MIDDELBURGSCHE lÊF C 0 U R ANT.
N-m.
Dingsdag 16 October.
StankottMgmgm
£?inncnlmtö$cl)e tti&mgm.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. I De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte,
Binnen deze gemeenteen Vlissingcn geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. UITGEVERS. doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22
De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3, franco per post ƒ3,40. j q£ P£3R0EDERS ABRAHAMS centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
pend jaar I860, in Neerlands west-indische koloniën ter we
reld komen, vrijgeboren zullen zijn.
Edilie van maandag avond 8 ure.
VAN IIET KIJK, PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN.
AANBESTEDING.
Op vrijdag den 26 October I860, des voormiddags ten 11
ure zal, onder nadere goedkeuring, door den commissaris des
konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid,door
eender leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn van
den hoofdingenieur van den waterstaat in het 11 de district,
aan liet lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg,
worden aanbesteed
Het driejarig onderhoud der aanleg- en los
plaats voor visschers in den Brakman bij de
Isabellasluis, over de jaren 1861.1862 en 1863.
Deze aanbesteding zaï geschieden bij enkele inschrijving,
voor de drie onderhoudsjaren te zamen.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het ministerie
van binnenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal be
stuur van Zeeland, te Middelburg, en op alle zoodanige
plaatsen alwaar gewoonlijk de bestekken van waterstaats
werken in gemelde provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende den vierden en derden dag vóór de besteding de
noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere
inlichtingen tc bekomen zijn aan het bureau van den hoofd
ingenieur van den waterstaat jhr. J. R. T. Ortt, tc Middelburg,
en bij den aspirant-ingenieur J. J-lloelants, te Breskens.
's Gravenhage, 1 October 1860.
De minister van binnenlandsche zaken,
S. VAN HEEMSTRA.
Middelhui g 15 octobcr.
De tweede kamer der staten generaal heeft in hare zitting
van heden, overeenkomstig het rapport van de commissie tot
onderzoek der geloofsbrieven, besloten tot toelating van den
lieer Wijbenga en niet toelating van den heer Dirks. De dis-
cussien over het contract Pangka zijn niet ten einde gebragt
en zullen morgen worden voortgezet.
De gemeenteraad alhier zal op woensdag aanstaandedes
voormiddags ten elf ure, eene openbare zitting houden,
waarin de volgende onderwerpen zullen behandeld worden
missive van den commissaris des konings te gemoetkoming
kosten der volkstelling; verdere regeling lager onderwijsge-
meentebegrooting 1861 c. a.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier ligt ter
inzage eene opgaaf, betreffende den handel en scheepvaart in
Groot Brittanje, over de maand en de acht maanden, geëin
digd 31 augustus 1860.
In eene heden gehouden vergadering van de Vereeniging
tot bevordering van toonkunst, is tot lid van het bestuur ge
kozen de beer mr. J. II. de Stoppelaar. ter vervanging van
den heer J. J. I. Sprenger.
Een buitengewoon no. van de Rotterdamsche courant
deelt de twee volgende depeches mede, gedugteekend Batavia
23 augustus
„Te Samarang is een gevaarvol oproer onder de zwitsersche
soldaten uitgebarsten, doch met kracht gedempt."
„Te Banjevmassing bestaat behoefte aan versterking der
zich daar bevindendekrijgsmagt."
Naar wi j vernemen is de stoomboot De stad Vlissingen
no. 2, heden morgen niet van daar naar Rotterdam kunnen
vertrekken. Dit schijnt een gevolg te zijn van een gisteren
door een ingenieur van het stoomwezen ingesteld onderzoek
naar den toestand van den ketel, waarbij zou bevonden zijn
dat deze niet meer aan alle vereischten voldoet.
Het laat zich begrijpen dat door die onverwachte belem
mering in liet dagelijksch verkeer tusschen die gemeente en
Rotterdam, liet publiek zeer ontrijfd is.
Men schrijft ons uit Amsterdam 12 dezer.
„De raad der Koninklijke akademie van beeldende kunsten
heeft als jury der stedelijke tentoonstelling bekroond de vol
gende kunstenaren. Met de rijks medailleJ. G. Schwartze,
te Amsterdam (portret) B. Wynveld, te Amsterdam (histo
rie) C. Lieste, te Haarlem (landschap) A. Toulmouche, te
Parijs (genre) J. de Bay, te Parijs (beeldhouwkunst) C.
Graeb, te Berlijn (kerkinterieur); met de gemeente me
daille: C. Bisschop, te 's Gravenhage (genre) Mevr. G. J.
van de Sande Bakhuysen, te 'sGravenhage (bloemen) H. D.
Kruseman van Elten te Amsterdam (landschap) P.J.H.
Cuypers, te Roermond (architectuur) G. Jabin, te Harz-
burg in Bruuswijk (landschap) en Pollet, te Parijs (gravure.)
„De uitspraak eener jury is waarlijk geene gemakkelijke
taak. Ook zij is dikwijls weder het onderwerp van uiteenloo-
pende beschouwingen, want vooral waar het de kunst geldt,
heeft ieder zoo zijn eigen gevoelen. Hoe men nu in deze over
den uitspraak der jury denken moge, dit is buiten twijfel, dat
zij volkomen ter goeder trouw heeft gehandeld en hare mee-
niug uitgedrukt. Of die meening evenwel de juiste is, valt
bezwaarlijk te beslissen. Kunstregters zullen ten allen tijde
anderen om zich zien, die met hen in oordeel verschillen.
Het komt er echter vooral op aan, dat de kunstregters niet ten
achteren blijven, inde opvatting van de algemeen door be
voegden aangenomen meeningen, en dat door hen waarach
tige verdiensten worden gehuldigd. Het doel toch der be
krooningen is dat de kunst er bij winne. In hoeverre dat
doel kan worden bereikt, behoeft thans niet besproken te
worden.
„Ik mag u echter niet verzwijgen dat het velen bevreemd
heeft enkele namen op de lijst der bekroonden te moeten mis
sen. Om u slechts een voorbeeld te noemen, zij het genoeg op
te merken dat een talent als dat van Israels geheel schijnt te
zijn voorbij gezien. Wij onthouden ons. dien schilder een be
paalde plaats in den vang der kunstenaars aau te wijzen.
Waar hem, bij eene mededinging vrij wat sterker dan op onze
tentoonstelling, nog onlangs de eeremedaille is toegekend, i
vergenoege hij zich met de overtuiging dat het buitenland
verdiensten op prijs stelt, waarvan de waardering bij zijne
landgenooten nog niet zeer schijnt te zijn doorgedrongen.
Het is ook in het oogvallend dat onderscheidene genres
niet in de bekroouing zijn opgenomen; in hetbeestenvak, dat
bij ons eene zoo groote plaats inneemt, in de zee- en sladsge-
zigten zijn geene onderscheidingen toegekend. Dit kan
gegronde redenen hebben, en misschien verkeerde de jury
in vele opzigten in eenen moeijelijken toestand, waarover ik
mij niet vermeet te oordeelen. Niemand zal de verdienstelijke
landschapschilders hunne onderscheiding miskennen, maar in
plaats van drie bekrooningen in dat genre, had men ook wei-
ligt iets voor de zoo even door mij opgenoemde andere vak
ken mogen verwachten.
„Ten volle overtuigd van het moeijelijke om met juisten
blik het voortreffelijkste van eene kunstverzameling aan te
wijzen, is bet bij bet schrijven dezer regelen geenszins mijn
doel de beslissing der jury te laken, maar ik mag als onpartij
dig correspondent den te weeggebragten indruk niet verzwij
gen, te minder daar liet openbaar maken van verschillende
meeningen ook in deze zijn nut kan hebben."
Men meldt uit Luxemburg dat de kamer van afgevaardig
den tegen het einde der volgende maand tot eene gewone zit-
zing zal worden bijeengeroepen.
Door den heer R. F. baron van Raders is een adres aan den
koning ingediend, betreffende het vraagstuk der afschaffing
van de slavernij in West-Indie. In dat adres wordt de wensch
geuit, dat door de regering alsnog in overweging worde geno
men, om aan de afschaffing der.slavernij in West-Indie, een
begin te verzekeren, door wette1^ te bepalendat de kinde
ren van slavinnen, die na den laatsten dag van dit nog loo.
Door de Vereeniging ter bevordering van nederlandsche
volksplanting in buitenlandsche gewesten, onder bestuur van
den lieer J. Toussaint Delincée is een rekwest aan Z. M. den
koning verzonden, waarbij de afstand in vollen eigendom
wordt gevraagd van eenige woeste gronden ter westkust
van Sumatra. Dit is geschied in het vooruitzigt om den
stroom van landverhuizers ook daarheen te kunnen leiden.
De hoogleeraar II. C. Millies heeft in de Utrechtsche cou
rant een artikel geplaatst waarin hij wijst op een misverstand,
dat onlangs bij de diseussien inde tweede kamer der staten
generaal heeft geheersclit. De bedoelde jongeling, afkomstig
uit Mandhéling in Sumatra, die hier te lande wordt opgeleid,
wijdt zich toch geenszins aan de zendingszaak, maar aan het
onderwijs, otn zoo mogelijk later aan het hoofd te staan eener
kweekschool voor inlandsche onderwijzers in deBataklanden-
Dezer dagen deed hij tellaarlem examen als hulponderwijzer.
Uit 's Gravenhage wordt aan de Utrechtsche courant ge
schreven dat II. M. de koningin-moeder met 1 november niet
alleen in de residentie wordt terug verwacht, maar dat H. M.
voornemens zou zijn bet buitenverblijf Soestdijk in 't vervolg
niet meer te betrekken maar te 's Hage te blijven, waartoe ook
een aantal meubelen reeds zoude zijn overgebragt.
Nadat onderscheidene malen het verzoek van den heer Soe-
tens, om een rail weg voor paarden van 's Hage naar Scheve-
ningen te leggen, door den raad was verworpen, is thans een
ontwerp van wege burgemeester eu wethouders van 's Hage
aangenomen om de concessie voor 10 jaar te verlecnen. De
weg zou loopen van de middelste boschbrug langs het kanaal
en den Badweg.
De tijd van den 13 dezer bevat een schrijven uit Rome van
den 6 dezer, nopens een Amsterdammer, die eene voetreis van
llome in Umbrie maakte, eu te Spoleto door de piemontesche
troepen werd aangehouden en in de gevangenis geworpen.
Ilij vertoonde welzijn nederlandsche pas, doch de Piemonte-
zen, die in eiken vreemdeling misschien een spion meenden te
zien, gelijk meermalen in een land gebeurt dat het tooneel
van oorlog is, hielden hem 5 dagen gevangen, en ontsloegen
hem eerst toen de commissaris des kouiug Pompeo Campa-
nelli uit Parijs was terug gekomen en die zaak den directeur
vau pobcie ter onderzoek aanbeval. Het was den 16 septem
ber dat de Arasterdammer Ie Spoleto aankwam; hij vond in
zijn logement eenige Ieren en Belgen. Den 17den ging hij de
iukomeude Piemontezen, die in de stad kampeerden, bezoe
ken, die hem als vreemdeling arresteerden en in een hok op
sloten, alwaar hij droog brood en slechte kaas tot voedsel ont
ving. Ilij was voornemens bij den nederlandsclien gezant te
Turyn klagte in te leveren en schadevergoeding voor tijdver
lies, kosten enz. te eischen.
Den 10 dezer heeft te Veenhuizen de verkoop plaats ge
had van de stoommachine en demachinerien uit de machinale
katoenspinnerij aldaar. Men zegt, dat dit een en ander ver
over de f 100,000 heeft gekosthoewel nog in goeden staat,
heeft het echter niet meer dau f S,100 kunnen opbrengen.
De Utrechtsche courant meldt dat met de voorloopige werk
zaamheden van den aanleg dev bij de wet aangenomen staats
spoorwegen spoedig een begin zal gemaakt worden.
Aan den ingenieur Waldorp is opgedragen de regeling der
werkzaamheden van de uoorderlijnen, met welker uitvoering
belast zijnde ingenieur Michaëlis voor de lijn Nieuwcdïep-
Amsterdam; de ingenieur Reuvens voor de lijn Arnhem-Har-
liugen; de ingenieur Witsen Elias voorde lijn Harlingen-
Groningen-Hanoversche grenzen. De iDgenieur Schneitter is
belast met de uitvoering dev van Rotterdam naar den Moer-