Giiitmlanhscljc lijöhigrtt.
Zijn gelezen vier missiven van gedeputeerde staten dezer
provincie als
a. van 18 november, houdende berigt van ontvangst van de
Terordening houdende wijziging van die tot wering der versprei
ding van besmettelijke ziekten op de lagere scholen. De voor
zitter deelt mede dat de verordening reeds gepubliceerd cn in
werking getreden is
b. van de zelfde dagteckening met toezending van de goed
gekeurde begrooiing der dienstdoende schutterij voor 1860. Do
voorzitter zegt dat daarvan op de gebruikelijke wijze mede*
decling is gedaan aan den schuttersraad
c. van 26 november, goedkeuring van het besluit tot verkoop
van booraen; de voorzitter berigt do verkoop is aangekondigd
tegen 24 dezer, en
d. houdende goedkeuring der gemeenterekening over 1858;
welke allen voor notificatie worden aangenomen, terwijl de
voorzitter zegt dat het hem aangenaam is zoo wel voor burge
meester en wethouders als den gemeenteontvanger, te kunnen
mededeelen dat op de rekening geene aanmerkingen zijn ge
vallen.
De voorzitter deelt mede dat in gevolge vroegere authorisatie
ondershands zijn verkocht 17000 oude kcijen, voor f5 per dui
zend aan de gemeente Dreischor, en een oude haard voor f 12,
hetgeen wordt aangenomen voor kennisgeving.
Burgemeester en wethouders stellen voor, na het advies der
armbesturen ingewonnen te hebben, het maximum voor in I860
te verkenen onderstand, vast te stellen, overeenkomstig den in
1858 gearresteerden staat, met opmerking dat niet behoeft
gelet te worden op hetgeen door de regering hieromtrent on
langs bij provinciaal blad is voorgesteld, daar het maximum
alhier beneden den aldaar aangegeven middenterm is dien
overeenkomstig is besloten.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders zich an
dermaal genoodzaakt zien, omtrent de jaarwedden der hulpon
derwijzers cene voordragt te doen. Door het ontslag aan A.
Geluk verleend, vaceert de betrekking van Ier,, hulponderwijzer
aan de tusschcnschool de oproeping van solicitanten tegen de
bestaande wedde van f 300, heeft plaats gehad, doch burge
meester en wethouders zijn cr niet in mogen slagen daarop
sollicitanten te erlangen, die zij voor de betrekking geschikt
achten. Een sollicitant heeft zich opgedaan die door den school
opziener cn den hoofdonderwijzer geschikt geacht wordt, doch
deze vraagt f350. In aanmerking nemende dat de bezoldigin
gen voor hulponderwijzers op andere plaatsen f350 a f400
bedragen, stellen burgemeester en wethouders voor de wedde
van den 1 cn. hulponderwijzer vast te stellen op f 350 en te trach
ten daarvoor een geschikten hulponderwijzer te vinden. Na
eene inlichting door den heer de Cratie gevraagd, wordt daartoe
besloten.
Burgemeester cn wethouders stellen voor aan de betrekking
van 2den hulponderwijzer der tusschcnschool tc verbinden eene
jaarwedde van f 250. in te gaan met 1 januari) 1860. Dit voor
stel vindt zijne aanleiding in de omstandigheid, dat de kweeke-
lingl. II. Letzer, de jaren van hulponderwijzer bereikt hebbende,
in het loopeudc jaar het gevorderde examen heeft afgelegd en
dus niet meer als kweekeling kan blijven fungeren, terwijl zijn
behoud voor de school, waaraan hij zijne opleiding cn vorming
heeft genoten, wenschelijk geacht wordt. Door den lieer de
Crane worden eenige bedenkingen gemaakt, welke door den
voorzitter en den heer de Jonge worden weder lcgd, waarna het
voorstel is aangenomen.
Burgemeester en wethouders stellen voor, om uit den post
voor onvoorziene uitgaven op hoofdstuk I afdeeling 2 art. 18
over te schrijven f5, des noodig onder goedkeuring van gedepu
teerde staten, voor de verhooging van de jaarwedde van den
bode bij de tcekcnschool, waartoe de raad den 7 mei 1859 heeft
besloten; conform liet voorstel besloten.
De voorzitter berigt dat is ingekomen een verzoek van jhr.
mr. C. de Jonge, om ontslag als secretaris met 19 december
e. k„ onder dankbetuiging voor het in zijne betrekking genoten
vertrouwen. Namens burgemeester en wethouders stelt hij
voor dit omslag eervol tc verlcenen, welk voorstel wordt aan
genomen.
De voorzitter rigt daarop volgendenvijze het woord tot den
lieer de Jonge.' „Met leedwezen, geachte heer, zien wij u uit
deze betrekking vertrekken. Ik vertrouw dat ik dit mag zeggen
uit naam zoo ivcl der tegenwoordige, als der afwezige leden
de voorzitter van den raad heeft mij gemagtigd u dit uit zijnen
naam te zeggen, en wat mij betreft zult gij daaraan niet twijfe
len. De wijze waarop gij uwo betrekking gedurende 6 jaren
hebt vervuld, heeft den raad, burgemeester cn wethouders en
den burgemeester in staat gestold, die vervulling op prijs te
stellen, en heeft doen zien dat zij u ten volle was toevertrouwd.
De ijver, hot beleid en de goede orde waarmede liet werk der
secretarie en alles wat uwe betrekking vorderde werd vervuld,
mankt uw vertrek hn voor de gemeente, èn voor het bestuur een
groot gemis. Neem in uwe nieuwe betrekking onze beste wen-
schen mede, cn mogtgij, daar het uwe keuzeis, daarin voldoe
ning smaken en gij daarin die vorderingen maken waarop uwe
talenten u aanspraak geven. Dat het u steeds welga en de ver
klaring van goedkeuring op uw beheer, die wij thans geven, u
daarbij eene aangename herinnering zij."
Door den eervol ontslagene wordt hierop op hartclijkcwijze
geantwoord.
Worden gelezen de rekwesten van sollicitanten naar de be
trekking van secretaris, als van de hccren P. Wichern te Epe,
G. Vcrdooren teZierikzce, C. J. van Osselen te Meerkerk, A.
de Rooy te Charlois, en mr. J. P. N. Ermerins tc Zierikzee.
De voorzitter zegt dat door burgemeester en wethouders de
vcreisclitc lijst van aanbeveling is opgemaakt; zij bestaat uit de
hccren mr. J. P. N. Ermerins cn G. Verdoorcu hij stelt voor de
stukken voor de leden ter visie te leggen terwijl hij kennis
geeft hot voornemen bestaat in de volgende week eene vergade
ring te beleggen, tot het benoemen van ccnen secretaris.
Hierna is de zitting gesloten.
Engeland.
Londen 17 december. Er is plotseling eene vergadering
van den ministerraad op heden belegd, en wel, naar het ge
rucht zegt, wegens oneenigheden betreffende het congres.
De Volunteer gazette, een blad dat ontsproten is uit de
vrijwilligers beweging, spoort aan tot volharding in die bewe
ging, omdat de napoleontische brief geene stellige verzekering
hoegenaamd bevat en Napoleon I de zelfde gevoelens van
vredelievendheid jegens Engeland zocht ingang te doen vin
den, terwijl het naderhand gebleken is, dat hij tevens nimmer
zijn oorspronkelijk plan van een inval had laten varen.
Men zegt dat de twaalf en een half millioen ponden
sterling, tot vol tooi jing onzer verdedigingsmiddelen benoo-
digd, door middel eener verhooging van den income-tax zal
gevonden worden, die over drie jaren zou worden omgesla
gen, welke tijd ongeveer tot daarstclling dier werken vereischt
worden zou. Anderen gelooven echter nog altijd dat eene
geldleening, binnen twintig jaren aflosbaar, tot genoemd
doel zal worden uitgeschreven.
Terwijl in sommige berigten beweerd wordt dat liet
gouvernement van zijnen tegenstand tegen de doorgraving
der landengte van Suez zou hebben afgezien, betoogt de
ministeriele Morning post, dat de tegenstand van lord Pal-
merston tegen die onderneming op goede gronden berust, de
wijl zij alleen strekken kan om de onafhankelijkheid van
Turkije in het belang van Frankrijk te bedreigen.
Eene heden ontvangen depeche behelst het belangrijke
berigt, dat Oostenrijk tot eene algeheele ontwapening zou
besloten hebben. Reeds de eerste stap om daartoe te geraken
zou op het budget van het departement van oorlog eene be
sparing doen verwerven van niet minder dan 38 millioen
flor jnen.
Ten behoeve van het „Nightingalefonds," genoemd
naar miss Nightingale, die zich door hare zelfopoffering bij
de verpleging van zieken en gekwetsten in den oosterschen
oorlog zoo onderscheidde, en dat bestemd is om een leerschool
voor pleegzusters op te rigten, is reeds eene som van 48.000
p. st. bijeengebragt.
Duif$clilan(l.
Weenen 16 december. De reeds voorloopig vermelde ver
ordening van den minister van financiën betrekkelijk de rente
betaling van de nationale leening is van den volgenden
inhoud
„Nadat door de ratificatie van liet Zuricher vredesverdrag
de bijzondere omstandigheden hebben opgehouden tebestaan,
voor welker duur de betaling der rente van de vrijwillige lee
ning van 1851 in klinkende zilveren munt in gevolge de kei
zerlijke verordening van lljunij 1859 gestaakt en in plaats
daarvan de betaling in banknooten met een dienovereenkom
stig geregeld opgeld verordend was geworden, zoo zal alsnu
de betaling der van 1 januarij I860 af vervallende renten van
de bedoelde leening weder in klinkende zilveren munt moeten
geschieden, met in achtneming van de voorschriften, welke
vroeger, alvorens de betaling in banknoten werd gedaan, voor
de voldoening dier renten gegeven zijn."
Het huis Rothschdd heeft reeds den eersten termijn van
20 millioen, zijnde een deel van de som door Frankrijk, drie
maanden na liet sluiten van den vrede te betalen, ten behoeve
van Sardinië, aan den heer von Briick gedisconteerd, en hem
voorloopig 5 millioen in zilver uitbetaald.
Berlijn 15 december. Men verneemt, dat de verzwakking
van krachten, die zich sedert eenigen tijd bij den koning open
baarde, nog altijd voortduurt. Sedert 12 dezer vooral moet
weder meer vrees dan hoop op zijn behoud bestaan. De prins
regent liecft dien tengevolge de voorgenomeu reis naar Karls
ruhe cn den ltijn weder opgegeven.
Belgie.
De afdeelingen der kamer van volksvertegenwoordigers
zijn thans bezig met bet onderzoek der begrooting van uitga
ven voor het departement van buitenlandsche zaken voor liet
jaar 1SG0. Hierbij is wederom gehandeld over 's rijks marine,
welke onder dat departement behoort. Sedert eenige jaren is
de vraag aanhangig, of de marine in haren tegenwoordigen
staat gelaten of wel opgebeurd en versterkt dient te worden,
terwijl men vrij algemeen van gevoelen is dat zij in liaren
tegenwoordigen staat te zwak is om eenig nut hetzij voor de
verdediging der kusten of voor de bescherming van den bui-
tenlandschen handel tc doen, zoodat de gelden, welkejzij op
den tegenwoordigen voet kost, nutteloos uitgegeven worden.
De vraag is ook aan het onderzoek eener staatscommissie
onderworpen; en in de afdeelingen is nu gevraagd, of liet
gouvernement eindelijk tot een bepaald besluit dienaangaan
de gekomen was, hetgeen men vooral ook wegens het verband
dezer zaak met de voorgenomen versterking van Antwerpen,
wensclite te vernemen.
Daarop heeft liet gouvernement aan de centrale afdeeling,
welke met bet onderzoek der begrooting van liet departement
van buitenlandsche zaken belast is, eene nota gezonden
strekkende tot wijziging der voorgedragen begrootingsposten
betrekkelijk de marine, en houdende aanvraag van eene som
van een millioen francs voor het bouwen van twee groote
schepen.
Men ziet hierin den eersten stap tot de vorming eener bel-
gische oorlogsvloot.
Frankrijk.
Parijs 14 december. Z. K. H. de prins van Oranje, die
heden morgen ten zes ure met den sneltrein van Straasburg
hier aankwam, werd ten drie ure bij den keizer ontvangen.
De prins werd herwaarts vergezeld door den nederlandschen
gezant den lieer Liglitenveld en door den lieer Roux, admini
strateur van den oostelijken spoorweg, die hem tot Kehl te
gemoet waren gereisd. Gisteren liad de prins de werken van
de brug te Kehl bezigtigd, die hem door den heer Fleur Saint
Denis, ingenieur voor bruggen en wegen bij den genoemden
spoorweg, aangewezen werden. Hij gebruikt lieden avond
den maaltijd ten liove en houdt zijn nachtverblijf in liet hotel
van het nederlandscli.gezantscliap.
Het officieel dagblad verklaart de beschuldigingen on
gegrond, onlangs tegen de regering ingebragt wegens de ver
volgingen in drukperszaken, alsmede tegen de overheden die
zicli aan onwettige overhaasting bij het in beslag nemen van
zekere vlugtschriften zouden schuldig maken.
Den 9 october zijn te Jeddo niet groote plegtigheid de
ratificatien van liet tusschen Frankrijk en Japan gesloten
tractaat uitgewisseld.
Italic.
Nog altijd is er eene kleine nioeij el ij klieid ten aanzien dei-
vertegenwoordigers van de onderscheidene mogendheden op
het congres onbeslist. Men zal zich herinneren dat Engeland
zich niet wenscht te doen vertegenwoordigen door zijnen mi
nister van buitenlandsche zaken en reeds vroeger is daardoor
de vrees ontstaan dat andere rijken dit voorbeeld zouden vol
gen. Thans zegt men dat Rusland bepaald van Engeland
heeft geeischt dat lord John Russell of lord Palmerston wer
den afgevaardigd. Pruissen moet het zelfde bezwaar geopperd
hebben, en Frankrijk schijnt in elk geval te weigeren om den
bepaalden datum voor de opening van liet congres te ver
schuiven, docli dit wordt alzoo onvermijdelijk, en men noemt
daartoe nu reeds den 22 januarij.
Berigten uit Tuvyn bevestigen op nieuw dat koning
Victor Emmanuel een schrijven beeft gerigt aan keizer Napo
leon III. betreffende de benoeming van den graaf de Cavour
tot afgevaardigde op liet congres. De strekking van dat schrij
ven zou zijn om te weten te komen in hoe verre die benoeming
den fransclien keizer aangenaam of onaangenaam zou zijn.
De keuze van den gevolmagtigde hangt dus af van liet. ant
woord des keizers, en liet is geheel bezijden de waarheid
geweest, dat Frankrijk zich reeds officieel of officieus tegen
de benoeming van den graaf de Cavour zou verzet hebben.
De nationale italiaansclie vereeniging is geeonstituteerd en
beeft haar doel openlijk bekend gemaakthet is „om, onder
het genot der italiaansclie onafhankelijkheid en vrijheid, de
ontwikkeling der constitutionele regten en hunne voortgaan
de toepassing op alle onderdeden van het maatschappelijk
leven te bevorderen."
De midden-italiaansche regeringen nemen alle mogelijke
maatregelen om officieus te Parijs vertegenwoordigd te zijn
tijdens liet congres. De heer Minghetti is reeds voor de lega-
tien aangewezen. De heer Buoncompagnie wordt in den loop
dezer week te Florence venvacht, waar hij. met de eerbewij-
ziugen aan zijn rang verschuldigd, zal worden ontvangen.
Hij zal beurtelings in elk van de groote steden verblijf hou
den, voornamelijk echter te Bolog-na.
Een schrijven uit Turyn van den 11 dezer, door La
presse medegedeeld, zegt dat men alom in het venetiaansche
de bijeenkomst van het congres met. gespannen verwachting
te gemoet ziet en er de hoop nog niet opgeeft om door hetzelve
van Oostenrijks heerschappij bevrijd te worden, en dat er een
daartoe strekkend smeekschrift door uitgeweken Venetianen
aan het congres zal worden gerigt.
Bijzondere tijdingen uit Rome geven te kennen, dat de
goede verstandhouding tusschen de fransche regering en den
paus, sedert eenige dagen zigtbaar verkoeld is. De hertog de
Grammont moet zelfs over die verkoeling bij den keizer ge
klaagd hebben. Het-schijnt, dat de paus te regtof te onregt,
in het denkbeeltl vwkeert,_.dat de fransche m^jSÏ^Hnic-
mensis, om op Rel congres eene scheid iii^jp^ibgfltlffP^ii
den Kerkelijked staat voor tc staan. OoksK'cr den nurïtüu
te Parijsm[)ë£2. H. ontevreden;zijn, om^hij uiet^vefllj
genoegde bfclaugen van ziju ineester bë^j^ertw