cateau
van Rosevelt, van Oss naar Bergen op Zoom.
Eervol ontslag verleend met pensioen aan den heer G. J. B.
van Nieuwenhoven als ontvanger der in- en uitgaande reg-
ter en accijnsen te Poppe; en aan den heer S. Hulst, als
controleur der belastingen enz. te Zuidborn.
leger. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den kapi
tein S. Crommelin van bet 8dwgement infanterie.
Bevorderd bij de geneeskundige dienst der laiulmagt tot
officier van gezondheid 2e klasse W. L. C. Ilooreman. thans
van de 3e klasse; tot 1 en luitenant bij het Ie regement dra
gonders de 2e luitenant J. Dyckmeester van het 3e regement.
departement van oorlog. Pensioen verleend aan jhr.
F. A. ridder van Rappard. als secretaris-generaal, ad f3333;
aan den hoofdcommies mét rang van referendaris H. F. Straat
man, ad f 1800 de commiesen J. G. Hubner en H. de Blaauw,
ieder ad f1120, en A. M. Stobberingh, ad f1053, enden
adjunct-commies J. H. Janssen, ad f840.
waterstaat. Verplaatst met den 1 mei de ingenieur A.L.
de Bruyn Kops van Groningen naar Kampen en de adspi-
rant-ingenieur P. Loke van Kampen naar Groningen.
Kerk- en schoolnfeuws.
Door den kerkeraad der hervormde gemeente te Ilattern
is, wegens de vacature ontstaande door de beroeping van den
heerW. J. Jorissen Mz. naar Utrecht, het volgend alphabetisch
twaalftal van predikanten geformeerdde heeren L. H. F.
Oeutzberg. teZeyst; II. E. Fa ure, theol. doctor te Kaapstad
(Kaap de Goede Hoop)J.II. Geselschap, te GarderenJ. II.
Gunning jr., te Hilversum; G. D. Kruyfr, te Zaamslag; F. A.
van Loenen, te Vianen J. P. Nonliebel, te Vaassen; N. Osti.
te Delfsliaven; G. A. Rademaker, te Meeuwen; II. C.G.
Schijvliet, te LoosduinenJ. G. Verhoeff, te Zevenbergen, en
J. Vermeer, te Koudekerke.
Marine en leger.
Krachtens Zr. Ms. besluit van den 8 dezer, no. 62, wordt
het schroefstoomschip der 4e kl. Apeldoorn, liggende te Am
sterdam, met den 16 april afstaande in dienst gesteld, met
bestemming naar de West-Indien, en is het bevel daarover
opgedragen aan den luitenant ter zee der le kl. J. A. II.
Hugenholtz.
Voorts worden, met gemeld en datum, op dien bodem ge
plaatst: de luitenant ter zee der 2e kl. C. J. Smith en A. J. A.
Kellner, de adelborst der le kl. L. B. van Maanen en de ad
junct-administrateur J. P. Faubel.
Uit Willemsoord wordt ons van 1 dezer geschreven
Tegen junij zal worden in dienst gesteld Zr. Ms. stoomschip
Djambi. Tot kommandant is benoemd de kapitein-luitenant
ter zee M. H. Jansentot 1 en officier de luitenant ter zee le
klasse jhr. N. A. Holmberg de Beckfelt. Als leden van de
e'tat major worden nog genoemd, de officier van administratie
2e klasse M. J. Duvelaer van Campen.en de officier van ge
zondheid 3e klasse L. P. Vlaanderen.
De Djambi zal tegen jnnij deel nemen aan een reis in eska
der naar Noord-Amerika. Tot dat eskader zullen ook belmo
ren de fregatten Zeeland en Admiraal van Wassenaer. Het
eerste is echter nog niet zeker, daar de toestand van het schip
zal worden onderzocht.
Volgens particuliere berigten uit Port Mahon, door het
algemeen handelsblad medegedeeld, zal het nederlandsche
eskader op den 17 dezer genoemde haven verlaten, om naar
het vaderland terug tekeeren. Omtrent de onder de ekwipage
heerschende oogziekte is ons niets ongunstigs medegedeeld.
In de maanden augustus en september dezes jaars zal,
naar men verneemt, een groot gedeelte van het leger wederom
in de legerplaats te Millingen kamperen.
Verkoopiragen en aanbestedingen.
Zaturdag jl. is te Goes bij'inschrij ving aanbesteed het be
dijken van den zoogenaamden van Citterspolder, welk werk
is aangenomen door P. Schram, te Sliedrecht, voor f 6S.000.
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure.
Maart 1861.
1
Q
Winc
5
1°
r§
lÖ
s 3
S."3
C13
Ol
af
Laagste
temperat.
en verschil
met de
hoogste.
Aanmer
kingen.
3
W.t.Z.
42
752.2
9.1
84
7.50
9.0
dik bcw.heij.
4
YV.NW.
8
7G0 3
5.5
82
G.83
2.0
dik bewolkt.
5
Zw.t.W.
n
770.5
5.7
82
6.48
0
heijig.
0
ZWest.
21
7G2.4
8.4
85
7.25
1
dik bewolkt.
7
N West.
17
7G2.9
G.4
70
5.30
1
buijig bcw.
8
W. Zw.
10
763.2
8.5
94
8.08
0
bewolkt hcij.
9
W.NW.
8
773.0
7.1
75
5.90
0
bijna helder.
Tliennometcrstand.
8maart's av. 11 u. 48 gr.
9 's rn.org7 u. 42 'smidd. 1 u. 48 gr. 's av. 11 u. 40 gr.
10 's morg. 7 u. 42 's midd. 1 u. 51 's av. 11 u. 42
11 's morg. 7 u. 44 'smidd. 1 u. 44 gr.
Amerika.
De heer Lincoln, de nieuwe president van de Vereenigde
Staten, is, gelijk de new-yorksche dagbladen van den 23
februarij melden, den 19 dier maand te Washington aange
komen en er den volgenden dag, naar het gebruik, op het
stadhuis door het hoofd van liet stedelijk bestuur plegtig ont
vangen. De heer Lincoln lieeft, de bij die gelegenheid tot hem
gerigte toespraak beantwoordende, zich tot algemeene be
schouwingen bepaald, en zich omtrent de gedragslijn, welke
hij als hoofd der regering wilde volgen, niet bepaaldelijk uit
gelaten.
Den 22 is de verjaardag van Washington, den stichter der
unie, in de naar hem genoemde stad op de gewone wijze
gevierd.
Engeland.
Londen S maart. In de zitting van het lagerhuis van giste
ren verdedigde lord John Russell, de minister van buiten-
landsche zaken, de staatkunde desgouvernementsjegensltalie,
en bepaaldelijk het beginsel van niet-tusschenkomst, tegen
aanmerkingen van katholieke leden. Hij besloot aldus„Het
is een verblijdend verschijnsel, dat de constitutionele partij
er. de constitutionele inzigten in den laatsten tijd alom in
Europa veel in kracht hebben gewonnen. In Frankrijk zelfs
herleeft, de parlementaire discussie, en hooren wij den senaat,
na een langdurig stilzwijgen, weder vrijelijk spreken.
„Een redenaar, die eenen beroemden naam draagt, de mar
kies de la Rochejacquelin, heeft in den senaat van Frankrijk
eene redevoering gehouden, welke een heftige aanval op En-
gelands staatkunde is; desniettemin heb ik die rede met groot
genoegen gelezen, want het is mijne vaste overtuiging dat ver
sterking van het vertrouwen en de vriendschap tusschen de
twee aatien met der tijd een uitwerksel van de vrije discussie
moet zijn."
Onze voornaamste dagbladen houden zich meer of
minder uitvoerig met de nieuwe oostenrijksclie staatsregeling
bezig. Het oordeel van The times daarover luidt ver van on
gunstig over het algemeen heeft dat blad er weinig op aan te
merken, of het moest zijn dat zij niet vroeger verleend en in
tegenspraak met de geschiedenis dier monarchie is. Moge die
staatsregeling zeer ingewikkeld zijn, de duitschershouden veel
van het ingewikkelde, en men moet niet uit betoog verliezen,
dat Oostenrijk een uit talrijke bestanddeelen zamengestelde
staat is. Of aan deze poging de wedergeboorte der monarchie
gelukken zal, zulks, meent The times, hangt van de houding
van Hongaryegedurende de volgende maand af, en de schrij
ver uit de hoop, dat men daar eene zoo zeldzame gelegenheid
tot grootmoedige verzoening niet. uit gebrek aan kalm over
leg en politieke voorzigtigheid, zal laten voorbijgaan.
The dayly news voedt intusschen weinig hoop op de ver
vulling van dien wensch en kan niet gelooven. dat de crisis
bezworen zal worden. Het onheil, meent dat blad, door een
veeljarig despotiek bewind veroorzaakt, kan door een keizer
lijk patent niet worden goed gemaakt, en eene staatsregeling
op het papier bezit, bij den tegenwoordigen stand der zaken
de kracht niet om het rijk te redden.
Londen 9 maart. Gisteren heeft de heer Roebuck in lietla-
gerhuis de aandacht der leden gevestigd op den toestand van
Venetie, en in zijn wantrouwen tegenover Frankrijk, heeft
hij zich onbewimpeld ten gunste van Oostenrijk en de regten
van dat land verklaard. De heer J. White heeft daarentegen
aangevoerd dat die gunstige gezindheid van den heer Roe
buck voor Oostenrijk welligt haren oorsprong vindt in een
winstgevend contract met dat rijk gesloten.
Terwijl de heer Roebuck die beschuldiging onbeantwoord
liet, lieei't lord John Russell doen opmerken, dat thans aan de
oostenrijksclie vertegenwoordiging de beslissing toekomt,
welke staatkunde men ten aanzien van Venetie zal volgen,
maar de minister drukte tevens de overtuiging uit dat dit ita-
liaansche gewest onmogelijk kan gehouden worden onder
eene overheersching waar tegen het zich verzet. Hij hield
verder vol datEngelund het beginsel van niet-tusschenkomst
zoo langdoenlijk moethandhaven, terwijl de regering vvenscht
vrij te blijven omtrent hetgeen zij zon vermeenen te moeten
doen als Venetie bloot stond aan een aanval van buiten.
Buitsclilaml.
Berlijn 9 maart. Berigten van de poolsche grenzen van gis
teren avond melden dat te Warschau volmaakte rustheerschte;
door de burgerij en stedelijke militie werden des nachts gere
geld patrouilles gedaan. Heden zou iu alle kerken der stad
eene lijkplegtiglieid gehouden worden voor de burgers die bij
de onlusten omgekomen zijn. Het geregtelijk onderzoek
wegens het gebeurde werd door eene uit russeii en polen be
staande commissie,onder de leiding van den generaal Liprandi,
onpartijdig voortgezet. De bezetting werd intusschen ver
sterkt, en vele vrouwen verlieten de stad oin haar verblijf in
de citadel te nemen. Met gespannen verwachting zag men het
antwoord des keizers op liet hem toegezonden adres tegemoet.
Frankrijk.
Parijs 9 maart. In de zitting van den senaat van eergisteren
is de beraadslaging ten einde gebragt over het adres van ant
woord op de troonrede. Door den kardinaal Gousset werd
daarbij nagegaan, dat de roomsclie kerk wel is waar verplig-
ting heeft aan den tegenwoordigen keizer, doch dat de paus
zich daarvoor ook niet ondankbaar getoond heeft. Hij acht
het de roeping van Frankrijk om Pius IX in zijne dubbele
waardigheid van paus en wereldlijk vorsttPhandhaven. Niet-
tusschenkomst meent hij dat niet meer bestaanbaar is, omdat
Napoleon III den paus reeds in zijne staten heeft teruggebragt
op een veel moeijelijker tijdsgewricht. De heer de Royer ver
klaarde dat Z. M. de keizer zich de meest getrouwe en waak
zame schildwacht voor Rome heeft betoond. Hij vreest geen
zoo overwegenden invloed van Engeland, maar veeleer dien
der partijen, waarvoor de keizer gelukkig tot hiertoe doof