MÏDDELBURGSCHE
C O U R A N T.
N- I 1 3.
Donderdag
1360.
20 September.
iHcmhott Ingingen
fiHnnmlanösdje tijdingen.
"■*-?£«tlNDTX V"
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags.
Binnen deze gemeenteen Ylissiugen geschiedt de uitgave den ayond te voren ten 8 ure
De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3franco per post ƒ3,40.
De inzending van adverteutien kan geschieden tot tien ure des morgens.
UITGEVERS:
DE GEBROEDERS ABRAHAMS.
De prijs van gewone adverteutien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte,
doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22
centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Bij deze'courant behooft een bijvoegsel, be
vattende: 1. Uittreksels van liet verslag der
regering over den staat der scholen 2. Over-
zigt van de gemeentebegrooting van Goes.
Editie van woensdag avond 8 ure.
VAN HET IUJK, PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN.
AANBESTE DIN
Op vrijdag, den 28 september 1860. des voormiddags ten
10 ure, zal, onder nadere goedkeuring door den commissaris
des konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid,
door een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn
van den hoofdingenieur van den waterstaat, in het 11e dis
trict, aan het lokaal van het provinciaal bestuur, te Middel
burg, worden aanbesteed
Het driejarig onderhoud der duinen op het ei
land Schouwen, van den eersten januarij 1861
tot en met den laatsten december 1863, en
zulks in 4 pereeelen van aanbesteding.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving,
voor elk perceel afzonderlijk en per jaar.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het ministerie
van biunenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal be
stuur van Zeeland. te Middelburg, bij den ontvanger-griffier
van den polder Schouwen, en op alle zoodanige plaatsen, al
waar gewoonlijk de bestekken van waterstaatswerken in ge
melde provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende den vierden en derden dag vóór de besteding de
noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere
inlichtingen te bekomen zijn aan het bureau van den hoofd
ingenieur van den waterstaat jhr. J. R. T. Ortt, te Middel
burg, en bij den ingenieur jhr. A. O. van den Santheuvel,
te Zierikzee.
'sGravenhage 27 augustus 1860.
De minister van biunenlandsche zaken,
S. VAN HEEMSTRA.
Middelburg september.
Door den gemeenteraad is in de heden gehoudene zitting
met 10 tegen 3 stemmen afwijzend beschikt opliet verzoek
van het bestuur der bijzondere school voor christelijk onder
wijs, om wijziging van het voorschrift bij de verordening van
algemeene plaatselijke policie, krachtens hetwelk ook op bij
zondere scholen geene kinderen mogen worden toegelaten dan
na welgelukte koepokinenting of doorgestane kinderziekte.
Jl. maandag namiddag geraakte een span paarden, het
welk was losgemaakt van eene wagen waarop zich een voer
hooi bevond, op de Houtkade aan het hollen. Zij renden de
kaden en de Hoogstraat af en stuitten in de Gortstraat tegen
een ijzeren hek voor een woonhuis, hetwelk door den schok
bezweek. Aldaar werden zij gevat, zoo dat geene verdere
schade is aangerigt.
Den 11 dezer stond te Zierikzee voor de arrondissements
regtbank teregt de heer J. M. B., ambtenaar van den burger
lijken stand te Oosterland, beklaagd dat hij in eeneten zijnen
overstaan verleden acte van huwelijksvoltrekking, aan het
slot had vermeld dat die acte door den echtgenoot, zijn vader,
de getuigen en hem ambtenaar was geteekend en de overige
verschijnende personen niet hadden geteekend. als hebbende
geen schrijven geleerd ofzulksooifcgedaan.
Het openbaar ministeVie medhde dat niet voldaan was a*n
de 2e alinea van art. 21 burgerlijk wetboek, doordien de per
sonen die niet geteekend hadden, met namen hadden moeten
zijn genoemd en thans niet genoegzaam waren aangeduid.
De beklaagde beweerde in tegendeel dat uit de acte duidelijk
zoude blijken wie niet geteekend hadden, en om welke rede
nen zulks was geschied. Door den heer officier werd daarop
de aanklagte volgehouden en geconcludeerd tot veroordeeling
in eene boete van f 100 en de kosten.
Bij uitspraak op 11. maandag heeft de regtbank aangeno
men dat art. 21 burgerlijk wetboek niet vordert dat de perso
nen die niet kunnen teekenen, met namen genoemd worden,
noch op eenige andere wijze bepaalt hoe zij zullen worden
aangeduid; dat in de betrokkene acte duidelijk blijkt welke
personen niet hebben geteekend en de oorzaak van hun belet
sel, zoo dat hier noch misdaad, noch wanbedrijf, noch overtre
ding bestond. Dien ten gevolge is de heer B. vrijgesproken.
De heer J. J. TI., ambtenaar te N., werd in de zelfde zitting
veroordeeld tot f 2,50 boete en de kosten, ter zake van het niet
doen teekenen eener huwelijks-acte door de echtgenoote, of
niet vermelding van de reden der verhindering.
Nog heeft den II eene aanklagte gediend tegen den amb
tenaar van den burgerlijken stand te B., ter zake dat hij
aan een kind van de vrouwelijke kunne een geslachtsnaam
als voornaamhad doen geven. De regtbank heeft hem 11. maan
dag daaraan, schuldig verklaard, doch aangezien uit de
processale stukken bleek, ook aan den vader van het kind in
der tijd die zelfde geslachts- als voornaam was gegeven, aan
genomen dat de ambtenaar in erreur kon gebragt zijn, daar
om geene boete toegepast en hem alleen veroordeeld in de
kosten.
Men schrijft uit Toulon dd._ 15 september aan het Alge
meen handelsblad
Z. M. de keizer der Franschen heeft zich gedurende zijn
verblijf te Toulon, op den 11 dezer, een geruimen tijd op de
marinewerf bezig gehouden, om twee kanonnen van nieuwe
uitvinding in oogenschouw te nemen. De bijzonderheden van
het systema, volgens welke deze stukken zijn vervaardigd,
zijn geheim. Men weet alleen, dat zij tot de zoogenaamde
canons raye's (gegroefde kanonnen) belmoren en dat de lading
in de culos wordt ingebragt. De schots-verheid moet vol
gens zeggen grooter zijn dan van de Armstrongs-kanonnen.
■De keizer en de keizerin hebben de oorlogschepen op de
reede, waaronder de driedekker Montebello en het gepanserd
fregat La gloire bezocht. In eene sloep gezeten, waarvan een
hoofd-officier der marine het roer in handen had, terwijl een
ander bij de keizerlijke standaard was geplaatst, passeerden
de keizer en de keizerin bij het doorvaren van het bassin
Vaubanhet nederïandsche fregat Evertsenvan welken
bodem, met de franschc vlag in den grooten top, de vorste
lijke honneurs werden bewezen; de equipage liet een driewerf
herhaald hoera hooren, terwijl de muziek het thans in Frank
rijk in zwang zijnde volkslied „Partant pour la Syrië" deed
hooren.
De dtat major van de Evertsen is niet aan den keizer voor
gesteld geworden. Op de telegram, welke met het verzoek
daartoe door den prefect du Var aan den kamerheer des kei
zers gezonden was, is geen antwoord gekomen. Sommige
vermeenen, dat een misverstand of wel de groote drukte de
oorzaak daarvan isandere personen beweren, dat de keizer
om bijzondere redenen geene vreemdelingen en dus ook geen
officieren van eene vreemde mogendheid heeft kunnen ont
vangen.
Zr. Ms. fregat Evertsen is den 14 dezer in het drooge dok
te Casigneau gehaald.
De luitenant ter zee Ie klasse F. TI. P.van Alphen is met 22
dezer in de bovenrol van Zr. Ms. fregat met stoonwermogen
Evertsen geplaatst, om met dien bodem te worden overgevoerd
en ter beschikking tc worden gesteld van den schoutbij nacht»
komrnandant van het nederïandsche smaldeel in de Middel-
1 and sell e zee.
Prinses Marianne zal den winter op haar buitenverblijf te
Voorburg komen doorbrengen.
Dezer dagenis door Z. K.H. den prins regent van Pruissen
op de tentoonstelling te Ostende aangekocht de schilderij van
den heer J. Theod. Kruseman, voorstellende de equipage dei-
brik Nijverheid, het brandende schip hij stormweer ver
latende.
Ten vervolge op hetberigt, voorkomende in de Nederïand
sche staatscourant van 13 julij no. 154 en 155 is thans ter
algemeene kennis gebragt, dat de inhoud der kisten met pak
ketten, behoorende tot de brievenmaal voor Nederlandsch
Indie, uit Europa verzonden in de tweede helft van april jl.,
welke uit de schipbreuk van de stoompakketboot Malabar
op de kust van Ceylon hebben kunnen worden gered, bij
hunne aankomst en opening te Batavia is bevonden geheel
te bestaan uit nieuwspapieren en gedrukte stukken, welke van
hierlangs den weg van Marseille waren verzonden. Derhalve
moeten al de brieven, tot die zelfde verzending behoorende,
mitsgaders de geheele inhoud der pakketten, welke den weg
over Triest eti over Southampton hadden genomen, immers
tot dusverre, geacht worden te zijn verloren gegaan.
Uit Schiermonnikoog wordt het volgende gemeldDe voor
dit eiland zoo weldadige onderneming van den eigenaar, den
heer mr. J. E. Banck, is in den afgeloopen zomer naar wensch
en met voorspoed ten einde gebragt. Reeds is de dijk van de
westelijke totaau de oostelijke duinen tot de vereischte hoogte
gelegd. Tiet in de maand april begonnen werk kon onafge
broken en gelukkig worden voortgezetgeene hooge water
vloeden of andere omstandigheden belemmerden of vertraag
den het. Zelfs de pinksterstormen, hoe hevig hier ook, gingen
voorbij, zonder stoornis of schade te veroorzaken. Na zulk
een gelukkigen afloop blijft thans alleen nog het bekrammen
van den dijk over. Ook met dien arbeid is reeds een aanvano*
gemaakt; deze vordert van dag tot dag en zal insgelijks tegen
den gestelden termijn, het midden van de volgende maand,
afgedaan kunnen zijn.
Koloniën.
De Javasche couranten bevatten een breed verslag van de
expeditien der krijgsmagt in Bandjermassing. ten einde het
land van de overblijfselen der opstandelingen te zuiveren.
Totdat einde is de kapitein Benschop met de luitenants Eype,
Cavalje en Bakker, benevens den officier van gezondheid le
Rutte, van MongoTajoe naar Baleti opgerukt; heeft hij ner
gens ernstigen tegenstand gevonden, en menige verblijfplaats,
alwaar blijkbaar kwaadwilligen aanwezig waren geweest, ver
brand. Van Amawang zijn verschillende expeditien, onder
de luitenants de Brauw, Hojel, Verspijck, met een gelijk doel
en gelijken goeden uitslag, afgezonden. Daarbij is de vijandig
gezinde Baroedin gevangen genomen, en vermits hij reeds
twee malen had getracht te ontvlugten, afgemaakt. Ook van
Araonthay is eene expeditie vertrokken, onder kapitein van
Oijen, op hetberigt, dat zich muitelingen bij Ivloewa vertoond
hadden, doch die, vernemende dat de rust aldaar was hersteld,
is teruggekeerd. Den 2 julij was bij den militairen komrnan
dant van de versterking aan den mond van de Kapoas eene
bezending aangekomen, welke, uit naam van de tornmon-
gongs Singa Negara en Moeda, hunne onderwerping en die
der geheele bevolking van de Boven-Kapoeas hebben aange
boden. Aan het hoofd daarvan stond de broeder van den
genoemden tommongong, welke tevens berigtte, dat thans
onder de bevolking aldaar eene volmaakte rust heerschte.