30uüfnlanöscl)e tijömjjcn. ook omdat de reëngagementen beduidend toenemen, wenscbt (le minister hiertoe over te gaan, en zijn er naar wij vernemen reeds aanschrijvingen naar de verschillende directien gezon den, om de gevoelens omtrent de voorgestelde wijzigingen te vernemen, zoo dat men mag veronderstellen, die zoo onzede lijke en voor den schepeling nadeelige handelingen, weldra zullen zijn vervallen. Statistiek. In de registers van den burgerlijken stand te Middelburg zijn gedurende het jaar 1859 ingeschreven als volgt: Geboren 527 kinderen, als 275 zoons en 252 dochters; Overleden 445 personen: 236 van het mannelijk en 209 van liet vrouwelijk geslacht; Elders overleden en alhier ingeschreven 21 personen Levenloos aangegeven 22 kinderen; Gehuwd 15S parendoor echtscheiding ontbonden 1 paar. Van de overledenen waren beneden het jaar oud 113. van 1 tot 5. 39. van 5 tot 10, 31. van 10 tot 15, 16. van 15 tot 20, 16. van 20 tot 25, 15. van 25 tot 30, 19. van 30 tot 35, 18. van 35 tot 40, 12. van 40 tot 45, 17. van 45 tot 50, 16. van 50 tot 55, 20. van 55 tot 60. 20. van 60 tot 65, 23. van 65 tot 70, 33. van 70 tot 75, 22. van 75 tot 80, 17. van 80 tot 85, 0. van 85 tot 00, 2. Te Vlissingen zijn in het zelfde jaar ingeschreven als geboren 397 kinderen, zijnde 214 zoons en 183 dochters; overleden 358 personen, waarvan 180 tot het mannelijk en 17S tot het vrouwelijk geslacht behoordenen als levenloos geboren aangegeven 2S kinderen. Onder de ingeschrevenen zijn 37 personen die elders zijn overleden. Er zijn in dat jaar 93 huwelijken voltrokken. De ouderdom hij het overlijden was: beneden het jaar 105. van 1 tot 5, 51. van 5 tot 10, 9. van 10 tot 15, 5. van 15 tot 20, 15. van 20 tot 25, 21. van 25 tot 30, 6. van 30 tot 35, 13. van 35 tot 40, 12. van 40 tot 45, 12. \an 45 tot 50, 9. van 50 tot 55, 16. van 55 tot 60. 19. van 60 tot 65. 15. van 65 tot 70. 11. van 70 tot 75, 15. van 75 tot 80, 11. van SO tot 85, 9. van S5 tot 90, 4. Te Zierikzee zijn in 1859 ingeschreven: Geboren 304 kinderen, waarvan 169 zoons en 135 doch ters, terwijl bovendien als levenloos geboren zijn aangegeven 8 zoons en 12 dochters. Er waren onder de geborenen vier maal tweelingen, zamen 3 zoons en 5 dochters. Overleden 9S personen van het mannelijk en 103 van het vrouwelijk geslacht, zamen 201waaronder 10 die elders zijn overleden en 6 die elders hunne woonplaats hadden. Er zijn in dat jaar 65 paren gehuwd en er heeft geen echt scheiding plaats gehad. De ouderdom bij het overlijden was: heneden het jaar, 61. van 1 tot 3, 14. van 5 tot 10, 11. van 10 tot 15, 4. van 15 tot 20, 5. van 20 tot 25. 11. van 25 tot 30, 5. van 30 tot 35, 12. van 35 tot 40, 6. van 40 tot 45. 4. van 45 tot 50, 5. van 50 tot 55, 5. van 55 tot 60. 8. van 60 tot 65, 4. van 65 tot 70, 16. van 70 tot 75, 10. van 75 tot 80, 8. van SO tot Sö, 9. van 85 tot 90, 2. van 90 tot 95, 1. Te Goes werden in dat zelfde jaar aangegeven235 ge boorten namelijk 118 van zoons en 117 van dochtersonder welke 2 tweeling-geboorten voorkwamenterwijl bovendien IJ kinderen als levenloos geboren werden ingeschreven. Het getal der overledenen bedroeg 154zijnde 84 mannelijke en 70 vrouwelijkeer werden 65 huwelijken voltrokken en had den 2 echtscheidingen plaats. De ouderdom hij het overlijden was: heneden het jaar 63. van 1 tot 5, 19. van 5 tot 10, 5. van 10 tot 15, 4. van 15 tot 20, 1. van 20 tot 25, 3. van 25 tot 30, 2. van 30 tot 35, 3. van 35 tot 40, 5. van 40 tot 45, 4. van 45 tot 50. 3. van 50 tot 55. 3. van 55 tot 60. 6. van 60 tot 65, 8. van 65 tot 70, 10. van 70 tot 75, 6. van 75 tot 80, 6. van SO tot S5. 3. In 1859 zijn te Hulst geboren 79 kinderen: 38 zoons. 41 dochters; levenloos geboren 9 kinderen, en overleden 107 personen 51 van het mannelijk en 56 van het vrouw elijk geslacht; gehuwd 19 paren. irSierBaometGï'slamll 30 jan. 's av. 11 u. 40 gr. 31 'smovg. 7 u. 38 'smidd.lu. 40gr. 's av. 11 u. 34gv. 1 febr.'s morg. 7 u. 34 'smidd. 1 u. 40 gr. Engelamï. Londen 30 januarij. The morningpost berigt dat de en- gelsclie en fransche gezanten te Napels den last hebben ont vangen om aan de napelsche regering, in verband met de veranderde gesteldheid van zaken in Italië, nieuwe vertoogen te doen. Volgens The timeslieeft hetbritschegouvernement voor gesteld om het geschil ten aanzien van San Juan te vereffenen door eene schikking, waarbij San Juan aan Engeland en aide overige eilanden van den Archipel aan Amerika zouden wor den toegewezen. "Weinige dagen voor kersmis zond een voornaam slagter te Brighton het fijnste deel van een schaap, dat van de ten toonstelling van Smithfield afkomstig was, aan den keizer der Franschen ten geschenke. De zaak was nagenoeg vergeten, toen de slagter dezer dagen, door tusschenkomst van den fran schen ambassadeur te Londen, een eigenhandigen brief uit de Tuilerien omving tot dankzegging voor liet gezondene en tevens eene gouden medaille met Zr. Ms. beeldtenis. De medaille wordt gezegd eene innerlijke waarde van 20 guinjes te hebben. Buitschland. Berlijn 27 januarij. De Preussische Zeitung, welke niet meer zoo als vroeger, in regtstreeksche verbinding staat tot onze regering, maar toch nog dikwijls geacht wordt het ge voelen van het kabinet uit te drukken, verklaart zich, hij de beoordeeling der troonrede van koningin Victoria, ten krach tigste tegen de inlijving van Savoye en Nizza bij Frankrijk. Zou Sardinië zoo wordt daarin gezegd de vergrooting van zijn grondgebied lcoopen, in ruil voor een deel van zijne voormalige bezittingen Een sardinisch staatsman zal nimmer met een goed geweten afstand doen van oude en wisse bezit tingen voor nieuwe en onzekere. En hoe zou de engelsche regering dit kunnen toezien en op die wijze de overleveringen barer politiek, gevolgd sedert de troonsbestijging van Willem JII, verzaken? Hoe zou zij er toe kunnen bijdragen, om Frankrijk tot de politiek van zijne natuurlijke grenzen terug te brengen? Zou lord Palmerston op zoodanige wijze de vrijheid van Italië koopen willen Met dien koopprijs zou liij de vrijheid van Italië, welligt die van Europa ten beste geven. Zwitserland zou in dat geval ook van de zuidzijde door Frankrijk omgeven zijn en zijne onzijdigheid eene illusie zien worden. Pruissens vertegenwoordiger bij den bondsdag heeft in de zitting van gisteren aan dat ligchaam verklaard, dat de pruissische gevolmagtigde met de duitsche oeverstaten zich verstaan heeft over de kwestie der kustverdediging, althans wat de voornaamste punten betreft, zoo dat men weldra de beslissing van den bondsdag ten deze zal inroepen. Frankrijk. Parijs 30 januarij. Gisteren las men in het dagblad L'uni- vers den woordelijken inhoud van een rondgaanden brief van den paus, aan al de dignitarissen der katholieke kerk gerigt. Pius IX ontwikkelt daarin de redenen van zijne weigering om gehoor te geven aan den raad van keizer Napoleon, en van de in opstand gekomen provinciën afstand te doen. Hij be gint met de bisschoppen te bedanken voor de klagten welke zij hebben aangeheven over den toestand waarin het pausdom gebragt is. „Zoodra u door onzen rondgaanden brief van den 18 junij des vorigen jaars en door de twee alloeutien welke wij vervolgens in consistorie hebben uitgesproken, de ziel van smart vervuld, bekend is geworden met welke rampen de godsdienstige en de burgerlijke maatschappij overstelpt waren geworden en welke vermetele en schandelijke daden van oproer werden bedreven, het zij tegen de wettige vorsten van de italiaansche staten, het zij tegen het wettig en gewijd gezag waarmede wij en deze heilige stoel zijn bekleed, hebtgij.onze wenschen cu onze zorgen beantwoordende, u zonder eenig verwijl beijverd om in uwe diocesen openbare gebeden te ver ordenen enz." Hij gaat verder voort„Onlangs heeft, zoo als aan onder- seheidenen van u reeds bekend zal zijn, hetparijsche dagblad, de Moniteur getiteld, een brief medegedeeld van den keizer der Franschen, waarmede h ij heeft geantwoord op een anderen brief, waarin wij Z. K. M. dringend hadden verzocht om in het congres te Parijs de integriteit en onschendbaarheid van het wereldlijk gezag van dezen II. stoel onder zijne magtige bescherming te nemen, en bette bevrijden van een misdadigen opstand." De paus herinnert aan den geest van den keizerlijken brief en zegt dat in zijn antwoord, „wij duidelijk en openlijk heb ben verklaard dat wij in geenen deele aan zijn raad konden gehoor geven, omdat deze onoverkomelijke zwarigheden in heeft, met het oog op onze waardigheid en op die van den II. stoel, met het oog op ons gewijd karakter en op de regten van dezen zelfden stoel, die niet behooren aan de dynastie van een of ander koninklijk geslacht, maar aan alle katholie ken; dat wij niet kunnen afstaan wat ons niet toebehoort, en dat wij volkomen begrepen hoe de overwinning, welke aan de opstandelingen in Emilia zou worden verleend, eene aanmoe diging voor de hier te huis behoorende en vreemde onrust stokers zou zijn om de zelfde aanslagen in onze andere pro vinciën te beproeven, daar zij alsdan zouden zien welk een gelukkig gevolg den opstand bekroont. Wij hebben tevens niet verzuimd op te merken dat het Z.M. niet onbekend was door welke personen, met welk geld en met welke hulp de jongste aanvallen van den opstand te Bologna, te Ravenna en in andere steden zijn begonnen en ten einde gebragt, ter wijl de zeer groote meerderheid der bevolking als 't ware van vrees verstomd bleef onder den indruk dier gebeurtenissen. Wij hebben niet verzuimd den zelfden keizer te herinneren dat hij vóór den italiaanschen oorlog een anderen brief aan ons gerigt had, zeer verschillend van zijn laatste schrijven, een brief die ons troost in stede van droefheid bvagt." Ten slotte verdedigt de paus de stelling, dat op die kunst matig veroorzaakte oproerige bewegingen, geen stelsel van afstand van grondgebied kan worden opgebouwdboven dien, in bijna alle oorden van Europa hebben menigwerf op roerige bewegingen plaats gehad, zonder dat het iemand ooit in de gedachte gekomen is, om daaruit de gevolgtrekking af te leiden, dat daardoor het territoriaal bezit van den een of andereu souverein moest worden beknopt. Met klem som meert Z. II. den keizer om mede te werken tot de ongeschon den handhaving van het wereldlijk gezag des pausen, op straffe van hiernamaals anders voor het gepleegde onregt strengelijk gestraft te zullen worden. De paus verklaart zich voor het overige bereid, om naar het voorbeeld zijner voor gangers de zwaarste beproevingen te doorstaan, zelfs als mar telaar te sterven; nimmer echter zal hij zijne toestemming geven tot hetgeen thans door keizer Napoleon van den heili gen stoel wordt verlangd. Deze circulaire wordt besloten met eene opwekking tot het uitschrijven van algemeene ge beden in het belang der kerk en van den heiligen stoel. Geen der andere dagbladen van de hoofdstad heeft dit schrijven medegedeeld, en La gazette de France gaf als reden daarvan op dat zij daartoe niet bij magie was, door van haren wil onafhankelijke omstandigheden, terwijl L'umon rondweg verklaarde dat zulks aan de redactie verboden was. Zoo als men intusschen wel verwachtte, behelst een der ministerieele bladen, Le eonstitutionuel, den brief heden in zijn geheel, maar het laat die overnemiug vergezeld gaan van eene nota, waarin het blad zegt te betreuren dat llome blijkt nog altijd, even als vóór den oorlog, onder den invloed van Oostenrijk le bukken, en betoogt dat, nu de paus weigert den raad van Frankrijk te volgen, Frankrijk zijnen pligt ver vuld heeft en daarmede volstaan kan. Fr ankrijks raadgevin gen zullen nooit in bedreigingen of dwang ontaardende ouregtvaardigheid, die jegens hetzelve gepleegd wordt, hoe groot die ook zij, zal nooit bij magte zijn om het den weg der gematigdheid te doen verlaten. Het zou in geval van nood den paus te Rome nog altijd tegen de anarclne verdedigen maar indien het wereldlijk gezag van den heiligen vader overal elders eene crisis mogt ondergaan, dan zal de verant woordelijkheid daarvoor niet nederkomen op de grootmoe dige natie, welke al het mogelijke gedaan heeft om die onhei- len te voorkomen en die altijd gereed zal staan om hem die hulp eu steun te verleenen, welke men thans miskent. De overname door L'univers heeft inmiddels voor dat blad treurige gevolgen gehadimmers de Moniteur van heden behelst eeu keizerlijk bevelschrift, waarbij de verdere uitgifte van dat idtramontaaïïsche dagblad verboden wordt. Dit besluit is genomen iu gevolge een rapport van den minis ter van bmnenlandsche zaken, waarbij de noodzakelijkheid van dien maatregel betoogd wordt op de volgende gronden. L'univers is het dagblad eener kerkelijke partij, wier aanma tigingen meer en meer aandruischen tegen de regten van den staat, en wier onvermoeide pogingen strekken om de fransclie geestelijkheid tc overheerschen, de gemoederen der geloovi- gen te verontrusten,den inwendigen vrede des lands testoren, en de grondslagen te ondermijnen waarop de betrekkingen tusschcn de kerk en de burgerlijke maatschappij berusten. De oorlog, die aldus tegen onze aloude nationale overleverin gen gevoerd wordt, is voor de godsdienst zelve nadeclig en gevaarlijkwant de fransche geestelijkheid heeft hare eerbie dige onderwerping, wat het geestelijke betreft, aan den heili gen stoel, nooit afgescheiden van de pligten der vaderlands liefde. De polemiek van L'univers vervulde de geestelijkheid zoo wel als alle weldenkende burgers met diepe droefheid. De minister herinnert dat d., leerstellingen, welke L'univers trachtte te deen gelden, geenszins nieuw zijn. De oude fran sche monarchie heeft ze altijd met kracht, bestreden, en is in dien strijd menigmaal door beroemde bisschoppen onder steund geworden. De keizer zal voor zijne voorgangers op den troon niet onderdoen in de zorg om de beginselen te doen eerbiedigen, welke door de nationale overleveringen gehei ligd zijn. -De groothertogin Stephanie van Baden is gisteren over leden. De keizer zal daarvoor gedurende drie weken rouw aannemen. Men verzekert dat de russische regering voor het geval dat het graafschap Nizza met Frankrijk mogt worden ver- eenigd, de noodige stappen heeft gedaan, ten einde de hand having te verkrijgen van de tusschen haar en liet sardinische gouvernement vastgestelde bepalingen ten aanzien van het maritiem station te Villafranca, hetwelk tot het gebied van genoemd graafschap behoort en aldus, wanneer het genoemde plan ter aanhechting tot stand kwam, een franscli terrein zou worden. Aan de munt alhier zal eene medaille geslagen worden tot herinnering aan het sluiten van het handelsverdrag tus schen Frankrijk en Engeland. Er is sprake van de aftreding van den minister van koophandel en openbare werken, den heer Rouher, en men

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 2