MIDDELBURGSCHE
C O U RANT.
N°" 118.
Dingsdag
1860.
2 October.
2lankcmïngingm
0imiertlaiiüocl)e tijöinflcit.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags.
Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3, franco per post 3,40.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens.
UITGEVERS:
DE GEBROEDERS ABRAHAMS.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte,
doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22
centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Editie van maandag avond 8 ure.
VAN ÜET RIJK, PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN.
AANBE§TEUL\G.
Op vrijdag den 12 October 1860, des voormiddags ten 10
ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den commissaris des
koningsin de provincie Zeeland, of bij zijne afwezigheid door
een der leden van de gedeputeerde staten en in bijzijn van den
hoofdingenieur van den waterstaat in het 11de district, aan
het lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden
aanbesteed
Het uitvoeren van eenige buitengewone voor
zieningen en herstellingen aan 's rijks zeewe
ringen te Vlissingen.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het ministerie
van binnenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal be
stuur van Zeeland, te Middelburg, en op alle zoodanige plaat
sen, alwaar gewoonlijk de bestekken van waterstaatswerken
in gemelde provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende den vierden en derden dag vóór de besteding de
noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere
inlichtingen te bekomen zijn aan het bureau van den hoofd
ingenieur van den waterstaat jhr. J.R. T.Ortt, te Middel
burg, en bij den ingenieur aldaar.
's Gravenhage, 13 september 1860.
De minister van binnenlandsche zaken,
S. VAN HEEMSTRA.
AANBESTJEIHNO.
Op vrijdag den 12 October 1860, des voormiddags ten 11
ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den commissaris des
konings in de provincie Zeeland, of bij zijne afwezigheid, door
een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn van
den hoofdingenieur van den waterstaat in het 11de district,
aan het lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg,
worden aanbesteed
Den aanleg van eene haven bij de uitwaterings
sluis van den calamiteuzen polder Waarde,
eiland Zuidbeveland.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het ministerie
van binnenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal be
stuur van Zeeland, te Middelburg, en op alle zoodanige plaat
sen, alwaar gewoonlijk de bestekken van waterstaatswerken
in gemelde provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende den vierden en derden dag vóór de besteding de
noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere
inlichtingen te bekomen zijn aan het bureauman den hoofd
ingenieur van den waterstaat jhr. J. R. T. Ortt, te Middel
burg, en bij den ingenieur T. Bleckmann, te Goes,
's Gravenhage, 18 september I860.
De minister van binnenlandsche zaken,
S. VAN HEEMSTRA.
Middelburg 1 oclober.
ITet provinciaal geregtshofin Zeeland heeft in de zaak van
J. Haakens (in ons nommer van 25 september jl. uitvoerig
medegedeeld) bij arrest verklaard dat ook door verjaring was
vervallen de vervolging ter zake van de twee andere als be
wezen aangenomen feiten, gekwalificeerd als wanbedrijven
van diefstal, gepleegd in eene herberg, waar de dader was
ontvangen.
Tot regters-commissarissen, belast met de instructie van
strafzaken bij de arrondissements regtbanken in deze provin
cie, zijn onlangs door bet piovinciaal geregtshof voor den tijd
van twee jaren, ingaande 1 dezer, benoemd te Middelburg,
de heer mr. M. Dobbelaer, in plaats van den heer rar. J. H.
de Stoppelaar, en voorts herbenoemd te Goes, de heer mr. P.
J. van Voorst Vader, en te Zierikzee jhr. mr. J. H. P. van
Doorn.
Onder de wetenschappelijke instellingen, die in denlaatsten
tijd in ons vaderland zijn tot stand gekomen, verdient vooral
opmerking, het leeskabinet te Rotterdam, waarvan niet lang
geleden het eerste verslag het licht heeft gezien.
In januarij 1859 werd het plan voor heteerst besproken om
eene leesinrigtiug in den vorm der „free libraries" die men in
Engeland en Amerika in iedere stad van eenig belang vindt,
te Rotterdam tot stand te brengen. De zaak werd zoodra het
plan gevormd was, met zoo veel kracht doorgezet, dat op den
24 mei 1859 de opening kon plaats hebben in een gebouw op
het Westnieuwland, dat 'tis opmerkelijkin 1787 gesticht
was door eene patriotische vereeniging, die er hare bijeen
komsten hield en de „oprechte vaderlandsche sociëteit" werd
genoemd.
Bij de vestiging van hetleeskabinet waren er 910, en later
927 leden, dief 10 in het jaar betalen. Eene geringe som in
vergelijking der hooge contributie in het buitenland, terwijl
in Engeland voor de free libraries, krachtens eene parlements-
acte, door de burgerlijke gemeenten belastingen mogen wor
den uitgeschreven.
Door de geschenken in boekwerken en geld nam de eigen
lijke bibliotheek spoedig toe, zoo dat zij in het begin van dit
jaar reeds 2154 boeken bevatte, waarvan een behoorlijke
catalogus bestaat. Deze boekverzameling is gesplitst in de
eigenlijke bibliotheek en de circulerende lectuur, zijnde die
boekwerken welke bestemd zijn om later bij de leden te wor
den rond gezonden. Bovendien liggen er in het lokaal ter le
zing 62 tijdschriften, als 33 hollandsche, 10 etigelsche, 8 fran-
sche en 11 hoogduitsche, terwijl men er 34 week- en dagbla
den vindt.
Deze inrigting verdient gewis overal belangstelling, en waar
het mogelijk is navolging. De bron van volkswelvaart, zegt
het verslag teregt, ligt niet in den rijkdom van den bodem
maar in den rijkdom van den geest. De veelzijdige ontwikke
ling der Nederlanders in bet begin der XVII eeuw heeft ons
vaderland destijds in Europa een overwegenden invloed be
zorgd, zoo wel in politiek,in handel, in nijverheid als in weten
schap. Grootsche plannen die onuitgevoerd blijven, is een
kenmerk van latere tijden. Rotterdam echter heeft ook in
deze zaak getoond dat het niet alleen weet op te vatten maar
ook uit te voeren, en in het verslag mogen dan ook wel worden
aangehaald de woorden van Chateaubriand. „Menisnietgroot
door iets te ondernemen, maar wel door het uit te voeren."
Men meldt ons uit 's Gravenhage, dd. 30 september:
„Aan het departement van binnenlandsche zaken zal, naar
ik verneem, met 1 januarij eene afzonderlijke afdeeling wor
den opgerigt voor de spoorwegen. De heer van Sijpesteyn, die
eerst doch gelijk nu gebleken is ten onregte als secreta
ris van de commissie van uitvoering voor de spoorwegen werd
genoemd, zou als referendaris aan het hoofd dier nieuwe af
deeling worden geplaatst.
„De ingenieurs, die nu voor en na aangewezen zijn om bij
den aanleg der staatsspoorwegen dienst te doen, zullen geene
reden hebben om te klagen, dat hunne verdiensten niet ge
noeg beloond worden. Men verzekert toch dat zij boven hun
gewone tractementen nog aanzienlijke toelagen zullen ont
vangen, en wel volgens drie klassen, naar mate van de meer
dere of mindere technische moeijelijklieid der verschillende
lijnen. Die toelagen zouden f3500, f3000 of f2500 beloopen
boven ieders jaarwedde. Hierdoor zullen de inkomsten dier
heeren f 4000 tot f 6000 bedragen.
Uit de residentie wordt ons medegedeeld, dat het on
langs door ons vermelde gerucht, als zou aan den schrijver
van artikels over de troepenbewegingen in het kamp bij
Millingen, ontslag uit de dienst worden verleend, ongegrond
is, of dat althans het ontslag niet zal volgen.
Eene commissie van leden van de tweede kamer der staten
generaal heeft donderdag aan Z. M. den koning aangeboden
het door die kamer vastgestelde adres van antwoord op de
troonrede bij de opening der tegenwoordige zitting.
Z. M. heeft op dit adres het volgende geantwoord.
Ik verwacht niet anders dan dat de tweede kamer der sta
ten generaal zal voortgaan met ijver en naauwgezetheid mede
te werken om de wetten tot stand te brengen, welke in het be
lang van bet vaderland noodig mogten zijn.
Met genoegen ontvang ik van u die verzekering, en verzoek
u mijnen dank daarvoor over te brengen.
Naar men verneemt heeft liet Z. M. den koning behaagd,
te benoemen tot grootkruis der orde van de Eikenkroon, den
staatsraad, commissaris des konings in de provincie Zuidbol
land, jhr. ridder van der Heim van Duivendijke.
Naar men van goederhand verneemt zal'door eene fransch-
belgische maatschappij bij de regering aanvrage om concessie
worden gedaan voor den aanleg van een spoorweg van Arn
hem naar Nijmegen.
De meerderheid der commissie uit den gemeenteraad van
Amsterdam heeft van al de plannen, van onderscheidene zij
den ingezonden, tot conversie der stedelijke schuld, de voor
keur gegeven aan dat van den heer Keer, en de commissie stelt
naar aanleiding daarvan aan den gemeenteraad voor, de aan
neming van eene door haar ontvvorpene verordening tot aflos
sing der 5 pets. stedelijke schuld en der 4 pets. losrenten van
1S45door het sluiten eener leening van f 18,000,000tot 3£
pet. rente, met aflossing in 96 jaren.
Den 17 september werd te Heelsum een feest gevierd, dat
met regt onder de zeldzame mag worden gerekend. De lieer
Neuy Pannekoek, papierfabriekant aldaar, herdacht het 150
jarig bestaan van zijnen molen, op den 17sept. 1710 in wer
king gesteld, en welke na de ontbinding tier firma De gebr.
Pannekoek, in 1859, met onderling goedvinden door hem
was overgenomen.
Door den nieuwen 5000 el langen dijk, welken de heer mr.
J. E. Banck om Schiermonnikoog heeft laten leggen, zijn
ruim 400 bunders grond aan de zee onttrokken en aan den
landbouw weergegeven. Zulk eene gebeurtenis mogt men wel
feestelijk vieren, en dit is den 20 en 22 der vorige maand door
volksspelen en vuurwerk geschied, terwijl de schoolkinderen
werden onthaald.
Uit Luxemburg wordt berigt, dat de nieuw benoemde mi
nisters den 25 september, den gevorderden eed in handen van
prins Hendrik hebben afgelegd. De heer Tornaco was presi
dent der kamer in lS5Genl857, hij behoort tot de liberale
partij en stond in 1S5G aan het hoofd der oppositie. De heer
Jones heeft gedurende langen tijd aan het hoofd gestaan der
partij, waartoe de heerMetz behoort, en was een der voor
naamste woordvoerders inl85G, tegen de invoering van de
grondwet van dat jaar en de ordonnantiën van 1S57. Hij helt
eenigzins over naar de clericale partij. De heer Ulveling be
hoort tot geene enkele partijwant hij is minister geweest
onder de verschillendste stelsels. Algemeen had men ge-
wenscht, dat in zijne plaats een ander wrare benoemd, voor
wiens liberale rigting men grooter waarborg bezat. Tot heden
is nog geen ministerieel programma bekend. Spoedig ver
trekt prins Hendrik van hier, nadat hij slechts weinige dagen
in het land heeft vertoefd. Men verzekert echter, dat hij bin
nen twee a drie weken zal terug keeren, om de zitting der ka
mer te openen. Ahjemhaiidelsbl.)
Hï