der zicli mogen vleijen, den waterstand in dien polder gaande
weg te zullen zien verbeteren. De Lijnden, die langen tijd
alleen voor de opmaling heeft kunnen worden aangewend,
heeft alle reden van tevredenheid gegeven. Aan de Leegh-
watev zullen de ketels binnen weinige dagen van rijkswege
worden beproefd en ingemetseld.
In de vorige maand is door den heer Goldschmit weder
eene nieuwe planeet tusscheu Mars en Jupiter, in het stevre-
beeld de Waterman ontdekt. Zij is de 00e van die groep en
de 13e der door hem ontdekte planeten.
SScnoemingcn en besluiten.
legeb. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den luite
nant-kolonel jhr. P. A. Beelaerts van Blokland, plaatselijke
kommandant der 2e klasse te Nijmegen, met pensioen ad
f1500. Benoemd tot kolonel en plaatselijk kommandant
aldaar de luitenant-kolonel D. G. Reijers, van het 7erege-
inent infanterie.
Necrologie.
Zondag nacht is te 's Gravenhage overleden de heer uir.
II. Provo Kluit, lid van den hoogen raad der Nederlanden,
ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw en komman-
deur van die der Eikenkroon. In 1803 werd hij te Utrecht
geboren. Hij bekleedde gedurende verscheidene jaren de
betrekking van directeur der policie en vervolgens die van
burgemeester van Amsterdam. Gedurende eenigen tijd had
hij van wege het hoofd kiesdistrict Amsterdam zitting in de
tweede kamer der staten generaal. Zijne benoeming tot lid
van den hoogen raad had plaats in 1S53.
De heer Kluit onderscheidde zich in al zijne betrekkingen
Goor buitengewone werkzaamheid en ijver.
De hertog Decazes is den 21 dezer in SOjarigen ouder
dom te Parijs overleden. Deze oud-minister van Lode wijk
XVIII was onder het eerste keizerrijk de boezemvriend van
wijlen den koning van Holland en ook zeer aan mevrouw
Letitia Bonaparte gehecht. Na de restauratie, waarbij hij zich
aansloot, benoemde hijzelf zich tot prefect van policiede
julij-gebeurtenissen betreurde hij. doch desniettemin onder
wierp hij zich aan de Orleans-regering. Men zegt dat hij
merkwaardige gedenkschriften nalaat.
Keik- e» sclioolsiieiaws.
Wij vernemen dat de heer J. C. I. Sécretan, predikant
bij de waalsche gemeente té 's Gravenhage, om redenen van
gezondheid, zijn emeritaat heeft aangevraagd.
Vcrkooplagem en aanbestedingen.
1. Een huis en erve. staande en gelegen binnen Vlissingen,
op de Oude markt wijk P. no. 60. Verkocht voorf 281. II.
Een dito op de Groote markt hoek van de Weststraat wijk C.
no. 72. Verkocht voor f 1012.
Theniïoincterstand.
29 oct. 's av. II u. 53 gr.
30 's morg. 7 u. 48'smidtl. I u. 56 gr. 'sav. II u. 45 gr.
31 's morg. 7 u. 44 'smidd. I u. 4S gr.
Gemeenteraad van Vlissingen.
Zitting van 2S October.
Voorzitter de heer Callenfels.
Afwezig de heeren Winkelman en Schultz.
Door den heer van TJije Pie terse geschiedt voorlezing van
een uitvoerig rapport, uitgebragt namens de commissie, aan
welke is opgedragen het onderzoek der door burgemeester en
wethouders ontworpene gemeentebegrooting voor liet dienst
jaar 1361.
Op de onderscheidene gemaakte bedenkingen enz., zal bij
de behandeling van elk onderdeel gelet worden, en wordt
daarop de begrooting zelve in beraadslaging gebragt. en
daar niemand algemeene beschouwingen wensent te leveren,
artikelsgewijze behandeld, aanvangende met de uitgaven.
Onder hoofdstuk I, wordt bij het artikel jaarwedde van den
bouwmeester f1000, door den heer J. P. Smith ingeleverd
een voorstel, ondersteund door de heeren Ruysch, Uytten-
hooven en van der Os, en door den voorsteller toegelicht, om
namelijk aan dien ambtenaar eene verhooging van bezoldi
ging voor 1861 toe te leggen, uit aanmerking van de vele
buitengewone werken, in den laatsten tijd ondernomen, en
bij de gevestigde overtuiging dat de tegenwoordige titularis
de belangen der gemeente krachtdadig ondersteunt.
De lieer J. A. Schmidt motiveert zijne afkeurende stem.
Ilij wenscht geen dergelijk antecedent te stellen, en acht de
verhooging der bezoldiging van één ambtenaar onbillijk tegen
over anderen, die welligt gelijke aanspraak zouden hebben.
De heer Mestdagh vereenigt zich daarmede en zou ook, des
noodig. de voorkeur geven aan eene totale herziening van al
de bezoldigingen der gemeenteambtenaren.
De heeren Ruysch, Uyttenhooven en de voorzitter verklaren
zich echter zeer gunstig voor het voorstel gestemd, hetwelk
van burgemeester en wethouders zou zijn uitgegaan, wanneer
men niet bij voorkeur had gezien dat de raad daartoe het ini
tiatief nam, terwijl men het ook uit de loopende dienst zou
hebben voorgesteld, wanneer liet daaruit nog te bestrijden
geweest ware. Er wordt op gewezen dat de belangen der ge
meente uitstekend goed worden behartigd, dat sedert de
benoeming van den tegenwoordigen titularis de betrekking
van baas ad f 600 is vervallen, en dat de gemeente zeer gebaat
wordt doordien alle bestekken en teekeningen door hem zei-
ven kunnen worden opgemaakt.
Na nogeenige discussie wordt eerstel ijle in om vraag gebragt
om den gemeentebouwmeester voor liet jaar 1S61 eene bui
tengewone toelage te verleenen hetwelk aangenomen wordt
J met 7 tegen 4 stemmen. (Tegen stemden de heeren van Uije
Pieterse, J. A. Schmidt, Wels en Mestdagh.) Daarna wordt
I met 6 tegen 5 stemmen het bedrag daarvan bepaald op f 200.
j (Tegen stemden de zelfde leden benevens de heer de Kruyff.)
Bij art. I van hoofdstuk II, onderhoud van meubelen enz.
f286, bad de commissie voorgesteld om te laten vervallen
f156 voor gordijnen, vloerkleed en haard in de kamer van
burgemeester en wethouders.
De voorzitter doet opmerken dat de haard totaal onbruik- j
baar is, terwijl de gordijnen ook geheel versleten en niet
meer tegen wasschen bestand zijn, hetwelk trouwens f25 kost.
Blijkt bij het opnemen dat liet kleed nog bruikbaar is, dan j
zal men natuurlijk geen nieuw aanschaffen. Burgemeester I
en wethouders stellen dan ook voor, niet alleen om het voor-
gedragen artikel te behouden, maar het met f 15 te vermeer- j
deren, daar dit bedrag meer dan aanvankelijk geraamd was,
voor een haard moet besteed worden.
Na eenige discussie wordt het aldus verhoogde artikel
goedgekeurd met 9 stemmen tegen 2. (Van de heeren van
Uije Pieterse en Wels.)
Bij het artikel druk- en bind wei k f700, wordt besloten acht
te slaan op een door de commissie gegeven wenk tot liet ver
vaardigen van portefeuilles voor bij de leden circulerende
stukken, terwijl verder besTbteo wordt te beschikken voor I
f 249,97i uit posten waarop voor het loopende dienstjaar een
batig saldo zal bestaan, ter bestrijding van een saldo van het 1
4de kwartaal IS59, waardoor voor hetvervolgalle vermenging
van dienstjaren zal zijn voorgekomen.
Bij het laatste artikel van dit hoofdstuk, bureaukosten com
missaris van policie f200, heeft de commissie de wensch uit- j
gedrukt dat dien ambtenaar geene schrijfbehoeften in natura j
bovendien zouden worden uitgereikt. Daarin is echter berust, j
na de niededeeling van den heerUyttenliooven dathet bedrag
slechts f8,59 is en dit verstrekt wordt, niet aan den commis
saris als zoodanig, maar aan den ambtenaar van het openbaar
ministerie bij het kantongeregt.
Hoofdstuk III, afd. 1art. 1gewoon onderhoud van gebou- i
wen enz.fIS76, wordt met f90 verminderd als een gevolg
van het verkoopen van een aan de gemeente toebehoorend
huis. De commissie had daarbij voorgesteld om de hierbij uit-
getrokkene daarstelling van ramen en andere afsluiting der j
visclnnarkt alsnog niet te bewerkstelligen, daar zij vreest dat j
deze te klein zal bevonden worden, en dan welligt vooraf op j
min kostbare wijze eene uitbreiding mogelijk is. Na eenige I
discussien wordt dit voorstel echter verworpen met 6 tegen 5
stemmen. (Voor stemden de heeren J. A. Schmidt, van Uije
Pieterse, Mestdagh. Wels en de Kruyff.)
Bij het art. onderhoud van wandelplaatsen euz. f125,
stelde de commissie voor, drie of vier ijzeren banken ten ge- j
rieve der wandelaars te doen plaatsen op de houtkade aan de j
oostzijde der Pottekaai- op het zoogenaamde Zandje. De heer j
Ruysch vereenigt zich daarmede en wenschte er ook een paar I
op de Nieuwendijk te doen plaatsen. Daartoe wordt zonder
hoofdelijke omvrage besloten.en het artikel te dien einde met j
f 100 verhoogd.
Bij het art. daggelden van gemeentewerklieden f 6871,62, j
makende heeren Mestdagh en de Kruyff burgemeester en
wethouders opmerkzaam, dat hun getal, tijdelijk tot proeve j
boven de normale rol verhoogd, eene vermindering zal kunnen
ondergaan, ook omdat de gemeente voortaan ontlast is van
het onderhomd der militaire gebouwen en meubelen.
Het artikel bestraten der Vrouwestraten enz. f 1224, gaf I i
der commissie aanleiding om voor te stellen die bestrating niet
met klinkers maar met keijen te doen geschieden.
De voorzitter deelt mede dat zulks f 490 meer zou kosten,
terwijl de bouwmeester verzekert dat het even sterk en vol-
doende is. In omvraag gebragt. verklaren zich 7 leden tegen j
en 4 voor de wijziging, zoo dat de voord ragt onveranderd
blijft. (Vóór stemden deheeren Wels, de Kruyff, van Uije
Pieterse en J. A. Schmidt.)
De commissie had ook nog in bedenking gegeven om liet j
koffijhuis De beurs, twee andere aan de gemeente behoorende j
woonhuizen en ook twee pevceelen weiland te verkoopen,
aangezien men vermeent van dat kapitaal betere rente zou
kunnen getrokken worden. De voorzitter merkte daarente
gen aan dat eerstgemeld perceel voorzien van toren en uur
werk, dagteekent van 1669 en voor de gemeente geschied
kundige waarde heeft; terwijl hij overigens in het algemeen
gestemd is tegen het vervreemden van alle eigendommen, j
waaraan men later soms behoefte kan krijgen. De bedenking
der commissie blijft hierna zonder gevolg.
De post f 80 voor personele belasting van bet schoolgebouw j
bewoond door den lieer Stuart, moet. naar het oordeel der j
commissie, vervallen wanneer het schoolwezen geheel zal zijn I
geregeld.
Verder is door een lid der commissie zijn leedwezen be
tuigd dat het muziekkorps der schutterij is opgeheventer-
wijl voorts aan burgemeester en wethouders is in overweging
gegeven om geen aankoop van lampen enz. voor de tceken-
school te doen, methet oog op de aanstaande verlichting door j
middel van gas.
Bij hoofdstuk VIII, afdeeling 2, art. 1, subsidie arm gast
en weeshuis f 17,SU0, maakt de commissie opmerking dat het j
getal weezen belangrijk toeneemt en in dit jaar met 20 ver-
meerdevd is. Ten anderen vernam zij dat op last van burge
meester en wethouders zijn opgenemen 2 kinderen wier vader
nog leeft, en dat wel tegen f60 per jaar, terwijl het tarief j
bepaalt f91,25 voorkinderen beneden, en f 182,50 voor die i
boven 12 jaar.
Over dit onderwerp ontstaan langdurige discussien. De
voorzitter erkent daarbij afgeweken te zijn van het tarief, om-
dat liet hier een geheel exceptioneel geval geldt, daar de be-
doelde twee kinderen in de naauwste betrekking staan tot een
man wiens leven gewijd was aan de trouwe behartiging van
deze instelling. Men meende zich daarbij ten volle te mogen
overtuigd houden van de goedkeuring door den raad.
Nadat ook de heer Uyttenhooven zich in gelijken geest had j
verklaardvoeren deheeren J. A. Schmidt, Ruysch en van
Uije Pieterse liet woord, ten betooge dat zij ook niet ongezind
zouden bevonden zijn tot deze opname, doch den vorm waarin
zij geschied is niet kunnen goedkeuren, alzoo met voorbijgang
van den raad van eene bestaande verordening is afgeweken.
De heer Mestdagh voert hierop nog liet woordom eenige
nadere inlichtingen te verstrekken. Ten opzigte van een
weesjongen, die reeds twee jaren voor rekening van deze ge
meente is verpleegd in Nederlandsch Mettray en zich thans
in hechtenis bevindt, is men eerst nu tot de ervaring gekomen
dat hij te Gouda geboren en dus ook armlastig is. Men twij
felt niet of de ter goeder trouw betaalde bestedingskosten
zullen gerestitueerd worden.
De zelfde spreker voert nog een voorbeeld aan, dat het bur
gerlijk armbestuur reeds een en andermaal ontlast is van ver-
plegingskosten, welke dan voor rekening der godshuizen
kwamen. Zoo werd een kind, te Alkmaar verpleegd, voor reke
ning van het burgerlijk armbestuur alhier, volgens art 44 al.
1 der armenwet herwaarts ontboden en geplaatst in het
weeshuis.
Uitvoerige discussien grijpen hierop plaats, waarbij de heeren
van Uije Pieterse, J. A. Schmidt en Wels over liet onregel
matige van zoodanige handeling met den heer Mestdagh in
stemmen, terwijl de voorzitter en de heer Uyttenhooven haar
verdedigen. Laatstgenoemde wijst erop dat de christelijke
liefdadigheid alhier in hare roeping te kort schiet en er dus
veel meer dan de wet wil, voor rekening van het burgerlijk
armbestuur komt. Ten slotte wordt vastgesteld dat, in geval
len als door den heer Mestdagh bedoeld, de verpleging door
liet burgerlijk armbestuur aan regenten over het arm- gast-en
weeshuis zal worden vergoed.
Eindelijk wordt besproken de door regenten dier instellin
gen voorgedragene verhooging der bezoldiging van den ama
nuensis met f 100, waartegen de commissie zich verklaarde,
terwijl ook burgemeester en wethouders daartoe geen reden
zien.
De heeren Mestdagh en Ruysch betoogen de billijkheid om
deze bezoldiging te vevhoogen, terwijl de lieer J. A. Schiuidt
zich ook ten deze, in beginsel tegen alle partieele wijziging
van tractementen verklaart.
Het voorstel der commissie om de bezoldiging niet te ver-
hoogen, wordt daarop aangenomen met 8 tegen 3 stemmen.
(Tegen stemden de heeren Uyttenhooven, Ruysch en Mest
dagh). Het artikel wordt dus met f 100 verminderd en gebragt
op f 17,800..
Daar de rekening van het burgerlijk armbestuur over 1859
nog niet is goedgekeurd, wordt slechts een post bij wijze van
memorie ad f 100 uitgetrokken.
Hierop wordt overgegaan tot de behandeling der ontvang
sten.
Hoofdstuk I art. I wordt met f 32 vermeerderd voor pacht
van de werf der heeren de Grooff, welke men aanvankelijk
meende gratis af te staan tot daarstelling eener gasfabriek.
Bij liet artikel in hoofdstuk II, opbrengst der gemaal belas
ting f 31,730, bepaalt de lieer Ruysch de aandacht van burge
meester en wethouders bij de hem zeer bevreemdende omstan
digheid dat de opbrengst in ao. po. f1687 minder dan een
jaar te voren was.
Ten slotte wordt de begrooting in haar geheel vastgesteld,
tot een bedrag van f 126,915,82$ in ontvang en uitgaaf.
Uit hoofde van het ver gevorderde uur wordt hierop de
zitting verdaagd tot aanstaanden woensdag namiddag ten
öuÜmlanïisdje tijöingnt.
Engeland.
Londen 2S October. Aan het agentschap van Reuter wordt
uit Parijs gemeld dat de vorst Metternich aan den heer de
Thouvenel eene mededeeling omtrent de oostenrijksche staat
kunde gedaan en ze daarbij in de volgende vier punten zamen-
gevat heeft: IOostenrijk zal de bij het jongste diploma des
keizers verleende hervormingen eerlijk ten uitvoer brengen
2. liet zal voortdurend eene verdedigende houding bewaren,
en de wapeningen in het venetiaansche hebben geen ander
doel dan het afslaan van eenen aanval; 3. liet zal van het
stelsel van niet-tusselienkomst niet afwijken4. liet gelooft
dat een congres niet tot eene praktische oplossing der thans
aanhangige vraagstukken kan leiden, indien niet vooraf door
de groote mogendheden een gemeenschappelijk programma
wordt aangenomen, hetgeen Oostenrijk intusschen niet waar
schijnlijk acht.
De dagbladen deelen mede dat de koningin liet parle
ment op nieuw tot 3 januarij geprorogeerd heeft.
The times blijft volhouden, dat men in de oostenrijksche
concessien geen vertrouwen kan stellen. „Men moet al zeer
ligtgeloovig zijn", zegt dit blad, als men denkt, dat de zelfde
vorst, die in dezen oogenblik alle beschikbare krachten van
zijn rijk op deitaliaansche grenzen zamentrekt, ten einde den
tegenstand van Venetië te overwinnen en een half dozijn
verbannen despoten weder op den troon te plaatsen, opregt
zij in zijne begeerte, als constitutioneel souverein te regeren.
Als de keizer opregt is, laat hem dan een ministerie benoe
men, dat verantwoordelijk zij aan den rijksraad en dat hij zich
late leiden door de besluiten van dit ligchaain, zoo wel in zijne
binnen- als buitenlandsche staatkunde. Doet de keizer dit
niet, dan kan men ook aan zijne betuigingen van vrijzinnig
heid geen geloof slaan."
Het zelfde blad behandelt de vraag welk gevolgde bijeen
roeping van een congres zou kunnen hebben op de europe-