Koning Victor Emmanuel is woensdag van Palermo
naar Napels terug gekeerd. De Sicilianen hebben hem bui
tengewone bewijzen van sympathie gegeven, zoo dat Z. M.
zeer tevreden terug keert.
Door den minister van buitenlandsche zaken van ko
ning Frans II is uit Gaëta, onder dagteekening van den 12
november, weder eene depeche gerigt aan alle vertegenwoor
digers van dien koning bij de europesche groote mogendhe
den. Dit stuk is vooral opmerkelijk door den bitteren toon
tegen de vorsten, die geweigerd bebben om de verdediging op
zich te nemen van de dynastie der Bourbons te Napels tegen
de natie, en later tegen desardinische tusscbenkomst. Daarbij
wordt echter nadrukkelijk de fransche keizer uitgezonderd
„die alleen het edelmoedige voorbeeld gaf om zich te verhef
fen boven de algemeene apathie," en zich daardoor eene be
risping van Engeland op den hals haalde, terwijl de andere
regeringen hem alleen lieten staan.
In het zelfde stuk komt voor, dat koning Frans zich tot het
besluit, om zich te Gaëta tot liet uiterste te verdedigen, geleid
zag, niet alleen door de zucht om het erfgoed zijner vaderen
te verdedigen, maar ook, „uit eerbied voor de broederband, die
alle vorsten behoorde te verbinden, uit kraclite hunner god
delijke roeping en hunner gelijkvormige belangen."
lïet mag hierbij niet uit het oog verloren worden dat de
onlangs te Warschau verzamelde vorsten de zaak uiteen ander
oogpunt beschouwden. Uit den verderen inhoud van dit stuk j
maakt men op dat, als dit fovineele protest aan de mogendhe-
den zonder gevolg blijft, Frans II de overtuiging wel zal heb- j
ben, het zijne te hebben gedaan in het belang van zijn god- j
delijk regt en een wederstand zal staken, waarvan hij zelf j
het nuttelooze volkomen inziet.
Koning Victor Emmanuel, zoo verhaalt men, had den
kardinaal Sforza, aartsbisschop van Napels, uitgenoodigd
derwaarts terug te lceeren en er zijne functien te hervatten, j
waarop zijne eminentie de volgende voorwaarden aan de i
goedkeuring des konings onderworpen heeft: eerstel ijk niet
in aanraking met den koning te komen en zich niet met staat- j
kundige zaken in te latenten tweede zich het regt voor
te behouden om er niet in te bewilligen dat de naam van Pie-
mout in de Te Deums voorkomt die gezongen mogten wor- i
den, of althans dat die Te Deums uitsluitend door pieinon-
tesche priesters zullen worden aangeheven; eindelijk de
geheele in vrijheid stelling van alle in staat van gevangenis
gehouden wordende bisschoppen en priesters. Men weet nog i
niet of Victor Emmanuel deze voorwaarden aangenomen j
heeft, maar heeft reden om te gelooven dat zijne begeerte om
den kardinaal aartsbisschop te Napels terug te zien keeren, op
het besef der noodzakelijkheid van een hoogen zedelijken i
invloed tot herstelling der orde gegrond was.
Acquapendeate, een nog onder het gezag van den paus
staand stadje nabij de toskaansche grenzen, is dezer dagen j
door eene uit Toskane gekomen bende gewapende lieden -
overrompeld en bezet, maar op de nadering van fransche
troepen dadelijk weder ontruimd. Men meende te Rome dat,
indien de franschen ernstig voornemens waren het pauselijk
gezag in de provincie Viterbö ongestoord te handhaven, een 1
woord van lien genoeg zou geweest zijn om dezen nieuwen
aanval van vrij scharen voor te komen. Het pauselijk gouver
nement durfde zich dan ook niet volkomen op de welwillend
heid der franschen verlaten, en had besloten 600 man van zijne j
troepen naar Acquapendente en de omstreek te zendendit
detachement zou den 2Ssten van Civita-Vecchia naar de tos
kaansche grenzen vertrekken
demiddcldc marktprijzen.
Middelburg 6 december.
per ned. mud.
Tarwe oude f1,a f 15,
Dito nieuwe - 9,50 a - II,
Rogge oude - 6,30 a - 7,30
Gerst wint - 5,50 a - 6.
Dito zom. - 5,50 a- 5,75
Boekweit a
Haver - 3,a - 4,-
Witteboon - 12,a -14,75
per ned. mud.
Bruineboon. f 13,af 15,50
Paardeboonen - 7,a - 7,40
Gr. erwten -10,a -13,
Witte erwten a
Kool en raapz. - -a
Aardappelen.- 3, a- 3,25
per ned. pond.
Versche boter f ,80 a f ,90
Middel prijzen van bakbave tarwe f II ,75 en rogge f 7,25.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 7 december.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2£-pet. 62$-
dito Nationale dito 3 75}
dito dito dito 4 98
Aand. Handelmaatschappij 4}
Rusland. Oblig. 1798/1816 5 I02j
Certific. Hope co4 75}
dito dito 1855, 6de serie. 5 96
dito6
Aand. spoorweg206J-
Leening 1860. (cdïuknt)4^ 89|
Polen. Scbatkistobligatien4
Sjjanje. Obligatien 1-J 40$
dito binnenlandsch3 4 7\
Certific. coupons bewijzen ÖtV
Crediet instelling
Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5 43$
dito amsterdamsche 5 65
dito nationale 5 50$
dito 1S47/1852 2è 232
Bank actiën 3 610
Belgie. Certificaten bij Rothschild 21 52$
Portugal. Obligatien 3 451
dito nieuwe3 44]-
Grenada. dito
Venezuela, dito21
Illinois. dito7 911
Mexico. dito 3 i 19
Londen, 6 december, ten 12 ure. Consols 94$.
Weenen, 6 dec. (slotprijzen) Metalliek 5 pet/'64,60.
Parijs, 6 dec. (slotpr.) 41 pet. compt.3 pet. 70.40
öoelibescl) omving.
Jjjanöelsbcrigtcn.
CJ ra a bi nt a rk ten
Amsterdam 7 december.
Tarwe en gerst flaauw.
Raapolie op zes weken f 43. Lijnolie op zes weken f32.
Oostburg 5 december.
De aanvoer van granen was weder groot, en er bestond vrij
wat vraag voor tarwe, gerst en paardeboonen., de laatste tegen
omtrent vorigen prijs, eerstgenoemde tegen lager koersen.
Men betaalde voor jarige tarwe bij partijtjes f 11 a f 12,50, en
kele puike nieuwe f 10,50, gewone en mindere f 10 a f9.
Rogge ter consumtie f 6,75 a f7. Winter gerst f5,75, fG, f6,25
a f 6,40. Zomer dito f 5,50 a f 6. Haver f 2,50 a f 3.50. Paar
deboonen f 6,80, f 7 a f 7,10. Graauwe erwten f 10 a f II.
Groene dito f 8 a f 11Kanariezaad op f 12 gehoudende
kwaliteit laat veel te wenschen over.
Middelburg 6 december.
De aanvoer uit onze naburige eilanden was weder gvooter
dan voorgaande week, vooral van tarwe en gerst, en uit Wal
cheren was ook een goede aanvoer. Koopers voor tarwe waren
op de verlaagde hollandsche berigten ook merkelijk lager ge
stemd men kocht jarige zeeuwsche tarwe f 11. Nieuwe
zeeuwscbe tarwe f 9, f 9,50, puike f 9,70 a f 9,S0. Puike jarige
walchersche tarwe f 13, a f 12,50 naar deugd. Puike nieuwe
walchersche tarwe f 10,75 a f 10.25, mindere f 10 a f9,75 de
mud. Zeeuwsche rogge f 7,30 a f 7 naar kwaliteit. Gerst meer
aan met minder genegen koopersde wintergerst bragt naar
deugd f5,50 a f6 op; dito zornergerst f5,25 a f5,75 naar
kwaliteit. Walchersche witteboonen zijn van f 10 tot f 14,75
naar deugd gekocht. Walchersche bruineboonen f 13,50 a
f 15,50. Walchersche paardeboonen waren weder algemeen
begeerd, begin beurs kocht men gaarne aan f7,20 doch laat
beurs werd f7,30 tot f7,40 betaald. Walchersche groene
erwten f 11,75 a f 10 naar deugd. Walchersche groote erwten
f 13 a f 12 naar kwaliteit. Koolzaad weinig ter veil, met gene
gen koopers, puik koolzaad f 13, gewoon f 12 demud. Zeeuw
sche paardeboonen zeer weinig aan. en die bragten f7 op.
Raapolie f 43,75. Patentolie f 46. Lijnolie f34,75 per vat op
G weken, op kontant fl lager. Raapkoeken f 88 per 1040
stuks. Lijnkoeken f 13,50 per 104 stuks.
Een zomer in hei Noordendoor Gerard Keller.
Eerste deel. Arnhem bij D. A. Thiemc. 1860.
Waartoe reizen wel dient? Men kan antwoorden, om eene
reisbeschrijving te geven. En waartoe dient dan eene reisbe
schrijving? Om te doen reizen.
Deze cirkelgang van gedachten bevat veel waars, doch is
gelukkig, hoe dikwerf ook gestaafd, als regel valsch, omdat hij
gevolgen en oorzaken verwart. Hoe veel reisindrukken er ook
geschreven en medegedeeld worden, jer worden nog meerdere
niet geschreven en niet medegedeeld: dat is, het getal van hen
die hunne reisherinneringen opschrijven en ter algemeene
kennisse brengen, is geringer dan van lien, die zich tevreden
stellen alleen te genieten. De reden is eenvoudig. Allen, die
met een bepaald wetenschappelijk doel reizen, zien gewoon
lijk niets meer dan met hun plan overeenkomt, en de groote
reizende menigte zou op de vraag waarom ze reist, geen ander
antwoord weten dan dat van Gerard Keller: om te zien.
„Gij reist er dus uitsluitend heen. om, wanneer gij in uw
land teruggekeerd zijt, te kunnen zeggenik heb Zweden en
Noorwegen gezien?
Juist; waarschijnlijk ga ik nog verder en zal ik er bij
zeggen, tcat ik gezien heb. Er is zelfs kans op, dat ik het be
schrijf.
Gelooft gij niet, dat die taak beter aan de Zweden eu
Noren zou zijn toevertrouwd?
Als er gevraagd werd een statistisch, geographisch, his
torisch, ethnologisch, geologisch, kortom eenig wetenschappe
lijk werk, jaals het den indruk geldt, dien het geheel maakt,
neen!
Den indruk op u altijd."
Natuurlijk.
-Vergeef me .is uwe reis dan niet vrij nutteloos? De
wereld zal er weinig verder door komen, of zij al weet, hoe gij
het vindt in Zweden en Noorwegen; de eenigen, die misschien
van uwe opmerkingen partij zouden kunnen trekken, zijn de
inwoners zelve, en die lezen geenhollandsch."
Er is iets snijdend kouds in deze opmerkingen van den
machinemeester, (want deze was de vrager,) wiens regel was
genot zonder nut is geen genot. Keiler had regt toen hij zich
door zulke bezwaren niet liet weerhouden van zijne reis, maar
of de lezer niet somtijds bij het lezen dezer bladen iets van
dat koele van dien machinemeester, in zich voelt opkomen
De reiziger mogt niet oordeelengenot zonder nut is geen ge
not; want dat armoedig utiliteitssysteem zou hem tot rustig
t' huisblijven veroordeeld hebbenmaar de lezer vraagt bij het
genot van dit boek tevens eenig nut.
Het genot bestaat in den goeden, prettigen vorm en ge-
makkelijken stijl, lossen verhaaltrant en dergelijke deugden
meer. Maar dit alles stelt mij, eenvoudig lezer, bij mijn gloei-
jende kagchel, niet zoo gemakkelijk tevreden, als ik van die
sneeuwbergen lees, en die trotsche natuur mij met trekken zie
geteekend, juist geschikt om te bewijzen, dat de indruk niet
weer te geven is. Met alle .sympathie voor den schrijver en
zijn onderwerp blijf ik koud, ijskoud bij al die aanhalingen
uit den reisgids en die opsomming van doode vorsten en vor
stinnen, die hier of daar begraven liggen. Dan spring ik een
bladzijde over, zonder permissie te vragen, en laat de rust
dier dooden ongestoord. Het genot van den schrijver was na
tuurgenot. De lezer kan dit niet dan flaauw deel en, omdat de
teekening nimmer aan den eisch voldoet, en Keiler zelf hier
en daar zich niet in staat verklaart om een juist denkbeeld der
zeldzaam schoone natuur te geven.
Dit alles geldt niet slechts voor deze, maar voor elke reisbe
schrijving. De natuur draagt een zoo zaraengesteld karakter,
dat woorden alleen niet in staat zijn haar get rouw te schetsen,
en een juist beeld voor het oog van den lezer te doen ontstaan.
Eene reisbeschrijving moet dus, zoo ze waarde zal hebben,
nog iets meer, iets meer blijvends geven. Het reizen zelf moge
voor den tourist de vrucht van ontwikkeling en vermeerderde
beschaving dragen, het moge zijn blik verruimen en vrij ma
ken van alle volksvooroordeelen, het is billijk dat de lezer
eener reisbeschrijving ten minste eenigzins in staat worde ge
steld ook van deze vruchten te genieten. Heeft de schrijver
van den „zomer inliet Noorden" aan dezen eisch voldaan?
Gedeeltelijk ja, gedeeltelijk neen.
Van beiden eene proeve.
Het is een zeer gewone en natuurlijke liefde, die ieder volk,
ook het onze, voor zijnetaal koestert. Verre van dit af te keu
ren, achten we eene natie, die onverschillig is voor hare taal,
weinig ontwikkeld. En enzeer als de liefde tot het huisgezin
ieder lid des gezins moet bezielen, is ook de liefde voor het
volk, waartoe men behoort, eene der eerste vereischten voor
een onafhankelijk bestaan. En wat is liefde tot een volkstaal
anders, dan gehechtheid aan den e'énen band, die de bewoners
van den zelfden grond aaneen hecht? Doch het gemis van
deze vooringenomenheid moge te veroordeelen zijn, ook de
overdrevene gehechtheid is af te keuren. Zij leidt tot gering
schatting van anderen, tot een gevoel van zelftevredenheid en
zelfgenoegzaamheid, dat voor vooruitgang een onoverkomelij
ke hinderpaal is. Wij zijn in ons land zoo geNvoon, niet het
minst na Bilderdijk, onze taal te hooren opvijzelen, als ware
het de schoonste der wereld. Al zijn wij verstandig genoeg om
niet meer te beweren, gelijk in vroege eeuwen een liefh.i-bber
eens deed, dat de nederduitsche taal in 't paradijs door wijlen
Adam en Eva is gesproken, toch zijn de lofspraken en lofzan
gen O]) onze taal rijk aan allerlei dwaze en zotte overdrijvin
gen. Welnu, ziet eens: te Drontheim, gastvrij door den hol-
landschen consul ontvangen, die natuurlijk geen bollandsch
kende, werd de lieer Keiler verzocht zijne moedertaal eens te
doen hooren. Hij deed het en reciteerde een versje van ten
Kate, „om onze taal niet ganschelijk tot schande te maken."
Maar dat is een vers, merkte mijne gastvrouw op. en
misschien hebt gij een van de vloeijendste uitgezocht.
Zoudt ge meenenmevrouw! dat ik in Noorwegen
mijne taal er aan waag
De lezer, die deensch of ZNveedsch kent, zal mij die verloo
chening onzer moedertaal ten goede houden in een land, waar
de taal muziek schijnt. De enkele malen, dat men ons bol
landsch op de proef stelde, delfde ik altijd het onderspit, en
wje er verzen moge maken op onze moedertaal of ze durft
roemen, maakt zich aan een ongemotiveerde grootspraak
schuldig."
I Dit klinkt juist niet als een compliment, en is misschien wel
j wat al te sterk gesproken. Doch 't kan goed zijn, om over
drijving te keeren en eindelijk eens allen te doen begrijpen,
I dat (le taal van een volk alleen voor dat volk geschikt is, maar
daarom nog niet de beste of schoonste is, die zich denken laat.
j Het kan de ingenomenheid voor minachting bewaren. Onze
taal is door haar fovscben bouw en door baar kracht van mede
klinkers een harde, maar 't is ons geen schande. Het is de taal
van een volk. dat altijd voor zijn bestaan heeft moeten strij
den tegen de natuur en tegen de overmagt van andere volken.
In dien strijd is onze taal gevormd. Wie dit in het oog
houdt, kan fier zijn opzijn volk en taal, maar zal zich ook
van kleingeestige geringschatting van andere volken en
talen weerhouden.
Het aangehaalde kan bewijzen, hoe er ook in deze reis
beschrijving genoeg zaken voorkomen om den gezigts-
kring van den lezer te verruimen en hem alzoo eenigzins te
doen deelen in de vruchten, door den heer Keiler zei ven van
dezen toer genoten. Doch wij hadden nel gewenseht, dat
onze kennis van het zweedsche volk belangrijker bijdragen
had ontvangen, dan werkelijk het geval is. De schrijver
beeft liet behoort tot. zijne verdediging niet te worden ver
zwegen de noordsche landen in den zomer bezocht, en
schijnt, uit dit boek te oordeelen. daardoor weinig van het
huiselijk leven gezien te hebben. De meeste familien. aan
welke hij aanbevelingsbrieven bad, waren afwezig. Ook ten
opzigte van den maatschajipelijken toestandde openbare
meening aangaande de groote vragen, die in Zweden aan de
orde zijn, missen we veel, al nemen wij met dankbaarheid het
gegevene aan.
Doch ondanks deze aanmerking, bevelen wij Keilers werk
zeer ter lezing aan. Het zal belangstelling in het lot en den
toestand der merkwaardige noordsche landen opwekken.
iïltööelcn van vervoer.
STOOMBOOTDIENST
TUSSCHEN MIDDELBURG EN ROTTERDAM.
Uren van vertrek in December.
VAN MIDDELBURG
Zaturdag S
Zondag 9
Dingsdag 11
Donderdag 13
Zaturdag 15
Zoudag 16
Dingsdag IS
Donderdag 20
morg.
7 ure.
10
11
G
6
6
6
VAN ROTTERDAM
Maan (1 ag 10 's m org.
Dingsdag 11
Woensdag 12
Vrijdag 14
Maandag 17
Dingsdag IS
Woensdag 19
Vrijdag 21
6 ure.
7
9,45
9,45
9,45
9,45