midi )i;i u in s c if i:
c o u r a n t.
r 26.
Donderdag
1 Maart.
Öiivnmlanösiljc tij&incjcn.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags.
Binnen deze gemeenteen Viissingcn geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is 3franco per post f 3,4)0.
De inzending van advertenticu kan geschieden tot tien ure des morgens.
UITGEVERS:
DE GEBROEDERS ABRAHAMS.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte,
doodbekendraakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22
centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Editie van woensdag avond 8 ure.
Middellbiirg 2S& ffcforuarij.
Door de commissie tot het examineren van varensïie den
alhier zijn gisteren, na afgelegd examen, diplomata uitgereikt
aan de heeren H. F. Fraser en E. G. E. baron van Heeckeren
van Brandsenburg, als eersten stuurman, en aan de heeren M.
J. Kruyt en C. Bal als tweeden stuurman voor de groote
vaart.
Deleden der hier gevestigde vrijmetselaarsloge La com
pagnie durable zullen heden in haar gewoon lokaal boven den
schouwburg een banket houden ter gelegenheid der op giste
ren plaats gehad hebbende verjaring van den grootmeester
nationaal, Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden. Naar
wij vernemen is door hen tevens eene uitnoodiging gerigt* tot
een zestigtal ongehuwde vrouwen of weduwen, van meer dan
70javigen ouderdom en allen uit de behoeftige volksklasse,
om zich heden avond ten half zes ure in den schouwburg te
vereenigen, alwaar zij op brood en vleesch benevens eenige
andere ververschingen zullen onthaald worden.
Door het collegie van gedeputeerde staten dezer provincie
en den heer griffier,is gisteren namiddag op de bovenzaal der
sociëteit Sint Joris een afscheidsdiner aangeboden aan den
baren van Heemstra, afgetreden commissaris des konings.
In de Haavlemsche courant van den 6 dezer kondigden
de heeren E. II. Krelage en zoon aan, dat in hunne winter
tuin in bloem is een ImantliophvIIum cyrthantiflorum, en
wel, waarschijnlijk voor het eerst hier te lande. Indien wij
wel onderrigt zijn, staat eene dergelijke plant thans ook in
bloei op de buitenplaats Overdnin. onder Oostkapelle. Zoo
wel eenige groene als andere roode, en dus rijpe zaadbessen,
kunnen aan de liefhebbers het bewijs leveren dat ook ten
verleden jare dat exemplaar bloeide.
G isteren avond is door ons bet gewone beuvsberigt niet ont
vangen, ten gevolge van storing op de lijn van den rijks tele
graaf. Die storing is ook beden nog niet hersteld zij bestaat
echter hoofdzakelijk naar bet schijnt tusscben Amsterdam en
Rotterdam, althans de gemeenschap van hier met laatstge
noemde plaats is nu weder geregeld.
Wij vernemen dat in den loop der volgende maand de heeren
jhr. Ortt, hoofd-ingenieur van den waterstaat in deze pro
vincie, en de ingenieur jhr. van den Santheuvel zich naar de
provinciën Zuid- en Noordholland zullen begeven, ten einde
eene opneming te doen van de werken, die aldaar zijn aange
wend tot voorkoming van strand- en duinverlies. Men brengt
deze reis in verband met den benarden en gevaarvollen toe
stand der duinen en van liet strand langs de westkust van het
eiland Schouwen.
Ter burgerlijke teregtzitting van de arromlissements regt-
bank alhier is heden uitspraak gedaan in de vroeger door ons
vermelde zaak van landeigenaren, die tegen de Centrale direc
tie van Walcheren in verzet waren gekomen ten opzigte der
betaling van liet zoogenaamde strekkende roede-geld.
De regtbank heeft dat verzet nietig verklaard, met veroor
deeling van den opposant in de kosten. Daarbij is overwogen
dat de schuldpligtigheid ter zake dier voldoening, noch dooi
de latere bestrating van den vroegeren zandweg, noch dooi
de tolheffing op dien straatweg is vervallen.
f Uit Vlissingen meldt men ons dat door den hevigen
storm die gisteren woedde, de sloomhooten van Rotterdam
en Neuzen aldaar niet op den gewonen tijd zijn kunnen aan
komen. Eerstgenoemde kwam met laagwater ten circa 12 ure
in de haven, terwijl de laatste eerst heden morgen van Neuzen
is afgevaren. Beide zijn evenwel op het gewone uur van
Vlissingen weder vertrokken.
Men schrijft ons uit Veere 28 dezer
Het berigt dat de twee tirailleur eompagnien van het 2de
regement, thans te Vlissingen in garnizoen, niet met mei aan
staande naar hier zullen worden gedetacheerd, heeft bij de
ingezetenen een smartelijken indruk gemaakt. Het gemeente
bestuur lieeft alsnog krachtige pogingen willen aanwenden
om, zoo ditmogelijk is, de voor dezegemeente dreigende ram])
af te weren, en een gemotiveerd adres aan z. e. den minister
van oorlog ingediend, met verzoek om terug te komen op een
besluit, dat van zoo noodlottigen invloed op liet volksbestaan
in deze gemeente wezen zou. Ook ligt een adres van gelijke
strekking gedurende den loop dezer week op de secretarie ter
teekening, waarop bereids de namen der voornaamste inge
zetenen voorkomen, en dat gewis bij alle Veerenaren onver
deelden bijval vinden zal.
Het is voor onze gemeente allezins wenschelijk dat deze
adressen, die zeker de stem eener gansche bevolking uitdruk
ken, met eene gunstige beschikking zullen worden bekroond,
en dat de gezonde ligging van Veere als garnizoensplaats, bij
den minister van oorlog daartoe het have moge bijdragen.
Omtrent den dijk val, welke er aan den zeedijk van het ei
land Schouwen bij de tweede inlage van liet district Flaau-
wers heeft plaats gehad, en waarvan reeds in ons nommer van
23 dezer is melding gemaakt, vernemen wij dat deze jl. maan
dag reeds genoegzaam beringd was, om deu vloed van 0, 80 el
boven peil te keeren en geene schade te lijden door den vrij
hevigen golfslag.
Bestuurderen der Vereeniging tot behoud van boetvaardige
gevallene vrouwen te Rotterdam, hebben een adres tot den
minister van financien gerigt, waarin zij betoogen: „Dat eene
tienjarige ondervinding hen onder anderen heeft doen op
merken, dat eene uederlandsche wet, zeker tegen de bedoe
ling des wetgevers, een hinderpaal in den weg stelt aan de
bevordering der zedelijkheid, en in de praktijk dikwijls schro
melijke gevolgen na zich sleeptdat die hinderpaal ligt in de
wet op de personele belasting van vrouwelijke dienstboden,
bepaaldelijk voor meisjes die haar 18de jaar bereiken, en
voornamelijk voor de zulken, die als tweede dienstbode in ee'n
gezin werkzaam zijn. Bij het bereiken van dien leeftijd toch,
worden deze, om de vermeerdering der belasting, dikwijls uit
hare dienst ontslagen en zijn zij nog niet in staat om te con
curreren met dienstboden der eerste klasse. Adressanten
verzoeken derhalve den minister eene wijziging te willen
voordragen in de wet van 24 april 1S43, Staatsblad no. 15,
bepaaldelijk in art. 16, 2, en aldaar de 4de klasse, letter d,
aldus te wijzigen„De dienstmeisjes, welke op primo mei des
jaars waarover de belasting loopt, haar vijftiende jaar reeds,
doch den vollen ouderdom van een en twintig jaren nog niet
bereikt hebben."
Men zal zich herinneren dat door de alhier bestaande Ver
eeniging tot het bezoeken der armen, ten vorigen jare een
adres van gelijke strekking aan den minister van financiën is
ingezonden, en dat wij daarvan in der tijdmelding hebben
gemaakt.
"Wij vernemen dat de heer rar. P. P. van Bosse, laatstelijk
minister van financien, bij besluit van Z. M. den koning van
23 dezer benoemd is tot grootkruis van de orde der Eiken
kroon.
Oostfndisciftc kolonie».
Men leest in de Nederlandsclie staats-courant vangisteren
Een over Triest van den gouverneur generaal van Neder-
landsch Indie ontvangen telegram, dd. Batavia léjannarij
1S60, luidt: „De Onrust, gestationneerd op den Barito, is
door den vijand overvallen, die het stoomschip hebben doen
zinken, na het état-major en de equipage, in alles 62 personen
te hebben vermoord. De laatste tij dingen van .Boni zijn vol
doende. De stoomkorvet Admiraal Koopman is in goeden
staat aangekomen."
Omtrent dit vreesselijke voorval wordt ons uit Batavia den
10 januarij het volgende geschreven, hetgeen ons blijkt nage-
noeg geheel overeen te komen met het des wege medege
deelde in de Javabode.
De berigten omtrent treurige gebeurtenissen te Bandjer-
inasing voorgevallen, met het stoomschip Menado te Soera-
baya aangebragt, en van daar naar hier per telegraaf medege
deeld, zijn gisteren morgenbij de aankomst van het stoomschip
Makassar van Bandjermasingmeer omstandig bekend
geworden.
Den 22 december jl. is de kruisboot no. 34, die gestatio
neerd lag op de Kapoeas-rivier, des nachts ten 1 ure door de
opstandelingen overvallen, en na een kort gevecht genomen.
Vier der opvarenden zijn gewond en zijn het 3 ponds kanon,
verdere wapenen, de kogels en het kruid in handen van den
vijand gevallen. Men heeft vervolgens de kruispraauw laten
drijven, waarop de bemanning, die na voor de overmagt te
hebben moeten bukken over boord was gesprongen en gevlugt,
weder naar boord zwom, met de kruisboot naar Bandjerma
sing terugkeerde en daar behouden aankwam.
Dit treurig ongeval werd weinige dagen later door eene
verschrikkelijke en gelukkig in de Indische geschiedenis van
het krijgswezen tot toen nog niet bekende gebeurtenis ge
volgd.
Zr. Ms. stoomschip Onrust werd met eene zending naar
Teweh belast, en had zich tot dat doel aan boord ingescheept
de le. luitenant der infanterie Bangert, ivaarn. civiel gezag
hebber van Marabahan. Op de plaats van bestemming aan
gekomen, werden verschillende hoofden door den luitenant
Bangert opgeroepen. Ten gevolge van dien, kwam tot het
houden eener confereutie des morgens 10 ure van den 26
december aan boord, de steeds als goed gezind bekend staan
de Tommongong Soera Pati, vergezeld van zijn zoontje, die
na afloop der conferentie zeer vriendschappelijk de Onrust
weder verliet.
Hadji Mohamad Taip, een door het bestuur van Bandjer
masing vertrouwd persoon, die met de Onrust was mede ge
gaan bevond zich tijdens de conferentie aan den wal en
had den Tommongong Soera Pati de Onrust zien verlaten.
Om 12 ure in den middag van den zelfden dag hoorde deze
Hadji Mohamad Taip geweerschoten vallen, en haastte zich
naar den oever der rivier om te zien waar geschoten werd.
Aan den oever gekomen, zag hij eene praauw op zijde van de
de Onrust, en tevens bemerkte liij dat omniddelijk een groot
aantal praauwen volgde, welke allen de Onrust vijandig aan
vielen.
Om 1 uur hield het vuren op, een gevolg van de groote
overmagt van den vijand, waarvan de officieren en equipage
de slagtoffers waren geworden.
Nadat men de Onrust had geplunderd, deed men dezestoo-
mer zinken, hetwelk om 5 uur na den middag plaats vond.
Toen het schip wegzonk, vertoonden zich 5 europesche ma
trozen, die zich waarschijnlijk in een of ander gedeelte van
liet schip hadden verborgen, gewapend met pistolen, welke
zij op den vijand afvuurden en daarna trachtten door zwem
men hun leven te redden, waarin zij niet mogten slagen, daar
zij op eene wreedaardige wijze werden vermoord.
Het aantal opstandelingen, die aan den aanval en de ver
overing van de Onrust deel namen, bestond uit 5 a 600 man,
meest allen Dajakkers van verschillende stammen.
De aanval moet zoo spoedig, onverwacht en verraderlijk
hebben plaats gevonden dat er geene gelegenheid moet heb
ben bestaan om zich met het geschut te verdedigen, althans
heeft Mohamad Taip geene kanonschoten geboord.
Hadji Mohamad Taip is de eenige persoon van lien die met
de Onrust vertrokken, die in leven is gebleven en bij zijne
terugkomst te Bancljermassing het vorenstaande heeft mede
gedeeld.