Sluitschland.
Berlijn 23 november. Uit Petersburg wordt berigt, dat de
coram issien, benoemd totbet onderzoek der kwestie van eman
cipatie der lijfeigenen, na gedurende twee jaren werkzaam te
zijn geweest, opgeheven zijn. De keizer heeft de leden zijn
innigstendank toegebragt voor de pogingen, door hen tot ver
meerdering van de welvaart van eenc zoo talrijke klasse der
bevolking en van het vaderland in het werk gesteld. Men ver
wacht dat insgelijks de hoofdcommissie haren arbeid weldra
zal voltooid hebben, en de daartoe betrekkelijke wetsvoor-
dragt binnen zeer korten tijd zal worden ingediend bij den
rijksraad.
Frankfort 22 november. Men spreekt hier veel van een
plan, dat, indien het verwezenlijkt mogt worden, voor
Duitschland zeer weldadige gevolgen zou kunnen hebben.
Door Pruissen zou namelijk het voorstel gedaan zijn tot het
houden eener algemeene bijeenkomst der duitsche vorsten, 1
met het doel de nog bestaande geschillen definitief te regelen,
en voor alle eventualiteiten de noodige maatregelen te nemen.
Ifieïgie.
Brussel 24 november. Gisteren is door de kamer van volks- I
vertegenwoordigers met 55 van de 92 geldige stemmen tot
voorzitter verkozen de heer Vervoort, afgevaardigde van
Antwerpen, die deze betrekking dadelijk heeft aanvaard.
In het begin der zitting heeft een vrij ernstig incident
plaats gehad. De burggraaf de Vilain X1III heeft namelijk
den minister van buitenlandsche zaken geïnterpelleerd om-
trent hetgeen te Antwerpen heeft plaats gehad, tijdens de j
aankomst van I-I. M. de keizerin van Oostenrijk. De Moniteur
heeft namelijk gemeld, dat de hertogin van Brabant en de
graaf van Vlaanderen, waarschijnlijk om zich naar het duit-
sche ceremonieel te gedragen, de knie gebogen hebben, om de
hand der keizerin te kussen. Genoemd lid heeft den minister j
gevraagd, dat hij in het officiële dagblad dit feit zou doen
wederspreken, 't welk, zoo het waar was, „zeer ongepast zou
zijn en te regt het vaderlandsch gevoel zou kwetsen." De
heer Devaux heeft le kennen gegeven, dat de kamer zich niet
had bezig te houden met kwestien van hof-etiquette. Demi-
nister drukte zich op de zelfde wijze uit, en het incident had
toen geen verder gevolg.
De poging van de afgescheidenen der groote liberale 1
kiesvereeniging om de jongste verkiezingen voor den gemeen- I
teraad, wegens een gebrek in den vorm, te doen vernietigen, 1
heeft schipbreuk geleden op het besluit van gedeputeerde sta- j
ten der provincie Brabant, die tot die vernietiging geene vol
doende termen hebben gevonden.
Frankrijk.
Parijs 25 november. Gisteren behelsde de Moniteur de be-
noeining van graaf Walewsky tot minister van staat, in plaats j
van den heer Fould. op zijn verzoek ontslagen. Dit decreet
werd niet ten om-egte beschouwd als de voorlooper van be- j
langrijke staatkundige veranderiugen, daar het zelfde blad j
heden weder een belangrijk decreet behelst, waarvan de in-
houd op het volgende nederkomt.
Als een schitterend bewijs van 's keizers vertrouwen, en ter
bereiking van het doel om aan de groote staatsligchamen een
meer regtstreeksch aandeel te geven in de algemeene staat
kunde van het bewind, is bepaald dat de senaat en het wetge
vend ligchaam jaarlijks een adres van antwoord zullen in
zenden op de keizerlijke troonrede. Over dat adres zal wor
den beraadslaagd in tegenwoordigheid der commissarissen
van de regering, door wie de noodige inlichtingen zullen
worden verstrekt ten opzigte der binnen- en buitenlandsche
staatkunde van het keizerrijk. Er zullen bepalingen worden
gemaakt om aan het wetgevend ligchaain de uitdrukking van
zijn gevoelen en de openbaarheid zijner beraadslagingen te
vergemakkelijken. Gedurende de zittingen, zal de keizer mi
nisters zonder portefeuille aanwijzen om in overleg wet
staatsraden, de wetsontwerpen tegenover de kamer te verde
digen.
Hierop volgt een aantal decreten, bepalendede opheffing
der betrekking van minister van het huis des keizers, welke
vereenigd wordt met die van grootmaarschalk van het paleis;
de opheffing van het ministerie voor Algerie eu de koloniën,
welke laatste zijn gevoegd hij het ministerie van marine;
gewijzigde inrigting van de ministerien voor onderwijs en
openbare werken, en voor landbouw en koophandel.
Voorts is de heer Chasseloup-Laubat benoemd tot minister
van marine en koloniën, en maarschalk Pelissier tot gouver
neur-generaal van Algerie, terwijl de admiraal Hamelin de
portefeuille van marine nederlegt en groot kanselier van het
Legioen van eer wordt.
Al deze veranderingen zijn het persoonlijk werk des kei
zers, die naar men verzekert, daarop bij zijne raadslieden
heeft aangedrongen met verwijzing naar de omwenteling in
Italië en den invloed welken daardoor is uitgeoefend op den
geheelen loop der denkbeelden in Europa.
Graaf de Morny moet het op deze wijzigingen betrekkelij
ke rapport gesteld hebben, en deze schijnt thans vooral hoo-
gen prijs te stellen op zijne betrekking van president van het
wetgevend ligchaam, zoodat hij den gezantsehapspost te Lon
den heeft afgewezen. Daarvoor wordt thans genoemd graaf
de Flahaut.
Nog altijd spreekt men er van dat de heer de Thouvenel
zijn ontslag heeft aangeboden, en dat later graaf de Persigny
hem als minister voor buitenlandsche zaken zal opvolgen,ter
wijl deze voorloopig met de portefeuille van binnenlandsche
zaken zal belast worden.
De Moniteur bevat eene overeenkomst, waarbij ver
schillende punten nopens de aanhechting van Savoye en Nizza
geregeld worden. Voor beide provinciën zal in de sardinische
staatsschuld voor 4$ millioen gedeeld worden.
La patrie spreekt wederom het gerucht tegen, door som
mige bladen verspreid, als of de paus eerstdaags Rome zou
verlaten. „De meest authentieke inlichtingen, zegt het blad,
bevestigen dat de heilige vader vol vertrouwen op de toege
negenheid der fransche troepen, niet voornemens is dc hoofd
stad van den kerkdijken staat te verlaten."
Men verneent dat de aankoop van al onze spoorweglij-
nendoor den staat in den jongsten ministerraad in beginsel
is vastgesteld. Voorts moet het jaar 1801 als tijdstip daarvoor
zijn aangewezen, Men zegt verder dat de bekende economist
j Michel Chevalier voornemens is zich met alle mogelijke mid-
I delen tegen de verwezenlijking van dat plan te verzetten.
Bij besluit van den minister van binnenlandsche zaken
is het te Blois uitkomende dagblad La France centrale voor
den tijd van twee maanden geschorst, op grond, dathet, onder
het voorwendsel der verdediging van de godsdienstige belan
gen, gedurig de constitutie en de landswetten aantasten daarbij
de staatkundige hartstogten in beweging brengt. La France
centrale is een el er jeaal orgaan van de zelfde rigting als liet
dagblad La gazette de Lyon, 't welk onlangs is verboden.
EtaJIc.
De tnrynsehe Opinione behelst in haar nommer van den
20 dezer het volgende artikel: „Zekere dagbladen hebben
berigt dat Garibaldi zich bereid had verklaard te Napels te
blijven, mits hij er door den koning tot algemeen stedehouder
voor een jaar en met beperkte volinagt aangesteld wierd. Wij
gelooven te kunnen verzekeren, dat ditberigt, welks waarheid
door sommigen is betwijfeld, volkomen juist is. Heeft de ko
ning Garibaldis aanzoek moeten afwijzen, de redeuligtin
Zijner Majesteits diepen eerbied voor den constitutionelen
regeringsvorm, in welks zegeningen ook de zuidelijke provin
ciën moeten dselen.
De vertegenwoordigers der mogendheden, die koning
Frans naar Gaëta gevolgd waren, hebben die vesting verlaten
en zijn te Rome aangekomen. De depêche voegt er bij, dat dit
plaats gehad heeft op uitnoodiging van den koning. Dit feit
heeft ontegenzeggelijk zijne beteekenis. Men weet, datde ko
ninginmoeder, de prinsessen en de jeugdige prinsen der bour-
bonsche familie Gaëta insgelijks reeds verlaten hebben en te
Rome zijn gearriveerd.
Te midden der tegenstrijdige beiïgteu omtrent den toestand
van het garnizoen te Gaëta, verneemt men thans een en an
der, waaruit blijkt, dat de piinonteesche generaals opzettelijk
de voorwaarden tot overgave, hun door de buiten Gaëta ge
legerde napelsche troepeu voorgesteld, van de hand hebben ge
wezen, om hetkoniugFransIl nog moeijelijkertemaken. Deze
werd namelijk daardoor genoodzaakt die troepen binnen de
vesting te houden, terwijl deze vermeerdering van 9000 man
met het oog op den voorraad van levensmiddelen en andere
benoodigheden, voor hem inderdaad geen gering bezwaar
moest opleveren. Er zijn toen 6000 man binnen Gaëta opge
nomen, terwijl de overige in den Borgo-di-Gaëtagelegerd zijn.
De Piemontezen staan op slechts een halve mijl van daar.
tjcmMsbmgten.
MeekrapiHijzeH.
Rotterdam 26 november.
Meekrap werd heden weinig geveild. De stemming was
flaauw, en slechts enkele partijtjes zijn iels lager afgegeven.
Cüraaninarktcii.
Amsterdam 26 november.
Tarwe eu gerst onveranderd.
Raapolie op zes weken f 43. Lijnolie op zes weken f 31A
Rotterdam 26 november.
Tarwe was heden f 1,25, erwten f 1, rogge, haver, wit zaad
en paardeboonen 20 cent laget
Axel 24 november.
Tarwe f 10,75 a f 12,15 Rogge f6,55 a f7,Wintergerst
f6,05 a f6,55; Zomer dito f 5,60 a f5,85; Haverf3,50 a
f 4,50Paardeboonen f 7,00 a f 7,45Bruineboonen f 8,40 a
f 12,15; Groene erwten f8,40 a f 10,25Boekweit f7,— a
f 7,45, per mud.
GcH'librsflpnninng
Prijzen van elfcctcn.
Amsterdam 26 november.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2$ pet.
dito Nationale dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij 4$
Rusland. Oblig. 1798/1816 5
Certific. Hope co4
dito dito 1855, 6de serie5
dito6
Aand. spoorweg
Leening I860, (contant)4$
Polen. Schatkistobligatien4
Spanje. Obligatien3$
dito binnenlandsch3
Certific. coupons bewijzen
Crediet instelling
Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5
dito amsterdamsclie5
dito nationale5
dito 1847/1852 2$
Bank actiën3
Belgie. Certificaten bij Rothschild 2$
Portugal. Obligatien3
dito nieuwe3
Grenada, dito
Veneznela.dito2$
Illinois. dito7
Mexico. dito3
751
971
129j
102
76$
96$
57$
207
89$
40$
47$
45$
66$
52$
24$
638
46
44$
13$
89
20$
Londen, 24 november, ten 12 ure. Consols 93$.
Weenen, 24 nov. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 66,50.
Parijs, 24 nov. (slotpr.) 4$ pet. compt.3 pet. 70,15
Waarheen Ben woord aan de lezers van Max
Havelaar. Leiden bij P Bugels.
Ieder heeft Max Havelaar gelezen. De schrijver wilde gele-
i zen worden, en hij heeft zijn doel bereikt.Weinige weken zijn
j voldoende geweest om hem alom te doen kennen. Niet in een
I droog verslag, niet in een officieel betoog, maar in de taal van
I het innigst medelijden, in de taal van opgewonden veront-
I waardiging schilderde hij ons den druk van den Javaan. Zijn
I boek sprak tot ons hart en, daargelaten de vraag of het een
roman dan wel een historie moet heeten, onze harten hebben
gebeefd bij het verhaal van de ellende van Saïdja, gelijk zij
beven bij de lezing van de gelijkenis van den armen Sama
ritaan.
En de stijl van Max Havelaar heeft ons in verrukking ge-
bragt. Met blijdschap hebben wij begroet een nieuw ontdek
te ster der eerste grootte aan onzen litterarischen hemel.
Wij hebben bewonderd een rijkdom van talenten, een pracht
van fantasie, die zich nu eens openbaart in het schitterende
en verblindende koloriet van het oosten, dan weder in de
sobere en statige vormen van hetgrieksche ideaal.
Ook de ongenoemde schrijver van het vlugschrift, dat wij
thans bespreken willen, de heer W. H. uit Leyden, heeft de
J betoovering ondervonden van het splinternieuwe genre, het-
I welk Max Havelaar met zoo veel geluk in ons land heeft inge
voerd. Sedert Macaulay met zijne „Geschiedenis van Enge
land" en zijne Historische schetsen" zich een toegang heeft
gebaand tot onze studeervertrekken, is ons menig neder-
I landsch geschrift onder de oogengekomen.dat aan den fonke
lenden stijl van den beroemden engelschman onwillekeurig
deed denken. Macaulaysvan den tweeden en derden rang heb
ben zich allenvege geopenbaard.Eveneens verwachten wij wel-
J dra Max Kavelaars in kinderschoenen te ontmoeten. „Waar
heen?" schijnt ons toe, de schrijver houde het ons ten goede,
eene eerste nabootsing te zijn van den aangrijpenden schrijf
trant van den heer Douwes Dekker.
En toch is „Waarheen een tegenschrift. Men heeft Max
Havelaar verweten dat hij kalkoenen stal en. om anderen uit
den nood te helpen, schulden maakte; inen heeft hem, en te
regt, verweten eene buitengewone mate van ij delheid en zelf
voldoening, eene liefde, eene kracht van medelijden, even
groot jegens zich zeiven, als jegens den armen Javaan men
heeft hem, en te regt, verweten de welsprekende oproerkre
ten, die hij slingert aan het einde van zijn welsprekend boek.
Tot al deze verwijten heeft de schrijver van „Waarheen?" er
nog een gevoegd, dat welligt bij velen ingang zal vinden,
maar in onze oogen een uiterst verderfelijke strekking heeft.
Ofschoon onze anonymus twijfelt aan de waarheid der fei
ten, die Max Havelaar mededeelt, althansaan hare onpartij
dige voorstelling wil hij ze eens als onloochenbaar zeker
aannemen. Hij wil eens onderstellen dat geweld en onregt-
vaardigheid in Indïe op den troon zitten, dat Max Havelaar
om zijne trouwe pligtsvervulling ontslagen is. dat de Javaan
mishandelden gekneveld wordt. Welnu, in dat geval keurt
hij ten sterkste af dat Max Havelaar een boek geschreven
heeft, hetwelk door kameniers voor eenige centen wordt ge
huurd, en door lakkeijen van ministers en gouverneurs-gene
raal wordt gelezen. Ilij keurt het af dat Max Havelaar on-
voorzigtig genoeg geweest is om te schrijven in het openbaar,
vergetende „dat zich in Nederland, even als in iederen ande
ren staat, een tal van ontevredenen bevindt, die zich achter
zijn boek zouden verschuilen om zich te verzetten tegen een
bestuur, dat niet handelde in hunnen geest en om zaden van
oproer en omwenteling te verspreiden, die noodlottig zouden
kunnen worden voor ons goed en dierbaar Nederland." Hij
zou gewensc.lit hebben dat Max Havelaar geschreven had
„niet voor het publiek, maar enkel voor den koning;" dat hij
„bij liet nederiandseh bestuur eene krachtige maar beschei-
dene poging had aangewend en alles met bezadigdheid voor
dat bestuur uiteen gezet, zoo als het nu blijkbaar onbezadigd
is gedaan voor de oogen vanhetganschenederlandsche volk."
Dat ware naar zijn inzien „de eenige koninklijke weg" ge
weest.
Welnu, in onze oogenis dat verwijt onzedelijk en verderfe
lijk.Voorzeker, mijn anonymus, de weg, dien gij aanprijst, wa
re niet slechts koninklijk, maar zelfs keizerlijk geweest in het
keizerlijke Frankrijk, waar de burgers al hun regten en al hun
pligten aan den vorst hebben afgestaanwaar de staat de
voogd van allen is, het iniatief van alles neemtwaar een oog
wenk van Napoleon voldoende is om het gansche rijk van
aanzien te doen veranderen, waar men zoo zachtkens dom
melt, terwijl wetten worden gemaakt, besluiten uitgevaardigd,
oorlogen verklaard, vredestraktaten gesloten, belasringen op
gelegd enkel door den vorst. Tot dat de ure slaat waarop het
volk, dat alles van den staat en niets van zich zelf venvacht,
bij hetwelk stelselmatig het gevoel van kracht en verantwoor
delijkheid wordt onderdrukt, in blinde woede losbarst, het
laud in lichte en laaije vlam zet, den alraagtigen kolossus
omverschopt, zijn zege viert gedurende een wijle van teugel
looze anarchie, om dan weder, ontzet over zich zelf, zijn vrij
heid verwenschende, zijn ongebondenheid verfoeijende. met
vreugde te grijpen naar de boeijen. welke het voor een oogen-
blik verbroken had. O, anonymus, gij moogt dat alles met
verrukking aanschouwen, of liever, gij moogt vergeten dat
revolutie en despotisme de wrange vruchtenzijn van hetnood-
lottig stelsel van alvermogen van den staat, gij moogt het la
ken in Max Havelaar dat hij niet slechts op den koning, maar
op het volk, een beroep heeft gedaanwij niet aid us, want wij
zijn hoogelijk ingenomen met de politieke regten. welke de
grondwet, waaronder wij leven, ons verleent. Wij schatten
hoog het stelsel van publiciteit, dat gehuldigd wordt in het
vrije Nederland, al moge het soms onvruchtbaar en zelfs ua~
deelig zich betoonen in zijn onmiddellijke werking; wij zijn
door redelijke en zelfbewuste gehoorzaamheid, maar niet
door bange vrees, verbonden aan ons roemrijk huis vat»
Oranje