sckoonerbrik Ternate, kommandant luitenant ter zeel e. klasse
jhr, N. A. Holmberg de Beck fel dt ligt ook ter reede om met
de ligtmatrozen te gaan zeilen.
„De adelborsten, bestemd voor het korps mariniers, gaan
naar Amsterdam, en die yoor de constructie naar Delft, waar
zij hunne verdere opleiding zullen ontvangen. Dit zal .ookin
het vervolg plaats hebben, zoo .dat xij niet meer te Willems
oord zullen worden opgeleid."
Van Plymouth wordt den 2S mei geschreven, dat het al
daar ter reede liggend nederlandsch oorlogsfregat Zeeland
dien nacht yan de ankers geslagen en iegen een ander schip
gedreven was, waardoor beide den kluiverboom verloren.
Door den bijstand eener gouvernements-stoomboot geraak
ten de schepen spoedig vair elkander.
Z. M. heeft bepaald dat. ten gevolge der wijziging van
het leger in "West-ïndie voortaan weder bij de Koninklijke
militaire akademie kadets zullen worden geadmitteerd, be
stemd voor den rang van tweeden luitenant der infanterie en
artillerie bij gemeld leger; en zulks geheel kosteloos. Ook
zullen kunnen geplaatst worden kweekelingen op 's rijks
kweekschool voor militaire geneeskundigen, bestemd voor de
geneeskundige en pharmaceutische dienst, ten einde in die
gewesten als officier van gezondheid en apotheker der derde
klasse op te treden.
Vcrkooplngen cn aanbestedingen.
Vlissingen 1 junij.
Een huis en erf, zijnde een winkelhuis, staande en gelegen
in de Walstraat alhier, wijk I. no. 161, kadastraal bekend
sectie D. no. 561. Verkocht voor f 1700.
Kleverskerke 2 junij.
Een huis en erf met tuin, zijnde de dorps herberg, met an
nexe smederij aldaar. Verkocht voor f 1151.
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure.
Mei en junij I860.
Wind. I g i|
60 J E2. I
.2 gOjSo
W
j Laagste
I temperat.
jen verschil
J met de
I hoogste.
Aanmer
kingen.
r7.4jbuij. hetrokk.
'Ö.Oibuij. bewolkt.
'6.2 betrokken.
'5.4 dik bewolkt.
'7.4| betrokken.
'5.1 dik bewolkt.
'6.4 betrokken.
'sav. II u. 56 gr.
'sav. 1111.58
27' West. 21 ,756.3 11.6 ,0.02 6.45 G.5 9.2
28 W. 39 750.7: 10.9 0.61 j 6.09 3.0 S.6
29 "West. !l4 j 703.2 11.1 0.64j 6.42 j 8.0 5.6
301 West. j 3 760.91 10.2 O.SO' 7.62'1.0 8.0'
SljZ. t. O. 4 759.0:15.2'o.70| 9.05) 0.0 7.8
l'w.t.Z.) 9 757.1' 14.0 10.75! 9.02: 2.0 10.0
2j ZOost. S |751.4j 16.0 j0.7Sj 10.03j 0.0 |10.8
Tlicrmoinctcrstand,
J junij. 's av. 11 u. 52 gr.
2 's morg. 7 u. GU 'smidd. 1 u. 60 gr.
3 's morg. 7 u. 58 'smidd. 1 u. 57
4 'smorg. 7 u, 56 'smidd. 1 u. 53gr.
§tatcn generaal.
Vrijdag heeft de eerste kamer hare zittingen hervat, waar
bij de baron W. A. Schimmelpenninek van der Oijena onder
zoek zijner'gëloof»brieven is toegelaten.
De heer van Rijckevorsel heeft hij deze gelegenheid den
minister van binnenlandsehe oplettend gemaakt op de om
standigheid. dat de lijsten der hoogst aangeslagenen in de
onderscheidene provinciën van elkander in vorm verschilden,
terwijl daarbij niet overal de zelfde grondslag omtrent het
aantal der ingezetenen is aangenomen, maar verschillende
volkstellingen zijn gevolgdHij geeft den wensch te kennen
dat, ter voorkoming van moeijelijkheden bij het opma
ken daarvan in het vervolg eenvormigheid in achtgenomen
wierd.
Voor dat de vergadering tot de hernieuwing haver afdec-
lingenoverging, heeft de minister van binnenlandsehe zaken
in antwoord op de voorgedragen beschouwingen van den heer
van Rijckevorsel te kennen gegeven, dat in den vorm de
bedoelde lijsten der hoogst aangeslagenen wel van elkander
verschilden, maar dat zij inderdaad de zelfde bijzonderheden
inhielden." Wat liet verschil van grondslagomtrent het aantal
ingezetenen betrof, de mededeeling van dat feit had hem ver
rast, doch hij verklaarde dat punt op de verzekering van
den heer van "Rijckevorsel te willen aannemen. Als zijn ge
voelen gaf hij op. dat, zoo lang de uitkomsten van de laatst
gelioudene volkstelling niet waren bekend gemaakt, die van
de vorige behoorden te worden gevolgd. Hij heeft dan
ook in dien geest aan de autoriteiten, die hem deswege geraad
pleegd hadden, zijne meening doen kennen. Ten slotte ver
zekerde hij den heer van Rijckevorsel dat hij gaarne onder
zoeken zou in hoe ver <lc gewenschte eenvormigheid ten deze
te bereiken zou wezen.
Onder de ingekomene stukken behooren de onlangs door
de tweede kamer aangenomene wetsontwerpen, en eenige
verzoekschriften enz.
Gemeenteraad ran Vlissingen.
Zitting van 1 junij.
Voorzitter de heer Callenfels. Afwezig de heer en Dutilli,
van XJije Pie terse, Schultz en J. A. Schmidt.
De notulen der vorige zitting worden nagedane voorlezing
goedgekeurd, en daarop voor kennisgeving aangenomen een
overgelegd schriftelijk bevigt van den beer van Üije Pietevse,
dat hij door ambtsbezigheden is verhinderd de zitting bij te
wonen.
Geschiedt voorlezing door den heerMestdagh van het adres.
door de commissie ad hoe ontworpen, ter verzending aan Z.
M. den koning, tot het verhoogen van het minimum van den
rentestandaard bij de bank van leening. Daarbi j is aangevoerd
dat reeds in 1852 gelijk verzoek is gedaan doch afgewezen,
terwijl de bank in de laatste acht jaren bereids een gezamen
lijk te kort van f565,10 heeft gehad. Dit bezwaar uu gelooft
men geheel te boven te komen, wanneer in billijkheid het mi
nimum van rente gebragt wordt van 1 op 2 cent, naumhjk.
voor panden van 50 cent waarde gedurende acht we'keu, "7'5
cent voor zes, f 1 voor vier, f 1,50 voor drie, f 2 voor twee we
ken, en f 4 waarde voor een week.
Met algemeene stemmen wordt het adres goedgekeurd en
daarop de commissie door den voorzitter bedankt.
Wordt gelezen eene missive van den procureur II. Rekker
te Middelburg, houdende mededeeling dat <le arrondisse-
ments regtbank aldaar ongenegen is tot het taxeren van de
declaratien van deheeren mr. A. F. Sifflé en den procureur P.
Rekker, die voor den heer mr. C. J. van Waterschoot van de
I Gracht geoccupeerd hebben bij de door dien lieer tegen de
j gemeente ingestelde en ten nadeele der laatste besliste regts-
j vordering.
De heer Uyttenhooven zegt tot toelichting dat burgeiuees-
ter en wethouders vóór de voldoening der declaratien hebben
verlangd dat deze zouden zijn getaxeerd. Daartoe is de veg-
I ter echter niet aanstonds verpligt,?eu nu blijft liet de vraag
1 of de raad zal goedvinden de declaratien toen te voldoen, dan
I wel vooraf nog- het verzoek ter rolle te brengen om ze te doen
taxeren, hetgeen wederom kosten zal veroorzaken. Hij stelt
het eerste voor, waarmede de heer Winkelman zich vereenigt.
Nadat door den voorzitter op eene vraag van den heer
Mestdagh was verklaard dat de gezamenlijke kosten ten laste
der gemeente omstreeks f230U zullen bedragen, wordt met
algemeene stemmen besloten tot de voldoening zonder voor
afgaande taxatie.
Door den opperb rand meester is tot burgemeester en wet
houders het verzoek gerigt om, uit hoofde van het menigvul
dige schrijfwerk bij zijne administratie, op de begvooting
i voor het brandwezen te mogen beschikken over eene som van
1 f 30 of daavomtrent.
Na eenige discussie is besloten hem daartoe te magtigen.
Gelezen zijnde een nader voorstel van den minister van
oorlog omtrent de overname der kazernegebouwen en meu
belen, waaruit blijkt dat bepaaldelijk bedongen wordt dat
noch de gemeente noch het rijk bij de expiratie van het bruik
leen eenige vordering zal kunnen instellen voor den welligt
verbeterden, of minder goeden toestand, wordt eenparig be
sloten tot den afstand, zoo als reeds voorloopig is toegezegd.
Yoor kennisgeving worden aangenomen de mededeelingen
des voorzittersa. dat de raadsbesluiten tot af- en overschrij
ving op de gemeentebegrooting voor 1859 en 1SG0 zijn goed
gekeurd, en b. dat tot ultimo december dezes jaars is verdaagd
de koninklijke beslissing op het besluit tot heffing van bc-
grafenisregten.
Burgemeester en w ethouders worden, overeenkomstig hun
voorstel, gemagtigd tot de onderhandsclie verhuring van een
lokaal naast de Waag. aan den 1 en agent van policie; onder
goedkeuring van gedeputeerde staten.
Aangezien inet het eir.de dezes jaars de overgangstermijn
verstri jkt, bij de jongste wet op het lager onderwijs voor de
regeling der openbare scholen gesteld, geven burgemeester en
wethouders in overweging eene commissie te benoemen, aan
welke kan opgedragen worden de noodige eindregeling alhier
voor tc bereiden, en daarop bij den raad verslag te doen.
Daar de raad zich eenstemmig met dit voorstel vereenigt en
niemand de benoeming der leden van zoodanige commissie
zelf verlangt, wijst de voorzitter tot leden daarvan aan de liec-
ren van Uijc Pieterse, Ruysch en Mestdagh.
Tot leden van het stembureau voorde op handen zijnde
verkiezing van een lid van de tweede kamer der staten gene
raal. worden benoemd de heeren van Uije Pieterse en Mest
dagh, en tot hunne plaatsvervangers de heeren Wels en J. P.
Smith.
Hiermede de aan de orde gestelde onderwerpen afgeloopen
zijnde, vraagt de heer de Kruyffbefc woord. Hij herinnert dat
de lieer Uyttenhooven in de vorige zitting, bij eene verdedi
ging van den tegcnw'oordigen gemeentebouwmeester, in eene
vergelijking is getreden, welke een ongunstigen schijn op
hem werpt. Spreker vevmecut echter ongehouden te zijn
om in deze vergadering, waarin hij als raadslid zitting heeft,
in eenige wederlegging te treden van insinuatien, tot hem ge
rigt als eervol ontslagen gemeentebouwmeester. Acht men
het noodig zijne handelingen als zoodanig nog na te gaan,
(lau staan (laartoe andere wegen open. De poging om hem
van die zienswijze af te brengen, kan men als mislukt be
schouwen. Hij zal zich er dan ook bij bepalen om te verkla
ren (lat al liet ongemotiveerd tegen hem aangevoerde onge
grond is.
De heer Uyttenhooven zegt (lat hij zich verpligt acht den
vorigen spreker te doen opmerken, dat hij zich geenszins heeft
ten doel gesteld met hetgeen hij in de vorige zitting aanvoer
de dien spreker te beschuldigen of te beledigen. Hij heeft er
zich bij bepaald om aan te toonen dat de tegenwoordige
bouwmeester, die door sommigen beschouwd werd de belan
gen der gemeente niet volkomen te behartigen, integendeel
de zaken met onverdeelde zorg nagaat en zoo veel doenlijk
bezuinigt en verbetert. Hij constateerde alleen die feiten,
maar trad ingeenerlei beoordeeling van de vroeger gepleegde
handelingen. Al leverde hij het bewijs dat de materialen enz.
thans tot veel lageren prijs worden bekomen, dan ligt daarin,
meent hij, nog volstrekt niet opgesloten dat (le vroegere titu
laris zich aan oneerlijkheid zou hebben sclvuldig gemaakt.
De heer Ruysch, hierop het woord bekomen hebbende,
treedt in eene beschouwing over het nut der openbaarheid,
welke hij op hoogen prijsstelt. Daarbij is het echter onmis
baar dat ieder, die inde vevte geroepen wordt deel uit te ma
ken öf van de wetgevende magt, óf van een gewestelijk of
gemeentebestuur zich beroeme op antecedenten en handelin
gen, die, wel verre van het licht te schuwen, ieders achting
afdwingen. Daarom behoort men den zedelijken moed te
hebben openlijk voor zijne denkbeelden uit te komen, en
alleen het pad van openbaarheid, waarheid en waardigheid
te betreden. Spreker herinnert dat in de laatste zittingen om
standigheden zijn voorgevallen, die hem diep hebben gegriefd.
Zonder daarop tcr-ug te komen, wil hij als zijn gevoelen mede
delen (lat er bij de leden van den raad onderling eene zede
lijke solidariteit bestaat ten aanzien hunner waardigheid.
Door den heer Uyttenhooven is'in de vorige zitting eeuover-
zigt geleverd van de prijzen, vroeger en thans voor eenige
materialen besteedliet daarbij in het oog springend verschil
is zóó grootdat-hij vermeent.niet te veel te zeggen, als hij ver
klaart dat zulks doet denken aan eene allerschandelijkste
geldverspilling. Eene dergelijke verdenking kan noch mag
een lid van den gemeenteraad op zich laten kleven, en het
zoo even door den heer de Kruyff gegeven antwoord komt
spreker onvoldoende voor. Daarom stelt liij voor, alle op (lit
onderwerp betrekking hebbende stukken te stellen in handen
van denbeer officier van justitie bij (le arrondissements regt
bank te Middelburg, tot een naauvvkeurig onderzoek.
De heeren J. P. Smith en Wels verklaren dat voorstel te
ondersteunen.
De heer Uyttenhooven verklaartgrootendeels de zienswijze
van den vorigen spreker te deeleu, doch hij voor zich komt
tot eene andere conclusie. Ilijherinnert andermaal dat hij
geenerlei beschuldiging heeft ingebragt, maar eeniglijk heeft
aangetoond dat de tegenwoordige bouwmeester, die onder
eenige verdenking scheen te liggen, de belangen der gemeente
naar zijn vermogen behartigt. Nu zou behooren te worden
uitgemaakt of werkelijk de vroeger besteede hoogere prijzen
de schuld van den toenmaligen bouwmeester waren. De mo
gelijkheid bestaat dat de tegenwoordige voor alles betere ka
nalen weet. In den tegenwoordigen stand der zaak acht hij
baar niet vatbaar om tot de voorgestelde conclusie te leiden,
ofschoon hij ook thans noch ten voor-noch ten nadeele van den
vroegeren titularis wenscht te spreken. Zijns inziens zou men
echter vooraf de verdediging van dien eervol ontslagen amb
tenaar moeten afwachten, en als er eenig stellig bewijs tegen
hem wierd geleverd, terug komen op dat eervol ontslag.
De heer Ruysch komt nader op zijn voorstel terug. Hij
kent zich geene juridische kennis genoeg toe, om het juiste
pad af te bakenen dat men zal behooren te bewandelen, maar
hij meent dat dit de eenige doeltreffende weg is 0111 deze zaak
tot een voor ieder gewcnscht einde te brengen.
De heer de Kruyff verklaart dat hij, zoo als hij reeds mede
deelde, niet voornemens was te antwoorden, doch na het dooi
den heer Ruysch gesprokene wil hij voorshands enkele we
derleggingen kenbaar maken. Ook vroeger ging de aanbeste
ding van materialen bij onderhandsclie insclirij ving door bur
gemeester eu wethouders, maar altijd bij veel geringere
hoeveelheden dan thans. Wat bet schilderen der beveiligings-
palen betreft, doet liij opmerken dat daarbij begrepen was
het schilderen van een groot aantal leuningen van bruggen cn
trappen, enz., zoo dat hij zich overtuigd houdt dat ieder die
zijn verstand gebruiken wil, inoet erkennen dat deopgaafvan
den tegenwoordigen bouwmeeester (volgens welke dat alles
zou geverwd zijn door 1 man in 3 dagen niet een nederl. pond
loodwit) onbestaanbaar is. Daarenboven is er in de bereke
ning een belangrijk abuis, aangezien de verw tegen 37 cent
per pond is uitgetrokken en de levering daarvan, droog eu
ontoebereid. op 5 cent is aangenomen.
De heer Ruysch, verlof bekomen hebbende om ten derden
male het woord te voeren, geeft de heer den Kruyff in beden
king 0111 eene uitgebreide memorie van verdediging op te ma-
keu en aan bet onderzoek van den raad tc onderwerpen.
Wanneer deze zich daartoe bereid verklaart, zal spreker ziju
voorstel tot na den afloop daarvan schorsen.
De heeren J. P. Smith en van der Os verklaren zich gaarne
met dit denkbeeld te vereenigen, terwijl de lieer de Kruyff
zich bereid verklaart, als de vergadering zulks verlangt, dat
verzoek in te willigen.
Met algemeene stemmen vereenigt de vergadering er zich
mede.
I11 antwoord op eene vraag van den heer Mestdagh ver
klaart (le voorzitter, (lat hem na onderzoek is gebleken dat de
opgave van den gemeentebouwmeester omtrent de vervaar
diging van 130 kribbekasjes voor de mariniers in zooverre
juist was, dat, wel is waar 70 stuks zijn afgeleverd, doch voor
de 60 overige het hout gereed ligt, er» alleen andere opgeko-
mene werkzaamheden de oorzaak zijn dat deze nog niet zijn
afgeleverd.
De heer Mestdagh betuigt zijn dank voor de gegevene in
lichting. waarna de openbare zitting wordt gesloten.
öuitcnlanbscljc tijöingm.
Engeland.
Londen 2 junij. In de zitting van het lagerhuis van giste
ren heeft lord John Russell op eene interpellatie van den heer
Fitzgerald verklaard, dat het britsclie gouvernement op Rus-
lands voorstel betrekkelijk de christenen in Turkye geant
woord heeft, dat het zich met de zienswijze van Rusland
omtrent den toestand der christen-onderdanen van de porte
niet kon vereenigendat Engeland op grond van het tractaat
van 1856 eene regtstveeksclie bemoeijenis der mogendheden
met de inwendige aangelegenheden van Turkye als onge
oorloofd beschouwt. Volgens lord John llussell hebben Oos
tenrijk en Pruissen zich in den zelfden geest verklaard, maar
even als Engeland het houden van eene enquête aangeraden.
Mogt de sultan weigeren de consuls der mogendheden aan
die enquête te doen deel nemen, (lan zou Engeland daarop
niet aandringen. De engelsclie gezant te Konstantinópel had
den sultan geraden den grootvisier met onbeperkte volmagt