öuitenlanïrsïl)c tijïringm. 3ci'tijöingm. onder de gematigde voorstanders van spoorwegen, maar des niettegenstaande kon hij het onderhavige plan niet goedkeu ren. "Vele bezwaren had het voor hem: vooral zag hij die in de overbruggingen, welke als zoo hoogst gevaarlijk door des kundigen voorgesteld waren. De geldelijke bezwaren omtrent de subsidien waren voor hem niet overwegendmaar de toekomst onzer financiën wensclite hij niet te zeer te bezwaren. Bij een onderzoek van onzen financielen toestand bragt hij dit punt in verband met de vroeger afgelegde, maar nu wel niet te vervullen belofte tot wijziging van het belastingstekel. In deze zaak wenschte liij te weten of hieromtrent homogeneïteit bij het ministerie bestond, daar dit wel in aanmerking moest komen bii eens bekrachtiging der wet door den koning, bijaldien ze door de kamer werd aangenomen. Hij voor zich zou zich daar tegen moeten verklaren. De heer Iluydecopev van Maarsseveen toond e aan dat sedert de grondwetsherziening geen ontwerp zoo veel belangstelling had opgewekt als het onderhavige. Daaromtrent was groot verschil van gevoelens ontstaan. Het staatsbelang, meende hij, verbood de aanneming om meer dan eene reden. Deze spoorwegen toch zouden niet aan het beoogde doel beantwoorden en te groote lasten op den staat overdragen. De heer van Rijckevorsel begon met te beloogen dat spoor wegen van nut zijn, waar waterwegen ontbreken, en tot ver binding van de hoofdsteden met het buitenland. Vooral hecht hij een groot belang aan de verbinding met de plaatsen die ons met Duitschland zouden vereenigen. Hij kou zich niet vereenigen met de houding der regering die zich zijns inziens te veel had laten belieerschen door de van alle zijden ingekomen wenschen, waardoor het plan te omvangrijk was geworden. Tegen het ontwerp had hij vooral bezwaren van financielen aard. De korte tijd voor de daarstelling dezer wegen toegestaan, zou. naar hij oordeelde, aanleiding geven tot vele moeijelijkheden, gebrek aan de noodige handen doen ontstaan, en de berekening der kosten als onjuist doen blij ken. De rentegarantie zou. zijns inziens, gedurende vijftig jaren in haar geheel op den staat blijven rusten. Zonder het financieel bezwaar zou hi j de wet hebben kun nen aannemen. De zuiderlijn, zoo als zij voorgesteld is. acht te hij beter dan die van een geconcentreerd stelsel. Bij de ver werping der wet geloofde hij niet dat een ander ontwerp, in dien geest opgesteld, aangenomen zou worden. Denuvoor- gedragene was in alle opzigten ook tegenover de hoofstad des rijks te verdedigen. Aldus sprekende, meende hij gehandeld te hebben in liet algemeen belang, en niet in dat van Rotter dam in het bijzonder. Hartelijk leed deed het hem dat hij als vertegenwoordiger van het geheele nederlandsche volk. na gemoedelijk onderzoek, tot de slotsom had moeten komen, dat de ijzerbanen langs een anderen weg zouden te bekomen zijn, zonder de financien van den staat zoo zeer te bezwaren. Deze laatste consideratie zou op het uitbrengen zijner stem van overwegenden invloed wezen. De heer Sassen trad hierna in eene verdediging van het ontwerp. Ook liij verklaarde zich tegen staatsspoorwegen en wederlegde de onderscheidene aangevoerde bedenkingen. Nooi-d-AaaaerSka. Blijkens de berigten uit New-York van 25 januari) jl. had het huis van volksafgevaardigden der Unie zich nog niet over de keuze van zijnen voorzitter kunnen verstaan. De heer Sherman, de kandidaat der repuhlikeinsclie partij, bekwam hij elke stemming de meeste stemmen, maar telkens drie of vier minder dan de volstrekte meerderheid, welke tot eene geldige keuze vereischt wordt. Intusschen is reeds een belang rijk gedeelte, nagenoeg twee maanden, van de wetgevende zitting verloopen, zonder dat eene van de aanhangige aange legenheden in behandeling is gekomen. Engeland. Londen G februari). Algemeen spreekt men van voorstellen, welke door onze regering in overleg met de fransche, aan Oostenrijk zouden gedaan zijn om die laatste mogendheid er toe over te halen dat zij, de daadzaken in Italië erkennende, deze aan eene bekrachtiging door volksstemmingen onder- werpe, en daarentegen voor zich nieuwe waarborgen bekome tot bevestiging barer magt in Yenetie. Onze regering verze kert men zelfs, dat hier het initiatief zou aangenomen heb ben, terwijl de fransche minister van buitenlandsche zaken, de heer de Tbouvenel, uit naam van het kabinet der Tuilerien ze ter kennisse der oostenrijkscbe regering moet gebragt hebben. Het plan tot regeling der italiaansche aangelegenheden ver zekert men datop het volgende nederkomt: I. geene vreemde tusschenkomst in Italië te dulden; 2. Venetie blijft buiten alle onderhandelingen over verandering van grondgebied en verblijft aan Oostenrijk3. Midden-Italie beschikt bij wijze van stemming over zijn eigen lot, en in geval de vereeniging met Piemont mogt worden aangenomen, wordt Sardinië tot I de inlijving gemagtigd4-. alvorens daaromtrent beslist is, onthoudt Sardinië zich van al wat invloed zou kunnen uit oefenen ten gunste van de aanhechting; 5. de fransche troe pen worden uit Rome en liet overige Italië teruggetrokken. Terwijl men het hieromtrent, niet alleen hier maar ook te Parijsen te Berlijn vrij wel eens is,meldt men uit laatstgenoem de hoofdstad dat Oostenrijk daarop bereids zou geantwoord hebben, en wel met eene eenvoudige weigering om in eenig opzigt af te wijken van het tracfaat van Villafranca. Daarom wil het in geenerlei overleg treden, waaruit zou zijn af te leiden dat het beginsel van noninterventie nadrukkelijk was aangenomen, en eindelijk, als er geen congres wordt bijeen geroepen, wil het alleen met Frankrijk onderhandelen over de regeling der italiaansche vraagstukken. Het zal wel over bodig zijn bij deze mededeeling te voegen, dat zij over het geheel nog allezins bevestiging behoeft. Uithoofde van eene ongesteldheid deslieeren Gladsto ne is de indiening van het budget en van het handelsverdrag met Frankrijk tot donderdag of vrijdag uitgesteld. Volgens The observer heeft eergisteren te Parijs de uitwisseling der ratificatien van liet handelsverdrag plaats gehad. Mazzini bevindt zich weder in Engeland en hij heeft aan den heer J. M'Adam (een vriend van hem en van Kos suth) een brief geschreven, waarin hij voornamelijk aandringt op de eenstemmigheid der italiaansche bevolkingen, ten einde hunne nationale onafhankelijkheid tot stand te doen komen. Ewetïen eai Noorwegen. Volgens tijdingen uit Stokholm van den 28 derafgeloopene maand, boezemt de toestand des konings ongerustheid in. Z. M. was nog altijd ziek ten gevolge van een val van het paard, en zijne krachten lieten qog niet toe eene voorgeschre- vene moeijelijke operatie te ondergaan. Sedert de opening der zitting bemoeij el ijkten de staten, en bijzonder de kamer der edelen, de regering zeer, zelfs omtrent ondergeschikte punten. Het ontslag der ministers werd intus schen van zel\e vertraagd door de ziekte des konings en de onmogelijkheid waarin Z. M. zich bevond om zich met zijn gewonen ijver aan de openbare aangelegenheden te wijden. Men bemoeij el ijkte het gouvernement zelfs omtrent de wezen lijk geringe bezoldiging der ministers, vooral voor zoo veel betreft dien van buitenlandsche zaken, den baron von Man- derstroem, wien de adel vijandig is, omdat liij aan eenige ingezetenen van Noorwegen diplomatieke betrekkingen bui ten 's lands had gegeven. Het vraagstuk der algeheele afscheiding van Zweden en Noorwegen bleef steeds m hooge mate van weerszijden de nationale driften opwinden; alle pogingen tot verzoening, door het zweedsche gouvernement in het werk gesteld, waren sedert een jaar afgestuit op den verklaarden wil van Noorwe gen, om een geheel vrij en onafhankelijk volk te zijn en te blijven. De beide kamers, zoo> wel te Stokholm als te Chris- tiania, schenen dan ook de volstrekte noodzakelijkheid te erkennen, om aan die manifestation een einde te maken, door van weerszijden maatregelen uit te lokken om de politieke, militaire, maritieme en diplomatieke scheiding der beide Scandinavische natiën tot stand te brengen, en alleen de ban den eener gemeenschappelijke dynastie te behouden. JSiiitHscSjlarad. Te Berlijn heeft zich eene commissie gevormd, bestaande uit vijf leden die zich het oprigten van een standbeeld voor Göthe ten doel stelt, ten welken einde zi j een adres aan den prins-regent zal indienen. De minister van eeredienst heeft aan de philosophische faculteit der hoogescliool te Koningsbergen bij beschikking medegedeeld, dat zij voortaan gemagtigd is ook Israëlieten tot doctoren in de wijsbegeerte te promoveren. Krachtens de bestaande verordeningen van deze faculteit kon dit tot heden niet geschiedenliet beletsel lag namelijk in G8 van het or ganiek reglement, volgens welke de doctorandus een eed op het evangelie moest afleggen. Dit eedsformulier is thans veranderd. Frankrijk. Parijs 6 februavij. Le constitutionnel van gisteren behelst een artikel, waarin hoofdzakelijk gezegd wordt: „Hetdooi de dagbladen verspreide gerucht van de aanhechting van Savoye en Nizza berust op geene officiële gronden. Maar men is getroffen geweest door de overhelling van de savooische bevolking naar Frankrijk, en door de regtvaardiglieid van eeuen maatregel waardoor, terwijl Piemont zoo aanmerkelijk vergroot wordt, Frankrijk eene natuurlijke geographische grens zou eilangen. Wat Frankrijk en Savoye willen, is niet twijfelachtigwat de regeringen willen, is met den sluijer der diplomatie bedekt. Zij. die zeggen dat de zaak reeds beslist is, zijn niet beter onderrigt dan zij, die zeggen dat het niet tot de aanhechting komen zal. Er bestaat geene reden om te twijfelen aan de vaderlandsliefde des keizers, die, als naauw- gezet verdediger van de voorwaarden welke het evenwigt van Europa waarborgen, even min eene verandering dier voor waarden tot zijne eigene schade als ten nadeele van anderen zal dulden." De Moniteur behelst talrijke benoemingen van officie ren uit het savdinisclte leger tot ridders van het Legioen van eer. Aan 2000 sardinische onderofficieren en manschappen zijn medailles toegekend. Gisteren is de rondgaande brief (encyelique) des pausen in alle kerken voorgelezen en ook het mandement van den aartsbisschop waarbij de geloovigen aangemaand worden te bidden dat de paus zegenrijk de vervolgingen moge ontkomen. De vice-admiraal Charner is benoemd tot opperbevel hebber onzer maritieme expeditie in China; als zoodanig zal hij liet gezag deelen met den generaal Montauban, opperbe velhebber der landingstroepen, en zullen beide zich met elkander verstaan omtrent de operatien in het lienielsche rijk. De fabriekanten Koechlm, Huet en comp. hebben in antwoord op deswege ingediende vertoogen van den minister van landbouw, koophandel en openbare werken berigt ont vangen dat de opheffing der verbodsmaatregelen omtrent de katoenen lijnwaden eerst met 1 october 1861 zal ingaan, en dat zij dus al den tijd hebben, de voorhanden zijnde goederen op te ruimen en zich voor te bereiden om de buitenlandsche mededinging vol te houden. Italic. In den avond van 6 dezer is te Nizza in den schouwburg het sardinische volkslied op verlangen van bet jiubliek drie malen herhaald en met de kretenleve de koningItalië bo ven.1 Nizza blijft bij Italië beantwoord. Daarbij is de orde niet gestoord. De Monitore Toscano deelt thans het besluit van het voorloopig bewind in Toskane mede, dat het concordaat tus- schen dat groothertogdom en denheiligen stoel ingetrokken is. Te Rome is men op de geheime staatsdrukkerij bezig met een gewigtig stuk; het is, meent men, eene bulle van excommunicatie tegen koning Victor Emmanuel, welke zou worden uitgevaardigd zoodra hij tot werkelijke vereeniging van de Romagna met Sardinië overgaat. Aldaar is ernstig sprake van eene toenadering tusschen Rus land en Oostenrijk; men voegt er bij, dat de noordsche mogendheden het omtrent het italiaansche vraagstuk eens geworden zijn, Uit Rome wordt gemeld, dat de paus den 31 januarij eene deputatie heeft ontvangen uit de kweekelingen der gees telijke collegien,en dat deze deputatiebijZ.il. een adresheeft ingediend, waarin hem de verzekering wordt gegeven van den eerbied en de gehechtheid dezer collegien. De paus heeft daarop geantwoord, dat de katholieke kerk weder een tijdvak van vervolging is ingetreden, al zijn dan ook hare getrouwe zonen daarbij aan geen persoonlijk geweld blootgesteld. De tegenwoordige strijd en vervolging hebben alleen plaats in de denkbeelden en beginselen. Voorts zeide de paus, dat eene noodlottige propaganda in Italië haren invloed deed gelden en dat het schiereiland was overgeleverd aan dezulken, die van de ondeugd eene deugd maken; dat de bisschoppen die aan hunne roeping getrouw bleven, voor huichelaars werden uitgekreten, terwijl politieke misdadigers vergood worden. Ten slotte gaf de paus als zijn gevoelen te kennen, dat de kerk door die omstandigheden niet zal ten onder gebragt worden. De generaal Goyon was bij die receptie tegenwoordig. Spanje, Uit Madrid wordt van 4 dezer gemeld dat den 2den een verschrikkelijke storm gewoed heeft in de straat van Gibral tar. Men herinnerde zich niet, de zee aldaar ooit zoo onstui mig gezien te hebben. Er waren vele schepen vergaan. De ontscheping van het belegeringsgeschut op deafrikaan- sche kust was reeds geëindigd. De Correspondencia Autografa logenstrafte de vredesgeruehten en verklaarde dat Spanje onmogelijk in onderhandeling kon treden voor dat het volle dig wraak uitgeoefeaid heeft door het nemen van Tetuan en Tanger. Volgens nadere berigten van den 5 dezer hebben de troepen het marokkaanselie kamp veroverd en daarbij grooten buit gemaakt. De overgave van Tetuan wachtte men alsnu zeer spoedig. Den 3 dezer zijn naar zee vertrokken van Antwerpen afge komen William gez. Monning Dundas, JBclgrique, gez. Domvers, Rio Janeiro, Fina, gez. Hammergren, Newcastle, Jurgen lialdjf. gez. Beek, JJegirgez. Fiedberg. beide op avon tuur, Faquerelle, gez. Yon, Falsamiore, gez. Lucas, beide naar St. Ander, Atalanlegez. Reichmann, Dundas, Julie, gez. Eli-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2