van eenige oppositieleden, zoo als Ratazzi, Depretis, Berti,
er.z., die, bij alle verschil van gevoelen, onwankelbaar zijn in
hunne trouw aan den koning en de italiaansche zaak, maar
daarentegen de verkiezing van Mazzinisten. zoo als Brofferio,
en hardnekkige voorstanders van eene confederatie, zoo als
Cataneo, gaarne zou beletten. Alles wel beschouwd, dreigt
het meeste gevaar uit het zuiden van Italië, van waar men ver
wacht, dat zoo al geene vijandige, dan toch in de politiek zeer
onbedreven leden in het parlement gekozen zullen worden.
Den IS november 18G0 is te Tagal aangekomen het bark
chip Bur ge meester van Middelburg, gez. K. Hoek.
Den 21 november lSGÜis te Samarang aangekomen, het
barkschip Walcheren, gez. D. II. van der Heide, en vertrok
ken den 23 november naar Soerabaya.
Den 20 november 1860 isvertrokken van Passaroeangnaar
deze stad het barkschip Slad Middelburg, gez. D. D. Ouwe
hand. Alles wel aan boord.
Volgens berigt, dd. 24 november, van gez. E. N. F. van
Wulven, voerende het barkschip Maria, was hij J 8 november
te Cheribon aangekomen, had aldaar suiker geladen en dacht
den 27sten naar Pekalongan te zeilen, om koffij te laden en
alsdan de reis naar huis aau te "nemen.
Sedert 10 dezer zijn ter reede van Vlissingen gearri
veerd, bestemd voor AntwerpenRochestergez. Patten. New
Orleans; Mercur, gez. Hansen, Saxkjobing; Bervenche, gez.
Paris, Camillas. Voor Brussel bestemdBcrendina, gez. Bos-
singa. Bordeaux. Voor Rotter<Ja"inJoan, gez. Ivleyn, llio
Janeiro, allen, wegens ijsgang hunne destinatie niet kunnende
bereiken, in de haven te Vlissingen binnen geloopen.
De engelsche stoomboot Laplata, gez. Mason, van Goole
naar Antwerpen bestemd, heden uit zee binnengekomen,
heeft order ontvangen om naar Ostende te gaan.
ï3daling van coupons.
De coupons der Weener certificaten, administratie Goll.
co., verschenen 1 jannarij 186), worden betaald die van fl. 10
in Einlösungscheinen met f 8,21, en die van fl. 20 Conventi-
onsgeld met f 15,29.
i)anMsl>mgtrn.
Nederland
ra a es m arik te ii
Axel 12 januavij.
Tarwe f9,55 af 10,25; Rogge fG,55 a f6,80,'; Wintergerst
f5,95 a fG,35; Zomer dito f5,35 a f 5,60; Haverf3,25 a
F'i/tO"; PdardêBobn én f 7 ',o0 a f 7,70Bruineboonen f 7/15 a
f9,35; Groene erwten f 8/10 a f 10,25 Geele dito f7,15 a
f9,35; Graauwe dito f9,35 a f 11,20. Boekweit f7,af 7,20,
per mud.
Prijzen vans effecten.
Amsterdam 11 januarij.
Certific. Werkelijke schuld
dito Nationale dito
dito dito dito
Aand. Handelmaatschappij
Oblig. 1798/1816
Certific. Hope co
dito dito 1855, 6de serie.
dito
Aand. spoorweg
Leening 1860
Schatkistobligatien
Obligatien
dito binnenlandscli
Certific. coupons bewijzen
Crediet instelling
Obligatien Weener metalliek
dito amsterdamsclie
dito nationale
dito 1847/1852
Bank actiën
Certificaten bij Rothschild
Obligatien
dito nieuwe
dito
dito
dito
dito
Rusland.
Polen.
Spanje.
Oostenrijk,
2-i pot.
H
5
4
5
6
'li-
4
n
3
-Belgie.
Portugal.
Grenada.
Venezuela,
Illinois.
Mexico.
5
5
5
2*
3
2i
3
3
7
3
62-3
75|
981
129
101&
74J
SHJ
200
80j
30A
oos
«i
573
51
«4
13J
13 H
19,V
S0J
Londen 11 januarij, ten 12 ure. Consols 92.
Weenen, 11 jan. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 62,20.
Parijs, 11 jan. (slotpr.) pet. cornpt. 3 pet. G7.05.
Ctodthcscijcumffug.
TL'en zomer in het noordendoor Gerard Keller.
Met platen. Tweede deel. Arnhem, 1). A.
Tfiieme.
Met verdienstelijken spoed volgt dit tweede en laatste deel
van 's hecren Keilers reize zijn voorganger op den voet. Ter
belooning zij het met gelijke vlugheid hier ter plaatse aange
kondigd. Hebben we aan het einde van het eerste deel den
reiziger te Drontheim verlaten, thans vergezellen we hem
op zijne verdere reize. Met hem varen wc door de Lofoden
tot „(ie noordelijkste stad van Europa, neen, van de wereld
Hammerfest. Met hem keeren we weder door het prachtige
binnenland tot Christiania; en met den saksiscben vriend roe
pen we hem bij het instappen der boot een goeden j*eis! toe.
De zelfde aanmerkingen en de zelfde loftuitingen, maar de
laatsten sterker betoond, hebben we voor dit deel als voor het
eerste over. Het schijnt dat de schrijver door zijne herinne
ringen aan Noorwegen meer bezield is dan toen hij Zweden
ons teekende. Er is meer gloed en leven in zijne schildering.
Doch overigens leeren we zeer weinig van de noren kennen.
Een enkel woord over den storllung en over de liberalegrond-
wet is alles, om hun tegen woord igen toestand ons voor te
stellen. Noch van het intellectuele leven der natie, noch van
hun beschouwingen van het buitenland vernemen we iets,
dan kleinigheden. „Dit volk heeft geen geschiedenis," zegt
Keller. Met welk regt, weet men niet: omdat Noorwegen na
de unie van Kalmar steeds aan Denemarken bleef verbonden,
heeft het daarom geen geschiedenis! Waar ontwikkeling be
staat, .ook bij het gemis van zelfstandigheid, daar bestaat ge
schiedenis. In de oogen,van den schrijver moet de liberale
constitutie van 1315 een onbegrijpelijk raadsel zijn een volk
zonder geschiedenis, dat is, zonder leven, toont op eenmaal
op zulk een hoogte van ontwikkeling te staan, dat het zich
zelf wil en kan bestieren. Zelfregering zonder opvoeding, 'tis
zeker zonderling.
Even onbewezen, ik zegil'tm.aal niet. onjuist is Kei
lers bewering dat de noren intellectueel boven de zweden
staan. In politiek opzigt is het zeker waar, maar ook in al-
gemeene beschaving? Bezit Noorwegen eene litteratuur, als
Zweden sinds bet begin dezer eeuw
Doch deze enkele punten daargelaten, Keilers reis is een
boeijend boek. Hij moge ons den maatschappelijken en poli
tieleen toestand des lands niet doen kennen, we krijgen eenig
begrip van de trotsclie schoonheid van het noorden. Het zal
menigen lezer gaan als ons, die bij het lezen van veie bladzij
den. uitriepen ulahin! dahin! schoon de herinnering van al
de doorgebaggerde sneeuw en de uitgestane kou ons bij
den brandenden kagchel deed rillen.
Wilt go een enkele proeve van stijl en vorm Wijkiezen er
de volgende halve bladzijde toe, die u ook om den pikanten
inhoud zal interesseren.
„Wij hadden de kust verlaten en^andelden door eene val
lei, die voorBadöeer vrij bloeijend uitzag. De oogst stond nog
te velde, en waren de halmen niet zoo hoog en zwaar geladen
als bij 'ons, met een wcinigje verbeeldingskracht kan men
zich toch voorstellen, dat men hier in een bloeijende streek
was. wanneer men maar niet lette op de sneeuwbergen, die
van alle zijden de vallei insloten en haar beschutten tegen de
zeewind, die door de spleten joeg.
Daar stond een groot wit huis van e'éne verdieping, met
groene zonneblinden en een kleinen tuin er voor, die door een
houten hek was afgesloten.
Is dat de pastorie? vroeg ik.
Tegenwoordig, ja, maar eens was het de woning van
Lodewijk Philips.den laatsten koning der franschen. Hier in
dit verlaten, onbekende oord leefde gedurende eenige maan-
den van 1795 de zoon van Philippe Egnlité. nadat bij vruch
teloos in het beschaafd Europa eene veiligheid had gezocht, I
die er voor de Bourbons niet meer bestond. Slechts het ver- j
blijf in de nieuwe wereld werd hem nog gegund en later hem j
als voorwaarde voor zijne vrijheid gesteld. Maar aanvanke- j
lijk ontbrak het hem aan de middelen voor die reis. en hij be-
gaf zich van Hamburg naar liet noorden en zwierf in Zweden 1
en Noorwegen, waarvan hij het hoogste punt bezocht.
Er bestaat in Finland nog eene sage, welke aan zijn ver-
blijf herinnert.
In de velden van Karessuando verdoold, in een onstuiraigen
nacht op het laatst der maand maart 1795. zou Lodewijk Phi-
lips de prooi geworden zijn van het klimaat, gelijk zoo menig
reiziger die door een sneeuwstorm overvallen wordt, toen
eene jeugdige vrouw inliet gewaad eener finsche en door een i
ouden fin vergezeld te zijner hulpe kwam. Zij noodigde i
hem en zijn gevolg in de onderaardsclie woning van den oude,
en toen zij daar aankwamen sprak zij Lodewijk Philips met
zijn titel van Monseigneur aan. Beide behandelden hem als i
vorst, en de oude fin, die visioenen had, voorspelde den door-
luchtigen zwerveling zijne toekomstige grootheid. De jeug
dige vrouw was, volgens de sage, eene onechte dochter van
Philippe Egalité. Bij de omwenteling was zij met have moe
der gevlucht naar het onbekende noortiendaar was deze be
zweken, en de dochter leefde nu bij en met de finnen in de
woning van Tuisko. Zij zelve had den naam aangenomen
van Toini."
Daar is poezij in het verbaal, nietwaar? Het meisje uit
Parijs, eens prinsen dochter, redt in het ruime noorden haven
broeder het. leven en bewijst hem gastvrijheid. In hare hut
wordt den zwerveling het bemoedigende uitzigt op zijne
grootheid geopend, en zij blijft achter om als finsche boerin
te sterven
Doch wij zouden bijkans vergeten dat bet maar een sage is.
Met bijzondere belangstelling lezen wij het weinige, dat de
heer Keller over Rnslands houding ten aanzien van Finmar
ken vermeldt. Hoe dankbaar ook voor het weinige, hadden wij
gaarne nog meer gevonden. Rusland weigert niet maar bloot
de grensscheiding vast te stellen, maar het heeft reeds eenmaal
een poging gedaan, om zijn wil door te zetten en Finland in
te lijven.
De handel van Finmarken was vroeger een monopolie van
de handelaars van Bergen. In 17S7 werd dit misbruik opge
heven en de handel vrij. waarvan aanstonds de russen zich
meester maakten. De reden is zeer eenvoudig. De bevolking
die de kusten van de IJszee bewoont, heeft geen ander mid
del van bestaan dan dejagten dc visscherij. Daar nuMidden-
Noorwegen geen graan genoeg heeft om het hun te leveren,
de uitvoer voor Zweden en Denemarken meer voordeelig is,
moet zij het van de russen krijgen. Elk jaar, tusschen junij
en september, komen er een 250 russische schepen te
Hammerfest en te Tromsoe, om handel te drijven en ook de
naburige eilanden te bezoeken. De visschers zijn uit den aard
der zake van hunne jaarlijksche bezoekers afhankelijk z|j
kunnen niet buiten hen. Rnslands invloed in deze streken is
dus niet gering, maar toch nog te zwak om tot dus verzijn
plan door te voeren. Allerlei middelen heeft de russische re
gering aangewend om de finmarkers geheel te winnen, zoo
als het oprigten van handelsscholen te Archangel voor hunne
i kinderen; doch het heeft haar nJBt gebaat. De afpersingen,
waaraan vele handelaars tegenover de arme bevolking zich
schuldig maken, houden den onwil nog altijd levendig, llus-
land wjI Finmarken bezitten, omdat de havens en golven
nooit bevriezen en er dus midden in den winter altijd open
water blijft. Voor een krachtige uitbreiding van Ruslands
marine zou de aanwinst van deze havens van groot belang
I zijn. Het spreekt van zelf dat N oorwegen minder met dat
plan is ingenomen, schoon het te regt verwondering wekt
j dat de regering, bij de algemeene bekendheid van Ruslands
voornemens, gedurende zoovele jaren niets deed om haren in
vloed te versterken en dien van Rusland te verzwakken. Met
i genoegen zien we uit Keilers reize dat ze eindelijk in 1859
j een plan van defensie voorde noordelijke streken schijnt op-
1 gevat te hebben. Eene commissie, met wien onze reiziger een
gedeelte van zijn togt deed, ging daartoe naar het Noorden.
Men wilde laat ons ditnog uitzijn reisverhaal overnemen
i op het meest geschikte punt een maritiem etablissement op-
i rigten, om de russen van de zeezijde te kunnen weerstaan.
„Vele schepen of eene uitgestrekte, krachtige kustverdedi
ging werden daartoe niet gevorderd. Wel schijnt de geheele
regieroever open te liggen, maar hij is zoodanig met rotsen en
klippen bezet, dat eene nadering zonder grondige kennis van
het vaarwater onmogelijk is. En ook dan, met die kennis toe
gerust, zijn slechts enkele punten toegankelijk, zoodat een
jiaar batterijen aan den noordelijken ingang uit den oceaan,
voldoende kunnen wezen." Wanneer de zaak werkelijk zoo
eenvoudig is, als Keiler ze voorstelt, dan is het te hopen dat
Noorwegen niet langer aarzele,als ten minste deze com missie na
59 nog niets uitgewerkt heeft, wat we niet weten. Want en
hiermede keeren we tot het feit terug,waarop wij straks reeds
doelden hoeemstig Ruslands voornemen is o... deze havens
te vermeesteren, die hem zulk een aanzienlijken invloed, niet
alleen op het lot van Zweden en Noorwegen, maar van geheel
Europa moeten geven, blijkt uit het volgende. In 1847, na tal
van mtriguen, verscheen in deze anne streken dé russische
baron Ungern-Slernberg, die kortaf verklaarde dat Finmar
ken een leen van Rusland was, en eerlang door zijn wettigen
eigenaar in bezit zou worden genomen. De oostersche oorlog
brak onmiddelijk daarop uit eu verstrooide de groote woorden
van den baron. Doch zou dit kopstukje oui het zoo eens
te noemen van de oostersche kwestie niet de sleutel zijn om
een berigt te verklaren, dat dezer dagen in aile dagbladen om
trent de wapeningen in Rusland en Zweden werd gelezen?
Nog egne opmerking. Vele plaatsen, door Keiler genoemd,
zijn op de meeste kaarten niet te vinden waarom er niet een
kaartje bijgevoegd Als de schrijver naar Spanje gaat en ons
zijn reisverhaal geeft, denke lnj eraan.
lOclöaöigljt'iö.
Watersnood in Gelderland.
De leden van het collegïe van gedeputeerde staten der pro
vincie Gelderland hebben zich met den griffier vereenigd tot
eene commissie om giften te ontvangen, ten behoeve der
noodlijdenden in de ten gevolge van dijkbreuken overstroom
de landstreken in die provincie.
De nood is groot, spoedige hulp dringend noodzakelijk.
De overtuiging hiervan heeft de commissie bewogen met
vertrouwen de bekende liefdadigheid hnrer hindgenooten in
te roepen. Zij is door hare zamenstelling in staat, met al de
behoeften in de verschillende overstroomde gemeenten bekend
te worden en de giften op de meest doeltreffende wijze te
besteden.
De ondergeteekendeii hebben gemeendlumne stadgenoo-
ten, die gezind mogten wezen giften ten behoeve der nood
lijdenden door overstrooming in Gelderland af te zonderen
op het bestaan dier commissie opmerkzaam te maken. Zij
zullen zich volgaarne met het ontvangen en verzenden van
giften aan die commissie belasten, en achten het, bij de be
kende liefdadigheid hunner stadgenootcn, overbodig hier iets
meer ter opwekking bij te voegen.
Mid delburg, 12 januarij 1861.
R. W. baron VAN LIJNDEN.
BIJLEVELD VAN SEROOSKERKK.
STAD- EN GEWESTGENOOTEN!
Geen grooter ramp heeft ons Vadeidancl in vele jaren ge
troffen dan thans in den Bommelerwaard. Met ontroering
lezen wij de berigten, maar konden we de werkelijkheid aan
schouwen, hoe zou nog meer ons hart bloeden
Om den oogcnbliltkelijken nood te helpen lenigen, stellen
deon dergeteekemlen zich bereid om giften over te maken
aan de commissie, welke te Zalt-Bommel werkzaam is om den
honger der vlugtenden te stillen, en te kleeden. degenen die
tot hiertoe in welstand leefden, maar die nu plotseling tot ar
moede zijn gebragt!
Verhoogen wij ons het genot van te kunnen geven, door op
nieuw werkzaam te zijn in liefde!
Behalve bij de ondergeteekenden, worden de giften ont
vangen bij Graodia. op de Groenmarkt, in eene bus.
Middelburg 12 januarij 1861.
F. P. J. Sibmacher Zijnen, Lange St. Pietcrstr.
J. H. Geuuach, Lange Noordstraat.
A. J. van den Broecke. Langendelft.
H. P. den Bouwmeester, Brakstraat.
F. Nagtglas, Houtkade.
B. A. Fokker, Seisdara.