begrepen, en bovendien de geheele inrigting zoo als zij dan zoude zijn, opgewonnen. Op de daar tegen aan te voeren bedenking dat successie velijk nieuwe kapitalen tot herstelling of vernieuwing van het primitief daargestelde zullen moeten worden besteed en dus bovenstaande berekening onjuist is, merken burgemees ter en wethouders op a. dat het hier geldt eene industrieele onderneming waar de gebouwen aan geen schudding of dreu ning der maehinerien onderhevig zijn, zoo dat zij bij behoor lijk onderhoud even lang kunnen duren ais ieder ander ge bouw of magazijn; b. dat de maehinerien daarin geene wrijvende zijn, die geregelde vernieuwing vorderen, maar het meerendeel van het materieel slechts nalangdurigen tijdver- slijt; c. flat het materieel dat snel verslijt (retorten) geregeld ten laste der exploitatie is en zal worden vernieuwd, terwijl het onderhonden of vernieuwen van het overige materieel, lantaarns, canalisatie, gasmeters enz., mede op de exploitatie wordt gebragt, zoo dat welligt in.een SOjarig tijdvak uit de gemeentekas wel eens middelen zullen moeten worden aange wend om het primitief daargestelde te vernieuwen, indien dat niet ten volle uit exploitatie kan gevonden worden, doch dat die in verhouding van wat volgens het stelsel van den heer van der LckdeClercq zoude zijn gekapitaliseerd, geen zoo belangrijk kapitaal zoude uitmaken. Burgemeester en wethouders herhalen dat de raad geene reïntegratie op het oog heeft geih&d hij de daarstelling, maar alleen het verkrijgen van betere verlichting door gas voor de kosten die de olieverlichting vorderde, en zoodanig geldelijk voordeel dat de gemeente verzekerd was voor de kosten die later voor uitbreiding zouden gevorderd worden. Zij meenen dat dit doel zoogoed als verzekerd isbet avans over 1859be droeg toch f 1649.35.]. Neemtmen aan dat dit jaarlijks f 1500 bedragen zal (en naar de meening van burgemeester en wet houders is dit cijfer, de vooruitgang der zaak in aanmerking genomen, niet overdreven) dan zal dit, tegen 4 pet.'sjaars belegd, zonder rente op renteberekening, na verloop van 20 jaar f 11,4-00 (met rente op rente f41,667,09) gevenook die berekening is overgelegd, en hiermede zal meer dan voldoen de gedekt zijn hetgeen men tot vernieuwing mogt behoeven, ja zelfs nog een gedeelte kunnen gereïntegreerd worden. Mogt men aanvoeren dat zonder reïntegratie de gemeente haar kapitaal zou verliezen, dan merke men op dat de voort durende vernieuwing der zaak daarvoor in de plaats treedt, en zoodanige reïntegratie meer onverschillig voor eene ge meente dan voor een particulier is. De gemeente toch is een voortdurend zedelijk ligehaam, dat niet sterft en voor wie het onverschillig is of zij inkomsten geniet uit inschrijvingen op het grootboek dan uit eeue andere bezitting; voor haar be staan meerendeels de redenen niet die het een particulier wenschelijk kunnen maken eene onderneming te verlaten. Daarom mogt ook de raad besluiten tot prijsverlaging, waar het een particulier welligt minder raadzaam zou zijn voor gekomen. Burgemeester en wethouders achten f150 voor jaarlijks meer onderhoud der straten overdreven. Deze kan ten gevolge van lekken of nieuwe aansluiting niet meer dan 300 vierkante ellen bedragen, hetgeen met het zand op f 50 komt, terwijl de schade door de eerste legging niet jaarlijks in rekening kan komen, daar zij door de jaarlijksche hei-bestrating, die dooi de geheele gemeente geschiedt, wordt ingewonnen. Met de assurantie, die in 1857 voor 6 jaren is gedaan, tegen eene premie van f 269,60 of f 44,93.],- jaarlijks, bedragen de lasten dus f2745,25. Burgemeester en wethouders merken op, d at hierbij moetkomen f 249,61 van olieverlichting langs de dijken gedurende 1859; hetgeen zij meenen dat aan den heer van der Lek de Clercq ontsnapt is, daar hij de geheele olieverlichting op den ouden voet. waaronder deze begrepen was, in bate heeft gebragt. Zoo als voren gezegd bedroegen de baten f 4644;21], de bekende lasten bedragen daarentegen f 2994,35$, en het avans tot vergoeding van kapitaals-achteruitgang in de ge meentekas teruggekomen of gebleven f1649,35Nam men met den heer van der Lek de Clercq 4 pet. voor kapitaals- achteruitgang aan, clan was het verlies dus niet f2953,04 maar f 1303,68$. Zoo als reeds is gezegd, is dit verlies niet juist te bepalen maar liangt van opinie af. Burgemeester en wethouders verklaren dat zij om al het aangevoerde niet kunnen voldoen aan den wensch van den lieer van der Lek de Clercq om de balans te wijzigen. Zij wil len echter gaarne aan den toelichtenden staat de meest moge lijke volledigheid geven, ten einde de leden van den raad steeds op de hoogte kunnen blijven. Na opgemerkt te hebben dat, mogt ook al aan de inrigting der balans zoo als men verlangde, verbonden zijn dathetnadeelig saldo dat bij 4 pet. reïntegratie zou opleveren, uit de kas boven het bedrag voor gasverlichting moest gestort worden, dan zou, wanneer binnen een zeker tal jaren bet kapitaal was opgewonnen, op de ingezetenen een last worden gelegd om dc inrigting vrij eigendom der gemeente te maken, dat is belastingen worden gekapitaliseerd. Burgemeester en wethouders stellen zich voor, aan den be doelden staat de meest mogelijke volledigheid te geven, en behalve een overzigt van den stand des kapitaals, er die in lichtingen en opgaven bij te voegen die tot eene juiste kennis van den stand der zaak kunnen leiden. De opmerking van den heer van der Lek de Clercq dat, wanneer men zich grootere offers zoude willen getroosten voor beter licht, dit alleen zoude zijn voor het genoegen der ingezetenen, meenen zij niet stilzwijgend te mogen voorbij gaan, daar de meerdere publieke veiligheid niet alleen genoegen oplevert maar ook haar nut hééft. Ten slotte merken zij op dat de inrigting ook vele indirecte voordeelen aan de ingezetenen oplevert, terwijl vele gasver- bruilcers hunne localen thans goedkooper kunnen verlichten dan vroeger, en zij allen sedert de oprigting profiteren van eene prijsverlaging van het gasdie 13 a 14 pet. of voor hun allen f 1100 a f1200 beloopt, hetgeen het geval niet zoude geweest zijn, zoo de inrigting eene particuliere onderneming ware geweest; getuige de ondervinding van drie door burge meester en wethouders genoemde plaatsen, waar de gasfabrie ken door particulieren worden gedrevenen, waar de prijs hoo- ger en liet licht slechter is dan in deze, in verhouding kleinere gemeente. Dc voorzitter stelt alsnu voor dat de raad deze beantwoor ding voor kennisgeving zal aannemen en het stuk gedurende eene maand voor de leden ter visie zal worden gelegd. Dc heer van der Lek de Clercq zegt, voor zich en zoo hij vertrouwt ook namens de andere leden, burgemeester en wet houders hartelijk dank voor de moeite die zij zich gegeven hebben zijne bedenkingen zoo uitgebreid te wederleggen. Hij zal daarover thans geene discussie uitlokken, doch wil alleen constateren, dat burgemeester en wethouders, zoo hij wel verstaan heeft, gezegd hebben, dat zij niet weten of de fa briek voor de gemeente voordeelig is of niet; en dat de bena ming van overwinst geen juiste voorstelling is geweest. Hij erkent dat het percent van kapitaalsachteruitgang bij bena dering is vastgesteld, doch dat men bij eene industrieele zaak, die altijd onzeker is, daar toch eenigzins op rekenen moet. Eveneens kon hij niet toegeven, dat men maar 4 pet. rente- derving zoude moeten rekenen, omdat het kapitaal de ge meente niet meerkost. Toen het op het grootboek stond was het immers zeker, terwijl het nu in eene onzekere zaak zit. Het is niet tc hopen, ja niet te denkenmaar het zou toch kun nen gebeuren dat zich na verloop van ecnige jaren omstan digheden opdeden, die burgemeester en wethouders noopten de fabriek te sluiten, en welke som zullen zij dan terug be komen van de gebouwen of het ijzer dat in den gronrl zit? Wanneer hij echter slechts 4 pet. rente en 2 pet. kapitaals achteruitgang, hetgeen een verschil van 3 pet. uitmaakt, aan neemt, dan krijgt hij volgens zijne berekening nog altijd een kwaad slot van f 11,75, en geen goed slot of avans. Hoe het zij, het verheugt hem deze zaak ter sprake gebragt te hebbenliet mag waar zijn, datanderen de zaak beter kun nen beoordeelen dan bij, doch uit gesprekken in de commis sie en daar buiten met andere leden van den raad is het hem gebleken, dat ook deze de zaak evenmin begrepen. Hij hoopt hartelijk dat zijne bezwaren door bet rapport vernietigd zijn en de fabriek later zal blijken voor de gemeente niet onvoor- deelig te zijn, doch bovenal hoopt hij dat de fabriek het aan tal gedenkteekenen in Zierikzee niet zal vergrooten van on dernemingen. waarmede men in den aanvang zeer was inge nomen, doch waaromtrent de uitkomst leerde dat men zich bedrogen had. De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders het be langrijke der zaak zeer goed inzien, en juist daarom aan de leden van den raad de kennisneming aanbevelen hij zal ook in geen verdere discussie komen, doeli merkt op, dat burge meester en wethouders juist om dit te zeggen, gezegd hebben, dat zij niet wisten of de fabriek voor- of nadeelig was, maar, dat men dit moet beschouwen in het verband waarin het ge zegd wordt;dat namelijk noch zij, noch iemand dit kan weten, daar niemand de achteruitgang der fabriek kan kennen, of weten hoe die over een aantal jaren zal wezen. Daartoe ont breken de middelen, de ondervinding en de kennis; welligt zal nienand het ooit weten. Lieden van ervaring, die burge meester en wethouders geraadpleegd hebben, hebben ver klaard niet te weten hoe lang in dit land de buizen in den grond kunnen duren. Over die benaming van overwinst» moet men ook burgemeester en wethouders zoo hard niet vallenhetgeen de directeur op het laatst van het jaar boven de f 400U in kas heeft, moetin de gemeentekas worden ovev- gebragt; het moet inde begrooting in rekening onder een hoofd en een naam komenhoe zal men het nu noemen Een saldo van kasrekening is het ook niethetis hetgeen over de f 4000 overgehouden is, en daartegen staan onbekende ver liezen, die, het zij vroeger, bet zij later zullen blijken. De voor zitter vraagt ten slotte, of iemand nog hierover het woord ver- langt. De heer de Crane wenscht van burgemeester en wethouders te weten,of het voornemen bestaat, ten gevolge van deze over winst, weder een voorstel tot prijsverlaging van het gas te doen. De voorzitter zegt daarvan niets vernomen te hebben. Hij doet echter opmerken dat de verlaging eerst met julij is be ginnen te werken, en dat die niet is voorgesteld omdat er te groote winst was, maar om grootev verlies te voorkomen. De heer de Crane meent, dat wanneer hij en anderen tij dens dat voorstel de zaak hadden gekend als nu, welligt niet tot die verlaging zoude zijn besloten, en behoudt zich echter voor later bij de rekening hierop terug komen. De wethouder de Jonge ontkent, dat tot die verlaging zoude zijn besloten ten gevolge eener voorspiegeling van groote overwinsthij herhaalt dat burgemeester en wethouders nooit getracht heb ben de zaak, als industriële ouderneming, gunstig voor te stellen. De heer van der Leek dc Clercq méént dat tot de prijsver laging nimmer een voorstel zoude zijn gedaan, ware men daartoe door eene groote inrigting niet als gedwongen. De heer Mul eek Houwer (lid der gascommissie) wederlegt dit. Tot het voorstel was reeds besloten, eer men het plan dier inrigting kende, en juist dit plan heeft bijna de prijsverlaging tegengehouden. De voorzitter zegt dat dit punt eigenlijk thans buiten de discussie is, maar te vertrouwen dat hetgeen de raad vroeger besloten heeft, liet gevolg is geweest van goede gronden en wijze redenen, en dat eventueel latere voorstellen eveneens naauwkeurig zullen onderzocht en overwogen worden. De memorie wordt hierop ter visie gelegd en de vergadering gesloten. SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS, UITGEVERS VAN DE MIDDELBURGSCIIE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 7