De rijksadvocaat mr. van den Broecke antwoordde, dat men van het vrijlaten gedurende 33 jaren ten önregte eene grieve maakte, daar dit in tegendeel eene bevoordeeling was boven andere dergelijke gezelschappen, die reeds lang betaald hadden. Hij bestreed de kwestie van onbevoegdheid van den 1 strafregter, door te wijzen op art. 40, 4137 en 34 der patent- net, terwijl hij ontkende, dat bij eenige wet de beslissing om trent al of niet patentpligtiglieid aan andere collegien, dan den strafregter zoude zijn opgedragen. Hij betoogde verder dat art. 2S, in verband met art. 22 alleen eene exceptie daar- stelde ten behoeve van hem die zich met liet bedrag van den aanslag bezwaard achtte; over de kwestie of iemand al Jan nietpatentpligtig is.beliooren gedeputeerde staten zich onbe voegd te verklaren. Spreker erkent hij aanvankelijke lezing der eenzijdige voorstelling van mr. Fokker veel schijnbaar waars daarin te hebben gevonden, maar hoe hij later tot de overtuiging is gekomen, dat die voorstelling op geene goede gronden steunde. Het bevreemdt hem dan ook, dat de patent wet nu meer dan 40 jaar gewerkt heeft en de nu opgeworpene exceptie nooit vroeger is ingeroepenhij betoogde verder dat, wanneer er eerst moet zijn ambtshalve aanslag, niemand zich zal aangeven maar ook uit de geschiedenis der wet toont hij aan dat de strafregter in dezen bevoegd is. De wet van 1819 toch is opgevolgd de ordonnantie van 1816, en deze bepaalde in art. 42, dat de overtredingen zouden beregt worden in de noordelijke provinciën voor gedeputeerde staten, in de zuide lijke provinciën voor de correctionele regtbanken. In dezen waren gedeputeerde staten dus straf-of regtsprekende regters, terwijl zij bij de artikelen 25. in verband met 8 en 20 voor be- oordoeling van het quantum van den aanslag als zuivere ad ministratieve magt gelijk gesteld worden met de raden van intendance, en in dit beginsel der regterlijke bevoegdheid is door de wet van 1819 geene verandering gebragt. Art. 15 der wet van 1845 en het arrest van den Imogen raad van 1851, ge ven beiden aan het woord „aanslag" eene tegenovergestelde beteekenis, als de verdediger daaraan geeft; namelijk „aan slag" moet genomen worden als „quantum," niet als „op de registers brengen." Hij persisteerde derhalve bij zijn geno men rekwisitoir. De verdediger repliceerde, dat het niet opging te zeggen dat men door eene 33 jarige vrijlating bevoordeeld was gewor den dat het tegen de kracht der opgeworpene exceptie ook niets afdeed of zij thans voor het eerst werd ingeroepen, liet is de vraag of er meer procesverbaal is opgemaakt tegen iemand die niet patentschuldig was; maar bovendien is het hier alleen de vraag of zij goed. niet of zij nieuw is; hij beweert, dat men had kunnen verbaliseren, maar dat de boetschuldiglieid voor den regter eerst had moeten ingeroepen worden, wanneer ten gevolge van een ambtshalven aanslag de patentpligtiglieid ge bleken was, en dat men hiertoe den termijn van reclame, of wel de afwijzende beschikking had moeten afwachten. Dat ieder zich ambtshalve zoude laten aanslaan, behoeft men niet te vreezen, daar men volgens art. 22 der wet zich dan nog bovendien aan de boete zoude blootstellen. Naar pleiters meening bestaat hier eene prejudiciële kwestie, en omtrent de leer daarover wijst hij den regter op den schrijver Gilquin; ook hij verklaart bij zijne conclusie te persisteren. De conclusie van het openbaar ministerie is daarna bepaald op 14 december e. k. De leden van het liefhebberij toon eel „Gvoedes kunstlief de," gaven donderdagavond te IJzendijkeeene voorstelling, waarvan de opbrengst geheel was ten voordeele van de be- hoeftigen. die door den hagelslag in j ui ij 11. zoo veel hebben geleden. De ingezetenen gaven door eeneovergroote opkomst blijk hunner belangstelling. Uit 's Hage wordt ons medegedeeld dat er heden morgen een vrij belangrijke brand in de landsdrukkkerij lieeft ge woed. Hij werd met behulp der brandspuiten, door de ijve rige pogingen der werklieden gebluscht. Bij de voortzetting der behandeling van de begrooting van binnenlandsche zaken heeft de tweede kamer heden artikel 87 (verbetering scheepskanalen in Groningen ad f 100,000) verworpen met 40 tegen 23 stemmen. Verder zijn behandeld de volgende artikelen tot 92 (aanleg spoorwegen ad lOmilli- oen) waarover de heeren van Ileukelom en van Eek het woord hebben gevoerd. De eerste kamer der staten generaal is opgeroepen ter ver gadering, tegen dingsdagden 11 december. In de zitting der tweede kamer van donderdag is ingeko men een wets-ontwerp op de nationale militie, ter voldoening aan het voorschrift van het achtste hoofdstuk der grondwet, i Bij de algemeene beraadslaging over het wetsontwerp op de nieuwe regterlijke inrigting, heeft de heer Heemskerk Az., in de zitting der tweede kamer van den 8 november jl. zijne bezwaren uiteengezet omtrent de voorgestelde vereiscliten om tot regterlijke betrekkingen benoemd te worden. Bij die gelegenheid voerde hij aan „dat zich in de laatste jaren een ongelukkige geest onder de studerende jeugd heeft geopen baard dat kvveekelingen der leidsche hoogescliool bij adres aandrongen op de afschaffing van het latijn, in het land van Erasmus en Grotiusdat zich kort te voren een „akademisch standje" heeft vertoond wegens te strenge examens van toela ting. „Dat zijn kleinigheden." besloot spreker „maar zij ver- toonen een ongelukkigen geest, een zekere voorkeur voor gemak, en tegenzin voor die inspanning, een gemis van dat feu sacré, dat volstrekt noodig is om ecu bekwaam en kundig mensch te worden." De studenten in de regten aan de hoogescliool te Leyden hebben gemeend hierop niet te mogen stilzwijgen, en eene commissie uit hun midden, beuotaud, bestaande uit vijf kan didaten in de regten, aan welke is opgedragen het schrij ven van een „open brief" aan dien volksvertegenwoordiger om voor de regtbauk der publieke opinie te betoogen dat in stede van achteruitgang liier vooruitgang, in stede van gebrek aan feu sacré zoo als de beschuldiger zicli uitdrukte hier een heilige ijver voor de regtswetenscliappen, in stede van een doodslaap, hier een jeugdig, krachtig leven aangetroffen wordt, bij die jonge lieden, die bestemd zijn eenmaal eene eerste plaats in te nemen onder de steunpilaren van liet vrije Nederland. Die open brief zal eerstdaags het licht zien en algemeen verkrijgbaar gesteld worden. De minister van binnenlandsche zaken heeft telken jare vóór den 15 februarij van elke gemeente eene opgave ver zocht, door de gemeentebesturen, in overleg met de gezond- heidscommissien of geneeslieeren, aan gedeputeerde staten omtrent den gezondheidstoestand te leveren. H. D. H. de groothertogin-moed er van Mecklenburg Schwerin is afgestapt aan het buitenverblijf dePaauwvan Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden, op den leidschen straatweg. De Indiër zegt uit eene goede bron te vernemen dat de zer dagen, door een voornaam industrieel een verzoek aan den minister van koloniën is gerigt, ter bekoming van t.wee a drie suikercontracten van 300 a 350 bouws ieder, en dat bij dat verzoek aanbiedingen worden gedaan, die aanmerkelijk in het voordeel van 's lands belang en dat der bevolking, ver schillen met de grondslagen, onlangs door den minister voor de gouvernements suikercultuur vastgesteld. Het Dagblad van Zuidholland weerspreekt hetberigt van de Leidsche courant, betreffende de aangevangen werkzaamhe den voor den spoorweg van Leiden naar Woerden. Dit blad beweert, dat er van den aanleg van dien weg nimmer iets zal komen. De sociëteiten te Utrecht zijn, ten gevolge van de uitspraak van gedeputeerde staten dier provincie, van de kohieren dei- directe stedelijke belastingen afgevoerd. De regering heeft zich onbevoegd verklaard, kennis te nemen van liet door het gemeentebestuur bij haar ingesteld hooger beroep. Uit Ostende verneemt men, dat de bekende, eerst te 's Gra- venhage en later teAntwerpen ontsnapte, misdadiger Hengst- mengel aan boord is weten te komen van eene engelsche stoomboot, en daar niet uit zijne schuilplaats is te voorschijn gekomen, dan toen men in volle zee was en er geene andere keus overbleef dan hem in zee te werpen of naar Londen mede te nemen. Daar er geen tvactaat van uitlevering tussclien Ne derland en Engeland bestaat, is Hengstmengsl dus vooreerst buiten her. bereik der justitie. Benoemingen en besluiten. belastingen. Benoemd tot provinciaal directeur der di recte belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen in Noordholland, de-lieer A. Volkroaars, thans hoofdcontroleur bij het zelfde vak te Amsterdamin Drenthe, de heer J. J.C. Pfister, thans controleur der le klasse bij het zelfde vak te Rotterdam. ridderorden. Vergund aan den minister van buitenland- sclie zaken jhr. mr. P. J. J. A. graaf van Zuylen van Nyevelt, het dragen der grootkruisorde van den Rooden adelaar van Pruissen. leger. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den len luitenant bij het le regement infanterie D. II. J. D. Millioen. consulaten. Door den nederlandsclien consul-generaal te Genua, tot vice-consul aldaar benoemd de heer J. Wijnands. Keerologie. De beroemde staatsman en geleerde, baron C. K. J. von Bunsen, ontsliep te Bonn den 2S november, na een langdurig en smartelijk lijden. Hij was den 25 augustus 1791 te Kor- bach in het vorstendom Waldeck geboren. Zijne diploma tieke loopbaan ving hij aan in 1816, niet lang na zijne komst te Rome waar hij met Niebuhr in naauwere betrekking kwam. In 1818 werd hij gezantschapssecretaris te Rome, en in 1824, na den dood van Niebuhr, in diens plaats pruissisch gezant aldaar. In 1838 ving zijne diplomatieke werkzaam heid in Zwitserland en Engeland aan, in welk laatste rijk hij de ijverige voorstander der regten van Sleeswijk en Holstein was. De staatkunde en de wetenschappen, ook de godgeleer de, verliezen veel in den edelen man, die zich ook door zijn beminnelijk en echt menschlievend karakter onderscheidde. Kerk- en scliooinieuws. Gisteren voormiddag werd de heer J. J. L. Luti, beroepen tot buitengewoon predikant bij de waalsche gemeente alhier, als zoodanig bevestigd door den heer F. C. J. van Goens, pre dikant te Leyden, met eene leerrede naar aanleiding van 2 Timoth. 1 vers 14. Des avonds hield de bevestigde zijne in- treêrede, waarvoor hij tot tekst gekozen had Epli. Ill vers 17 Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het aan den heer Steenmeijer verleende emeritaat, werd door den ker- keraad van Ritthem 11. vrijdag, met medestemming van den ambachtsheer, tot predikant beroepen de heer G. C. Boomer, kandidaat bij liet provinciaal kerkbestuur van Utrecht. Op het achttal kwamen voor de heeren J. A. Gravestein, P. W. van Doorn, A. van Laev, C. Reijevs, G.C. Boomer. A.C.L. W. Vollenlioven van Daalen, L. van Maanen en dr.C. B.E. Uloth. Op het viertal de heeren Gravestein, van Doom, Boo mer en van Maanenen op het tweetal de heeren Boomer en van Doorn. Mlai'ine en leger. Volgens een schrijven uitMalion van 11 november werd Zr. Ms. fregat Evertsen aldaar geheel ledig gehaald en nage zien, ten gevolge der epidemische oogziekte. Er waren te Tou lon 60 man in het hospitaal achter gebleven, en te Mahon wa ren er inede reeds een vijftigtal in het hospitaal. Den vorigen dag zijn er bij de geneeskundige inspectie nog 40 ontdekt, bij wie zich de kiem dier ziekte vertoonde. Al de officieren had den kamers aan den wal betrokken. De luitenant ter zee le klasse W. F. L. de Vriese zou over land naar Nederland ver trekken. De brik De heldin was den 10 november te Mahon aan gekomen. Yerkoopingeia en aanbestedingen. Het wrak van het op de Zeehondenplaat gestrande schip Suomi is te Zierikzee publiek verkocht voor f 2S0. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's ri jks werf te Vlissingen, des middags 12 ure. November en december I860. Wind i •5 O 2 j 25 Oost. 26 Ot. N. 27 O. t. N. 28 Oost. 29 Oost. 30 ZO.t.Z. 1 z. z.o. ~vr"naT~W s ~'J= j >f|f Laagste temporat. en verschil >- u a S I f met de cH hoogste. Aanmer kingen. 1.5,753.2, 3.0 5 749.51 3.6 3.5 750.3 j 4.8 2.5 '75G.5 2.1 760.3 3.8 756.7 9.0 762.6 6.4 0.91] 5.54 0.0, 1.0 0.93 1 5.90 0.0 2.0 0.90 6.14 7-0 2,0 0.92; 5.80]0.0 0.8 0.90 5.74 0.0 1.0 0.84'! 7.45 0.0 3.0 0.05 1 7-26J 1.01 4.0 o.o ucwoikiit 3.0 'dik bui jig. 5.0 i helder heijig. betrok k. heijig. betrokk. heijig. bewolkt heijig. dik mistig. Vhermometerstand. 30 nov. 's av. 11 u. 46 gr. 1 dec. 's morg. 7 u. 40 'smidd. 1 u. 44 gr. 'sav. 11 u.38 gr. 2 'smorg. 7 u. 36 'smidd. 1 u.44 'sav. 11 u. 38 3 's morg. 7 u. 38 'smidd. 1 u. 41 gr. iSuitcnlimbsrtje tijbingen. Engeland. Londen 30 november. The morningpost deelt de navolgen de depeche van zi jn parijschen correspondent mede Daar de bezetting van Terracina door de fransche troepen door ver schillende bladen als eene handeling van interventie van Frankrijk in de italiaanschc aangelegenheid is voorgesteld, is het gepast te zeggen dat de geheele provincie Velletri, waar van Terracina een gedeelte uitmaakt, door de fransche troe pen bezet is, op verlangen van het romeinsche gouvernement en bij kracht van overeenkomst tussclien Frankrijk en Sar dinië. De keizerin der franschen is eergisteren ochtend te Glasgow aangekomen, waar zij onder anderen werd verwel komd door den hertog van Hamilton. Op eene toespraak van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2