Bij de Ost-Deutsche Post is een telegram uit Pesth van 7 dezer ontvangen, waarin wordt medegedeeld dat op dien dag een besluit genomen is met betrekking tot de wijze waar op de verkiezingen zullen plaats hebben. Maandag heeft de ter aarde bestelling van den koning van Pruissen te Potsdam roet de gewone plegtigheid plaats gehad. Berlijn 5 januarij. De nieuw opgetreden koning Willem heeft onder dagteekening van gisteren eene proclamatie uit- feyaardigd, welke ten opschrift draagt: aan mijn volk, en oofdzakelijk het volgende inhoudt: In den aanvang wordt de hevige smart geschetst en de diepe *rouw, waarin men gedompeld is door den dood van koning Frederik Willem, de vorst die uit eigene beweging en zelfstan dig het land heeft beschonken met instellingen, welker bestaan de hoop voedsel geven dat Pruissen eene schoone toekomst te geinoet gaat. Daarop vervolgt de proclamatie: Den koning, die zulke grootsche zaken tot stand bragt en wiens betuiging „mij aangaande en mijn huis, wij zullen den Heer dienen" ook in mijne ziel gegrift staat, komt eene eerste laats toe in de roemrijke reeks van souvereinen, waaraan 'ruissen zijne grootheid te danken heeft en die het verheven hebben tot het zinnebeeld van den echten duitschen geest. Die geheiligde nalatenschap mijner voorvaderen, door hen gegrondvest en opgebouwd met onvermoeide zorg. uit al hun magt en met opoffering van hun leven, zal ik ook getrouw behoeden. Met trots zie ik mij omringd dooreen zoo dapperen zoo toegenegen volk, door een zoo roemrijk leger. Mijne hand zal de have en het goed regt beschermen van alle standen der be volking. Zij zal alleen tot bescherming en aanmoediging wor den opgeheven. De bestemming van Pruissen is niet, om te leven in hetgenot van zijne verkregene goederen. In de oefening zijner intel- lectueele en zedelijke krachten, in den ernst en opregtheid zijner godsdienstige gevoelens, in het paren van gehoorzaam heid aan vrijheid, in de uitbreiding zijner gewapende magt, zijn de waarborgen voor Pruissens kracht gelegen. Alleen daardoor kan bet zijne standplaats onder de staten van Europa op waardige wijze blijven innemen. Ik ben gehecht aan de overleveringen van mijn huis, als ik mij ten doel stel om den vaderlandlievenden geest van mijn volk aan te kweeken en te versterken. Ik wensch het regt van den staat volgens zijne historische belangrijkheid op hechten grondslag te bestendigen, en de staatsinstellingen te handha ven, waaraan koning Frederik Willem IV zijn leven heeft geweid. Getrouw aan den eed, door mij afgelegd bij de aanvaarding van het regentschap, zal ik de constitutie en de wetten des rijks verdedigen. Moge het mij vergund zijn, met Gods hulp Pruissen te brengen tot het behalen van nieuwen roem. Mijne pligten omtrent dit rijk stemmen overeen met mijne verplig- tingen tegenover Duitschland. Als duitsch vorst moet ik Pruissen handhaven in destelling welke het toekomt onder de duitsche staten, in het belang van allen, in verband met onze roemrijke geschiedenis en de goede inrigting van ons leger. Het vertrouwen in de rust van Europa is geschokt. Ik zal mij beijveren om den zegen des vredes te behouden, maar er kunnen zich gevaren opdoen voor Pruissen en voor geheel Duitschland. In (lat geval schenke God mij en mijn volk het vertrouwen en den moed, waardoor Pruissen zich steeds ken merkte in dergelijke belangrijke tijdsgewrichten! Moge dan ook het volk mij steunen op den weg dien ik zal bewandelen, door zijne toegenegen Ij ei d, volgzaamheid en volharding! De zegen van God moge de taak verligten, welke door zijne wijs heid mij op de schouders wordt gelegd. Men wacht eerlang eene amnestie voor staatkundige misdrijven welke daarvoor vatbaar zijn, het zij na dat er reeds vonnis in is geveld of wel de instructie nog moet aanvangen. De uitvaardiging daarvan wacht men nog vóór de bijeen komst der kamers. Van de politieke delicten die krachtens de constitutie niet zijn opgenomen onder het koninklijk regt van gratie de zulke waarover de instructie hangende is zal men op andere wijze de gevolgen verzachten. Turkye. Volgens berigten nit Konstantinopel van 2 dezer, kwamen te Pera onderscheidene garibaldianen, hongaren en polen aan, op hun doortogt naar de vorstendommen. Men twijfelde aan den goeden uitslag der turksche leening, hoewel de kaatste tijdingen daaromtrent uit Parijs ontvangen, ter beurze een gunstiger indruk gemaakt hadden. Uit Bosnië en Servie verneemt men weder zeer verontrus tende berigten. Derwaarts worden troepen afgezonden. Frankrijk. Parijs 5 januarij. Er is hier veel sprake van eene nota, die liet britsch gouvernement bij het kabinet der Tuillerien zou hebben ingezonden, om te protesteren tegen eene langere be zetting van Syrië door fransche troepen. Men verwacht daar omtrent evenwel nadere bevestiging. Intusschen heeft de keizer in de afgeloopene week nog een langdurig onderhoud gehad met den britsclien gezant, lord Cowley, die naar men wil in last had om de gevoelens van den keizer te polsen ten aanzien van Engelands voorne men, om langs diplomatieken weg teWeenen ter sprake te brengen den afstand van Venetie tegen geldelijke schadever goeding. Terwijl men hierin een bewijs meent te zien dat de verhouding met Engeland nog zeer aangenaam is, lekt om trent die bijeenkomst zelve ook reeds iets uit. De keizer moet in den aanvang zich hebben verwonderd over den ijver van Engeland, die thans zoo plotseling ontwaakt is ten gunste van Italië, nadat men er zich vroeger geheel vreemd aan ge houden heeft. De keizer moet verder betoogd hebben, dat het aanbieden eener geldelijke schadeloosstelling, bij de waar schijnlijkheid dat dit aanbod geweigerd wordt, eene vreemde houding heeft, en zelfs wanneer Engeland en Frankrijk liet eens mogten worden omtrent het voorstellen of opleggen van eenigerlei schikking aan Oostenrijk, dan nog zou de keizer meenen dat men niet van zijn overwigt gebruik mag maken om op die wijze liet italiaansche vraagstuk te regelen. Die laatste opmerking heeft natuurlijk weder geleid tothet denk beeld om een congres te doen plaats hebben. De hoofdstad heeft op dit oogenhlik op twee verschil lende punten veel te lijden van overstrooming. Bij de barrière de la Rapée, zoowel als op andere plaatsen in dezen omtrek ligt alles onder water. Op de hoogte van Ivry en Maisone hebben een aantal bewoners, wegens het steeds wassende wa ter, hunne huizen moeten verlaten. Ook langs de Aisne, Cise en andere rivieren vreest men voor overstrooming. Men verzekert, dat de heer Louis Veuillot bij graaf de Persigny autorisatie heeft verzocht, om een nieuw godsdien stig dagblad te mogen vestigen, doch dat die hem is geweigerd. In de laatste dagen zijn erbij het ministerie van binnenland- sche zaken ruim veertig aanvragen tot oprigting van dagbla den ingekomen. Sedert 11. dingsdagis de communicatie op den spoor weg van St. Etienne naar Lyon gestremd door een ongeval, hetwelk bijna aan een honderdtal personen het leven had ge kost. Toen namelijk de nachttrein, van eerstgenoemde plaats komende, den tunnel van Terrenoire passeerde, begon hetge- heele gewelf van dit rotsgevaarte verschrikkelijk te ki-aken, en naauwelijks was de trein er door, of het stortte in, en wel op eene lengte van 300 meters. Gelukkig dus dat de machinist aan (le locomotief de meest mogelijke snelheid had gegeven, daarbij een oponthoud van nog geene volle minuut, de ge- heele trein onder de rots zou bedolven zijn. Men schrijft het ongeval toe aan den invloed van de vele regens en de enorme massa sneeuw. In sommige kringen houdt men het niet voor onmoge lijk dat de heer Thiers, die naar het schijnt zich met het kei zerrijk heeft verzoend, tot minister benoemd zal worden. Jl. zondag is de brochure „Rome et les évéques" ver schenen. Daarin wordt een terugblik op de geschiedenis ge worpen, ten bewijze dat de pausen eertijds geene wereldlijke magt bezaten. Later hebben zij zich ook in wereldlijke aan gelegenheden gemengd. De schrijver erkent met leedwezen, dat de bisschoppen en de hooge geestelijkheid het pausdom op dien weg volgden, maar tevens dat heden ten dage de handhaving van het wereldlijk gezag des pausen niet door alle bisschoppen poodzakelijk wordt geacht. Hij verzekert dat een aantal bisschoppen eene tegenovergestelde meening is toegedaan en betoogt dat op dezen oogenblik ten dien aan zien twee gevoelens tegenover elkander staan, namelijk het eene, dat de geestelijkheid luide kenbaar maakt en de hand having van het wereldlijk gezag des pausen aanprijst, en de tweede, waarvoor zij niet durft uitkomen, en volgens het welk het gezag des pausen zich tot zuiver kerkelijk gebied behoort te bepalen. Als reden waarom de geestelijkheid voor al de lagere, niet openlijk voor dit laatste gevoelen durft uit komen, geeft de schrijver op, dat zij anders natuurlijk in on genade vervallen en tevens van.gallicanisme zou beschuldigd worden, hetgeen heden ten dage synoniem is met ketterij. Parijs 10 januarij. De senaat is ter vergadering bijeen ge roepen tegen 22 januarij, en het wetgevend ligchaam tegen 4 februarij. Italic. Men verneemt nader dat reeds op den 3 dezer door den fran- schen minister van buitenlandsche zaken aan het kabinet van Turyn de voorwaarden zijn medegedeeld, op welke de fran sche keizer zijn eskader van Gaëta zou terug roepen. De sar- dinische regering moet die voorwaarde dadelijk hebben aan genomen, en bij gevolg toegestemd in het staken der vijande lijkheden tegen Gaëta tot 19 januarij, en inmiddels de onderhandelingen voort te zetten om tot eene eindschikking van het italiaansche vraagstuk te geraken. De Gazetadi Turin deelt die aanneming mede en het daar op dadelijk gevolgd vertrek van dc fransche vloot, en voegt er bij dat, wanneer op den 19den geenerlei bepaalde schik king is getroffen, het beleg aan den vasten wal onder generaal Cialdini zal voortgezet worden, terwijl hij van de zeezijde kan worden bijgestaan door de italiaansche vloot. Intusschen wordt verzekerd dat Frans II ongenegen is tot het sluiten van een wapenstilstand maar men merkt er te regt bij op, dat zulks niets veranderen kan in het besluit der fran sche regering. Wordt de wapenstilstand aangegaan, dan is het fransche eskader voor Gaëta nutteloosweigert men haar, dan heeft Frankrijk geene verschooning meer noodig voor het terug roepen zijner schepen. Een turynsch correspondent van L'indépendance beige maakt melding van de waarschijnlijkheid eener toenadering tusschen graaf di Cavour en Garibaldi. Daarvan moet de heer Rattazzi de bemiddelaar zijn, doch het denkbeeld is van koning Victor Emmanuel uitgegaan, die er hoogen prijs op stelt bij de moeijelijkheden waarin Italië thans gewikkeld is, op de zatnenwerking van alle mannen des volks te kunnen rekenen. Tijdingen uit Gaëta tot 5 dezer (en dus niet van latere dagteekening dan de in ons vorig nommer medegedeelde) deelen mede dat het vuur der sardiniers met juistheid gerigt werd op de voornaamste gebouwen der stad en op het paleis; een der bommen moet zelfs zijn doorgedrongen tot in eene kamer boven die welke door Frans II wordt bewoond. Het is echter de vraag of men aan die berigten onvoorwaardelijk ge loof mag slaan, daar de legitimisten met voordacht den ont troonden koning voorstellen als een roemrijk soldaat, wiens onverschrokkenheid en dapperheid zonder wederga is. Een ooggetuige verklaart echter volgens L'indëpendancc beige dat het vuur der belegeraars tot op den 29 december nog gecnerlei schade van eenige beteekenis in Gaëta had ver oorzaakt,uitgezonderd den dood van een soldaat en een paard. De dapperheid des konings en zijne standvastigheid in den tegenspoed kan men geenszins outkennen, maar zij worden misschien wel wat overdreven voorgesteld, en de grootste ver dienste schijnt daarvan toe te komen aan het voorbeeld en de aanmoediging der jeugdige koningin. Volgens een te Parijs loopend gerucht, dat echter alle- zins bevestiging verdient, zouden de russische en spaansche marine het fransche eskader voor Gaëta gaan vervangen. Het officieele blad der sardinische regering kondigt aan dat ridder Farini op zijn verzoek is ontslagen van het luite nant-generaalschap der napelsche provinciën en benoemd tot minister van staat. Verder wordt zijne vervanging bevestigd door den prins de Carignan, die met zijn secretaris Nigra reeds naar Genua is vertrokken, om zich van daar, zoo moge lijk, naar Napels te begeven. De National meldt uit Napels, dat de genei-aals Pollizi, Barbalanga, Lieguoro Palmiri en DeutaMarra zijn in hechte nis genomen. Het blad meent dat eene conferentie, door die napelsche generaals gehouden, de oorzaak is van hunne arres tatie, daar zij beschuldigd worden van eene zamenzvvering te hebben gesmeed ten gunste van koning Frans II. Later is een hunner, Pollizi, op vrije voeten gesteld. Er is versterking gezonden naar de Abruzzen, waar de boeren met de nationale garde zijn slaags geweest. 3rt'tijMni]cn. Sedert 6 dezer zijn ter reede van Vlissingen gepasseerd, bestemd voor Antwerpen: Gratitude, gez. Middleton, Odes- sa; Margaretha gez. Jongman, Nantesbeide sche pen zijn wegens ijsgang op de Schelde te Vlissingen in de haven binnen gekomen, om te overwinterende laatste met verhitte lading (bestaande in boekweit) is reeds begonnen te lossen. Voor Brussel bestemd, te Vlissingen binnengekomen: Johanna Margaretha, gez. Wijnstok, Bordeaux. Voor Zierik- zee bestemd, wegens ijsgang aldaar ter plaatse, als bijlegger te Vlissingen binnen geloopen: Burger, gez. Bartels, New castle. De engelsehe stoomboot Martlet/, gez. Hedgcock, van Gliickstad met raapzaad cn tarwe naar Antwerpen bestemd, is in 's rijks dok te Vlissingen binnen geloopen. Den 9 dezer nog te Vlissingen binnen gekomen, als bijleg gers voor Zierikzee bestemdAlmagez. H. Bowbyes, Courier, gez. Meuldijk, beiden van Engeland. fijcmöclsbmgtfn. Graanmarkten. Oostburg 9 januar ij. De aanvoeren van granen blijven steeds gering ten gevolge der moeijelijkheden in het leveren, veroorzaakt door het aan houdend strenge winterweder en den op nieuw gevallen sneeuw. De vraag naar granen blijft omtrent de zelfde als in de laatste weken, en ook in de prijzen is weinig verschil op te merkenpaardeboonen en tarwe waren heden het meeste gekocht. Middelburg 10 januarij. Door de voortdurende vorst en besloten water, ging er heden in den handel nagenoeg niets om; hoog benoodigden alleen, kochten om in hunne behoefte te voorzien. Gemiddelde marktprijzen, per ned. mud. Tarwe oude f af Dito nieuwe -11,a-12,50 Rogge oude - 7,75 a - Gerst wint a, Dito zom. a Boekweit a Haver a Witteboon a Middelprijzen van bakbare tarwe f 12,35 en rogge f 7,50. per ned. mud. Bruineboon. fa f Paardeboonena Gr. erwten .-11,a-11,25 Witte erwten a- Kool en raapz.a Aardappelen.- 3,25a- 3,50 per ned. pond. Versche boter f ,86 a f,90 Prijzen van eifecten. Amsterdam 9 januarij. Dc telegraaf voortdurend defect zi jnde. Lebben wij geen later beursberigt dan dat van 9 dezer, per post ont vangen. Nederland Certific. Werkelijke schuld 2* pet. 62** dito Nationale dito 3 Vb* 9S* dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij 128J Rusland. Oblig. 179S/1S16 O 101* Certitic. Hope co 4 74* dito dito 1S55, 6de serie. 5 91* 6 199* 4* 88 Polen. Schatkistobligatien 4 Spanje. li 40* dito binnenlandscli 3 IV** Certific. coupons bewijzen Crediet instelling Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5 39 dito amsterdamsche 5 60 dito nationale 5 dito 1S47/1S52 2* 21* 56V Belgie. Certiricaten bij Rothschild 2* 51* Portugal. 3 44* 3 43 Grenada. Venezuela, dito 24 19TV Illinois. 7 894 Mexico. 20 H Londen 9 januarijten 12 ure. Consols 91g. Weenen, 9 jan. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 62,30. Parijs, 9 jan. (slotpr.) 4* pet, compt. 3 pet. 67,—

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 3