van den 13 januarij 1860, no. 174, 5de afdeeling, houdende mededeeling van de beschikking deskoningsop het adres van den gemeenteraad van Zuidzande. om toepassing van art. 36 der wet op het lager onderwijs, ter zake der kosten van een nieuw schoollokaal en een onderwijzerswoning aldaar; 3. een dergelijke van den 1S januarij I860, no. 146. 5de af- j deeling. ten geleide en ter toelichting van Zv. Ms. besluit van. 1 den 14 te voren, no. 64, houdende beschikking op het adres van den gemeenteraad van St. Anna ter Muiden, om toepas sing van voorschreven wetsartikel, voor zoo veel betreft de gewone kosten van openbaar lager onderwijs dier gemeente; d. de mededeeling des voorzitters dat gedeputeerde staten, na het besluit, ter najaarsvergadering genomen om het ont- werp-polderreglement in te trekken en die zaak in nader beraad te nemen, haar dan ook spoedig in ernstige en tiaauw- gezette overweging hebben genomen. Zij hebben over de vraagpunten, welke zich als van zelve bij de behandeling voordeden, rijpelijk beraadslaagd, en zijn tot den uitslag ge komen dat zij, de omstandigheden in aanmerking nemende, begrepen hebben geen nader voorstel te moeten doen, het zij tot het vaststellen van een geheel nieuw, liet zij tot wijziging van het thans bestaande reglement. Naar de afdeelingen zullen worden verzonden de volgende, aan de laden bereids gedrukt ter band gestelde voorstellen van gedeputeerde staten I. betreffende het adres van den raad der gemeente V rouwe- polder, om toepassing van art. 36 der wet op het lager onder wijs, voor de daarsteiling van een nieuw schoollokaal met onderwijzerswoning te Vrouwepolder; II. omtrent het adres van den gemeenteraad van Krabben- dijke, om toepassing van voorschreven artikel voor den bouw van een nieuw schoollokaal aldaar III. omtrent den verkoop van straatkeien uit den weg van Zierikzee naar Zijpe IV. betreffende de heffing van opcenten voor de calami- teuse polders in IS61en verder V. de verantwoording van gedeputeeerde staten wegens de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitga ven over 1S3S; VI. de begvooting der kosten van liet povinciaal bestuur, voor zoo veel het rijksbestuur is voor 1861 VII. de begvooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1861. met een voorstel van gede puteerde staten, betreffende de te heften opcenten op de grond en personele belastingen ten behoeve der provincie; en VIII. een adres van J. M. Ceelen, weduwe van Hertum, om weder met eene gratificatie tc worden begunstigd. lu handen der commissie voor de verzoekschriften worden gesteld a. een adres van den gemeenteraad van Philippine, houdende verzoek om op de gedane aanvrage om een rente loos voorschot tot verbetering der Posthoornstraat, over 109S el, in de zomervergadering te beschikken b. een adres van L. Krepel c. s., houdende verzoek om voor rekening der provincie aan te leggen eene haven tot berging van schepen aan den zuidhoek van het eiland Schouwen c. een verzoek van den gemeenteraad van Steenbergen, ter ondersteuning van eene, volgens hem, door den beer A. van Haaften gedane aanvrage om eene provinciale bijdrage tot verhooging van den dam door het Slaak; van alle welke stuk ken voorlezing is geschied. Daar de vergadering niet verlangt zelve de leden te benoe men voor de commissie voor de verzoekschriften, wijst de voorzitter daartoe aan de lieeren van Cilters, Moolenburgh en Benteyn. De benoeming van een buitengewoon lid in het collegie van gedeputeerde staten wordt aan de orde gesteld tegen de eerst volgende openbare zitting. Voor kennisgeving is aangenomen de mededeeling dat de presentielijsten van de vergadering van gedeputeerde staten, ter voldoening aan art. 86 der provinciale wet ter kennisne ming der leden ter griffie zijn nedergelegd. Hierop wordt overgegaan tot splitsing der vergadering in afdeelingen. waarbij door het lot worden aangewezen als te behooren tot de le. afdeeling de hecrenHoogênboorn, Moo lenburgh. van Eek, Kakebeeke, Cau, Egberts Risseeuw, Lantsheer, de Lange, Mazure, Bijbau. en als leden van gede puteerde staten, de hecren van der Bilt en Fokker 2e. afdee ling de lieeren: de Smidt, Hombach, Pierssens. II. J. van Demse, Benteyn. J. Lde Jonge, Hoffman, de Jonge van El- lemeet, Vader, Snijder, en als leden van gedeputeerde sta ten de lieeren van Citters en Sprenger3e. afdeeling de heeveu: Sergeant. Dronkers, Blaaubeen, Vis, van der Have, Verhage, F. van Deinse, Ilammacher, Calletifels. en als leden van gedeputeerde staten de lieeren Becius en Buteux. Eindelijk is goedgevonden dag en uur eeuer nadere bijeen komst later te bepalen, waarna deze eerste zitting is gesloten, terwijl de leden verzocht zijn zich nog te vereenigen tot het constitueren der afdeelingen. Gestteenteraad van Zierikzee. Zitting van 30 junij. Voorzitter de heer Cau. Afwezig de lieeren van der Lek de Clercq, van der Grijpen van der Vliet, de heiden laatsten met kennisgeving. De notulen der vorige zitting worden gelezen en nadat daarin, op aanmerking van den heer Mulock Houwer, eene wijziging is gebragt. vastgesteld. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling des voorzitters nopens de executie, aan de besluiten der vorige vergadering gegeven. De voorzitter doet voorlezen twee missiven van gedepu teerde staten, houdende a. goedkeuring van het besluit dd. 9 junij tot afkoop van cijns; b. idem tot beschikking op den post voor onvoorziene uitgaven, tot het vervaardigen van kaarten der tiendblokken. Beide punten zijn door burge meester en wethouders uitgevoerd, voornotificatie aange nomen. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt, behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten besloten, tegen betaling van 50 cents 'sjaars, van J. van der Jagt aan te koopen het regt om op zijn land, aan den scheeps- timmerdijk een meerpaal te mogen plaatsen, ten dienste van de schepen liggende bij de commerciewerf. Op voorstel van de zelfden is besloten tot af- en overschrij ving van f3,0Sj uit den post voor onvoorziene uitgaven op hoofdstukVIII, afdeeling IV, art. 1. voor premie van assuran tie van liet telegraafkantoor. De voorzitter stelt aan de orde, het in de vorige vergadering ingekomen adres van den heer W. M. II. de Jonge, no pens het liarmoniegezelschap Ivunst en eer. ITij doet voorle zen het rapport van het lid van der Grijp op het le. verzoek, bekoming van terrein in de wandeling, voor de uitvoering. De heer van der Grijp adviseert tot inwilliging, mits de af hei ning op sierlijke wijze geschiede. De heer van Dongen wenscht de kosten dier af heining te kennen, indien die door de gemeen te moeten gedragen worden. De voorzitter meent dat de lieer de Jonge die zal betalen; hij weet niet op welke wijze die aflieining zal geschieden. De lieer de Jonge zegt dat dit zal gebeuren met palen en touwen. De voorzitter stelt voor het verzoek toe te staan, mits de afsluiting zoodanig geschiede, dat het gekeele grasperk, dat fcven bedoelt, worde afgezet en beveiligd, en niet een gedeelte daarvan. Aldus wordt beslo ten, terwijl de heer Landsknegt er bijvoegt, dat het zal geschieden buiten bezwaar van de gemeentekas. De lieer Mulock Houwer rapporteert, namens zich en den heer de Jonge op het 2e. punt, verzoek om subsidie van de gemeentekas. In aanmerking nemende dat de werkende leden tevens als muziekkorps der schutterij diensten presteren bij openbare feesten, zoo welverjaardagen van het koninklijk huis als liet bezoek van liooge autoriteitendat hoewel de zelfde personen zijnde, het echter waar is, dat op eene enkele uit zondering na de instrumenten behooren aan het gezelschap Kunst en eer; dat het wenschelijk is overdieinstrumenten beschikking te hebben bij die gelegenheden, en niet van de beleefdheid van dezen of genen af te hangen; dat het geble ken is, dat de inkomsten van het gezelschap slechts f IJl- bedragen en deze ontoereikend zijn de uilgaven tebestrijden; dat de commissie op grond der, bij openbare feesten, bewezen diensten en met het oog op de meerdere te geven publieke concerten, henevens informatien van elders, voorstelt op de begrooting van 1S61 uit te trekken f 100 voor openbare fees ten en deze uit te keeren aan het gezelschap Kunst en eer, onder verpligting van verantwoording en voldoening aan nader te stellen voorwaarden. De lieer van Dongen is tegen d it voorstel, omdat het zal zi jn een subsidie geven, tegen liet koninklijk verbod in, aan een muziekkorps, dat tevens een muziekkorps der schutterij is. Ilij ziet in het vrij laten van dienst der leden die seliutter- pligtig zijn, een onregt jegens de andere dienstpligtigenhet is een muziekkorps met contribuerende leden, en de subsidie ring -/.oude ligt een antecedent zijn wanneer ook andere ge zelschappen zich calamiteus verklaarden. Hij meent dat op de begrooting der schutterij wel eens een post voor de muziek is voorgekomen die er bij den raad is doorgegaan. De voorzitter zegt dat er op de begrooting voor de schut terij geen zoodanige post voorkomt. De heer van Dongen zegt, dat hij ook niet den laatsten tijd maar vroeger meent; h i j vraagt of onder het ide'e van rekening ook ligt, dat men verantwoording zal doen van al de gelden, ook die der leden. De heer de Jonge verdedigt het voorstel; hij herinnert, hoe wel minder ter zake doende, dat het bedoelde besluit niet is van koning Willem II maar van het jaar 182S; dat niettegen staande dit besluit, men te Middelburg eene gelijksoortige handelwijze nopens de schutterij muziek volgt, althans is voorgesteld; dat men dezer dagen te Zutplien in den raad besloten heeft een muziekkorps bij de schutterij op te rigten. Ilij betoogt nader het wenschelijke om bij openbare feesten beschikking te hebben over de instrumenten, die liet eigen dom der harmonie zijn; dat met liet doen van rekening, men oj) het oog heeft, dat het gezelschap zal aantoonen, dat de fondsen nog zoo slecht zijn, dat het subsidie voor het voortbe staan nood ig is. De heer Ochtman vraagt of de tegenwoordige toestand niet voor dit jaar nog kan blij ven, om eerst te zien welke offers de regeling van het onderwijs en het armwezen zullen vorde ren. De voorzitter toont aan, dat het voorloopig niet juist zal uit te maken zijn hoe veel het armwezen zal kosten; men kan wel eene raming maken, doch eerst aan het einde van 1S61 zal kuunenblijken of die gegrond is geweest; vooral zal men dit op geen f 100 na kunnen bepalen. De heer de Crane toont den toestand der harmonie aan, die voor het voortbestaan geen uitstel gedoogt. De voorzitter stelt voor aan de harmo nie en niet aan de schutterij muziek het subsidie te verlee- nen. De heer Fokker begrijpt niet, dat er gesproken isom aan het scliutterijkorps subsidie te geven; dit korps heeft niets ge vraagd; wanneer men het subsidie verleent en later van de schutterij muziek diensten vordert, zal men die weigeren, om dat het subsidie door Kunst en eer gevraagd en gekregen is. De heer de Jonge antwoordt dat men die zinsnede er in opge nomen heeft om tc voldoen aan den wensch van den lieer Fokker, in de vorige vergadering geuit, om liet verband tus- sclien dit korps en de schutterij muziek te kennen; hij gelooft dat het personeel als zich zedelijk verbonden hebbende, steeds bereid bevonden zal worden om diensten te bewijzen, maar hij herhaalt dat men ook de beschikking dient te heb ben over de instrumenten. De voorzitter stelt voor in stemming te brengen om in 1861 liet subsidie te verleenen. De heer de Crane gelooft, dat het idee was die dadelijk te verleenen. De voorzitter zegt dat het voorstel der commissie luidt om op de begrooting voor 1861 uit te trekken. De lieer Goemans vindt het ongelukkig, dat geld wordt uitgegeven voor iets dat alleen voor vermaak zonder nut dient, zoo lang de ingezetenen door den hoofde- lijken omslag gedrukt zi jn. De heer de Crane vraagt of hij dan in het vervolg ook niet liet geld voor de wandel plaat sen zoude willen zien wegvallen, dat ook alleen tot vermaak dient. De heer Goemans noemt dit onderhoud van iets dat bestaat en ook zijn nut heeft. De voorzitter brengt alsnu in omvraag of op de begroo ting van 1861 zal worden uitgetrokken f 100 voor openbare feesten, en deze op voorwaarden, te bedingen met het be stuur der harmonie, uit te keeren aan die harmonie voor diensten hij gelegenheden, ter beoordeeling van burgemees ter eu wethouders, te verleenen. Dit wordt aangenomen met 7 stemmen tegen 3 van de lieeren Landsknegt, van Dongen en Goemans. De liéer Landsknegt verlaat de vergadering. De heer Fokker brengt namens de coramissien ad hoe rap port uit op de rekening van het roomsoh katholiek armbe stuur in ontvang f 4432.47, uitgaaf f4429, goed slot f3,47 goedgekeurdop die van den schuttersraad groot in ontvang 1 745,55, uitgaaf f743,35. goed slot f 2,20; voorloopig vast gesteld en ter definitieve goedkeuring op te zenden aan de gedeputeerde staten, hebbende delieer Mulock Ilouwerniet medegestemd. De heer Cau draagt het presideum over aan den heer Fok ker. en houdt zich met den heer Keiler buiten stemming bij de vaststelling van de rekening dev Commerciewerf, bedra gende in ontvang f 350,41^, uitgaaf f.1 2,22, en alzooeen goed slot van f33S,19.L De heer Keiler neemt weder deel aan de vergadering bij het vaststellen der rekening van de bank van leening, ontvang f 46941,63, uitgaaf f 46330,49, goed slot f 61.1,li-, overwinst f20,851 en het reservefonds dier bank in ontvang f 97,67, uitgaaf f 63,27. goed slot f32,40. De heer Cau neemt het presideum weder over en de zit ting wordt voor 10 minuten geschorst. Bij de heropening is aan de orde het voorstel tot regeling van het. lager schoolwezen. De heer van Dongen brengt namens de commissie van onderzoek van het voorstel rapport uit, met ecnige bedenkingen die bij de behandeling zullen worden opgegeven. De voorzitter stelt voor alsnu in de volgende orde te be raadslagen over: 1. zullen de scholen voor jonge lieeren en jonge jufvrouwen thans geregeld worden, zoo als de commis sie van onderzoek verlangt, of zal men daarmede wachten overeenkomstig het verlangen der schoolcommissie? 2. de regeling der school van den lieer Renscn; 3. zal de bijzon dere school van jufvrouw van KI uiven als thans met een sub sidie blijven bestaan? 4. liet getal openbare scholen 5. de jaarwedden en toelagen; 6. de verordening op de school gelden. Eerste punt. De schoolcommissie is van oordeel (welk gevoelen wordt uiteengezet door den lieer Fokker.) dat men behoort te wachten met de regeling der school voor jonge jufvrouwen en het instituut voor jonge lieeren. aangezien er twijfel bestaat omtrent deze. die naar liet gevoelen van enke len behooren tot liet meer uitgebreid eu ook deels tot het verder voortgezet lager onderwijs, tot dat de zienswijze van het schooltoezigt in deze zal zijn beleend, daar eenigen mee- nen dat die scholen meer zullen vallen onder de werking der toegezegde wet op het middelbaar onderwijs. Op de bedenking dev commissie, geuit door den beer van Dongen, dat dit argument niet afdoende is, daar de lieeren inspecteurs wel hun gevoelen kunnen te kennen geven maar dit geen kracht van wet kan hebben, en art. 72 der onderwijs wet wil, dat in afwachting der nadere wet op liet middelbaar onderwijs, dergelijke scholen voorloopig zullen geregeld wor den, antwoordt de voorzitter, dat de wet partiëele regeling toelaat, dat men nog in den termijn is der regeling, en dat men die beidfi scholen zal kunnen regelen nog in den loop van dit jaar, maar daarom onverlet de andere schoolregeling kan tot stand brengen, en de hèer Fokker, dat werkelijk bij de schoolcommissie plan bestaat die regeling dezen zomer voor te dragen; dat bovendien de school van den lieer Top nog eene moeijelijkheid oplevert door haar verhand met het gymnasium. De heer van Dongen geeft als zijn persoonlijk gevoelen nog te kennen, dat het noodig is die scholen, en zeer zeker die voor jonge lieeren, nog dit jaar te regelen. Alsnu wordt tot de partiëele regeling besloten. Tweede punt. Door de schoolcommissie is voorgesteld de bijzondere school van den lieer Renscn als zoodanig te be houden, doch deze met f 400 te subsidiëren, waartegen de onderwijzer verpligt zal zijn een hulponderwijzer te nemen voor kost, inwoning en f 150 'sjaars, en het schoolgeld te ver lagen. Door de commissie van onderzoek is voorgesteld het subsidie voor ée'n jaar toe te staan, om te zien of zich ook be hoefte openbaart aan een 4e. openbare school: de commissie meent dat die behoefte nu reeds bestaat, en alleen de groote offers die dit zoude medebrengen hebben haar weerhouden, nu reeds voor te stellen die school tot eene openbare tc be stemmen. De heer de Jonge vraagt ofhet denkbeeld is om liet subsidie slechts voor één jaar toe te staan, dan wel om de proef naar behoefte eener vierde openbare school voor e'én jaar te ne men. De lieer van Dongen antwoordt op het laatste toe stemmend. Ten gevolge van eene uitdrukking der schoolcommissie in hare memorie van toelichting op haar voorstel, dat de boeken tegen inkoopsprijs bij den onderwijzer verkrijgbaar zullen zijn, of wel onder het schoolgeld begrepen, stelt de voorzitter voor, dat deze bij den onderwijzer tegen inkoopsprijs ver krijgbaar zullen zijn. De heer Mulock Houwer doet opmerken, dat de school commissie de verlaging van het schoolgeld heeft voorgedra gen met bijvoeging van „liefst met inbegrip der schoolbehoef- ten" zoo dat men, dit aannemende, geene aankoop der be hoeften door de kinderen noodig acht. De voorzitter zegt, dat zijn voorstel volgde uit de memorie. De heer Fokker merkt op, dat die zinsnede in de memorie ver vallen moet, en daarvoor in plaats gesteld de door den heer Mulock Houwer, aangehaalde woorden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2