ÉJuiimianöscljc tijöingert.
Daarop werd de laatste alinea „van Amsterdam door de
Zaanstreek of van Haarlem langs Allernaar tot het Nieuwediep
in behandeling genomen.
De heer van Foreest stelde voor, daaruit weg te laten de
woorden „of van Haarlem."
De heer van Heukelom vond daarna indemededeelingvan
den minister van binnenlandsche zaken, dat deze aanleg af
hankelijk moest gesteld worden van het kanaal door Holland
op zijn smalst, aanleiding om voor te stellen dat deze alinea
werd gelezen „van Amsterdam naar het Nieuwediep langs
Alkmaar, zullende de rigting tusschen Alkmaar en Amster
dam nader door de wet worden bepaald."
Beide voorstellen werden met 41 tegen 30 stemmen ver
worpen.
Art. 2 werd daarop met 49 tegen 23 stemmen aangenomen.
Tegen hebben gestemd de heeven van Goltstein, Dullert,
Wybenga, van "Wintershoven, de Brauw, Kingma, van dei-
Linden, "Wintgens, van Bosse, Dommer van Poldersveldt,
Heemskerk Bz., Olivier, van Heukelom, van Zuylen van Nye-
velt, Thorbecke, Hoynck van Papendrecht, Poortman, van
der Poel, van Hoëvell, ter Bruggen Hugenholtz, Betz, van
Nispen van Sevenaev en Duymaev van Twist.
De beraadslagingen werden daarop geopend over art. 3,
betrekkelijk de aanvangpnnten.
De minister van binnenlandsche zaken kondigde aan dat in
dat artikel een paar wijzigingen waven gebvagt. Vooreerst
was het woord „Maarsbergen" in de Ode alinea vervangen
door bet woord „Utrecht," terwijlaanlietslotwerdbijgevoegd
de volgende slotzin„Met den aanleg van den weg van Gro
ningen naar Meppel wordt aangevangen, nadat de weg van
Harlingen naar de hannoversche grenzen zal zijn voltooid."
Een voorstel van den heer van Eek om uit dit artikel de
woorden „zoo veel mogelijk" te doen vervallen, werd met 01
tegen 11 stemmen verworpen.
Art. 3 werd daarop met 42 tegen 30 stemmen aangenomen.
Tegen hebben gestemd de lieeren van Asch van "Wijck, van
Goltstein, Dullert, Heemskerk Azn., Wybenga, van Winters-
hoven, de Brauw, Kingma, van der Linden, Wintgens, Elout
van Soeterwoude, van Bossc, Heemskerk Bzn., Olivier, van
Zuylen van Nyevelt, Gevers Deynoot, Thorbecke, Begram,
Hoynck van Papendrecht, Zylker, Poortman, van der Poel,
Storm van 's Gravesande, van Hoevell, ter Bruggen Hugen
holtz, Betz, Taets van Araerongen, Duymaer van Twist, van
Voortliuysen en de voorzitter.
Vrijdag is art. 4 behandeld, luidende
„De wet bepaalt de wijze van exploitatie."
De heer van Bosse had voorgesteld art. 4 te vervangen dooi
de volgende bepalingen:
„De spoorwegen worden niet door den staat geëxploiteerd.
„Geenerleimaterieel, voor de exploitatie benoodigd, wordt
door den staat aangekocht.
„De wet stelt de voorwaarden der exploitatie en der tarie
ven vast."
Subsidiair, indien dit voorstel niet mogt worden aangeno
men, art. 4 aldus te lezen
„De wijze van exploitatie, de voorwaarden van het vervoer
en de vrachttarieven worden door de wet vastgesteld.
Hierover onstonden uitvoerige discussien, waarbij deminis-
ter van binnenlandsche zaken er op wees dat de kwestie dei-
exploitatie nader in haar geheel kan behandeld worden, en
over de aanschaffing van materieel enz. bij de begrooting kan
beslist worden.
Het amendement van den heer van Bosse werd daarop in
stemming gebragt en met 47 tegen 25 stemmen verworpen.
Art. 4 werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De beraadslagingen werden alstoen geopend over art. 5,
luidende
„Jaarlijks wordt voor den aanleg der in art. 2 genoemde
spoorwegen ten minste tien millioen gulden op de staatshe-
grooting uitgetrokken."
Een aanvankelijk hierop door den heer van Bosse voorge
steld amendement, werd door hem ingetrokken.
Onderscheidene leden voerden over dit artikel het woord,
eensdeels omdat men het overtollig achtte, anderdeels omdat
men het wel degelijk een te sterken band achtte. zoo voor de
regering als voor de staten generaal.
Het werd ten slotte met 42 tegen 30 stemmen aangenomen.
Tegen hebben gestemd de heeren van der Poel, Dullert,
van Wintershoven,Anemaet, van Goltstein, van Voorthuysen,
Storm van 's Gravesande, Mackay, Wintgens, van Nispen van
Sevenaer, Hengst, ter Bruggen Hugenholtz. de Brauw, Elout
van Soeterwoude, van der Linden, van Hoëvell, van Bosse,
Dommer van Poldersveldt, Heemskerk Bz., Gevers Deynoot,
Hoynck van Papendrecht, van Zuylen van Nyevelt, Betz,
Idzerda, Kingma, van Heukelom, Olivier, Poortman, Thor
becke en Duymaer van Twist.
Daarna werden de beraadslagingen geopend over een voor
stel van den heer Poortman, strekkende om achter art. 5 te
plaatsen een nieuw artikel van den volgenden inhoud
„Wanneer vóór of gedurende den aanleg van spoorwegen,
bij art. 2 bedoeld, aanvragen van concessie voor een of meer
dier lijnen worden gedaan, zullen die aanvragen worden pu
bliek gemaakt, en daaraan, zoo het na onderzoek en overleg
met de aanvragers blijkt dat de vergunning in het algemeen
belang verkieselijk te achten is, de voorkeur boven den aan
leg van staatswege gegeven worden, behoudens de medewer
king der staten-generaal in geval die noodig mogt zijn."
De minister van binnenlandsche zaken meende de orde niet
te mogen verbreken door weder in de algemeene beschouwin
gen, waartoe dit amendement aanleiding gaf, te treden. Er
was nu eenmaal een besluit genomen in den zin van art. 1
het laatste artikel moest niet strekken om art. 1 omver te wer
pen. Deze poging der tegenstandersom te herkrijgen wat men
verloren had, kon hij niet goedkeuren. De discussie nu een
maal omtrent dat punt gesloten zijnde, moest men niet weder
daarin treden. Hij wenschte dat de wet met overgroote meer
derheid mogt aangenomen worden om naar buiten een gun-
stigen indruk te verwekken.
De heer van Diggelen zeide dat hij in het amendement
terugvond wathij oorspronkelijk gewenscht had. Doch vree-
zende dat door de aanneming van het voorstel belemmerin
gen zouden ontstaan, gaf hij den voorsteller in bedenking
daarin eene tijdsbepaling van zes maanden op te nemeu.
De heer Poortman verklaarde aau dat verlangen niet te
kunnen voldoen. De beraadslagingen daarop gesloten zijnde,
werd het amendement van den heer Poortman in stemming
gebvagt en met 49 tegen 23 stemmen verworpen.
Voor hebben gestemd de heeren: Wintgens, ter Bruggen
Hugenholtz, de Brauw, van der Linden, van Hoëvell, van
Bosse, Dommer van Poldersveldt, Heemskerk Bz., Hoynck
van Papendrecht, van Zuylen van Nyevelt, Betz, Idzerda,
Kingma, van Heukelom. Olivier,Poortman, Thorbecke, Duy
maer van Twist, van der Poel, Dullert, van Wiutershoven,
Anemaet en van Goltstein.
Na de goedkeuring der beweegredenen werd het wets-ont-
werp in stemming gebragt en met 49 tegen 23 stemmen aan
genomen.
Tegen hebben gestemd Je heerenvan Hoëvell, Wybenga,
van Bosse. Dommer van Poldersveldt, Heemskerk Bz.,
Hoynck van Papendrecht, van Zuylen van Nyevelt, Betz,
Kingma, van Heukelom, Olivier, Poortman,Thorbecke, Duy
maer van Twist, van der Poel, Dullert, van Wiutershoven,
van Goltstein, Wintgens, van Nispen van Sevenaev, ter Brug
gen Hugenholtz, de Brauw en van der Linden.
De kamer heeft bepaald dat na behandeling van het wets
ontwerp tot verhooging van hoofdstuk X der staatsbegrooting
voor I860 het voorstel van den heer Sloet tot Oldhuis omtrent
de afkoopbaarheid der tienden in overweging zal genomen
worden.
Zaturdag is, naar aanleiding van een adres betreffende de
opheffing van het collatie-regt, door den heer van Eek voor
gesteld, en door de vergadering besloten, door verzending van
dit adres aan den minister voor de zaken der hervormde eere-
dienst enz., bij de regering aan te dringen op bet nemen van
maatregelen tot opheffing der collatien.
Daarna is eene langdurige discussie gevoerd over het voor
stel van de heeren Strens, Thorbecke en Gevers Deynoot, tot
hethouden eener enquête over den toestand van de Maas en de
Zuid-Willemsvaart. Dat voorstel is, met het oog op het groote
nadeel, dat België aan ons land thans reeds zeven jaren toe
brengt, door aftapping van het Maaswater ter bevloeijing zij
ner woeste gronden en ter voeding zijner kanalen, krachtig
verdedigd, behalve door de voorstellers, door de heeren van
Winterslioven, Meylink, de Lom de Berg, de Bieberstein,
Hengst en Poortman, en met nadruk bestreden door de hee
ren van Goltstein en Storm van 's Gravesande en den minister
van buitenlandsche zaken, die er bij herhaling op wees, dat
hethouden eener enquête de onderhandelingen, thans omtrent
deze zaak met België gevoerd, zeer zou belemmeren; dat er
vrees bestond, dat die enquête toch geene resultaten zou ople
veren, en dat zij ook niet wenschelijk te achten was in de te
genwoordige vriendschappelijke betrekking, waarin Neder
land thans met België verkeert.
De heer Dommer van Poldersveldt deed ook de wensclie-
lijkheid dier enquête uitkomen,maar, opgrond deronderhan-
delingen, thans volgens den minister zoo verre gevorderd, dat
België zijn onregt erkent en bereid is schadevergoeding te ge
ven, om de rivier in nog gunstiger toestand te brengen dan
waarop zij zich bevond vóór de aftapping, voorstelt, dit
onderzoek niet te doen aanvangen vóór 1 februarij 1861,
welk voorstel door den voorsteller ingetrokken werd, na de
verklaring des ministers, dat hij ook dit voorstel beschouwt
als een hinderpaal voor de onderhandelingen, welke thans
worden gevoerd. Het resultaat der discussie was, dat het
voorstel van de heeren Strens c. s. met 34 tegen 30 stemmen
werd aangenomen, zullende in eene volgende vergadering
eene commissie van enquête worden benoemd.
Engeland.
Londen 27 julij. In het lagerhuis heeft gisteren avond lord
John Russell, in antwoord op eene interpellatie van den heer
Griffithverklaard1. dat de koning van Sardinië aan
Garibaldi een schrijven gezonden heeft, houdende in de eerste
plaats aanbeveling- tot bet sluiten van een wapenstilstand met
Napels, en in de tweede plaats verzoek geen aanval te doen op
het vasteland van laatstgenoemd rijk2. dat de buitengewone
napolitaansche gezant van Napels, te Londen aangekomen,
heeft voorgesteld dat Engeland zijne bemiddeling verleene
tusschen Garibaldi en Napels, en de twee groote westersche
mogendheden aan Garibaldi de verpligting opleggen een wa
penstilstand te sluiten; en 3. dat de engelsche regering dit
voorstel weigert aan te nemen.
The morningpost berigt dat de expeditie naar Syrië zal
worden afgezonden en betoogt dat de verdeeling van Turkye
nu slechts eene kwestie van tijd wordt. „Laat ons ten minste
wachten," zegt The morningpost, tot gebleken zal zijn dat
Turkye niet bij magte is de orde te herstellen, en laat ons dan
in overweging nemen hoe het ottomannische rijk in de toe
komst het best zal kunnen geregeerd worden."
Graaf von Rechberg heeft eene circulaire verzonden
over het doel der bijeenkomst te Töplitz. De keizer van Oos
tenrijk heeft, blijkens die circulaire van zijnen eersten minis
ter, zijn verlangen kenbaar gemaakt om met den prins-regent
van Pruissen in overleg te treden over den toestand van Europa
en meer bijzonder over de duitsche kwestie, en hij hoopt dat
van die bijeenkomst eene goede verstandhouding tusschen de
twee mogendheden moge voortvloeijen.
Het prospectus is verschenen van een binnenlandsche
telegraaf-maatschappij, welke het stelsel wil invoeren van
kleine depeches door hetgeheele koningrijk, zonder den af
stand in aanmerking te nemen, te bezorgen voor één shilling.
Men is voornemens met dat doel een kapitaal van '150,000
p. st. bijeen te brengen in aandeelen van 5 p. st.
De ongelukkige Ieren, die hunne nederige woningen
verlaten hadden, in de verwachting van op het grond
gebied des pausen een aardsch paradijs te vinden, komen
van lieverlede geheel ontnuchterd in hun vaderland terug.
Eenige dagen geleden zag men een zeventigtal dier nieuwe
kruisridders in een beklagenswaardigen toestand te Dublin
aankomen, die zich bitter over de ondergane behandeling
beklaagden en naar het bureau van het door dr. Cullen
uitgegeven dagblad gingen, om te verzoeken den persoon
te spreken, die hen onder den naam van pauselijk agent had
aangeworven. Die lieden leden aan alles gebrek en verzeker
den dat zich te Liverpool ongeveer 150 hunner insgelijks be
drogen landgenooten in den staat der diepste ellende bevon
den.
Ilnitsclilaiul.
Töplitz 27 jnlij. Gisteren heeft de keizer bij den prins
regent een bezoek afgelegd, hetwelk een en een half uur
duurde. Daarna heeft de graaf von Rechberg eene langdu
rige audiëntie bij den prins-regent en vervolgens eene confe
rentie met den pruissischen minister von Schleinitz gehad. In
den namiddag heeft de vorst van Ilohenzollern, Pruissens
eerste minister, een vrij lang onderhoud met den keizer ge
had, waarbij de graaf von Rechberg tegenwoordig was. Heden
voormiddag vertrekken de keizer en de prins-regent van Tö
plitz; de eerste naar Pillnitz om het saksische hof te bezoeken,
de laatstgenoemde over Dresden naar Potsdam.
Aan het gisteren gehouden gala-diner verscheen de beer
von Rechberg met de decoratie van den Zwarten Adelaar, en
de heer von Schleinitz met die van de orde van den II. Ste-
pliauus, welke ridderteekenen hun pas verleend waren. Er is
geen toast uitgebragt.
Het Dresdener journal laat zich over deze bijeenkomst
volgenderwij ze uit: Men mag met eenigen grond aannemen
dat de persoonlijke ontmoeting van den keizer met den prins
regent en hunne ministers zal strekken in het belang van
Duitschland, en een wenschelijke volkomene verstandhou
ding tusschen Oostenrijk en Pruissen werkelijk bevorderen
zal. Uit de bijeenkomst te Töplitz vloeit voor Duitschland
een nieuwe waarborg voort voor de handhaving en verdedi
ging zijner belangen, en de instandhouding der ongeschon
denheid van het groote duitsche vaderland zal er het gevolg
van zijn."
H. K. H. de prinses Frederik Wilhelm van Pruissen is
den 24 dezer voorspoedig van eene dochter bevallen.
Frankfort 23 julij. Zeer treurig luiden de berigten over de
verwoesting welke gedurende de zonsverduistering, een or-