m MIDDELRURGSCHE COURANT. Dingsdag 1861. 5 Februarij. öinncnlanösrljc tijömgra. N- 16. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 «re. De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3, franco per post ƒ8,40. De inzending yan advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte, doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels ƒ1,50, voor eiken regel daarboven 32 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters wordeu berekend naar de plaats die zij innemen. Editie var. maandag avond 8 ure. Middelburg 4L februarlj. Nog altijd wordt het onderzoek voortgezetmet betrekking tot de boerenvrouw, die nu reeds eene geheele week vermist wordt. Nadat zaturdag haar man weder aan een langdurig verhoor voor den regter-commissaris was ouderworpen, zijn heden door de betrekkingen der vermiste vrouw de nasporin gen in den omtrek der woning voortgezet. Men verzekert dat daarbij heden voormiddag uit eene sloot achter de hofstede is opgehaald een toegeknoopt beddelaken. waarin zich een drietal groote steenen bevonden. Aan het laken meent men sporen van bloed te ontdekken. De man, met name A. Polderman, is heden avond voorloo- pigin verzekerde bewaring genomen en naar het huis van burgerlijke en militaire verzekering alhier overgebragt. De gemeenteraad alhier zal op woensdag aanstaande, des namiddags ten half twee ure, eene openbare zitting houden, waarin de volgende onderwerpen zullen behandeld worden missive van gedeputeerde staten, goedkeuring van verschil lende raadsbesluitenadressen sollicitanten klokkenistidem bezwaren kohier hoofd el ijken omslag; vaststelling rekening wisseliiank en kamer van koophandel 1860benoeming stem bureau; uitloting aandeelen geldleening Bellingbrug; voor- dragt van burgemeester en wethouders, uitgifte in erfpacht van gemeentegrond. Wij vernemen dat bij koninklijk besluit van den S januarij 11., no. 144, aan den heer A. B. Carpreau te IJzendijke ver gunning is gegeven voor de begrinding van den weg van Axel naar de belgische grens in de rigting van de gemeente Moerbeke. met genot van tolheffing op dien weg gedurende tachtig jaren. De toestand der rivieren begint een dreigender aanzien te krijgen, en vooral van de oevers van de Waal worden zeer verontrustende berigtcn ontvangen. Reeds vrijdag morgen was de waterstand te Tiel 13 duim boven noodpeil. De kistin gen bevonden zich echter in dien omtrek alle nog in goeden staat. Plotseling begon het water sterk te vallen, en dit deed reeds dadelijk het vermoeden ontstaan dat men een nieuwe ramp zou te betreuren hebben. Die vrees werd bewaarheid door het bengt dat de Waaldijk bij Leeuwen bezweken was. De Arnliemsche courant beschrijft dat ongeval in de volgende woorden Tusschen den afweg bij den Handwijzer en het huis Veld zicht was de dijk doorgebroken, naar men berekende, over eene lengte van 200 a 300 el. Met een ontzaggelijk verval stroomden water en ijs het land van Maas en Waal binnen en sleepten zelfs in htm geweld vier schepen mede, waaronder een met hooi beladen vaartuig. Vele huizen werden wegge spoeld, en men vreest zelfs dat men menig menschenleven zal te betreuren hebben. Nadere berigten over dit nieuwe onheil ontbreken tot dusverremaar reeds nu kan men voorzien, dat het zeer groot moet zijn. Men vreest zelfs grooter dan in 1855, toen de doorbraak in het beneden gedeelte van Mans en Waal viel, terwijl nu de doorbraak is ontstaan in het hoogere ge deelte, dat thans zoo wel alshetlagere dreigt te overstroomen. Wegens den woedenden stroom en de groote ijsmassa was aan geene redding te denken. Vrijdag had zich het ijs te Druten en benedenwaarts weder vastgezet, zoo dat de toe stand hoogst zorgelijk blijft. Te Nijmegen was de waterstand vrijdag morgen, hoewel iets vallende, mede buitengewoon hoog. Donderdag avond ten 10 ure was de dam om de Oude haven door den drang van het water bezweken. De geheele lage markt en een gedeelte der Priemstraat aldaar waren reeds onder water geloopen toen, doorliet bezwijken van dien dam, het water, met groote stukken ijs beladen, in ontzettende kracht door vele straten stroomde en groote verwoesting aanrigtte. Vele huizen liepen daarbij totaal onder. Des nachts was het water tot 27 voet opgeloopeu doch des morgens was het weder wat gevallen. In de benedenstad wordt de gemeenschap met schuiten onder houden. Aan de andere zijde der Waal bij de stads-herberg was liet ijs huizen hoog opgehoopt. Niettegenstaande de luthersche kerk van een dam voorzien was, stroomde het water er in ter hoogte der zitbanken. Vrijdag morgen was het ech ter weder geheel weggeloopen, met achterlating natuurlijk van eene laag slib. Z. M. de koning heeft reeds aan den burgemeester van Nijmegen doen weten dat hij voornemens is zoo spoedig 1 mogelijk die stad meteen 1 ;poek te vereeren, tot het opne men der waterkeerende werken. Volgens de Arnliemsche courant is het water voor Arn hem sedert donderdag aanmerkelijk gevallen, ten gevolge der opruiming van het ijs op een gedeelte van den Yssel en de Waal. Het vloedwater in het Velperbroek was dien ten ge volge ook zeer verminderd, hetgeen allezins verblijdend was, daar de overstrooming van den Schapendijk bij Westervoort het zóó hail doen wassen, dat een aantal huizen aan en bij de Rietebeek ontruimd en reeds een 70tal personen door liet ge meentebestuur te Arnhem in het passantenhuis verpleegd werden. Tusschen de Steenstraat en de Sabelspoort te Arn hem zijn kistingen gemaakt om het vloedwater uit de stad te keeren. Zaturdag bleef het water voor Arnhem sterk vallen. De wegen van Zutphen over Gorssel naar Deventer, die langs de Voorat naar Laven, en de grindweg van Zutphen naar Em merik staan onder water. Donderdag morgen is de ringdijk bij Rhenen, na vele vruch- telooze pogingen tot behoud, ook bezweken, zoo dat het lage gedeelte der stad onderliep. Omtrent den doorbraak van den Baberichschen dijk,welken wij reeds in ons vorig nommer mededeelden, meldt de Neder- landsche staatscourant dat daardoor het lage terrein tusschen Didam en Zevenaar en verder naar Angerlo onder water staat de Lymers en Zevenaar bleven nog grootendeels voor onder- loopen bevrijd. Het gedeelte van den spoorbaan van Emme rik, hetwelk daardoor onbruikbaar werd, is niet groot, en men is druk bezig het te digten. Passagiers worden met behulp van schuiten geregeld overgezet. Onze correspondentie uit Doesburg behelst te dier zake nog eenige bijzonderheden. Te Emmerik zelf moet, volgens de Kölnische"Zeitung, op de markt 4 voet water staan en op sommige plaatsen nog 2 voet hooger. Dat blad sehrijG'daaromtrent dd. 30 januarij „Men vleide zich hier reeds dat alle gevaren van den ijs gang geweken waren, maar is daarin op treurige wijze te leur gesteld. Het ijs heeft zich weder vastgezet, en hij eene water hoogte van 24£ voet staat, nadat de dijken doorgebroken en muren ingestort zijn, onze geheele stad onder water. Van den kant van Kleef hoorde men in den afgeloopen nacht een vreesselijk hulpgeschrei, maar het was onmogelijk van hier uit hulp te bieden. Hier staat het water op de markt 4 voet, en in de Tempelstraat 6 voet hoog. Bijna al de kerken staan onderwater. De bakkers kunnen niet meer bakken. De pom pen zijn onbruikbaar, en dien ten gevolge is er gebrek aan drinkwater. Vele straten, waar arme lieden in kleine huisjes wonen, zijn geheel ontruimd, en een aantal bewoners op het raadhuis gehuisvest." Op last der regering is vrijdag middag beproefd om met de ijzeren stoomboot Brouwershaven van Rotterdam af de Lek op te varen en alzoo het ijs te breken, opdat het vrij kunne afdrijven. Het door de Nederlandsche staatscourant van 3/4 dezer daaromtrent medegedeelde rapport luidt als volgt: „Heden middag ten 2 ure met de Brouwershaven van Rot terdam vertrokken zijnde, kwamen wij ten 3 ure voor eenen ijsdam die boven de Groene plaat zat, in het vaarwater, van omstreeks 300 el beneden peil raai CXXVIII tot even boven die peilraai, op de hoogte van het ijsselmondsche veer. Langs de Groene plaat en IJsselmonde stroomde het water dwars over. Na een en twintig malen met volle kracht op den dam gevaren te hebben, wonnen wij iedere keer eene ontzettende massa grondijs. Toen wij op'5 na den dam doorgeworsteld hadden, stond er nog 40 a 00 duim verval voor dat strookje, en stonden de schollen loodregt als palen in den grond. Eerst de vier en twintigste maal braken wij, onder geweldig kraken van boot en ijs, er door henen, echter niet zonder schade, daar wij verwringing van het roer kregen en onze schoepen ver loren. Wij moesten naar Rotterdam terugkeeren om de avarij te herstellen, en zullen morgen ochtend (zaturdag) ten 7 ure weder van wal steken, om te beproeven er door te komen naar de Lek." Omtrent den stand van het water voor Rotterdam meldt de Nieuwe rotterdamsche courant van zondag. Yan af 5 ure tot ongeveer 9 ure vrijdag morgen was er ont zettend veel drijfijs hi de Maas alhier, daarna is het sterk ver minderd; met den vloed is bijna geen ijs teruggekomen des avonds was de Maas bijna blank. Op de rivier voor Dordrecht wordt het wak van af den Riet dijk tot het groote hoofd steeds grooter. Overigens geen ver andering. Even zoo in de kil. Achter het eiland was vrijdag nacht veelijs. Aan de kop is het ijs donderdageen oogenblik in beweging geweest, docli heeft zich weder gezet en zat vrij dag morgen nog. De heer P. Regout, te Maastricht, heeft ten behoeve der noodlijdenden door den watervloed f 1000 afgezonderd en een beroep gedaaft op zijn talrijk fabriek-personeel, waardoor hij een som van f2500 hoopt bijeen te brengen, die bestemd is, om, zoodra het water open is, een partij beste luiksche steenkolen vrachtvrij te zenden naar de geteisterde oorden, om ter beschikking der commissie te worden gesteld, terwijl hij voor die partij vrijdom van accijns heeft verzocht, zoo «lat 0]i die wijze eene som van bijnaf5000 zou worden verstrekt. Nog altijd blijft de toevloed van giften voorde noodlijden den door den watervloed groot. Vooral uit het buitenland worden dagelijks, soms zeer aanzienlijke, bedragen verant woord. Door den commissaris des konings in Gelderland is berigt dat het getal der uit de verschillende gemeenten der provinciën Noordbrabant en Zuidholland verpleegd wordende nood lijdenden, volgens ontvangen opgaven van de betrokken heeren burgemeesters, bedraagt 1870; dat zich hiervan, volgens gelijke opgaven, bevinden uit de gemeente Driel te 'sBosch 400; uit Amrnerzoden en Well te 's Bosch, Heusden en Bok hoven 600; uit Hedel te 's Bosch 250; uitZuilichem te Go- rinchem 70; uit Brakel te Gorinchem 100; uit Aalst te Gorin- chem 35; uit Bvuchem, Kerkwijk, Nederhemert en Well te Heusden 350; uit Poederoijen te Andel 40; uit Aalst te Veen 25. Totaal 1870 noodlijdenden, terwijl voornamelijk uit de gemeenten Bruchem, Kerkwijk, Gameren, Nieuwaal, Hur- wenen en Rossura, met eenige Bomraelsche ingezetenen, ins gelijks door water verdreven, te Zalt-Bommel 1162 noodlij denden worden verpleegd. Door de commissie te Zalt-Bommel wordt bovendien voor zien in de verzorging van het aantal nagemelde behoeftige personen, welke in de gemeenten van den Bommelerwaaril zijn verbleven, als: te Driel 1500; te Nederhemert 160; te Ros- sura 628; te Amrnerzoden en Well 600; te Gameren en Nieu waal 500; te Hedel 700; te Hee re waard en 545; te Bruchem 61; te Kerkwijk 62; te Delwijnen 62, te zamen 4718; makende met de 1162, te Zalt-Bommel opgenomen, een getal uit van 5SS0. Door de commissie te Gorinchem worden, behalve de daar ter stede verpleegden, verzorgd in Brakel 6S5in Zuilichem 4S2; in Poederoijen 245; in Aalst 325, te zamen 1737 personen. Uit Doesburg meldt men ons van den 1 dezer Werkelijk hangt thans ook de tweede mand den toren uit. De Baberiehsche zomerdijk bij Zevenaar is doorgebroken. Het Rijnwater heeft zich een weg gebaand, dwars door dien waar de trein van Arnhem naar Emmerik over heen stoomt, heeft dus het gewone verkeer tusschen beide plaatsen of liever reeds tusschen Arnhem en Zevenaar tot tijdelijke» stilstand gebragt, en hier de omliggende dorpen en velden onder gezet. Doch het water is hier volstrekt nietgevaarlijk. Het geeft on gerief, men krijgt het te Angerlo en op andere plaatsen in zijn rez de chaussée, de landlieden zijn dus naar hun opkamers moeten verhuizen, maar dat is ook al. Intussclien, hoe weinig gevaarlijk, onze toestand is onaangenaam. Niet alleen van den kant van Angerlo zien we een, ik zal niet zeggen onafzien bare zee, maar toch een heel aardige waterplas ook in de rig ting van Ellekom en Dieren valt niet veel straatweg of land, bi jna niets dan water en uitstekende boomen, benevens enkele huizen, te onderkennen. En juist van Dieren en Ellekom moet ons het dagelijksche zielevoedsel, in den vorm van couranten moeten haast al onze brieven ons toekomen, daargelaten nog de velerlei noodzakelijkheden voor velen onzer, om de route van hier naar den arnhemsch-zutphenschen straatweg, en dus over die beide plaatsjes, te nemen. Dit ongerief komt onsniet van Baberich maar van den IJssel, die dezen nacht hier is losgegaan en door zijn hoogen waterstand sedert een dag twee, drie langzamerhand het dal tusschen hier en de ellekomsche en dierensche heuvelen heeft onder gezet. De post arriveert dus per schip, via ondergeloopen land, ongeregeld en laat, gaat natuurlijk van hier onder gelijke omstandigheden met het zelfde ongerief. Dus zal mijne correspondentie u ligt niet al te spoedig geworden. Toch is het gelukkig, dat niet anders dan bloot ongerief het refrein uitmaakt van eene correspon dentie uit een van rondom geïnundeerde streekEn niet al leen ongerief; voordeel mag bij de schering als inslag gevoegd worden. In liet voorjaar zullen onze landlieden met genot de uitwerking van Rijn- en I Jssel-slib op hunne landerijen waar nemen en welligt zich zelf voor een volgenden 1 februarij an dermaal een verblijf op hunne opkameren toewenschen. De Arnliemsche courant meldt onder dagteekening van I dezer. Gisteren namiddag is Z. K. H. de prins van Oranje alhier aangekomen. Z. exc. de staatsraad, commissaris des konings, de generaal, provinciale kommandant en verdere autoriteiten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1