grond aan de Rotterdamsche kade aan den heer B. H. Carp, zijn beide voordragten eenstemmig goedgekeurd. "Wordt overgelegd een voorstel van burgemeester en net- houders tot wijziging der verordening op het verleenen van administratieve diensten, voor wat betreft de huwelijksvol trekkingen in de raadzaal. De ambtenaar van den burger lijken stand heeft herhaaldelijk moeijelijkheden met personen, die wensehen dat ook aan lien in dat opzigt de onderscheiding worde toegekend welke tot hiertoe alleen aan hooggeplaatste ambtenaren of familien was voorbehouden. Ter voorkoming hiervan stelt men voor, in het tarief de volgende aanvulling te maken: Voor huwelijksvoltrekking op buitengewone dagen en uren f 10, idem in een ander dan het daartoe ge woonlijk bestemde lokaal, daarenboven f 5. Met algemeene stemmen hecht de raad hieraan zijne goedkeuring. Aan de orde is het bij resumtie beraadslagen over het voor stel van kerkvoogden der nederduitsclie hervormde gemeente alhier, omtrent het doen vervallen der omrastering bij het voormalig kerkhof der vroegere Oude of Noordmonsterkerk. De heer Lantsheer verklaart niets tegen deze schikking te hebben maar zou, om den vorm, de voorkeur geven aan eene wederzijds verbindende overeenkomst, opdat er in lateren tijd nimmer sprake kunne zijn van twijfel over de verpligting tot onderhoud van het terrein en de beplanting. De voorzitter vereenigt zich daarmede, waarop is besloten burgemeester en wethouders te magtigen met kerkvoogden zoodanige overeenkomst te ontwerpen en daarna aan den raad voor te leggen. Hierop worden in behandeling genomen de ter vorige zit ting overgelegde ontwerp verordeningen op het gebruik van de Kraan en de Waag. De eerste wordt bij de artikelsgewijze behandeling nog aangevuld met de bepaling dat niet alleen aan den kraan- meester, maar bij verschil van gevoelen aan den burgemeester de beslissing is toegekend omtrent het voortzetten van den arbeid gedurende de uren, waarop anders de staking van het werk is verordend. Voorts is na eenige discussie met 9 tegen 5 stemmen besloten te royeren de bepaling dat runderen, kal veren enz. alleen met een broek zullen mogen worden opge- heschen. De verordening op het gebruik der waag wordt hierna mede vastgesteld, even als de gedane voordragten van burge meester en wethouders omtrent de vervulling der betrekkin gen enz., waarna dat collegie verder wordt uitgenoodigd de instructien voor de beambten te ontwerpen en aan den raad voor te leggen. De heer Caland verlaat de vergadering. Door den heer Sifflé wordt rapport uitgebragt namens de commissie van financien, op het adres van H. P. van de Graft c. s., kooplieden in bier, om restitutie der gemeente belasting voor het bij hen op 31 december 1859 voorradige. De conclusie daarvan strekt om, onaangezien de overige redenen tot weigering, het adres te wijzen van de hand, als zijnde de adressanten niet ontvankelijk, daar hun voorraad niet wettig geconstateerd is. De heer Damme betuigt zijn leedwezen dat de controleur bij de plaatselijke belastingen geweigerd heeft te voldoen aan het verzoek van eenigen om hunnen voorraad aan te peilen waardoor die ambtenaar de leden in de onmogelijkheid heeft gebragt om thans eenige tegemoetkoming aan adressanten te verleenen, ook in het mogelijke geval dat men daartoe mogt gezind zijn. De heer Lantsheer leest het daaromtrent door den contro leur opgemerkte, waaruit blijkt dat deze niet aan het ver langen heeft voldaan, dewijl hij, behoudens vele drukten op denlaatsten dag desjaars, zich daartoe niet gehouden achtte. Die spreker en na hem ook de voorzitter en de heer Snouck Hurgronje betoogen dat de controleur, zoo al niet onbevoegd, zeker onverpligt was tot zoodanigen aanpeil. Na nog eenige discussien is, bij afwezigheid van den heer van de Graft, met 12 stemmen tegen 1 (van den heer Damme) besloten afwijzend te beschikken op het adres. Door den heer Siffle' wordthierop alsnog uitgebragt rapport van de commissie, in welker handen is gesteld een adres van mevr. Rochat, om vermindering der huur van het perceel hetwelk zij als onderwij zeresse aan de openbare school voor jonge jufvrouwen verpligt is van de gemeente te huren. Bij de overtuiging dat de tegenwoordige toestand dier inrigting onbestaanbaar is met de wet op het lager onderwijs, en deze alzoo toch eene herziening dringend vordert vóór het einde desjaars, stelt zij voor om in het overgangstijdperk van het tegenwoordige jaar het verzoek in te willigen tot een bedrag van f 100. De beslissing hierop is aangehouden. De heer Verbrugge brengt hierop een zeer uitvoerig rapport uit, betrekkelijk de bedenkingen, bij de regering gerezen tegen de hier gevolgde zienswijze bij gelegenheid der vaststel ling van een nieuwen rooster van aftreding voor de herkozene wethouders, die afgetreden waren daar zij zich aan eene her benoeming als raadsleden moesten onderwerpen. De conclusie daarvan is, dat men geenszins overtuigd is in deze gedwaald te hebben, doch bij de onduidelijkheid der bedoeling van den wetgever, welke voor tweeledige uitlegging vatbaar is zonder dat heteigenlijk veel tot de hoofdzaak af doet, voorstelt te geraoet te komen aan de geopperde beden king, ter vermijding van de koninklijke vernietiging van het in deze genomen besluit. De beslissing op dit onderwerp wordt almede aangehou den, en daarna de openbare zitting gesloten. TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS, UITGEVERS VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 6