andering hebben tot stand gebragt. Hun begeerte was niet de 1 kerk vrij te maken. Zij zeiden tot de kerk„ga gij uw eigen weg, de staat zal den zijnen volgen;" ongeveer op de zelfde wijze als men een lastigen bezoeker onder allerlei pligtplegin- gen naar de deur geleidt. De politiek wilde voortaan zich een zelfstandigen weg ba nen en niet meer de kerk. vertegenwoordigster van het hei lige beginsel des Christendoms, aan hare zijde zien wandelen. En toch draagt deze scheiding in het gegeven oogenblik heer lijke vruchten. Voortaan is het niet meer noodig de stellingen der regtzinnigheid aan te kleven om het koningrijk dezer aarde te beërven. Men behoeft niet meer het masker der vroomheid of der orthodoxie te dragen om een winstgevende betrekking of een hoogen raaatschappelijken rang te erlan gen. De christelijke kerk heeft gewonnen wat zij verloren heeft; de toekomst zal het steeds duidelijker leeren. Zijkan en moet den steun der huichelaars en zelfzuchtigen ontbee- renzij is geroepen om de reine bruid van Christus te zijn. De tijd zal komen, waarin de groote menigte haar verlaten zal hebbenwelnu, zij zal hare krachten waarlijk kennen. Weder zal zij ronddolen zonder te vinden eene plaatsom haar hoofd neder te leggen, terwijl de vossen hunne holen en de vogelen des hemels hunne nesten hebben. Daar dus voortaan het eigenbelang ons niet aan de kerk zal binden, zij ieder opregt! Men deinze niet terug voor het onbemanteld erken nen van de gevolgen, welke uit ieders beginselen voortspruiten; slechts langs dien weg kan de werkelijkheid der dwaling aan het volle licht komende waarheid zal er in kracht bij win nen. Men vrage niet in de eerste plaats wat iemand gelooft, maar hoe hij gelooft. Hij, die in zijn leeraar wenschtgetrouw- heid te begroeten, bedenke wel wat hij wil. Zal de leeraar werkelijk dan getrouw zijn, wanneer hij, gelijk een deur op liare scharnieren, steeds op de zelfde vier of vijf voorzeker belangrijke leerstukken blijft hangen? Of moet hij getrouw zijn in alles, d. i. zich zeiven en anderen veelzijdig, maar christelijk ontwikkelen, kunstwetenschap, handel, alles met het christelijk levensbeginsel bevruchten? De christelijke kerk wordt meer en meer door de wereld verlatenwelnu, zij trekke zich niet terug in bekrompenheid en eenzijdigheid, maar trachte de gansche wereld te veroveren, door haar te heiligen. Het heelal behoort Christus toe. Aan het slot zijner toespraak zeivle de redenaar dat sommi gen welligt meer stichting zouden verlangd hebben, dan zij meenden van hem ontvangen te hebben. Door stichten toch wordt veelal verstaan dat men zijne hoorders behagelijk laat wiegelen bij het hooren van beminde klanken. Een ander denkbeeld van stichting was het zijne. Stichting is opbou wing. Opbouwing niet slechts van het hart, maar ook van het verstand, indien ten minste voor het oogenblik deze on juiste splitsing van den mensch wordt toegelaten. Niemand bewere dat hij gesticht is, wanneer de moeite van het denken aan zijne loomheid bespaard is gebleven. Uit dit korte verslag zal ieder zien dat de heer Gunning over belangrijke punten op eene kernachtige wijze gesproken heeft. Men inag zijn begrip van revolutie, hetwelk eigenlijk met dat van zonde zamen valt, afkeuren; maar de goede hoor der zal voorzeker de tegenwoordigheid van den spreker niet verlaten hebben, zonder in dezen laatste eene krachtige per soonlijkheid begroette hebben. Mogt de eerbied voor eene persoonlijkheid, ondanks het grootste verschil van gevoelens, meer algemeen zijn Zou het niet eentoonig en onuitstaan baar zijn, wanneer de zelfde echo zich op alle plaatsendeed hooren De provinciale staten van Zuid holland hebben eene com missie uit hun midden benoemd, ter beraming van hetgeen in die provincie, en bepaaldelijk ook door die vergadering, kan gedaan worden ter bevordering van de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee. Tot het mandaat der com missie behoort ook het ontwerpen van een adres aan de tweede kamer der staten generaal, met verzoek de daartoe betrekke lijke voordragt goed te keuren. Door de staten van Noordholland is tot lid van de eerste kamer der staten generaal benoemd, de heer jhr. W. Boreel van Hogelanden, ter vervanging van den heer D. Borski. Zijn wij wel onderrigt, dan zou het oogenblik nabij zijn, dat een punt, waarop sinds lang de aandacht is gevestigd ge weest, zijne regeling te gemoet gaat. Er moet namelijk bij het ministerie van hervormde eeredienst een ontwerp in gereedheid zijn gebragt, tot regeling van de predikantspen sioenen bij de wet. Wanneer het nu nog aanhangige onder zoek van dien arbeid is afgeloopen, mag men de indiening spoedig te gemoet zien. Bij het jl. woensdag bij de tweede kamer ingediende wets ontwerp tot wijziging van de postwet is eindelijk het unifonu- port van 3 cent aangenomen voor eiken brief, die 15 wigtjes of minder weegt. Verder is de berekening van het port voor zwaardere brieven of paketten als volgtvan 15 tot 50 wigt jes, tweemaal het port; 50 tot 100, driemaal; 100 tot 250, vier maal; 250 tot 500, vijfmaal; 500 tot 750, zesmaal750 tot 1000, zevenmaal, en zoo vervolgens over elke 250 wigtjes of breuk van 250 daarenboven, eenmaal het port meer. De overige artikelen der postwet ondergaan de veranderin gen die door de aanneming van het uniformport noodig zijn geworden. Het port der met bijzondere scheepsgelegenheden over zee aangebragte brieven, wordt van 30 cents verminderd tot 15 cents. De aldus gewijzigde wet treedt den 1 september 1S61 in werking. Zij bevat geene bepaling, gelijk de vroegere wetten, dat zij vóór een zeker genoemd tijdstip weder aan herziening moet worden onderworpen. Uit de bijlagen verneemt men, dat in 1S4S 0,157,850 en in 1859 18,501,190 zoo binnen- als buitenlandsche brieven met de post zijn verzonden. De opbrengst was in het eerste jaar f 1,307,117.73 en in het laatste f 1,853,085,32$. De regering zegï in de mömorie,'an toelichting Het briefport in zijnen tegemvoordigen toestand kan eene verdere en zelfs aanmerkelijke vermindering ondergaan, zon der dat daarbij het belang der schatkist geheel wordt ver waarloosd in dier voege ten minste, dat er, na aftrek der noodzakelijke uitgaven, nog altijd eene belangrijke som zal overblijven, om te worden aangewend tot voorziening in de behoeften van den staat. De regering verklaart zich tegen gedwongen frankering, als overtuigd dat het schrijven van brieven daardoor aanmer kelijk verminderen en het getal rebutbrieven in eene sterke verhouding toenemen zou, zoodat er niets dan belemmering van de correspondentie en schade voor de schatkist uit te ver wachten zou zijn. Jl. dingsdag heeft Z. M. de koning, uit de residentie een bezoek te Soestdijk gebragt bij H. M. de koningin moeder. H. M. de koningin en Z. K. H. prins Alexander zijn woens dag van Stuttgardt inde residentie teruggekeerd. Z. K.H. de prins van Oranje en de heer burgemeester der residentie hebben H. M. aan het station ontvangen. LI. dingsdag werd te Amsterdam door de leden der maat schappij Arti et amicitiae een diner aangeboden aan al de schilders die onlangs voor hunne inzendingen op de stedelijke tentoonstelling zijn bekroond geworden. Als gasten waren bij die gelegenheid ook uitgenood igd de te Amsterdam wo nende letterkundigen, aan wie in den loop van dit jaar eene ridderorde is toegekend. Men leest in de Dordrechtsche courant het volgende Naar wij van eene geachte zijde vernemen, zijn reeds on derscheidene schilderijen, teekeningen, gravures enz., inge komen, van Arv Schefferbehalve de nederlandsche school is ook die van België waardig vertegenwoordigd van laatstge noemde vindt men de namen van Gallait, de Keyzer, Madou, Roelofs, Portalis, Serrure, de Laqua, enz. Van de verloting zal eerstdaags een catalogus het licht zien. en de tentoonstel ling gereed zijn. Het beeld is vervaardigd. Weldra zalmen in een der voornaamste metaalgieterijen te Parijs tot het gie ten overgaan, zoodat het waarschijnlijk in de helft van het volgende jaar onthuld zal kunnen worden. Naar het oordeel van deskundigen zal het een der schoonste moderne beelden zijn. Door eenige personen, in Overijssel en Drenthe woonachtig, was tegen de bekende Teylers stichting te Haarlem, een regts- geding ingesteld, waarbij zij beweerden erfgenamen van den stichter te zijn en voorts dat zijne uiterste wilsbeschikking, volgens het oud hollandsch regt nietig zou zijn. De regtbank te Haarlem heeft hun echter den ingestelden eisch ontzegd, op grond dat hunne bloedverwantschap onbewezen was, en alzoo zonder in een verder onderzoek der zaak te treden. Naar men verneemt zijn met primo dezer door den minis ter van binnenlandsche zaken drie geneeskundigen aange steld, om zich naar Veenluiizen te begeven, ten einde aldaar de ooglijders te behandelen (welke ten getale van ruim 800 aanwezig zijn). Deze geneeskundigen moeten echter vooraf gedurende drie maanden, de lessen over oogheelkunde van professor Dondersbijwonen, waartoe zij zich thans te Utrecht bevinden. Kerk- en schoolnieuws. Aan het departement voor de zaken der hervormde eere dienst is woensdag de najaars-vergadering der synodale com missie geopend. Thermometerstand. 7 nov. 's av. Hu. 41 gr. 8 'smorg. 7 u. 39 'smidd. 1 u. 44gr. 'sav. llu.40 gr. 9 's morg. 7 u. 39 'smidd. 1 u. 40 gr. Staten generaal. tweede kamer. Woensdag zijn de werkzaamheden weder aangevangen en wel niet de algemeene beraadslagingen over het wetsontwerp betreffende de nieuwe regterlijke inrigting. Onderscheidene ontwerpen van wet tot onteigening of wij ziging van enkele hoofdstukken der staatsbegrooting zijn ingekomen, gelijk mede een groot aantal verzoekschriften, waaronder een en veertig adressen, houdende bezwaren teo-en hetdomicilie van onderstand, en veleadressen tot goedkeuring, zoowel als tot bestrijding der voorgedragen wet, betreffende eene nieuwe regterlijke inrigting. De heer Wichers voerde het eerst het woord tot bestrijding der voordragt. Die spreker achtte het tijdstip nog niet geko men voor een geheel nieuwe regterlijke inrigting, en hij oor deelde beter, te wachten tot daaromtrent meer overeenstem ming van gedachten was ontstaan. De heer van Goldstein behandelde de vraag of de hooge- raad moest strekken tot een hof van cassatie, in burgerlijke zaken, dan wel tot een hof van appèl, en kwam tot de slotsom dat in een land als het onze geen hof van cassatie noodig was. De heer Wintgens trad in een uitvoerig betoog over het gewigt eener goede regterlijke inrigting. Hij gedroeg zich daarbij aan de door hem over dit onderwerp ingeleverde nota en in het licht gegeven geschriften. Hij bragt vervolgens het wetsontwerp Ier loetse, en toonde aan dat het niet aan zijne verlangens beantwoordde, daar de ondervinding niet genoeg zaam schijnt te zijn geraadpleegd; het noodigelicht, reeds vroeger verlangd, ontbrak alsnoghet wetsontwerp voldeed, zijns inziens, in geenen decle aan de eischen van dezen tijd. uit het oogpunt van bezuiniging en vereenvoudiging. De voorstellen waren niet voldoende gestaafd door gegevens uit de geregtelijke statistiekdaarop moest het stelsel gebouwd zijn. Bij gebreke dier bijzonderheden trad hij in eenige ont wikkeling van hetgeen in degeregtelijkestatistiekmetbetrek- king tot de behandeling van burgerlijke zaken voorkwam en wat door kantonregters en regters dooreen jaarlijks afgedaan werd. Daaruit bleek dat reeds de kantonvegtev der zaken afdeed; een abnormale toestand, dien het wetsontwerp nog zou verergeren (gelijk hij door aanhaling van onderscheidene artikelen aantoonde), terwijl voor de regtbanken nu slechts i zou overblijven: op welken weg inen geen goed regt zou verkrijgen. De burgerlijke uitspraak van de hoven van appèl ging hij daarop, evenzeer volgens de opgaven der statistiek, in bijzon derheden na, en bragt die in vergelijking met de daaromtrent voorgestelde bepalingen. De slotsom zijner redenering was dat de strafzaken bij de regtbanken uitsluitend moesten be handeld worden. Wat het voorgestelde cassatie-stelsel betrof, hierin zag hij een systeem van transactie, ziende hij daarin de erkentenis van het onvoldoende van het middel van cassatie. Aan den hoogen raad zou nu eigenlijk een vermond appèl in tweede instantie worden opgedragen. Het wetsontwerp bevatte alzoo zijns inziens, te groote ont wikkeling van de regtsraagt van den kantonregter; als regel zag hij daarin aangenomen drie instantien: het stelsel kwam hein ook te kostbaar voor. Bij al de bestaande gegevens, meende hij, kon een beter ontwerp worden vervaardigd, en hij geloofde dat in vele opzigten het bestaande boven het voorgestelde te verkiezen was. Hierna voerden de heeren de Brauw en Begram nog het woord, die zich beide vrij gunstig voor het ontwerp verklaar den, behoudens eenige bedenkingen welke zij hopen latei- opgehelderd te zien. De heeren Dirksen van Lidth de Jeudezijnin deze zitting als leden toegelaten. Donderdag is de heer Dirks, na eedsaflegging, toegelaten. Daarop werden de discussien over de regterlijke inrigting voortgezet. De heeren de Raadt, Heemskerk Azn., van Eek en Cool waren gunstig voor het ontwerp gestemd en verklaar den, behoudens nadere inlichting er vóór te zullen stemmen daarentegen verklaarden de heeren van Veen en van Ascli vanWijcker zich bepaald tegen. Heden is de minister van justitie aan het woord. Onder de ingekomene adressen waar omtrent verslag isuit- gebragt. was er een van het bestuur van het muziekgezel schap „Uit kunstliefde" te Middelburg, zich beklagende over geregtelijke vervolging wegens het regt van patent, niette genstaande uitspraak van gedeputeerde staten van niet- patentpligtigheid. De commissie stelde voor dit adres te verzenden aan den minister van financien, met verzoek om inlichtingen welke conclusie door den heer van Eek ten sterkste ondersteund werd, bij welke gelegenheid hij de han delingen der administratie afkeurde. Ge mee n te raad van Middelburg. Zitting van 7 november. Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke. Afwezig de heeren van Diggelen, Snijder, Lantslieer en van Deinse. Na goedkeuring der notulen van de vorige zitting, worden voor kennisgeving aangenomena. de mededcclingdes voor zitters dat de heeren van Deinse, Snijder en Lantslieer schrif telijk berigt hebben deze zitting niet te kunnen bijwonen uit hoofde van andere ambtsbezighedenl. vier missiven van ge deputeerde staten dezer provincie, respectievelijk behelzende goedkeuring van de raadsbesluiten tothetrooijeu van boomen, tot het in erfpacht afstaan van gemeentegrond, tot af- en overschrijving van eene post op de gemeentebegrooting. en van de begrooting voor de dienstdoende schutterij voor 1861. Geschiedt voorlezing van een adres van den pachter dei- beer- en mestspecien P. de Zeeuw, houdende verzoek dat de onlangs door den raad te zijner tegemoetkoming voorgeschrc- vene betaling van 50 cent per kar voor het ledigen der riolen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2