MIDDELBÜRGSCHE a C OIIR A N T. N° 31. Dingsdag c 1860. 13 Maart. 6inncnUmïisc!)c tijöingcn. Deze courant verschijnt des (lingsilags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlissingeu geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post y"3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte, doodüekendmakingen enz van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon gruote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Editie van maandag avond 8 ure. Middelburg 12 maart. Uit Vlissingen schrijft men ons het volgende. De drijvende batterij De draak, vervaardigd uitliet boven gedeelte van het vroegere fregat Ceres, is donderdag namiddag uit het drooge dok gehaald, terwijl het wrak of ondergedeelte vrijdag daaruit gehaald is. Dit is nu het tweede vaartuig van dien aard, dat alhier in het drooge dok gemaakt is van buiten dienst gestelde schepen, welke in dezen staat bij eventueele gebeurtenissen nog vangroot nut zouden kunnen zijn. liet nederlandsche barkschip Twee Cornelissen, gezagvoer der J. C. Kreye. is zaterdag namiddag in het drooge dok alhier gehaald, ten einde nagezien en zoo noodig gerepareerd te worden. De sleepstoomboot Union II, in de vorige week naar Zierik- zee varende om van daar een schip te slepen, werd door een overkomen gebrek aan de machine, genoodzaakt in het Sloe ten anker te komen genoemde sleepboot is zaturdag middag door de van Rotterdam komende stoomboot Stad Ylissingen naar Vlissingen gesleept. Uit Batli wordt ons onder dagteekening van den 10 dezer het volgende medegedeeld De gedane waarnemingen gedurende de afgeloopene week van de waterstanden aan de peilschalen van een polder, be- hoorendeaan de Nederlandsche maatschappij tot indijking der op-en aanwassen in de Ooster Schelde, Iichben'bevreem dende resultaten opgeleverd. Maandag den 5, en dus twee dagen voor volle maan, rees het water 0,71 el boven het peil van gewoon hoog water en met den wind noordwest. Over de eb liep het getij zigtbaar traag weg, terwijl er op het tijdstip van laag water nog 0,90 el water aan den wal bleef. Deze waarnemingen deden met grond vermoeden dat. bijaldien de wind noordwest bleef, er dan 2 a 3 dagen na volle maan, als wanneer men in den regel de hoogste vloeden heeft, een verbazend tij water aan de kust zou komen. De wind liep echter des nachts naar het oosten, doch op dingsdag, woensdag, donderdag en vrijdag steeg het water., niettegenstaande de wind met zware buijen van het oosten naar het westen liep, lot 0,1-0 el boven gezegd hoog waterpeil; een verschijnsel dat met zoodanigen windstreek nimmer aldaar was waargenomen. Zaturdag den 10 kwam het getij weer tot zijnen gewonen toestand, de wind bleef van het oosten, en de rijzing van het water bepaalde zich tot 0,30 el beneden het peil; doch een ander verschijnsel op dien dag verdient vermelding, namelijk dat het water toen 0,97 el beneden het peil van laag water afliep. Bij deze gelegenheid kwam het verdronken land van Zuidbeveland als het ware geheel bloot, en men weet zich niet te herinneren die gioote oppervlakte, met al hare overblijf selen van vroegere dorpen, immer zoo duidelijk zigtbaar te hebben kunnen waarnemen, Cherigens is opgemerkt dat donderdag den S, tusschen 12 en 1 ure des middags, na eene hevige hagelbui, luchtstroomen uit het oosten en het westen tegen elkander inwerkten, waar bij echter de oostenwind steeds de overhand bleef behouden. Het hoogwater peil waarvan in deze sprake is, is genomen uit het gemiddeld hoog water over een tijdvak van 20maan den, terwijl het laag water peil, op de zelfde wijze waargeno- nomen, is bevonden te zijn 3,80 el beneden dat van hoog water. Eindelijk wordt nog melding gemaakt dat bij storm vloeden, het water aan die kust van 2,00 el tot 2,4-0 el boven bet gezegde peil van lioog water rijst. Door de gemeentebesturen van Kadzand, Zuidzande en Retranchement zijn dezer dagen adressen tot de regering ge- rigt, waarin ten sterkste wordt aangedrongen op eene spoedi ge indijking van het Zwin. opdat deze belangrijke schorgron- den niet langer voor 'srijks schatkist een renteloos kapitaal blijven. LI. dingsdag avond omstreeks 10 ure, is er in de gemeente Clinge, op het gehucht Roskam, een half uur van Hulst en aan den straatweg van die gemeente naar St. Nicolaas, weder een brand uitgebarsten. De schuur van den landbouwer Fre- dericus van Duyse is daardoor met het zich daarin bevinden de stroo, kaf enz., geheel in de asch gelegd. liet vee is nog bij tijds gered, met uitzondering van een paard dat in <le vlam men is omgekomen. Het woonhuis en eene andere aanpalen de woning, zijn met moeite behouden gebleven. Men kent ook de oorzaak van den brand niet. De schuur en roerende have was bij eene brusselsche maatschappij tegen brandschade verzekerd. In de buitengewone vergadering der provinciale staten van Gelderland is vrijdag tot lid der eerste kamer van de staten- generaal, ter vervanging van wijlen den heer E. W. van Dam van Isselt, met 34 van de 52 stemmen, verkozen de heer mr. W. A. baron Schimmelpenninck van der Oye, thans lid der tweede kamer. Tot kandidaten voor het lidmaatschap van de tweede ka mer der staten generaal, worden van verschillende zijden genoemd, in het hoofdkiesdistrict Amsterdam de heeren T. J. Stieltjes, ingenieur, en mr. M. J. de Lange; te Hoorn de heeren mr. P. M. Tutein Nolthenius en S. A. van Hoogstraten. Vrijdag hadden zich tesfeheveningen en op meerandere plaatsen een aantal nieuwsgierigen verzameld, om den belang rijken springvloed te zien welke men verwachtte. Men keerde echter meerendeels onvoldaan terug, omdat door den hevigen oostelijken wind het water geeue buitengewone hoogte bereikte. De hoofden van de bureaux voor statistiek in de onder scheidene provinciën zijn door den minister van binnenland- sche zaken opgeroepen tot eene bijeenkomst op donderdag den 15 dezer, in een der loealen van het departement, ten einde onderling het noodige te bespreken voor eene gelijk vormige bewerking der bouwstoften van de volkstelling in gemelde bureaux. Z. M. de koning heeft vrijdag morgen ten tien ure ten ge- hoore ontvangen den heer Godefroi, die in handen van Z. M. den gevorderden eed als minister van justitie heeft afgelegd, welke betrekking hij van dat oogenblik lieeftaanvaard. Hij heeft vervolgens de portefeuille van dit departement overge nomen van den heer Mutsaers, die sedert de aftreding van den heer Boot, tijdelijk met het beheer van dit ministerie was belast. Men meldt uit Brussel, dat de koning der Belgen, den heer mr. M. II. Godefroi, minister van justitie, benoemd heeft tot officier van de Leopolds orde. In het tijdschrift Le tour du monde komt de beschrijving voor eener reis, in 1S5S en 1859 met het oostenrijkschc fregat Novara gedaan-. De schrijver zegt daarin, van Java sprekende o. a. het volgende. „Op dit oogenblik is hetkoffijmonopolie aan zekeren heer X toegekend. Maar die slimme man, niet tevreden met zijne overige winsten, doet de koffij, door middel eeneraanhouden- de bevochtiging, 14- pet. water opslorpen, buiten de 4 pet. die zij van nature bevat, zoo dat op 100,000 centenaars, welke de heer X jaarlijks verzendt, de verbruikers 14,000 centenaars waterstof-protoxyde tegen lietgewigt van koffij betalen, zon der het betreurenswaardige bederf der 86,000 andere cente naars te rekenen. Het is dus niet te verwonderen, dat de Java-koffij dagelijks van hare oude vermaardheid verliest. Men heeft beweerd (misschien de agenten van den heer X,) dat de grond van Java niet meer de productieve krachten van vroeger bezit. Bijgevolg, en in plaats van de clause van het contract te vernietigen waarbij het den pachter geoorloofd is zijne koffij in eene sloot te bevochtigen, heeft de regering met groote kosten een hoogleeraar van Leyden naar Java gezon den om de oorzaken van de onrustbarende verarming van den grond te bestuderen. Het tractement van dien geleerde be loopt 12.000 gulden (23,500 fr.) jaarlijks, zonder de kosten van verplaatsing te rekenen. II;j bestudeert den grond, en de heer X gaat voort zijne koffij te bevochtigen." Het Dagblad van 'sGravenhage, dit vermeldende, voegt er deze aanmerking bij. „Zoo als bekend is, heeft het oosten rij ksche fregat Novara voor eenige jaren eene wetenschappelijke veis om de wereld gedaan, en bij die gelegenheid ook Java aangedaan, waar de reizigers door den gouverneur generaal, met eene aan onder danigheid grenzende beleefdheid zijn ontvangen. De reizi gers hebben, door medewerking van ons ind.sch bestuur,de binnenlanden bezocht, zi jn overal toegelaten en met geschen ken overladen, vertrokken. Nu is het gedrag der reizigers wel consequentoostenrijksch; men houdt daar te lande nu eenmaal niet van erkentelijk te zijn voor bewezene diensten; maar het is toch wat erg, dat zoogenaamde wetenschappelijke reizigers zoo pertinent de waarheid in het gezigt slaan. Het millioen picols koffij het welk jaarlijks voor gouvernementsrekening aan de markt wordtgebragt (hinc illae lachrymae,} is bijna de eenige Java- koftij, welke uitgevoerd wordt; de weinige particulieren, die koffij aanplanten en verzenden, zouden door hun eigenbelang weerhouden worden, om hunne waar te vervalschen, daar zij in den handel al spoedig minder zou gelden dan degouverne- mentskoffij. Intusschen maakt het sprookje van den onbekende le tour du monde, en het doel van dezen laster, om onze koffijmarkt te drukken, zal misschien, indien er niet tegen gewaakt wordt, in mindere of meerdere mate gelukken." In de zitting van den gemeenteraad van Rotterdam, donder- dag gehouden, is ingekomen een uitvoerig rapport omtrent de oprigting van het nationaal gedenkteeken, ter nagedachtenis van den dichter Tollens te Rotterdam. De commissie voor die oprigting had in augustus 11. het marmeren standbeeld van 4 el hoogte, door den heer Strackee vervaardigd, den raad aan geboden, met den wensch, dat dit in bet park zou worden geplaatst. Tegen dit laatste overwegende bezwaren bestaande, had zij voorgeslagen het gedenkteeken op te rigten op een ge deelte der Glashaven, van af de Wijnhaven, door een verwulf of anderzins te overdekken. De commissie tot de plaatselijke werken had zich met dat voorstel vereenigd, maar tevens ge proponeerd. degeheele Glashaven te dempen, hetwelk met de kosten van riolen enz., benevens de plaatsing van het stand beeld, eene som van f21-,000 zou vorderen. Burgemeester en wethouders stelden alsnn voor: L dat het aanbod der com missie voor bet gedenkteeken zal worden aangenomen, en alzoo het standbeeld voor de gemeente van baar zal worden overgenomen2. dat het standbeeld zal worden geplaatst op een gedeelte der Glashaven, door demping te verkrijgen, en tot de daarvoor gevorderde uitgave van ongeveer f 6800 over te gaan3. dat de geheele Glashaven vervolgens zal worden gedempt, bij zoodanige gedeelten als waarvoor op de begroo ting van twee of meer jaren gelden beschikbaar kunnen wor den gesteld, en dat alzoo de aanvankelijke demping, in ver band met de oprigting aldaar van het standbeeld, zoodanig moet worden ingerigt, dat het geheele werk geleidelijk en tot de minste kosten kunne worden vervolgd en ten einde gebragt. Dit voorstel is ter visie gelegd tot de volgende vergadering. Met zekerheid verneemt men, dat de hoogleeraar W. Moil

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 1