nelli, minister van oorlog des konings van Napels, was aldaar aangekomen. De markies Simoni was tot hoofd van het be stuur te Benevento benoemd. Vijf duizend personen, welke aan den spoorweg van Frosinone arbeidden, dreigden met op stand. 3fdijömtjcn. het Den 13 dezer arriveerde te Cardiff van Middelbar barkschip Rc/jina Maris, gez. S. Ouwehaud. Den l!j'dezer is ter reede van Vlissingen gepasseerd, bestemd voor BruggeConcordiagez. Ths. ïbsen, Lubeck. Naar zee vertrokken, zijnde van Antwerpen afgeko men: Swea, gez. Morin, Hilda, gez. Lindberg. Ire Syslcom, gez. Peterson, deze 3 naar StokholmErid. gez. llundgvish, Newcastle-, Geeslemunde. gez. Külken, Bremen; Saija, gez. Tonning, Libau; SI. José, gez. Lope, Havanna; Cent uur és, gez. Lohou, SpanjeEdouard. gez. Fock, Hamburg; Friend ship, gez. Marshall, Londen. fHcngclinoen. fcjrtnöclsberigtni. Amsterdam 1-1 september. Raapolie op zes weken f -42}Lijnolie op zes weken f 31-}. Siiraanmarktesi. Oostburg 12 september. De aanvoer was heden niet groot en er bestond weinig kooplust. Alleen jarige tarwe en nieuwe wintergerst waren tegen op nieuw verlaagde prijzen, tamelijk goed te verkno pen. Men betaalde de beste jarige tarwe f .12,30 a f 12 voorts f 11,75 af 11Nieuwe f8,GO f 10,50 f 10,75. Jarige rogge bij kleinigheden f7,50. Nieuwe f 6,75 a f 7. Jarige wintergerst f 0 af 7. Nieuwe f 5,75 a f 0,20. Koolzaad op f 13 gehouden en f 11 a f 12gebodeu. Nieuwe erwten opf lOgehouden. Middelburg 13 september. De aanvoer van heden was ruimer als wij in weken gehad hebbeu, en daar er vooral voor jarige tarwe zeer weinig koop lust bestond, zoo heeft men om te kunnen verkoopen, dezelve merkelijk lager moeten afgeven. Men kocht jarige zeeuw- sche tarwe f 11 f 10af 9,50 de mud naar kwaliteit. Jarige walchersche tarwe f 13 f 12 af 11,50 de mud naar deugd. Nieuwe walchersche tarwe, ofschoon voor de zaai gevraagd werd 80 cent a f 1 de mud lager gekocht, men besteedde meestal f 11,25 f 11 mindere.soorten f 10,75 f 10,50 naar kwa liteit terwijl wakke soorten onverkooplijk waren. Jarige zeeuwsehe rogge f 8. Nleuvve dito f a f 0,75 voor de zaai, bij uitzoeking, is 1'7,50 betaald. Wmtergarst ruimer ter veil, en met genegen koopers van f 5,25 tot f Ode mud naar deugd. Zomergarst ofschoon ook meer aan, werd gaarne van f5,50 tot f0 naar kwaliteit gen omen. Nieuwe walchersche groene erwten die bij voortduring in droogte veel te weuschen laten, werden naar kwaliteit en deugd van f 9,50 tot f 10 genomen. Koolzaad had meer koopers, men betaalde daarvoor van f 10 I tot f 11,75 de mud naar kwaliteit. Raapolie f 13. Patentolie J f 43,25. Lijnolie f34,50 per vatop 6 weken, op contant f 1 la ger. Ilardelijnkoeken f 12 per 104 stuks. <G cBfit a3c 1uic Etna a*k t|» rij ze n per nerf. mud. j per ned.mud. Tarwe oude f 10,a f 13,75 Bruineboon f a f Dito nieuwe -10,a -11,25 [Paardeboonena Rogge oude - 7,a- 8,Gr. erwten .- 9,a-10, Gerst wint - 5,50 a- G,-- i Witte erwten a Dito zom. - 5,50 a- G,Koolcnraapz.- 10,a-11,75 Boekweit a Haver a Witteboon a Middelprijzen vanbakbare tarwe f 13, Aard. nieuwe. - 2,30ii- 2,50 per ned.pond. Vcrscbe boter f ,78 a f,86 - en rogge f 7,80. Pryzeaa vaa efiïccien. Amsterdam 14 september. Nederland. Certitic. Werkelijke schuld 2} pet.) 61} dito Nationale dito 3 dito dito dito 1 A and. Handelmaatschappij 4} Rusland. Ohlig. 1798/181G5 Certitic. Hope co4 dito dito 1S55, Gde serie 5 ditoG Aand. spoorweg Lccuing 1560. (contant)4} Polen. Schatkistobligatien4 bpanje. Obligation dito binnenlandseh3 Certitic. coupons bewijzen Crediet instelling Oostenrijk. Obligation Weener metalliek 5 dito amsterdamsche5 dito nationale5 dito 1847/1852 2} Bank actiën3 Belgie. Certificaten bij Rothschild 2} Portugal. Obligation3 dito nieuwe3 Grenada, dito Venezuela, dito2} Illinois. dito7 Mexico. dito3 071 12S:J 1001 701 051 5S-} 2021 88} 7Sj 3S} 45} 44} 67 52} «J 40} 14 22 S9} 20} London, 13 september, ten 12 ure. Consols 93}. Weenen. 13 sept. (slotprijzen) Metalliek Spet. 64,60. Parijs, 13 sept. (slotpr.)4} pct.compt.3pet. 67,80 Volksvoorlezing. De lezing, 11. dingsdag alhier door den heer A. G. C. van Duyl, van wege de maatschappij Tot nut van 't algemeen ge houden, was zoo belangrijk van onderwerp en helder van voorstelling, dat het voor velen die ze gehoord hebben aange naam moet zijn, dat wij ze in korte trekken nog eens voorden geest brengen. Aan hen die er niet hij tegenwoordig geweest zijn, trachten wij op die wijze voor een niet onbeduidend ge mis, eenigermate vergoeding te schenken. Spreker vmg aan met de opmerking dat een tijd als de onze, waarin na veertigjarige rust de eene oorlog de andere afwisselt, vaak de vraag moet doen ontstaan waartoe en van waar dit alles? Voor de meesten echter zijn de oorzaken der beweging een geheim, en de toekomst een raadsel. Slechts enkelen is 'tge geven alles zoo te doorzien, dat ze den loop der zaken volko men natuurlijk rekenen, en er voorspellingen omtrent de toekomst op kunnen bouwen. Zelfs voor hen ook zijn som mige punten onbekende groothedenook hunne berekening blijft kansrekening. De beste weg echter om over het tegenwoordige eeni»- licht j te verspreiden, is dezeDoor in de geschiedenis op te klim men tot deu tijd waarin de tegenwoordige toestand haar oorsprong nam, kunnen we de verschijnselen van onze dagen juister peren beoordeelen. Voor Nederlanders nu is daarin wel niets belangrijker dan de vrees voor de steeds hoogcr klimmende magt van Frank rijk. Dat die vrees bestaat", bewijzen de bewegingen in Enge land, de talrijke stemmen die in Belgie aandringen op 't vergeten van oude grieven, op verbroedering met Noord- Nederland. Of die vrees gegrond is. onderzoeken we niet, we achten 'techter niet ondienstig, omdat ze bestaat, te herinneren aan dagen, toen 't zelfde gevaar voor Europa bestond, toen Nederland, in veel nadeeligcr omstandigheden dan nu, 't laatste bolwerk werd voor de vrijheid van Europa tegenover fransche overheerscliing. Ten einde die herinnering te gelijk vruchtbaar te doen zijn voor de verklaring der tegenwoordige verschijnselen, ontwik kelt spreker breedvoerig 't verband, waarin de gebeurtenissen van 1672 staan tot den voorafgaanden maatschappelijken toestand van Europa. Toen in 1648 de vrede van Westfalen was gesloten, kon 't voor een geoefend oog niet verborgen blijven dat de rust slechts van korten duur zou zijn. De magt van Spanje en van den duitschen keizer was ingestort, magteloosheid van alle zijden had tot den vrede genoodzaakt, vroegere grootraagten waren daarmede op den achtergrond geraakt. De oude huis houding van Europa was teniet. Nieuwe krachten waren bezig zich te ontwikkelen, en de geboorte van een nieuw statenstelsel zou niet zonder schokken plaats grijpen. Nu Spanje en Duitscliland waren afgedaald tot mogend heden van den tweeden rang, stond Frankrijk in de rei der grootraagten zoo goed als alleen. Don toestand van Frankrijk m aanmerking genomen, moest men inzien dat juist door dat rijk groot gevaar Europa dreigde. Vroeger was de staatsre- geling in alle rijken van Europa bijna de zelfde geweest. Geen wonder, ze hadden bijna allen den zelfden oorsprong. Vroegere romeinsche provinciën waren veroverd door volken van den zelfden stamop den bodem der romeinsche bescha- 1 ving waren dus gennaansche zeden en gebruiken geplant. I De toestand die er door ontstond, was later nog gewijzigd door j de instellingen van 't Christendom. Alle staten hadden dus aanvankelijk een eenhoofdig, maar beperkt bestuur. Daarnaast stonden de groote grondbezit- j ters, vroeger met den vorst aanvoerders van 't overwinnend I leger. Daaronder de vroegere bewoners en eigenaars van 't land, door verovering lijfeigenen en slaven geworden. Bij j alle overeenkomst was er echter veel verschil, dat met den i vooruitgang der beschaving zich steeds sterker begint te ver- toonen. Eene beweging die omtrent dezen tijd in alle rijken J merkbaar wordt, ondervindt den natuurlijken invloed van j dit verschil't gevolg is datalle volken, vroeger in staatsrege- ling zoo gelijkvormig zich meer en meer van elkaar beginnen te onderscheiden. Steeds meer streven namelijk de vorsten j naar onafhankelijkheid, onbeperkt gezag. Iu 'teerst behoef- de men dit streven niet altijd onmiddelijk tegen te gaan, omdat men, als 't misbruik te ver ging, 't ondragelijk juk door j een opstand kon afschudden. Staande legers, geoefende sol- daten waren er nog niet. Ieder burger was krijgsman en even I goed krijgsman als de vorst tegen hem in 'tveld kon brengen. Daarenboven was de welvaart der natie nog niet op dien trap dat ze door een burgerkrijg veel schade kon Tijden. Zoodra echter staande legers zich beginnen te vormen, ziet. men spoe- dig in, dat ongeregelde benden tegen geoefende troepen niet zijn bestand. De verdediging van 'tland kan niet langer aan de burgers worden toevertrouwd. Iedere natie is wel genood- zaakt met den tijd mee te gaan. en legers op te rigten. 'tGeea 1 echter zoo doende de onafhankelijkheid waarborgt naar bui- j ten, is een krachtig middel tegen de vrijheid van binnen, j Tegen overheerscliing van de zijde der kroon kon de natie zich slechts vrijwaren door de magt van de beurs niet uit de j handen te geven, en dus den vorst te noodzaken van de pen- j ningen der natie, in hun belang, niet tegen hun belang ge- bruik te maken. 't Was er ver af dat dit overal helder werd ingezien, en de j meeste volken werden dus langzamerhand geheel onderwor- pen aan den vorst. De beperkte monarehiën der midden- eeuwen verdwijnen langzamerhand, en maken overal plaats voor alleenheerschappijen, met onbeperkt gezag. Nergens ging dit zonder worsteling, en juist bij die worsteling ont wikkelden zich verschijnselen, die later van grooten invloed zullen zijn. Dit, vooral in twee landen, Frankrijk en Enge land, nader te beschouwen, acht spreker voor zijn tegenwoor dig doel van gewigt. Aan'tbegin van het tweede tijdvak der middeneeuwen vindt men in Frankrijk een krachtigen adel, tegenover zwakke vor sten zoo goed als onafhankelijk. In Engeland daarentegen, dat veroverd was door Willem, hertog van Normandie, dat toen onder zijne volgelingen was verdeeld, natuurlijk onder voor waarden die in dit geval de vorst kon stellen, was de adel onderworpen aan dealgcmeene wet, veel afhankelijker althans dan in Frankrijk van de kroon. Als voorheelden werden aan gehaald het muntregt en hetregt van ouderlingen oorlog, in Frankrijk erkend, in Engeland niet. Matigde zich nu de vorst in Frankrijk later meer gezag aan, de adel vond in zich zelf de kracht hem te weerstaan. In Enge land niet, daar moest men steun zoeken bij de burgers. Zoo ont stond '100 jaarnaWillem den veroveraar, vereeniging van adel en volk tegen de kroon (tegen Jan zonder land)'tgevolg: j 't groot charter, 't eerste vrijdom der engelsche natie. Vijftig jaar daarna weer vereeniging. weer uitbreiding van regten. Nog later, in 1264, opstand van Leicester tegen Hendrik III. Hij gevoelde zich niet sterk genoeg, en was de eerste die een huis der gemeenten hijeen riep. In't algemeen echter begon de natie juist door die telkens verleende hulp steeds meer zijn eigen waarde en onafhankelijkheid te gevoelen; 't volk leerde zich zelf beheevschen. 't kreeg langzamerhand die naauwlet- tende waakzaamheid tegen elke onderdrukking, tegen elk misbruik, waarvan de staatkundige en burgerlijke instellin gen waarop Engeland met regt trots is, meer het gevolg dan de oorzaak zijn. In Frankrijk leerde het. volk nooit op zich zelve steunen. Men vond er spoedig slechts twee klassen, beschermers en beschermden, tirannen en slaven. Gedeeltelijke burgerlijke vrijheid was er wel. Steden en standen hadden hunne privi legiën, maar die bestonden opliet, papier; ze waren niet door lang bezit in de zeden geworteld; ze waven verkregen door gunst, niet langzamerhand zelve overwonnen. Ze vielen dus bij den eersten slag toen de booze dagen kwamen. Toen de adel niet sterk genoeg meer was. (ten gevolge van den voor uitgang der beschaving, uitvinding van buskruid enz.) om zich te verzetten legen de kroon, toen zijne laatste pogingen door j Richelieu en Mazarin waren verijdeld, was de vorst en des- poot n iet alleen tegenover hen, maar ook tegenover de burgerij. In Engeland echter, waar de vrijheid vaster wortel schoot, werd ze met taai verzet verdedigd. Wat de adel aan invloed verloor, kwam daar niet. aan de kroon maar aan 't huis der ge meenten. In Engeland was dus de burgerlijke vrijheid bijna gevestigd, toen ze in Frankrijk op sterven lag. en het onder scheid in maatschappelijke toestanden reeds toen lussclien Frankrijk en Engeland veel grooter dan men zou denken. Als voorbeeld werd bijgebragt dat de adel in Frankrijk vrij van lasten was. Nog in 4/59 beschouwde men het als groote opoffering dat ze er in wilde toestemmen gelijke lasten te dragen. De liooge betrekkingen in het leger en de kerk waren voor den adel. Niemand inogt zelfs officier worden, die niet van adel was. Zelfs tot in kleinigheden strekten de voor- regten zich uit. Duiven houden mogt slechts hij die van goede geboorte was. In Engeland niets daarvan. Lijfeigenschap was daar reeds in de 16e eeuw verdwenen, zonder ooit bij sta tuut te zijn afgeschaft. Twee honderd jaar later, 4 augustus 1789, waren er nog J .500,000 lijfeigenen in Frankrijk. Terwijl nu de burgerlijke vrijheid was verdwenen voor het gezag van de kroon, hadden krachtige maatregelen de stoffe lijke hulpbronnen zeer doen toenemen. Zoo was dus Frank- njk geworden als een grootsche machine, gehoorzamende aan den druk eener enkele hand. Aan liet hoofd van dien staat nu, stond Lodewijk in 1600. Zijn roemzucht dreigde dus Europa met groot gevaar. Twee lan den kwamen slechts tegenover Frankrijk in aan merking, maar èn in Engeland èn in ons vaderland was de politieke toestand van dien aard, dat men niet krach tig kon optreden naar buiten. Te gelijk waren beide natiën ook meer en meer van elkaar vervreemd, terwijl ze eikaarsbondgeuooten hadden moeten zijn. Wat Engeland betreft, het was zoo goed als de eenige staat, waar de beperkte monarchie der middeneeuwen niet was ver anderd in beperkt gezag. Het was een eiland, liet had dus geen leger noodig gehad, en toen het er een hebben moest was op het vasteland reeds zoo veel gebeurd dat de Engel- schen, met de lessen daar gegeven, hun voordeel konden doen. Men eischic nu waarborgen voor de vrijheid eer men den vorst zulk een krachtig middel tcgen de vrijheid in handen gaf. Het parlement wenschte dus meer invloed in regerings zaken dan tot heden noodig was geweest. Daaruit ontstond eene worsteling tussehen het hof en het parlement., die onder Karei I in burgeroorlog veranderde. J uist echter omdat men de ge wenschte wijziging in de rege ring niet oj) vreedzamen weg tot stand kon brengen, baalde men zich op den hals wat men had willen vermijdeneen leger. De ergste soort van despotisme stond voor de deur. Cromwell maakte geen misbruik, maar men was nooit zeker liet was dus gelukkig dat de terugroeping van het oude ko ningshuis door alle partijen werd begeerd. Met Karei II kwam alles weer op den ouden voet. Maar liij was niet wijzer dan zijn voorgangers. Ook bij streefde naar onbeperkt gezag, al was liet uit genotzucht meer dan uit heerschzucht. De strijd tussclieu de natie en de kroon, tussehen parlement en vorst, begon dus weer op nieuw. Waar van binnen geen zamenwer- king was, was geen krachtsontwikkeling naar buiten tegen over Lodewijk mogelijk. Ons vaderland eindelijk bad 1. eene staatsregeling, die zamenwerking en geheimhouding zoo goed als onmogelijk maaktemaar 2. na den vrede streefde de provincie Holland er naar. den hand der unie niette verbreken maar krachte loos te maken. Ze droeg 57/100 in de algemeene lasten en had toch slechts gelijke regten. Dat scheen ondragelijk. Bo vendien, men had alle rijken van vrije staten zien veranderen in afhankelijke rijken. Die verandering was te weeg ge- bragt door eene nieuwe kracht, waarvoor men nog geen te gen wig t gevonden had, staande legers. Zou dit ook hier niet gebeuren, nu de vrede was gesloten en de oorlog geen afleiding gafGronden voor dit gevoelen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 3