den onderwijzer Bastmeijer om toelage voor dit jaar; dat hij dit ter bespoediging in handen heeft gesteld der plaatselijke schoolcommissie op rapport, en wanneer dit zal ingekomen zijn, het adres in de volgende zitting zal ter tafel brengen. Daarna deelt hij mede, dat de kerkeraad der hervormde gemeente eenige bedenkingen heeft gemaakt op de voorgedra- gene wijze van opheffing der overeenkomst omtrent het arm wezen van 1817; dat die bedenkingen burgemeester en wet houders gegrond voorkomen, en zij daarom voorstellen in de overeenkomst op te nemen, dat behalve de bepalingen om trent de overdragtder effecten, alle voorschriften van het con tract van lS17en ook. wat de hervormden betreft, de overeen komst van 30 januarij 185 L worden opgeheven. Nadat op eene vraag van den heer van Dongen geantwoord was dooi den voorzitter, dat de zondags-collecte voortaan niet meer op den tegenwoordigen voet onder de kerkelijke armbesturen zal verdeeld worden, is het voorstel aangenomen. De voorzitter zegt, dat de commissie tot onderzoek dei- regeling van het meer uitgebreid en verder voortgezet lager onderwijs gereed is rapport uit te brengen, doch dat hij gelooft het noodig is de openbare vergadering alvorens in eene beslo- tene zitting te veranderende openbare zitting wordt daarop geschorst. Na verloop van een uur wordt de zitting heropend, en bvengt de heer van Dongen het rapport uit, strekkende om de beide instituten te behouden als openbare scholen; onder bedenking dat de som vanf 50, diebij beidescholen voor hulp. middelen van het onderwijs, boeken en behoeften is uitge trokken, verre beneden de behoefte is, in strijd met art. 32 der weten art.2van het conceptreglement, en voor elke school met minstens f 100 zou moeten verhoogd worden; dat dit wel meer bezwaar voor de gemeente zal geven, doch men dient te voldoen aan de wet, terwijl wanneer deze bedenking niet mogt worden gedeeld, men de voorkeur zou geven aan het verkrijgbaar stellen der behoeften tegen inkoopsprijs op de school, even als zulks met de bijzondere school van Rensen geschiedt. Men stelt voor om het schoolgeld op het instituut voor meisjes te bepalen op f '15 in plaats van f 48, daar men rekent dat dit voor het onderwijs in het fransch genoegzaam is, en dit het meest geleerd wordt. Verder wordt in overweging gegeven dat het nuttig en doelmatig zoude zijn, wanneer op de scholen goede conduite lijsten der leerlingen werden gehouden en elk kwartaal aan de ouders medegedeeld. Na de voorlezing wordt de vergadering verdaagd tot des avonds ten 7 ure. Avondzitting van 29 october. Voorzitter de heer Cau. Afwezig de heeren Keiler en Landslcnegt met kennisgevingde Crane en van der Lek de Clercrp Komen in behandeling de voorgedragen verordeningen omtrent de regeling van het meer uitgebreid en verder voort gezet lager onderwijs in deze gemeente. De verordening aanwijzende het getal scholenzijnde een instituut voor jongens en een voor meisjes, met bevoegdheid aan de beide hoofdonderwijzers om zoo veel kostleerlingen te houden, als de localiteiten gevoegelijk toelaten en de plaatse lijke schoolcommissie zal toestaan. Op het instituut zal het onderwijs, behalve de verdere voortzetting der vakken bedoeld in art. 1 letters a tot en met h der onderwijswet, omvatten de fransche, engelsche en hoogduitsche talen, de wis- en natuur- kunde, zoo in hare beginselen als verder voortgezette beoefe ning oj) dat voor meisjes, de vakken bedoeld in art. 1 letters a tot en met h der wet, de fransche, engelsche en hoogduitsche taal, zoo in hare beginselen als verder voortgezette beoefening, en de handwerken voor meisjes. Bij deze artikelen is dooi den heer Fokker gezegd, dat er twijfel bestaat of zij overeen komstig art. 16 der wet zijn, dat onlangs de regering getoond heeft ook deze meening te deelen, bij de vernietiging van een besluit van den gemeenteraad van Deventer; namelijk dat op scholen als deze, in de eerste plaats onderwijs moet gegeven worden in al de vakken van het gewoon lager onderwijs dat gedeputeerde staten ook dit gevoelen schijnen te deelen, en de districtschoolopziener heeft te kennen gegeven te vermee- nen de regering indezen niet van gedachte zal veranderen dat echter de'.'schoolcoramissie en ook burgemeester en wet houders vermeen en, dat. mogt die meening ook gegrond zijn op de letterlijke opvatting der wet, zij niet overeenkomt met haren geest, en dat het bestuur, wanneer het gezorgd heeft, dat er een voor de bevolking voldoend getal scholen is, waar gewoon lager onderwijs wordt gegeven, de bevoegdheid moet hebben om ook scholen, al was het voor enkel uitgebreid lager onderwijs, op te rigten; dat de commissie, om echter eenigzins aan de bedenkingen te geraoet te komen, heeft voorgedragen het lezen, schrijven, rekenen en de beginselen der vormleer, hoewel deze eigenlijk op eene school als deze, hoewel beoe fend wordende, niet als leervakken te pas komen; dat de commissie echter begrepen heeft het zingen, letter i van art. 1 der wet, niet te moeten opnemen, daar voor de klasse van kinderen die deze school bezoeken, het zij op de zangschool, het zij door privaat onderwijs, veel beter gelegenheid bestaat die kunsten te beoefenen dan voor de mindere standen, en dat bij gemeend heeft dit thans te moeten zeggen, ten einde de raad, wanneer de regering hare goedkeuring hieraan niet hechtte, zoude weten, welke reden de plaatselijke school commissie en burgemeester en wethouders tot de voord ragt gehad hebben. Nadat de voorzitter herhaald had dat de raeening van de schoolcommissie geheel was die van burgemeester en wethou ders, werd de voorgedragen bepaling aangenomen. Op het instituut voor jongens mogen geene leerlingen wor den toegelaten dan die gewoon lager onderwijs hebben geno ten en den ouderdom van 10 jaren hebben bereiktde plaat selijke schoolcommissie lean in zeer bijzondere gevallen hierop uitzondering toestaan. Op het instituut voor meisjes worden slechts zoo veel kinderen uitsluitend voor het gewoon lager onderwijs, beneden den leeftijd van 10 jaren toegelaten, als de ruimte van het lokaal en het onderwijs der andere leerlin gen zal gedoogen, het onderzoek hieromtrent is opgedragen aan de plaatselijke schoolcommissie. De heer van der Grijp vraagt wat zal geschieden indien er zich meer leerlingen opdoen dan er ruimte is. De voorzitter antwoordt, dat deze dan öfnaar de andere lagere scholen zullen moeten gaan öf privaat onderwijs genieten, daar het ontvan gen van enkel lager onderwijs op deze school een exceptie is, als zijnde in vroeger jaren beproefd om de school te releveren. Op beide'instituten is jaarlijks eene groote vaeantievan niet langer dan 6 en niet korter dan 4 weken. Thans ontstaat eenige discussie over het denkbeeld der schoolcommissie om de onderwijzers geregeld gedraglijsten te doen bijhouden. Deze wordt beëindigd door de aanneming van het volgend, door den heer Fokker voorgesteld artikel De hoofdonderwijzers houden geregeld lijsten van het gedrag en de vorderingen der leerlingen,volgens de voorschriften dooi de plaatselijke schoolcommissie te geven,en zenden daarvan extract aan de ouders. De bepalingen van het plaatselijk reglement op het open baar lager onderwijs, uitgezonderd deartt. 1, 2, 3 en 4 zijn, voor zoo ver zij niet strijden met den toestand, van toepassing op de beide instituten. Thans wordt vastgesteld de belooning van den hoofdon derwijzer op het instituut voor jongens, zijnde, onder verplig- ting om een hulponderwijzer kost en inwoning te verschaffen, en behalve de voordeelen die hij als docent aan het gymnasium geniet f 600; 25 pet. van het schoolgeld f 2.16de geheele op brengst van het schoolgeld van 5 kostleerlingen, waarvan hij echter niet de 25 pet. hier boven geniet; vrije woning en tuin; die van den hulponderwijzer kost en inwoning en een maxi mum van f 600. Die der hoofdonderwijzeres op het instituut voor meisjes, onder verpligting eene hulponderwijzeres kost en inwoning te verschaffen, f1270; de 25 pet. schoolgeld, rnet dezelfde bepaling als boven omtrent de 5 kostleerlingen, vrije woning en tuin, f 280; jaarwedde hulponderwijzeres, behalve kost en inwoning f 150. Voor beide scholen wasvoorgedragen f 50 voor schoolbehoeften en boeken; de commissie oordeelde dit veel te weinig, daar baars inziens de gemeente volgens art. 32 der wet al de boeken moet verschaffen. Dit geeft tot lang durige discussie aanleiding, waarbij de voorzitter en de heer Fokker aantoonden, dat het hier slechts raming goldt, nog geene vaststelling, welke eerst later zoude te pas komen dat zij niet geloofden, dat de wet voorziening in al de behoeften ten koste der gemeente wil. De commissie gaf te kennen, dat hoezeer zij het, in het belang der gemeente, niet wenscht, zij echter de wet wel zoodanig opvatte.Het door den heer Fokker aangevoerde, dat het geraamde naar het oordeel der onder wijzers voldoende was, wedevlegde men door de opmerking dat dit gegrond was op hetgeen thans geschiedt, gedeeltelijke aan schaffing door de kinderen. Ten slotte verklaarden 8 leden zich tegen en de heer Mulock Houwer voor de geheele aan schaffing ten koste der gemeente, verklarende de heeren van Dongen en Ochtman tegen te stemmen, omdat zij na de in lichtingen hoopten, dat de zienswijze van burgemeester en wethouders door de regering zoude worden gedeeld. De schoolgelden worden bepaald, instituut voor jongens, dag- en avondschool f 40, avondschool f12 instituut voor meisjes, dagschool f48voor haar die alleen gewoon lager on derwijs genieten f30. De commissie stelde voor het school geld van f 48 op f45 te brengen men erkende dat het school geld verminderd was, doch meende dat voor de leerlingen die alleen fransch leerden f 48 te hoog was, vooral omdat men het wenschelijk acht, dat ook voor meisjes het erlangen van eene degelijke wetenschappelijke opleiding niet te moeijelijk wicnl gemaakt. Nadat de beer Fokker en de voorzitter hadden in gelicht. dat voortaan het aan de leerlingen niet vrij zal staan om te kiezen, of zij alleen fransch, clan ook hoogduitsch of engelsch zullen leeren, wordt het schoolgeld vastgesteld zoo als het is voorgedragen. Tegen stemden de heeren Mulock Houwer, van Dongen en Ochtman. De heer van der Grijp verlaat de vergadering. De verordening tot heffing van schoolgeld wordt vastge steld daarin was voorgedragen, dat de avtt. 3,4 en 5 der ver ordening van den 30 junij, daarop toepasselijk waren; op voorstel van den heer Fokker worden die artikelen zeiven daarin opgenomen. Deze verordeningen zullen allen aan de noodige goedkeu ring worden onderworpen. Thans wordt naar aanleiding van art. 17, het besluit geno men bepalende hoe in deze gemeente, gewoon lager, meer uit gebreid en verder voortgezet onderwijs wordt gegeven. De heer Ochtman vraagt of thans ook het gymnasium niet zoude kunnen geregeld worden. De heer Fokker zegt, dat bij curatoren een onderzoek aanhangig is in hoe ver wijziging in de regeling van het gvmnas. zoude nuttigen noodig zijn, doch dat voor het oogenblik de raad geene uitvoerende magt over het gymnasium heeft, als belioorende die bij den raad en clen koning. De voorzitter stelt voor. namens den raad de schoolcom missie dankte betuigen voorde velemoeitcn, die zij zich gege ven heeft voor de geheele regeling van het lager onderwijs. Hiertoe is besloten, en de vergadering daarna gescheiden. Errata. In de le kolom 2e bladz. van het verslag der zit ting van den gemeentevaad van 22 october, de 42e regel van onder, staat beplantingen bij v. van den liavendijkmoet zijn leverdijk. snebpersdrukkerij van d10 gebroeders abrahams.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 6