Mengelingen. Miööetm ran rem on*. STOOMBOOTDIEIVST llM&aöig!)ciiX Gavancine lieeft dit jaar in onzen handel een zeer voorname plaats bekleedsteeds toenemende vraag was oorzaak dat al onze fabrieken geregeld konden doorwerken en velen zelfs niet aan al de aanvragen konden voldoen. De prijzen der ga- rancine bleven in verhouding met die der meekrap; ook de nu plaats hebbende verhooging der meekrapprijzen heeft invloed op de garancineprijzen, welke hooger zijn dan vóór eene maand. BANCA TIN. De statistiek van Banca tin over het afgeloopene jaar wijst, in vergelijking met het vorige, de volgende bijzon derheden aan. 1. een grootere voorraad in de tweede hand 2. een grootere voorraad bij de Nederlandsche handel maatschappij 3. weinig aanvoer vóór het tijdstip der laatste veiling, meer daarna en daardoor 4. een kleinere veiling in dit jaar dan in de drie voorgaan de jaren; 5. minder uitvoer dan in de drie voorgaande jaren. Hieruit verklaart zich de willige houding, die het artikel bijna onafgebroken in den loop van dit jaar gehad heeften het herstel van prijs na tijdelijke verlaging, als ook de hooge afloop der laatste veiling. Niet onbelangrijk is de opmerking dat het gebruik van tin in even gunstige verhouding vermeerdert als de produc tie van 1831 totlSSl is de gemiddelde opbrengst van Banca van circa 40,000 picols tot circa 80,000 picols toegenomen, en dus in een tijdvak van 20 jaren verdubbeldin 1S56 zijn aldaar reeds 100656 picols geproduceerd en desniettemin werd alhier in de veiling van 1857 voor ruim 190000 blokken of circa 95000 picols de prijs van f82| verkre gen, terwijl de middenprijs der veilingen in bovengemeld tijdvak slechts circa f46 bedroeg. De loop der prijzen van Banca tin was dit jaav afwis selend en wel als volgt: in januarij f 754 a f 7SJ-. in julij f 80 af 874- februarij - 78 maart - 77 april - 76 4 mei - 74 junij - 76-1 - 79 - 79f - 80 - 784-. - 78 augustus- 85 - 86 septemb. - 84| - 85 october - 75 növemb. - 78 decemb. - S2 83 S04. 83 onder de laatste notering is op dit oogenblik niet te koopen. De voorraad van Banca tin op ontvangcedullen is 1858. 1859. te Amsterdam 36581 Blokken 31570 Blokken. Rotterdam 16600 26491 Middelburg 1834 55015 Blokken 58061 Blokken. Afgelev. in decemb. 11823 Blokken 2950 Blokken. Nieuwe voorraad. 28490 Blokken 40714 Blokken. 14795 21702 14-75 3101 5576 1048 3033 4372 Amsterdam Rotterdam Dordrecht Middelburg Schiedam 53369 Blokken 70937 Blokken. (Het overzigt van andere handelsartikelen in ons volgend nommer. Meekrapprijzen Rotterdam 2 januarij. Meekrap werd heden redelijk geveild, doch meest f 2 boven de markt gehouden, zoo dat er weinig is verkocht. Racine noteert menf 22 af 22 Graanmarkten. Amsterdam 2 januarij. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken f 37. Lijnolie op zes weken f 31 Rotterdam 2 januarij. Tarwe was heden 30, gerst en erwten 20 cent. rogge en paardeboonen 10 cent, wit zaad f 1 lager. Overigens is geene verandering op te geven. Prijzen van Effecten. Amsterdam 2 januarij. Nederland. Certific. Werkelijke schuld dito Nationale dito dito dito dito Aand. Handelmaatschappij Rusland. Oblig. J 798/1816 Certific. Hope co dito dito 1S55, 6de serie. dito Aand.spoorweg(afgefourneerd) dito dito (onafgefourneerd) Polen. Schatkistobligatien Spanje. Obligatien dito binnenlandsch Certific. coupons bewijzen Crediet instelling (gefourneerd) Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek dito amsterdamsche dito nationale dito 1847/1S52 Bank actiën Belgie. Certificaten bij Rothschild Portugal. Obligatien dito nieuwe Grenada, dito(schoon) Venezuela. dito Illinois. dito Mexico. dito(schoon) 2} pet. .3 ■1 ■H 64} 76} 9SJ 12SJ- 103| 99} 03} 233} 79 32} 42 51} m 59} •12} 15.V 28} 2111 Thomas ISabington Macauly. De man, wiens verlies niet alleen Engeland maar de geheele beschaafde wereld thans betreurt, de staatsman, letterkundige, dichter en geschiedschrijver Macauly was ge sproten uit een geslacht waarvan onderscheidene leden let terkundige talenten hebben aan den dag gelegd. Zijne ouders Zacharias Macauly, een ij veraar voor de afschaffing der sla vernij, en miss Mills, eene vrouw' van veelzijdige bekwaam heden, lieten hem geene middelen na doch hadden hem eene goede opvoeding geschonken. Macauly werd in 1800 te Rothley in het graafsehap Leices- ter geboren, studeerde aan de universiteit te Cambridge, waar hij zich gunstig onderscheidde en een van de drie groote prijzen behaalde. In 1826 zette hij zich te Londen als advocaat neder en was toen reeds een ijverig medewerker van de Edinburgh review, in welk tijdschrift hij zijnen letterkun digen werkkring opende. Zijn optreden in het staatkundige leven dagteekent van 1830, toen het ministerie Grey aan het bewind was gekomen, met de erkende roeping om de parlementshervorming tot stand te brengen. De hervormingsbeweging had toen eene groote ontwikkeling bereikt, en Macauly maakte daarvan gebruik om zich aan de kiezers van Colne voor te stellen, en werd ook door hen naar het lagerhuis afgevaardigd. Op het aannemen der hervormingswet en de daaraan ver bondene zegepraal van het Whig-ministerie moeten zijne met zorg bewerkte redevoeringen niet zond er invloed zijn geweest, en hij werd dien ten gevolge in 1832 op nieuw afgevaar digd, doch nu door de gemeente Kent. Hij had zich reeds spoedig als iemand van meer dan gewone geleerdheid doen kennen, en daar men bovendien wist dat zijne studiën voor een groot deel gewijd waren geweest aan een grondig onderzoek van de geschiedenis, den toestand en de behoef ten van Britsch-Indie, werd hij nog in het zelfde jaar benoemd tot secretaris van „the Board of Control," het ligchaam dat het onbeperkt gezag uitoefende over de toen zoo deerlijk slecht beheerde zaken van Britsch-Indie. Hij gaf in die waardigheid doorslaande blijken dat men zich aangaande zijne bekendheid met de indische belangen niet had vergist en kreeg weldra de betrekking van lid en regtsgeleerd consulent van den hoogenraad van Indie. Het erlangen dezer betrekking, zeldzaam voor een zoo jeugdigen leeftijd, verschafte hem niet weinig benijders, en men beweerde daarbij dat Macauly veeleer aan een gunstbewijs, waardoor hij in de gelegenheid kwam zijn geldelijken toestand te verbeteren, dan aan buitengewone bekwaamheden zijne zending naar Indie te danken had. Hoe dit zij. van de gelegenheid om op zijn inkomen, dat als wij ons niet bedriegen nu 10,000 p. st. 'sjaars bedroeg, te bezuinigen, schijnt Macauly goed gebruik te hebben ge maakt, want het is bekend dat hij in 1S38 met een niet onaan zienlijk vermogen naar Engeland wederkeerde. Zijne eerste beweging na de terugkomst in Engeland was weder op het terrein der staatkunde. Hij werd secretaris van oorlog in het ministerie Melbourne een departement waarvan de aard toen zoo veel mogelijk het tegendeel was van hetgeen hij eenige jaren later worden zou. Het had toen, wel verre van liet mikpunt der openbare aandacht te zijn, de hoedanigheid eener sinecure. Het departement van oorlog kon toen het departement van vrede genoemd worden; de ambtenaren hadden weinig te doen, en aan Macauly bleef dus ruim schoots de tijd over om zijne neiging tot letterkundigen arbeid op te volgen, alsmede om zich voor te bereiden op die rede voeringen, welke zouden dienen wanneer de staatkunde van het gouvernement ten aanzien van het een of ander beginsel, bij tijdig aangekondigde motie zou worden aangevallen. Toen in 1841 lord Melbourne moest wijken voor de oppo sitie, welke door den uitstekenden takt van sir Robert Peel gevormd, geregeld en geleid werd. trad Macauly meermalen op, en handhaafde zijn reeds vroeger verkregenen roem als redenaar. Tot het deelnemen aan woordewisselingen waarbij oogenhlikkelijke gevatheid vereischt werd. of tot het weder leggen van onverwacht opgekomene bedenkingen was hij echter door de rigting van zijn geest ten eenenmale ongeschikt, en hij heeft zich dan ook met beleid, zoo veel dit mogelijk was, in dergelijke gevallen aan den strijd onttrokken. Waar er echter gelegenheid was zich voor te bereiden, heeft Macauly die doorwrochte, sierlijke redevoeringen uitgesproken welke ons voor een deel ook in afzonderlijke uitgave zijn bewaard gebleven. Dit is ook van toepassing zoo wel op het tijdvak van 1S46'1848 toen Macauly betaalmeester bij de departe menten van marine en oorlog was, als op dat na 1852 toen hij van wege de stad Edinburgh zitting had doch aan zijne speeches" vóór zijn vertrek naar Indie gehouden wordt de meeste waarde gehecht. De onmiskenbare verdiensten zijner redevoeringen zijn het grondig onderzoek der zaken, de heldere en krachtige voorstelling en den uitstekend sehoonen vormzij lijden ech ter veelal aan het gebrek van zich van het doel te verwijderen, doordien tusschen het stellen en het voordragen der rede dik wijls nieuwe omstandigheden waren opgekomen, en de rede naar geen vaardigheid bezat zijne hetoogen te wijzigen naai de behoeften van het oogenblik. In zijne laatste redevoerin gen komen daarvan eenige treffende punten voor. Hoewel alzoo het talent van Macauly als redenaar niet te miskennen valt, even min als de invloed dien het op staatkun dige gebeurtenissen heeft uitgeoefend, is hij in het huis dei- gemeenten nooit als een handelend staatsman beschouwd, en heeft hij dan ook te dien aanzien geenszins die vermaard heid verworven, welke hem als letterkundige en geschied schrijver is ten deel gevallen. Wij willen zijne verdiensten als zoodanig nog in het kort opsommen. (Wordt vervolgd.) TUSSCHEN MIDDELBURG EN ROTTERDAM. Uren van vertrek in januarij. van middelburg Dingsdag 3 's morg Donderdag 5 Zaturdag 7 Zondag 8 Dingsdag 10 Donderdag 12 Zaturdag 14 Zondag 15 6,30 8 ure. 10 10,30 6 6,30 6.30 van rotterdam Dingsdag 3 's morg. 10.30 4 10,30 6 6 ure. 9 7 Woensdag Vrijdag Maandag Dingsdag 10 Woensdag 11 Vrijdag 13 Maandag 16 8.30 8.30 9.30 Diakenen der nederduitsche hervormde gemeente teMid- delburg maken dankbare melding bij de collecte in de Nieu we kerk des avonds van den 31 december 1859, ontvangen te hebben, een coupon nederlandsche werkelijke schuld ren tende 4 pet. no. 3230. groot f 19.SO, verschenen 1 october 1859. Middelburg, den 31 december IS59. Diakenen voornoemd, NAGTGLAS, voorzitter. W. J. MULLER, secretaris. Arnemuiden.den. 30 december 1859. Met blijdschap berigt .het diaconie armbestuur dat ter bedeeling op den nieuw jaarsdag nog hij den heer P. M. de Ligny de volgende giiten zijn bezorgd, als op den 30sten december van P. f.1; van een onbekende f 2.50; uit de col lecte waalsehe kerk, den 31 sten van P. een coupon 24 pet. groot f 1.234 en een coupon 3 pet. groot f 1,484; v'an een onbekende 2 coupons 24 pet. w. s. ieder ad f 1,234, en op 1 januarij met opschrift Nieuwejaarscenten voor Arnemuiden een coupon 2 J pet. w. s. groot f 1.234; en uit de kerkcollecte Koorkerk f 2,50; op den 30sten ten behoeve onzer armen van een onbekende 1 russische coupon, no. 61383, groot f 50. Onzen innigen dank betuigen wij aan allen, die door hunne liefderijke ondersteuning in het afgeloopene jaar ons hebben in staat gesteld, 0111 den verarmden natuurgenoot te kunnen verkwikken; terwijl het onze bede is, dat zij in dit nieuw begonnen jaar 's hemels besten zegen mogen ondervinden. Namens het diaconie armbestuur, J. DE NOOIJER, praeses. D. KOUSEMAKER, adm. Bij den hoofdonderwijzer J. Reijers J.Cz. te Yzendijke is ingekomen voor de weezen van wijlen den onderwijzer Sluy- ters van gezelschap no. 1 f 5, van e'e'u lid van gezelschap no. 2 f 0.94, benevens 11 inteekenaren a fl op een uit te geven werkje. Voorspoedig bevallen van een'Zoon Vrouwe I. FOCK reboren CALAND. Ter Hooge. 28 December 1S59. Heden overleed mijne dierbare Motderin den ouderdom van 61 jarendiep betreurd door mij en hare overige Kinderen. Strekkende tot algemeene kennisgeving voor Vrienden en Bekenden zoo wel hier als buiten deze Stad. Middelburg, S. VAN STRATEN, den 29 December 1859. lieden overleed op het alleronverwachtst onze geliefde Broeder en Behuwdbroeder IZAAK KLUYFIIOUT, in den ouderdom van 69 jaren. Koudekerke, Namens Broeder, Zuster en den 31 December 1859. Behuwdbroeder, J. KLUYFHOUT. In den avond van den 31 Deceittber11. ontvingen wij de hartverscheurende tijding dat onze twcéift Zoon MATIIEUWES JOHANNES, aan boord van Zr. Ms.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1860 | | pagina 3