Door het ministerie van marine is met den heer W. Hoven, te 's Hage, gecontracteerd tot het leveren van overdek- kingskappen van gegalvaniseerd ijzer, over de te Ylissingen liggende verdedigingsvaartuigen. Den 1 mei aanstaande zullen de intendanten,door Z. M. onlangs benoemdbelast met de administratieve dienst in de zeven militaire afdeelingen, in functie treden en gevestigd zijn als volgt: leafdeeling, te 's Hertogenbosch, intendant 2e kl. baron Dibbetz, met toevoeging van den onder-inten dant 2e kl. Hamming2e afdeelingte Arnhem, onder-inten dant le kl. Otken, met toevoeging van den onder-intendant 2e kl. Dunnes; 3e afdeeling: te'sGravenhage,intendant 2e kl. Boers; leafdeeling: te Utrecht, onder-intendant, le kl. M. de Ras. met toevoeging van den onder-intendant 2e kl. de Haart; 5e afdeeüug, te Vlissingcnonder-intendant 2e kl. RijgerbosOuwens; 6c afdeeling, te Groningen onder-inten dant le kl. J. C. N. van Hees; 7e afdeeling, te Maastricht: onder-intendant le kl. de Roy van Zuidewijn. Öost-Migclisehe kolonicn. Door de aankomst van de laatste landmail uit Oost-Indie zijn nadere bijzonderheden bekend geworden omtrent de overrompeling van het stoomschip Onrust. Ze zijn gedeelte lijk in strijd met de vroegere berigtcn en komen in de hoofd zaak O]) het volgende neder. Te Bandjermasing zijn sedert de vorige berigten nog drie personen ontdekt die aan den moord zijn ontkomen, zoo dat het blijkt dat de hadji Mohamed Taib niet de eenige geredde is, en er tegen laatstgenoemden zelfs zware verdenking gere zen is. Uit de afgenomen verhöoren bli jkt toch dat twee vol gelingen van genoemden hadji, met namen AboeTalipen Tjahal. door den waarneinenden civiel gezaghebber, luitenant Bangert. die zich aan boord van de Onrust bevond,metbrieven tan uien gezaghebber cn nog andere van dien hadji zijn afge vaardigd naar eenige opperhoofden. In plaats van die brieven zeiven aan hunne bestemming te bezorgen in de binnenlan den, werd hun dit als onveilig afgeraden en hebben zij ze aan andere hoofden ter bezorging afgegeven, terwijl zij het bij hunne terugkomst aan boord van do Onrust deden voorko men of zij zich eigenhandig van de hun opgedragene taak hadden gekweten. Voorts moet Mohamed Taib tijdens de overrompeling zich aan boord bevonden hebben. Na ruim een uur in de kajuit te hebben doorgebragt, kwamen dekomman- dant, de luitenant Bangert, Soerapati, zijne zonen en volge lingen weder opliet dek cn bezigtigden het schip. Terwijl zij daarmede op het voorschip onledig waren, werd den doctor, die aan de kajuitstrap stond, op het onverwachts van achter over den regtersehouder met een mandouw door een der vol gelingen van Soerapati een houw toegebragt, na het bekomen van welke de doctor naar beneden is gesprongen. Opliet zelfde oogenblik, immers zoodva AboeTalip zijne oogen van het voorvallende aan den kajuitstrap naar het voorschip wend de, geraakte alles in eene verwarde beweging en werden alle maudouws getrokken, zonder dat eenige semkreet werd ge hoord. Op het zien daarvan vlugtte Aboe Talip, die nevens het roer stond, langs cenc tros. waaraan aan den achtersteven een klein anker boven water hing. Terwijl hij bezig was om eene djoekong los te maken die nabij het achterschip vast gebonden lag aan een der scheepsbooten, ten einde met dat vaartuig verder te vlugten, zag hij Mohamed Taib langs den zelfden weg, dien hij gevolgd had, overhaast het schip verla ten en nam hem in de djoekong bij zich op, waarna zij zich begaven naar liet op GO a 70 vadem verwijderde vlot. waarop Mohamed Taib gedurende het oponthoud van de Onrust te Loetoeng Toeoor zijn verblijf hield. Onderwijl was eene djoe kong, bemand met twee inlanders, waarvan een een volgeling van hem en de andere een volgeling van Mohamed Taib was, bij hen gekomen om lien te redden, doch van hunne hulp hébben zij geen gebruik gemaakt. Deze djoekong redde ech ter een oppasser (Bekompayer van geboorte) van den luite nant Bangert, die over boord sprong, en bragt hem op het ge noemde vlot. Daar kwam ongeveer een kwartier later mede te regt een javaansché bediende van den officier van administra tie. die door een ter plaatse aanwezigen handelaar van Mara- balian uit het water was gehaald. Onmiddelijk na het eerste sein tot vijandelijkheid kwamen de om en nabij het stoomschip gelegene vaartuigen op zijde daarvan en enterden de opvarenden het stoomschip. De op eenhoping van volk daarop werd dien ten gevolge zoo digt en zoo verward, dat men van het vlot hoegenaamd niets kon onderscheiden. Het rumoer aan boord duurde tot 3 uur, doch de strijd is aldaar waarschijnlijk veel vroeger opgehouden en de Dajakkers hebben zich daarna met plunderen onledig ge houden, tot dat liet schip reeds tot aan de poorten der hutten was gezonken, waarop de Dajakkers dit bevreesd hebben verlaten. Een half uur later, en wel toen het water tot aan de ver schansing was gestegen, meent Aboe Talip het gerammel van eene zware ketting gehoord en gezien, te hebben, dat het schip driftig was. Zeer spoedig daarna kwamen vijf Europeanen uit het schip te voorschijn, die na van de raderkassen op de Dajakkers met pistolen geschoten te hebben, in het water sprongen, doch iu een oogenblik door dezen, die van alle kan ten in djoekongs toeschoten, zijn vermoord. Deze vijf Euro peanen worden vermeend matrozen te zijn geweest, omdat zij in het witgekleed waren en met dajaksche stroohoeden. Vol gens beweren van Aboe Talib waren de kommand anten de luitenant Bangert ongewapend bij derontvangst van Soerapati. Gedurende de overrompeling werd van weerskanten geen gebruik gemaakt van vuurwapenen. Eenige der met de drie Tocmenggoengs verschenen djoekongs waren van vuurwape nen voorzien en de opvarenden hadden geen zeer vredelie vend aanzien. Hierover zoude eerst door Aboe Talip en Mohamed Taib en daarna tusschen deze en den luitenant Bangert van gedachten zijn gewisseld. Mohamed Taib zoude aan Aboe Talip verhaald hebben dat de kommandant van de Onrust is vermoord bij het kanon op de boeg en de luitenant Bangert op het voorschip nabij den stoomketel. Bij het begin der vijandelijkheden waren nog bovendien op het dek een kort, gezet officier met zwarte bakkebaarden en de officier van administratie. De Onrust lag met den steven naar boven en had stoom op. Wanneer Soerapati het schip heeft verlaten is niet gebleken, noch is vernomen hoeveel volk hem de over rompeling heeft gekost. Bij Aboe Talip en Tjahal zijn schriftelijke opstellen gevon den van de door hen af te leggen verklaringen, welke geheel overeenstemmen met de verklaringen van Mohamed Taib en welke zij beweren door hem in de pen te zijn gegeven, onder aanbeveling om dien overeenkomstig te getuigen. Mohamed Taib spreekt hardnekkig de verklaringen van zijne togtge- nooten .tegen. Dat de eerste verklaring van Mohaiued Taib leugenachtig is, is zoogoed als zeker; maar of hij deel in den aanslag gehad, of slechts gelogen heeft uit vrees van, zoo hij de waarheid verhaalde, van phgtverzuim te worden beschul digd, zal later blijken. Intusschen wordt op hem een waak zaam oog gehouden. Den 27 januari} is eene expeditie, onder de bevelen van den kapitein-luitenant ter zee R. L. de Ilaes, inet de Suri name, Boni, Bennett, gewapende barkassen en sloepen, een kapitein der infanterie, 1 luitenants, benevens 200 man troe pen en eene halve batterij artillerie naar de plaats des onheils vertrokken, teneinde te zien in hoeverre het ligten der On rust mogelijk is, en tot het straften der moordenaren, die zich volgens ingewonnen berigten aldaar versterkt hebben. Den 31 januarij arriveerde ter reede van Batavia de stoom sleper kapitein van Os, gezagvoerder W. Glaser, eerst korte lings van Bandjermasing vertrokken. Sedert de laatste nood lottige tijdingen was daar niets meldenswaardigs voorgevallen en bestond het voornemen om op den 27 januarij eene expeditie daarheen te zenden. -Van Bandjermasing schrijft men in dato 21 januarij jl. aan de Java bode Al zijn er ook vier maanden verloopen, nog telkens ver neemt men particuliere omstandigheden, die eenmaal den moord aan de familie Wijnmalen hebben vergezeld. De pen weigert ons schier de beschvij ving der gruwelen. Zoo moet de heer Wijnmalen een tijd lang een zestal muitelingen, die op hem afkwamen op een afstand van 150 passen van hem ver wijderd hebben gehouden en durfden de lafaards hem niet naderen, uit vreeze voor een dubbelloop jagtgevrcer, dat de heer W. op hengerigt hield, terwijl zijn echtgenoot cn 12jarig zoontje achter hem stonden. Eindelijk kwam een muiteling uit den hoop te voorschijn, liep bedaard tot den lieer W. zeg gende „mijnheer Wijnmalen! gij kent mij, wilt gij gered zijn?" „Ja, zegt de lieer W., ik ken u. gij zijt mijn sobat!" „Welnu, zeide de ellendeling, geef dan uw geweer aan mij!" De heerW. doet dit, en op hetzelfde oogenblik geeft de schurk hem een kritssteek in de borst, zeggende „Djangan mara!" waarop W. met den uitroep: O God! ncderstortte. Zijn zoontje neemt een stuk hout van den grond en slaat er den moordenaar mede, waarna de knaap door een slag van een parong werd nedergeveild. Mevrouw Wijnmalen wierp zich op het lijk van haven man. uitroependeDoodt mijDoodt mij!Men scheurde haar de kleederen van het lijf cn maakte op de gruwelijkste wij ze een einde aan haar leven. Bijna ongelooflijk cn toch is het de waarheid van al die moordenaars is nog niemand opgehangen, niemand door beulshanden gedood. Slechts twee inlanders, die inlandsche soldaten getracht hadden tot desertie te verleiden. Nu men het gewone regt zijn langzamen loop laat, aarzelt men meer en meer de verdachten met korte wetten, naar oorlogsregt, te straften. Maar waarom ieder muiteling met de wapens in de hand gevat, niet van kant gemaakt? Het leven der 70 op varenden van de Onrust ware dan welligt gespaard gebleven. java. Bij gelegenheid van den jaardag des konings, welke te Batavia met de gewone plegtigheid is gevierd, is aan 217 veroordeelden geheel of gedeeltelijk kwijtschelding hunner straf geschonken. Naar men verneemt worden er van onderscheidene zijden bij het gouvernement pogingen aangewend, om de regering over te halen tot de uitgave van eene kaart van de residentie Batavia, volgens de groote manuscriptkaart, door de officie ren der genie vervaardigd. Uit eene opgave van het bedrag der ingetrokken kope ren munt en der ingewisselde en vernietigde, alsmede van de nog niet ingewisselde recepissen op ultimo januarij I860, blijkt, dat aan kopergeld naar Nederland ter vermunting is verzonden f 12,552,568, iu Indie, na onbruikbaar te zijn ge maakt, verkocht f 572,020, te Sourabaija tot staven versmol ten en doorgekapt f1,391,500, cn in 's lands kas en in depóts f 17,959,901, tezamen f32,475,992; van de in omloop ge- bragte recepissen ad f26,000,000, zijn ingewisseld f12,933,927, zoo datin omloop blijft f 13,666,073van de ingewisselde zijn vernietigd f 12,852,427 cn aangehouden f81,500. Ter nadere opheldering van het onlangs gebeurde te Djocdjocarta meldt de Java bode, het volgende Op den 2 januarij heeft alhier onder een klein gedeelte van het garnizoen het plan bestaan, om de officieren te vermoor den, zich van het fort meester temaken, het geldkantoor te plunderen en zoo doende hier een onafhankelijk postje te ves tigen. De sergeant B. (zoo wij vernemen een Hollander) was aan het hoofd van het komplot. De overige medepligtigen, meest Zwitsers en Franschen, schenen dat plan wel wat dol te vindenzij wilden wel deserteren, daar zij zich in een gewoon vredegarnizoen verveelden, doch niet toestemmen in zulk een moorddadig plan, als de sergeant geopperd had. Bijna gedu rende eene geheele week zijn allen binnen het fort geconsig neerd geweest. De generaal-majoor, kommandant der 2de afdeeling, is hier geweest om onderzoek in deze te doen; daarop zijn onder geleide van Pakoe Alams troepen, 13 der voornaamsten voor den krijgsraad te Sarnarang gebragt. Een 50tal der meest verdachte vreemdelingen zijn overgeplaatst, waarschijnlijk om hun wensch om op expeditie te gaan, te verwezenlijken. Zij hebben zich zeer bedaard in de compag nie de geweren cn patronen laten afnemen. Volgens de Soerabaysche courant is den 8 februarij in het hospitaal te Simpang overleden de kapitein ter zee M. F. Courier dit Dubekart, ridder der Militaire "Willemsorde 3de klasse, kommandant van de scliroefkorvet Prinses Amelia. In den avond van 7 dezer is van dc helling der fabriek voor de marine en het stoomwezen van stapel geloopen het in deelen uit Nederland gezonden ijzeren stoomvaartlijn- Ka- poeas, bestemd voor de gouvernementsdienst op de rivier van dien naam, in de Wester-afdecling van Borneo. Op Banda zijn in het laatst van het vorige jaar, en te Benkoelen in het begin van het thans loopende schokken van aardschudding waargenomen. celebes. Op den 20 januarij werden de rijks ornamenten van Boni met zorg ingepakt en vergezeld van eene groote volksmenigte onder geleide van bonische kiesheeren te Pa- lakka gebragt en aan de commissarissen voor de zaken van Boni overgegeven. Zoo als reeds vroeger per telegraaf gemeld is, werd als vorst van Boni erkend en aangesteld Achmad Sinkarroe Roekka, avoe van Palakka. Die keuze, welke genoegzaam eenstemmig plaats had, vindt allerwege goedkeuring en levert volgens het Batavi- aaseh handelsblad het bewijs dat de Boniers door de laatste expeditie zoo volkomen van onze overmagt overtuigd zijn, dat het hun ernst is voortaan onze suprematie te erkennen en zich aan onze staatkundige leiding te onderwerpen. Aller wege herstelt zich de orde, cn zigtbaar neemt het vertrouwen toe. Dc paddi-oogst wordt rijk genoemd. Vele gevallene regens hebben aan den grond goed gedaan. Verkoopingcn cn aanbestedingen. Middelburg 14 april. Heden voormiddag heeft alhier ter griffie van het geweste lijk bestuur van Zeeland, plaats gehad de openbare aanbe steding, van 1. het maken der geu one aarde-, kraiu-, rijs- en steenglooijingwevken aan de zeedijken der ealamiteuse polders van Zeeland, in het jaar I860, met het leveren der benoodigde materialen, benevens het onderhouden van al de werken tot deu 1 mei 1861, in 36 perceelen. Daarvan zijn aannemers geworden voor perceel 1Zuid- kraai jert, M. de Vriend, te Borssele. voor f 5600. 2. Borssele, aan idem, voor f9800. 3. Ellewoutsdijk, J. C. van Hatturu, te Sliedrecht, voorfl3,S00. 4. Hoedekenskerke, J. Paauwe, te Hoedekenskerke, voor f9995. 5. Willem Anna, M.Loov. te Ellewoutsdijk, voor f15,600. 6. Kruiningen, A. Rogge band, te Waarde, voor f14,500. 7. Waarde, D. A. Dronkers, te Middelburg, voor f 13.800. 8. Nieuwlande en Molen, A. Kole, te Ycrseke, voor f7100. 9. Wilhclmina en Oostbevc- land, G. Dekker, te Sliedrecht, voor f 11,600. 10. Moggers- hil, Stavenisse en Margaretha, P. Kalis Wz., te idem, voor f19,400. 11. Mui jc, aan Idem, voor f2150. 12. Scherpenisse, aan idem, voor flS,300. 13. Deurloo, C. Bolies Cz., te Brui- nisse, voor f3900. 14. Zuidernieuwland en de Zuidhoek, A. Hartog Az., te Sliedrecht, voor f8400. 15. Borrcndamme, W. Speelman, te Buvgli, voor f12,200. 16. Flaauwevs, J. van Haaften, te Sliedrecht, voor "f12,500. 17. Koudekerke, W. Speelman, te Burgh, voor f7500. 18. Scharendijke met de oude hoeve. H. Ringelberg, te Duivendijke, voor f 15,200. 19. Langendijk, de zelfde, voor f 6500. 20. Brouwershaven, de zelfde, voor f6400- 21. Burgh en Westland, G. Dekker, te Sliedrecht, voor f9800. 22. Bommcnede e. a., A. van Pope- ring, te Bruinisse. voor fS250. 23. B uinisse en Stoof, J. C. van Hattum, te Sliedrecht, voor f18.200. 24. Vliete cn Nieuw-Noordbeveland, Jan Breas, te Colijnsplaat, voor f6900. 25. Oud-Noordbeveland Jasper Breas, te idem, voor f 16,700. 26. Anna, Jan Breas, te idem, voor f6000. 27. Tienhonderd en Zwarte en Adornis, A. Rinderste Breskensvoor f12,000. 28. Oud cn Jong Breskens, J. Filis, te Vlissingen, voor f26,000. 29. Elizabeth c. a., J. Colijn Pz., te Nieuivvliet, voor f 4390. 30. Hoofdplaat, J. Filis, te Vlissingen, voor f30.600. 31. Magdalcna, J.Ber- tou, te Biervliet, voor f575. 32. Stad Philippine, A. Rin ders, te Breskens, voor f675. 33. Kouden, J. Filis, te Vlissingen voor f3500. 34. Margaretha en Klein Huis- sen, D. Meeusen, te Zaamslag, voor f9500. 35. Eendragt, D. Looy Mz., te Ellewoutsdijk, voorf6500. 36. Walsoor den, D. A. Dronkers, te Middelburg, voor f 20,700. 2. het driejarig onderhoud van het kanaal van Sluis naar Brugge. Daarvan is aannemer geworden, de heer AE. Stubbé te Sas van Gent, voor f 2044. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure. April 1860. Win to .2 5 Kracht. oO E H <U _j is .2 a C/1 S to Laagste temporat, en verschil met dc hoogste. Aanmer kingen. 8 West. 7 759.0 9.4 0.83 7.54 0.0 ligt bewolkt. 9 U 11 753.2 7.G 0.64 5.19 2.0 bew. buijig. 10 W.t.N. 10 756.4 6.2 0.72 5.31 4.5 bew. buijig. 11 E. t.W. 9 767.3 5.6 0 68 4.87 3.0 buijig betrokk 12 Zuid. 1 763.2 7-2 0.71 5.64 1.0 bctrokken. 13 Zo. t.Z. 7 764.1 s.i 0.70 5.83 0.0 betrokken. 14 NOost. 2 766.8 9.3 |0.72 6.50 1.0 dik bew. buij. Tliermoinetcrsiand. 13 april, 's av. 11 u. 4 4 gr. 14 's morg. 7 u. 42 'smidd. 1 u. 51 gr. 'sav. 11 u. 44gr. 15 'smorg. 7 u. 46 'smidd. 1 u. 54 'sav. 11 u.49 16 's morg. 7u. 46 'smidd. 1 u. 58 gr.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2