het pauselijk grondgebied oost- en westwaarts, en vooral zuid
waarts, bestendig en niet kracht voortgezet, en zal het werk
voltooid kunnen zijn met het einde van den bij de concessie
gestelden termijn, dat is met de aanstaande maand mei.
Nadere tijdingen uit Rome van 24 dezer melden dat Frans
II aldaar dacht te blijven, zoo lang er eene frausehe bezetting
aanwezig zal zijn. In het geheim worden er aanstalten ge
maakt voor eene plegtige ontvangst van koning Victor Em
manuel.
Door den onttroonden koning van Napels is eene circu
laire gerigt tot zijne legatien in het buitenland, ter uiteen
zetting der redenen welke hem hebben bewogen om Gaeta
te- verlaten. Deze is in twee deelen te splitsen: in het eerste
wordt uiteen gezet, waarom Frans II aan zijn heil uit een
staatkundig oogpunt moest wanhopende stelselmatige tegen
stand van Engeland; de verklaring van keizer Napoleon dat
hij in eiken stand der zaken het beginsel van non-interventie
zal handhaven; demoeijelijkheden, in welke de overige mo
gendheden verkeerden bij de vrees voor een europeschen
oorlogziet daar zoo vele redenen welke den koning bewogen
om iederen wederstand voor het vervolg als nutteloos te be
schouwen. Het tweede onderdeel heeft betrekking tot de
zuiver militaire bemoeijingen. Gaëta had ontzettend geleden
door het langdurig bombardementde vijandelijke artillerie,
met kanonnen van grooter kaliber, domineerde die der ves
ting de hevigste typhus deed de gelederen van hetgarnizoen
slinken, en de twee bressen, aan welker oorsprong verraad niet
vreemd was, maakten de vesting onhoudbaar; terwijl de mid
delen der belegeraars telkens vermeerderden en die van de
belegerden gevoelig verminderden. De koning, die dagelijks
zijne ongelukkige soldaten zag vallen, besloot dus met een
bloedend hart, te capituleren.
Het gedrag van generaal Cialdini, die zou geweigerd heb
ben om de vijandelij khedeu testaken gedurende de onder
handelingen, wordt voorts hevig gelaakt.
3t,cltjtiinqm
Sedert 23 dezer zijn ter reede van Vlissingen gepasseerd,
bestemd voor AntwerpenPaolo, gez. Sicich, OdessaPlana,
gez. Musdorp, Buenos Ayres.
tjaitöclsbcrigtcn.
Graanmarkten
Amsterdam 27 februarij.
Tarwe en gerst stil.
Middelburg 26 februarij.
Patentolie f 41*. Raapolie f39*. Lijnolie f34* per vat op
zes weken.
Prijxen van effecten.
Amsterdam 27 februarij.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2* pet.
dito Nationale dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij 4*
Rusland. Oblig. i 79S/1816 5
Certitic. Hope co4
dito dito 1855, 6de serie. 5
dito6
Aand. spoorweg
Leening 18604$
Polen. Schatkistobligatien4
Spanje. Obligatien 1^
dito binnenlandsch3
Certific. coupons bewijzen
Crediet instelling
Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5
dito amsterdamsche5
dito nationale 5
dito 1847/1852 2*
Bank actiën 3
Belgie. Certificaten bij Rothschild 2J
Portugal. Obligatien 3
dito nieuwe 3
Grenada, dito
Venezuela, dito2*
Illinois. dito7
Mexico. dito3
Londen, 26 februarijten 12 ure. Consols 91 g.
Weenen, 20 febr. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 6
Parijs, 20 febr.(slotpr.) 4* pct.compt.3 pet.
63*
76-J
98*
132&
102^
94$
189$
S9*
411
47-JV
64*
48*
5S7
46*
45.J
14*
20*
90*
23*
5,25.
68,10
Piijxen van coupons en losbare obligatien.
Amsterdam 25 februarij.
Metalliek f 19,SO; Napelsche fDi" verse engelsche in
f 11,80; Engelsche Russen f 11,80; Fransche f 55.62$;
Belgische f55,87*Pruissisclie f 34,87$Spaansche piasters
fSpaansche coupons per fr. fIlamb. Russen
fRussische in zilveren roebels f33,62*; Poolsche in
fl. f 26^87*Nationale metalliek f27,75Dollars f
Ö0c!umtth0ttUtgmg.
Pen Indisch belang, tevens Nederlandsch belang, ter over
weging gegeven door A. Elink Sterk jr., lid van de
staten van Zuid-Holland, 's Gravenhage 1860.
Wat men de nederlandsche natie ook ten laste mag leggen
onverschilligheid voor hare overzeesche bezittingen zal het
zeker wel niet zijn. Een tal van brochures over indische be
langen en indische toestanden heeft ons in de laatste tijden
letterlijk overstroomd; van alle kanten zijn de aangelegen
heden onzer koloniën met naauwgezetheid en klem be
schouwd ook in 's lands vergaderzaal waren discussien over
Indie in den laatsten tijd steeds aan de orde van den dag.
De meeste beschouwingen van dezen aard hadden echter
tot dusverre eene meer bij uitsluiting politieke strekking, en
waren meest alle geschreven en geuit naar aanleiding van den
grooten strijd over den vrijen arbeid in lndie. tegenover het
stelsel der gedwongen cultures, dat sinds een dertigtal jaren
werd gevolgd, en waartegen zich plotseling een hevig verzet
begon te vertoonen.
Van een geheel anderen aard is echter de brochure van den
heer Elink Sterk, die wij aankondigen. Ieder onzer lezers
herinnert zich zonder twijfel nog den schrik, waarmede men
in het afgeloopen jaar alhier de tijding vernam, dat er onder
de vreemdelingen, waaruit het nederlandsche leger in lndie
grootendeels bestond, een opstand was uitgebarstendat er
in Samarang een bloedig gevecht had plaats gehad tusschen
de muiters en de welgezinden, aan welke laatsten gelukkig
de zege was verblevenmaar dat daarna nog gebleken was,
dat er eene zamenzwering bestond op groote schaal, die ver
takkingen had geheel lndie door. Vooral op dat tijdstip,
waarop in andere deelen onzer oost-indische bezittingen
krachtige maatregelen genomen moesten worden om oproe
rige inlandschc vorsten te bedwingen, en dat men zich zelfs
van den uitslag der expedition nog nietveel goeds voorspelde,
maakte de tijding van dat militair oproer hier te lande een
pijnlijken indruk, en onder dien indruk zijn velen bedacht
geweest om middelen te beramen, waardoor eene herhaling
van dergelijke tooneelen zou kunnen voorkomen worden.
Aan dit edel pogen dankt het boekje van den heer E. S.
zijne geboorte.
„Benuttiging van een deel van in het moederland aanwe
zige, nog ongebruikte volkskrachten, ten behoeve van over
zeesche bezittingen van den staat, die men daaraan werkelijk
gebrek ziet lijden.
„Opheffing van een deel van onze bevolking, die zich hier
aan behoefte of verwaarloozing ziet prijs geven, tot de edele
bestemming van bij te dragen tot handhaving van de noo-
dige inwendige kvacht, rust en veiligheid van die onschatbare
nalatenschap onzer vaderen, aan wier behoud en bloei het wel
zijn van ons vaderland op het allernaauwste verknocht is."
Dit waren de denkbeelden, die de pen van den schrijver
hebben geleid, en met de verwezenlijking waarvan hij tevens
hoopt te komen tot eene versterking van het nederlandsch
element in lndie, waar nog altijd behoefte bestaat aan
bekwame en praktische mannen, en waar gelegenheid te over
is voor ontwikkeling van industrie en vermeerdering van
welvaart.
Dat er behoefte bestaat om het nederlandsch element in
het indische leger te versterken, ieder zal het erkennen. Alge
meen ziet men in, hoe onvoorzigtig en gevaarlijk het is, de
verdediging onzer overzeesche bezittingen, op de trouw wier
inwoners niet veel te rekenen is, toe te vertrouwen aan troepen
die uit Europa zijn zamengeraapt, die door geen anderen
band, dan dien der soldij zijn gehecht aan het land dat ze
dienen, en die bij het bewaren der rust geen belang hebben,
terwijl de verstoring der rust hun niet schadenmaar mis
schien voordeel brengen kan. De regering zelve heeft dan
ook reeds een bewijs gegeven, hoe zij dit inziet, doorliet werf
depot in Duitschland op te heffen.
Kan men het leger in lndie nationaliseren en versterken
met nederlandsche krachten, de vruchten die daarvan geplukt
zullen worden, ook op een ander terrein, zullen vermeent
de schrijver zeer groot zijn. Zoo menige kracht is in Neder
land ongebruikt, die daar ginds een nuttigen werkkring zou
kunnen vinden, en ook 11a den afloop der militaire dienst is er
in onze rijke overzeesche bezittingen voor iemand mfljt geest
kracht gelegenheid genoeg om met vrucht werkzaaorte zijn.
Daar nu de grondwet verbiedt een deel der militie buiten
de grenzen van het rijk te gebruiken, en de hier te lande
aanwezige strijdkrachten nimmer dienen kunnen tot bescher
ming en tot bewaring der rust van onze overzeesche bezit
tingen, stelt zich de heer Elink Sterk alleen voor, het bevor
deren van het vrijwillig dienst nemen der landskinderen voor
het indische leger, en wel door het o prig ten van militaire
instituten in verschillende oorden des rijks, terwijl dan tevens
de vooruitzigten voor de kweekelingen dier inrigtiugen ver
beterd zouden behooren te worden. Een bezwaar vindt hij
echter in de bepalingen van het burgerlijk wetboek omtrent
de ouderlijke magt, die verhinderen, dat zij, die natuurlijk op
jeugdigen leeftijd die instituten bezoeken moeten, zich reeds
voor de dienst kunnen verbinden, doch hierin verlangt hij
te gemoet te komen door eene wetsbepaling, waarbij door
middel eener handligting deze bevoegdheid aan de minder
jarigen zou worden toegekend.
Wij deelen de beschouwingen van den heer Elink Sterk,
over de noodzakelijkheid om het nederlandsch element in het
indische leger te versterken, ten volle; maar wij gaan nog ver
der dan hij, en wenschen eene versterking van het beschaafd
en ontwikkeld element, niet alleen in het leger, maar in de
geheele indische maatschappij, in al onze koloniën. Een ruim
veld voor alle takken van handel en industrie ligt daar voor
ons: vele krachten liggen daar ongebruikt en ongewaardeerd
in de rijke natuur verborgen, die met geringe inspanning vele
vruchten zouden opleveren; terwijl liet daarentegen hier te
lande juist omgekeerd is, waar duizenden en duizenden aan
behoefte of verwaarloozing zijn prijs gegeven, die daarginds
een nuttigen werkkring konden vinden.
Toch bestaat er hier altijd een soort van tegenzin tegen
eene emigratie naar lndiemen trekt veel liever naar andere
oorden, waar land, aard, zeden en taal zoo verre van de hol-
landsche verschillen, en men ziet er tegen op om zich te ves
tigen in een gezond klimaat, waar men eene hollandsche
maatschappij gereed vindt om den immigrant te ontvangen.
Vroeger was „de Oost" bijna uitsluitend de wijkplaats
voor deugnieten van allerlei soort. In de laatste jaren is men
en te regt tot eene andere beschouwing gekomen. Men
is lndie beginnen aan te zien, niet alleen als een wingewest
dat we alleen voor het „batig slot" moeten aanhouden, maar
als een land als ieder ander, waar men met dergelijk uitvaag
sel der maatschappij even weinig kan uitrigten als overal el
ders, maar waar even zeer gelegenheid is voor bekwaamheid
en talent. Dit inzigt heeft ons veel verder gebragt dan de
meest krachtige arme'e in lndie ooit doen zou. Daardoor
vormt zich in lndie langzamerhand een europesclie maat
schappij, die zich als overal alleen door orde en werkzaam
heid ontwikkelt, en die juist in die orde en werkzaamheid de
zekerste waarborgen vindt voor voortgang op den goeden
weg, terwijl het belang, dat alle leden dier maatschappij bij
rust en veiligheid hebben, haar sterk en geducht doet zijn in
aanvallen van buiten of oproerigheden van binnen.
Wij zijn het dus in hoofdzaak met den heer E. S. eens,
maar toch kunnen wij hem alles niet toegeven. Wij beschou
wen met hem het bezit van Oost lndie als van onberekenbaar
voordeel voor ons vaderland, en gelooven dat het verlies dier
bezittingen, op hetoogenblik vooral, eene levenskwestie voor
Nederland zou wezen, maar toch houden wij't er voor, dat
wij het regt niet hebben voor ons het eeuwigdurend bezit
dier streken te eischen. De verhouding van koloniën tot moe
derland in naauwkeurig aangegeven in de benaming moe
derland zelve. Nederland behoort zijne koloniën te bescher
men als zijne kinderen, wier voordeel het niet zoeken mag
alleen om eigen, voordeel daar mede te doen. maar met het
oog op de belangen dier kindeven zelven. Het einddoel, waar
naar eene koloniserende natie behoort te streven, is de onaf
hankelijkheid harer koloniën, als nieuwe staten, waarmede ze
in een naauwen duurzaam bondgenootschap kan leven. Maar
koloniën aan te houden, alleen om er renten van te trekken,
is eene onzedelijke speculatie voor een volk, en dat nog zoo
veel malen onzedelijker wordt, wanneer het volk zonder die
renten in haar eigen onderhoud niet kan voorzien. Het zou
een groote onbillijkheid zijn, dat twintig millioen menschen
ten eeuwigen dage hunne staatkundige onafhankelijkheid
moesten missen en geëxploiteerd worden, ter wille van drie
inillioen anderen, die op verren afstand wonen, en die gedu
rende de drie eeuwen, die ze in ée'n staat vereenigd hebben
doorgeleefd, het eenvoudig huishoudelijk beginsel nog niet
in praktijk leerden brengen van de tering naar de nering
te zetten.
Wij zouden daarom als eerste, beginsel voor koloniaal be
heer voorop stellen, de volkswelvaart in de koloniën zoo veel
mogelijk te bevorderen, en, daar (zoo als de heer E. S. op
merkt) volkswelvaart en volksweerbaarheid onafscheidelijk
zamen gaan. zouden we bij eene grootere mate van ontwik
keling niet bevreesd behoeven te wezen voor den vijand die
van buiten of van binnen lndie bedreigen mogt.
En het middel om tot dit doel te geraken We zeggen het
den heer E. S. na„benuttiging van de krachten, hier onge
bruikt, daar ginds ontbrekende; opheffing van een deel
der bevolking, hier behoeftig eu verwaarloosd, om daar ginds
nuttig en voordeelig werkzaam te zijn."
Moge dit denkbeeld ook door de lezing dezer brochure bij
velen worden opgewekt en aangewakkerd.
IVMöasngljetD.
LOTERIJ VAN VOORWERPEN bijeen gebragt door
industriëlen, neringdoenden en andere personen, ten behoeve
der noodlijdenden door watersnood.
De commissie dezer loterij maakt bekend
1. dat de tentoonstelling der voorwerpen is bepaald op
maandag en dingsdag den 4 en 5 maart 1S01, in de bovenzaal
van de sociëteit de vergenoeging (toegang vlasmarkt), alwaar
dezelve van des voormiddags 10 ure tot des namiddags 4 ure
te bezigtigen zijn, tegen betaling van 10 cent. ten voordeele
van de Vereeniging tot het bezoeken der armen. De inzen
ders van voorwerpen hebberr vrijen toegang;
2. dat de uitloting op vrijdag den 8 maart in de hier boven
genoemde zaal zal plaats hebben, des voormiddagsten 10 ure;
3. dat de lijst der uitgekomene nommers welke prijzen ge
wonnen hebben, zoo mogelijk in de Middelburgsche courant
van den 9 maart zal worden bekend gemaakt;
4. dat de getrokken voorwerpen moeten worden afgehaald
tegen overgifte van het lot, op zaturdag den 9 maart, van 11
tot 3 ure, ter zelfder plaats;
5. dat de loten dezer loterij voor één gulden verkrijgbaar
zijn bij de leden der commissie, en ook op de dagen der ten
toonstelling in de bovengenoemde zaal. Aan deinteekeuaren
worden de loten bezorgd.
Verder neemt de commissie de vrijheid degenen welke haar
nog voorwerpen hebben toegezegd, beleefdelijk te verzoeken
deze vóór zaturdag aanstaande toe te zenden.
De commissie voornoemd,
M. MAISONNEUVE. J. M. BOONE. I. J. MILBORN.
Tlimcrtcntim.
Vijfentwintigjarige Huwelijksvereeniging
L. BOOGAERT,
OvezandeGeneesheer
den 2 Maart 186T. en
A. C. BAX.