öuitenlantrsclje lijöingcn. Kngelaitd. Een gedeelte van de kanaalvloot, bestaande uit het ad miraalschip Royal-Albert, van 121 stukken, twee andere schroef-liniesebepen en een stoonifregat, welke vaartuigen onlangs naar Lissabon gestevend waren, zijn jl. dingsdag voor Plymouth terug gekomen. Men zegt, dat al deze bodems lek zijn en dat vooral het genoemde admiraalschip eene belang rijke reparatie moet ondergaan. Daarentegen is de 2e divisie der kanaalvloot, bestaande uit vier stoomlinieschepen en een fregat, maandag uit het kanaal te Spitliead binnengekomen. Wegens de schelmerijen en verduisteringen bij het oostenvijksche krijgswezen wordt uit Triest aan The times berigt dat het daardoor ontstaan te kort niet minder dan 17 millioen guldenvbedraagt, waarvan 300,000 aan eenige der voornaamste kapitalisten dier stad worden toegeschreven. Het opmerkelijkste in den hierop hctvekkelijken brief is het volgende, dat gezegd wordt aan eene goede bron ontleend te zijn. Bij de vermaarde zamenkomst der twee keizers te Vil- lafranca, in welke Napoleon en Frans Joseph bijna drie kwar tier uurs lang zoo goed als alleen waren, voegde de eerste den laatste toe: „Uwe Majesteit zou weldoen door bet oor aan goeden en welgemeenden raad teleenen. Gij zijt door ver raders omringd. Uwe Majesteit gelooft dat de vesting Mantua voor zes maanden geproviandeerd is. Ik zeg u, en hierbij hief hij den vinger veel beteekenend op. zij is voor geen zes dagen van levensmiddelen voorzien. Onderzoek of wat ik u zeg de waarheid is en handel dien ten gevolge." Dat gezegde bleek waarheid en leverde tevens een nieuw bewijs op hoe oneindig verliet fransclie verspiedingstelsel het oostenvijksche overtreft. Ouitschland. Weenen 4 April. Nopens de nieuwe loterij-leening ver neemt men dat de deelneming daaraan zich grootcndeels beperkt tot financiële kringen alhier, alsmede in eenige voor name steden, als Pesth, Triest cn Praag, doch dat daarentegen in de overige kleinere steden en op het platteland, hoezeer van regeringswege alle mogelijke opwekkingen geschieden en de deelneming zoo gemakkelijk mogelijk wordt gemaakt, er weinig of niets wordt ingeschreven. Voorts wordt als een feit verzekerd dat door grootc inschrijvers alhier voor welke de deelnemingNin zekereh zin eene zaak van eer is, de vece- pissen reeds met een verlies van 1 a 2 pet. zijn overgedaan. Op grond van dit een en ander twijfelt men er zeer aan of de 200 millioen der leening wel bijeen zullen komen. Betreffende de instructie tegen den hoofddirecteur der Oedit-Anstalt, den lieer Richter, verneemt men, dat deze tot nog toe niets heeft bekend, maar integendeel zijne familie, die hem dikwijls komt bezoeken, herhaaldelijk verzekert dat hij geheel onschuldig is en met gerustheid den loop der proce dure te gemoet ziet. Den 31 maart jl. is de termijn verstreken binnen welken de evangelische gemeenten in Hongarije zich hadden te orga niseren overeenkomstig het keizerlijk patent van 1 september. Het blijkt thans dat 226 gemeenten, 306,786 zielen tellende, zich daaraan hebben onderworpen, terwijl 333 gemeenten, met 513,712 zielen, zich tegen de aanneming van het keizer lijk patent hebben verklaard. Berlijn 6 april. In welonderrigte kringen heersclit het ver moeden dat de jongste mislukte carlistiscke beweging in Spanje in het geheim door Frankrijk is opgewekt, ten einde zoo doende wantrouwen te doen ontstaan tusschen het hof van Madrid en den Heiligen stoel, welke laatste steeds sym pathie voor den legitimistischen pretendent op den spaan- schen troon heeft getoond, en, als gevolg daarvan, te voorko men dat Spanje hulptroepen ter beschikking van de pauselijke regering zou stellen. Frankrijk. Parijs 7 april. De beweging ter gunste van den paus duurt nog steeds voort. De lieer de Corcelles is naar Rome vertrok ken met de opbrengst cener collecte, welke naar men zegt 500,000 fr. bedraagt. Een abt is insgelijks met bet zelfde doel vertrokken, medenemende 200,000 francs, welke onder de geestelijkheid is bijeengebragt. Bijna alle bewoners van den Faubourg st. Germain zullen zich naar hunne landgoederen beo-even, ten einde het overtollige van hun inkomen, dat zij thans alhier verteren, aan den paus te kunnen zenden. Onder de geruchten behoort dat de keizer met den paus onderhandelt over de intrekking der excommunicatie voor zoo veel hem betreft, of althans over eene verklaring waaruit duidelijk blijken moet dat de keizer er niet door getroffen is. Op die voorwaarde zou defransche bezetting te Rome blijven. liet Journal du Havre meldt (lat de vrerle in Cochin- china definitief zal totstandkomen, cn dat. volgens dc ont worpen schikking Saigon, aan Frankrijk zal toevallen en Spanje in het bezit der baai vanTuvon of Tourane zal geraken Le nord deelt een brief uit Rome mede, waaruit zou blijken, dat groote banvloek, door den paus nog niet is uitge sproken. Wel is waar heeft de gewone afkondiging plaats ge had, welke de bedreiging behelst, dat de banvloek zal geslin gerd worden, maar het gebruik wil, dat die afkondigingen driemaal, met minstens acht dagen tusschenruimte, herhaald moeten worden, ten einde de schuldigen intusschen de gele genheid te geven iu onderwerping te komen. Na de derde afkondiging moeten andermaal acht dagen verloopen, voor de groote ban eindelijk uitgesproken mag worden, weshalve deze plegtigheid niet vroeger plaats kan hebben dan den 19 april, doch welligt eerst eenige maanden later haar beslag zal krijgen. Nopens een cn ander behoort men de officiële berig- ten af te wachten. PAUSELIJKE EXCOMMUNICATIE. Het belgische dagblad L' independanc'e bevat eene verta ling van de excommunicatie-bul, welke door den correspon dent van Rome werd toegezonden, cn naar diens zeggen 29 maart door den paus werd uitgevaardigd en op verschillende plaatsen aangeplakt. Wij kunnen het gansche stuk niet over nemen en achten dat ook onnoodig, daar het niet slechts de excommunicatie bevat, maar ook ccne wijdloopige beschou wing van de gebeurtenissen, die bet hoofd der katholieke kerk tot den beslissenden stap gedrongen hebben. Het op schrift luidt aldus: „Apostolische brieven van onzen allev- „hciligsten vader Pius IX, paus bij de gratie Gods, bij welke „de groote excommunicatie wordt toegepast op de overweldi gers en onregtmatige inbezitnemers van eenige provinciën „van het pauselijke gebied." Dit opschrift geeft terstond aan de half officiële fransche dagbladen: La patri e, Lepays en Le constitutionnel gelegenheid om te beweren dat de bul niet tegen het fransche gouvernementgerigt kan zijn, daar dit toch in ieder geval niet onder „de overweldigers en onregtmatige inbezitnemers" van die provinciën kan gerekend worden. Le siècle, daarentegen bespreekt de handelingen van den paus met ruiterlijke rondheid. Het tracht niet te ontkennen dat tegen het fransclie gouvernement de excommunicatie-bul gerigt is. Het loochent niet dat het wapen tegen den keizer ter hand is genomen, maar het beweert eenvoudig dat het niet meer kwetsen kan. „Waarom, vraagt het, zouden wij de bedoeling van den heiligen vader verbloemen, daar toch nie mand op zijn banvloek achtslaat, tenzij om dien belagchelij- ken stap af te keuren?" Na in de inleiding de oude^ftelling te hebben uitgesproken volgens welke de kerk eene goddelijke inrigting is. die aan de menschheid dc zaligheid aanbiedt, maar die, om dat doel on belemmerd tc kunnen bereiken, volkomen onafhankelijk cn dus in het bezit van grondgebied moet zijn, gaat dc paus over tot de bewering dat het slechts de vijanden der kerk kun nen zijn, die zijn wereldsch gezag trachten te rooven. „In dezen beklagenswaardigen tijd, zegt hij. heeft ieder kunnen zien, hoe verfoeijelijk die verbitterde vijanden van de kerken den-heiligen stoel te werk gaan cn hoe zij hunne leugens achter den sluijer der schijnheiligheid verbergen. Wanneer zij, met vertrapping der goddelijke en menschclijke regten, den heili gen stoel van zijn wereldsch gezag trachten te berooven, doen zij dat niet, gelijk vroeger, met geweld van wapenen, maar door de arglistige verspreiding van valsclie beginselen cn op- ruijing van de hartstogien des volks." En welke zijn nu die valsclie beginselen? Waarin bestaat die opruijing? „Inde miskenning van het goddelijk regt der overheid, in de predi king van het beginsel der volkssouvereiniteit," zegt dc paus. Gelijk bekend is, zijne heiligheid is dc consequcnste handha ver van het anti-revolutionnairc staatsregt, die bij mogelijk heid in Europa kan gevonden worden. Van (laar dat auto cratische, zelfs kettersche gouvernementen, dat van Rusland bijv. eenige jaren geleden, altijd min of meer sympathie be wijzen aan het pauselijk gouvernement. Van daar dat de groote revolutieman van onzen» tijd, Napoleon, de gevaarlijk ste vijand van den paus is. al beweert hij dat zijne troepen in Rome slechts gevonden worden ter bescherming van den hei ligen stoel. Napoleon, voorstander van de leer der volkssou vereiniteit, is dus natuurlijk door den bul getroffen, al wordt hij niet met name genoemd. Ter voorkoming van alle misverstand ten dien opzigte zegt de paus in ronde woorden„Wij willen dat de inhoud dezer apostolische brieven niet worden gewraakt, onder voorwend sel dat zij, die daarin worden aangeduid en allen die belang hebben of beweren te hebben bij den inhoud dier brieven, van welken staat, van welke orde, rang of waardigheid zij ook zijn, hoe waardig men hen eene bijzondere of persoonlijke vermelding ook rekene. daarin niet hebben toegestemd, dat zij ten deze niet zijn opgeroepen, opgedaagd, verhoord, dat hunne redenen niet zijn vernomen, overwogen, onder zocht. Deze zelfde brieven zullen eveneens doorniemand, onder welk voorwendsel of beding ook, kunnen worden be schouwd als nietig wegens verrassing, afpersing, of gebrek aan bedoeling het zij van onze zijde, het zij van hen, die er iu bedoeld worden." enz. Het piemonteesche gouvernement vooral wordt in dit stuk als zeer boosaardig gebrandmerkt. Immers, het heeft, volgens den paus, meer dan eeuig ander deel genomen aan de valsclie en afschuwelijke intrigues," die den afval der romeinsehe provinciën ten gevolge zouden hebben gehad. „Ieder weet, zegt de heilige vader verder, hoe veel onregt reeds in dat ongelukkige land gepleegd is aan de kerk en hare gezalfden, en wij hebben onze bittere droefheid daarover reeds te kennen gegeven in (le consistoriale allocutie van 22 januarij 1S55. Na toenmaals onze billijke klagten te hebben in den wind geslagen, is die regering thans tot zulk een uiterste aanmatiging vervallen, dat zij, ten nadeele der alge- me ene kerk, zich van het wereldlijk gezag heeft durven mees ter maken, hetwelk God aan den heiligen stoel heeft toever trouwd en door dezen gehandhaafd en bewaard worden moet. gelijk wij hierboven hebben uiteengezet. De eerste sporen van die aanvallen openbaarden zich reeds in het tractaat van Parijs van 1856, toen onder meer drogredenen,ook hetbegin- sel werd besproken en verdedigd, volgens hetwelk het we reldlijk gezag des pausen, de magt van den heiligen stoel verminderd moest worden. Maar toen, in het verloopen jaar, de oorlog ontvlamde tusschen den keizer van Oostenrijk en den koning van Sardinië,met wien zich vrijwillig den keizer der Fransehen verbonden had, toen deinsde men voor geen misdaad, voor geen bedrog terug, om, door alle mogelijke middelen, de volken, die aan ons hoogpriestevlijk gezag onderworpen zijn, tot eenen misdadigen afval te bewegen. Overal werden agenten uitgezonden, geld uitgestrooid, wape nen afgegeven, verderfelijke geschriften en dagbladen ver spreid; zij, die door de piemonteesche regering naar llome werden afgezonden, ontzagen zich niet, met vertrapping van het regt der volken, met verbreking van dc wetten der eer, elk verraderlijk wapen aan te wenden, iederen aanslag in het ver borgen te smeden, welke raaav dienen kon om ons pauselijk bewind ten val te brengen." „Ten gevolge van deze handelingen, zoo vervolgt de tekst brak dc opstand los in onze provinciënmen kon digde er het koninklijk diktatorschap af; de piemonteesche afgevaardigden namen het bestuur in handen. Wij protes teerden tegen deze gewelddadigheden, wij wezen de heilig schenners met vaderlijken ernst op de straffen, waaraan zij zich volgens de kanonieke besluiten blootstelden cn meenden dat zij tot zich zelve zouden inkeeren, toen bij onze klagten en vermaningen die der gcheelc katholieke christenheid zich voegden. Maar. met huivering en afschuw zeggen wij het, het piemonteesche gouvernement volhavdde in zijne bedorven heid; het wist zich door allerlei onwettige middelen, door om- kooping, bedreiging, afpersing, de stemmen van het volk te verwerven het maakte zich van onze domeinen meester; het bragt ze onderzijn gezag. Wij hebben geen woorden genoeg om een zoo schandelijke daad te veroordeelen, 0111 zulk eene heiligschennis ten strengste af te keuren, door welke men aan het regt van anderen te kort doet, alle natuurlijke en goddelijke wetten overtreedt, alle uitspraken der rede ver trapt, alle grondslagen van het wereldlijk gezag, alle steun- sels der maatschappij omverre haalt. Na dus met diepe droef heid te hebben erkend, dat liefc overbodig zou zijn zich verder met gebeden te wenden tot hen, die, aan doove addersgelijk. zich de ooren stoppen om niet te hoorenna aan een anderen kant tot de overtuiging te zijn gekomen hoe veel de kerk en en de heilige Stoel van de boosheid dier ontaavden te duchten hebben.meenen wij, zonder verdere aarzeling, onze pligten te moeten vervullen, indien wij ons niet aan te kortkoming wil len schuldig maken. Het voetspoor onzer doorluchtige voor gangers volgende, maken wij dus gebruik van liet regt ons door God verleend om te binden en te ontbinden, op dat de strengheid der straffen den schuldigen opgelegd aan allen ter waarschuwing en der kerk tot heil verstrekke." En nu volgt de eigentlijke banvloek „Na dus de verlichting van den heiligen Geest door open bare en bijzondere gebeden te hebben afgesmeekt, na onze eerwaardigen, de kardinalen der kongregatie, tc hebben ge raadpleegd, verklaren wij op gezag van den almagtigen God. op gezag der heilige apostelen Petrus en Paulus, op ons eigen gezag, dat allen die zich schuldig hebben gemaakt aan den opstannd, dc overweldiging, de aanranding en al de overige aanslagen, waar over wij ons iu onze allocuties van 2 junij en 26 september hebben beklaagd, dat al hunne last gevers, begunstigers, raadgevers of aanhangers, dat allen, die de uitvoering dezer gewelddadigheden hebben bevorderd of gepleegd, hebben op zich geladen den grooten ban en alle censuren en kerkelijke straften vervat in onze heilige canones, in de apostolische constituties, dc dekreten der al- gemcene conciliën en in het bijzonder van dat van Tren- te XXII de reform.) en, des noodig, spreken wij op j nieuw den banvloek en het anathema over hen uit en ver klaren hen vervallen van alle voorregten en gunstbewijzen, i het zij door ons, het zij door onze voorgangers hun, op welke

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2