N0, 143. Dingsdag 1859. COURANT. 29 November. öittnmlcmiTsclif tijöingm. f"8»' (iflfcgfc Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissin- jen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is J 3, franco per post f 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekendma- kingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboveD 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van maandag avond 8 ure. JliddeEbure; 38 november. De tweede kamer der staten generaal heeft heden de begroo ting voor 1860 in behandeling genomen. Dealgemeene beraad slagingen zijn reeds afgeloopen en de beide eerste hoofdstakken aangenomen. Het provinciaal blad no. 104 van 18 dezer behelst mededee- ling van het reglement op het gebruik van de Provinciale biblio theek, welke boven het huis aan de noordzijde van de Abdij, genaamd Zierikzee, van woensdag. 30 dezer tot algemeen ge bruik zal geopend.zijn, op maandag, woensdagen zaturdag van 10 tot 12 en van 1 tot 3 ure. De minister van marine heeft ter kennis van belanghebben den gebragt, dal de in het begin dezer maand weggeslagen wes telijke bakenton van den Banjaard wederom is geplaatst. In de zaturdag te Amsterdam gehoudene gewone maande- lijksche vergadering van de natuurkundige afdeeling der Ko ninklijke akademie van wetenschappen, heeft de heer von Baum- hauer, namens de daartoe benoemde commissie, de resultaten medegedeeld van de analysen van het zeewater op de plaatsen waarde proefnemingen over de verwoestingen door den paal worm zijn genomen. Hij legde daarbij vier tabellen over der proefnemingen op de vier stationsVlissiugen, Harlingen, Sta voren en Nieuwendam gedaan. Na eenige discussie werd besloten het onderzoek ook nog gedurende den winter voort te zetten. In de Staatscourant leest, men: Eeri over Triest van den gouverneur generaal van Nederlandsch Indie ontvangen tele gram, gedagteekend Batavia 7 October 11., luidt: »Geen nieuws; op lava heerscht overal rust." Van de ongesteldheid van den gouverneur generaal blijkt niels. De met de landmail ontvangene berigten zijn van geen groot belang. In een volgend nommer deelen wij er het een en ander vaa mede. Het Handels- en effectenblad deelt onder alle voorbehoud een gerucht mede. volgens hetwelk mr. J. P. P. baron van Zuy- len van Nyevelt tot gouverneur generaal van Nederlandsch Indie. ter vervanging van den heer Pahud, zou worden be noemd. Men weet dat van de benoeming van den heer van Zuylen tot, die betrekking, reeds meermalen sprake is geweest. Wegens de benoeming van den heer mr. P, A. Sander, lid van de tweede kamer der der staten generaal, tot raadsheer in het provinciaal geregtshof in Zuidholland, zal eerlang eene nieuwe verkiezing moeten plaats hebben in het kiesdistrict Dordrecht, waaruit de heer Sander was afgevaardigd. De Nieuwe dordreohtsche courant maakt de niet onaardige opmerking dat het ontwerp van wet op den Noorder-en Zui derspoorweg, waardoor Dordrecht met het vasteland van ons vaderland en van Europa zal verbonden worden, door de twee de kamer der staten generaal is aangenomen op den zelfden dag (19 november) waarop in het jaar 1421, door den zoogenaam- den St. Elizabethsvloed, Dordrecht tot een eiland werd ge- maa^- Gelijk te Utrecht en te Haarlem reeds geschied is, zal ook te Amsterdam woensdag een voorstel tot het indienen van een adres aan de eerste kanier, tot verwerping van het door de tweede kamer aangenomen spoorweg-ontwerp, in den gemeen teraad in behandeling worden genomen. Van den anderen kant spreekt men te Arnhem, Nijmegen en Zutphen van adressen ten gunste van het ontwerp aan de eerste kamer iu te zenden, welke niet alleen vaugemeenteraden, maar ook van de kamers van koophandel en van de inwoners afzonderlijk zullen uitgaan. Dezer dagen is aan het postkantoor te 'sHage in werking getreden een nieuwe maatregel tot veiliger bezorging der brie ven aan de partikulieren, hierin bestaande, dat aan ieder be steller is gegeven een nommer, hetwelk na aankomst van iederen post op de achterzijde der aan hunne zorgen toever trouwde brieven wordt, geplaatst, waardoor de geadresseerden steeds in de gelegenheid zijn, te kunnen aangeven door welken besteller de brief is bezorgd. Ook in andere steden des rijks zal deze maatregel worden ingevoerd. Volgens een belgisch blad, houdt keizer Napoleon zich tegen woordig in zijne vrije oogenblikken bezig met eene fransche vertaling van Göthes Eaust. Gelijk bekend is, bragt de keizer reeds, gedurende zijne gevangenschap op Ram, Schillers Rati- ber in de fransche taal over. Benoeiningen en besluiten. Benoemd, bij besluit van 14 dezer, de heer Petit, kapitein luitenant bij de belgische marine, tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw. Benoemd, bij besluit van 25 dezer, tot, broeder der orde van den Nederlandschen leeuw, de schipper op het werkvaartuig der marine De vlinder, A. Noordzij. Benoemd, bij besluit van 24 dezer, met ingang van den 1 januarij 1860, tot president van de regt.bank te Curajao, mr. P. C. Prince, thans reeds met de waarneming van die betrekking belast; tot kapiteiu-kwartiermeester, de le. luitenant-kwar tiermeester bij de landmagt. in de kolc.iie Suriname N. Nielson. Benoemd, bij besluit van 25 dezer, tot directeur, hoofdonder wijzer der schilder- en teekenschool bij de koninklijke akade mie van beeldende kunsten te Amsterdam, de heer H.F. C. ten Kate aldaar. Benoemd, bij besluit van 25 dezer, bij den plaatselijken staf, tot kapitein en plaatselijke adjudant der le. klasse te Willem stad (naar ouderdom van rang) de le. luitenant W. H. A. Ger- som, plaatselijke adjudant der 2e. klasse te Venlo. Marine en leger. Volgens bijzonder berigt was Zr. Ms. stoomschip Amster dam, kommandant de kapitein-luitenant, ter zee A. D. S. Clark- son, den S October geankerd te St. Helena; aan boord was alles wel. Uit Hellevoetsluis schrijft men De zeildag van Zr. Ms. transportschip Heldin uit deze haven is bepaald op 10 december aanslaande, met be stemming naar Lissabon, Suriname en Curajao. De état major is zamengesteld als volgt: luitenant ter zee le. klasse P. Toutenhoofd, kommandantC. Star Nauta, le. officier; luitenants ter zee 2e. klasse A. J. Cosijn, J. J. Lefevre de Montigny en jhr. T. E. de Brauw; adelborsten le. klasse J. L. üuker, J. C. Eek, jhr. W. M. de Gyselaar en Q,. Hoeufft; officier van gezondheid 3e. klasse K. P. Vlaanderen; offi cier van administratie 3e, klasse A.L. Thierens; scheepsklerk C. A. E. Masraan, Met dien bodem zullen naar Cu ra 9a vertrek ken 50 infanteristen onder kommando van den 2deu luitenant Camp en medegeieide van den 2e. luiten, der artillerie Seijffard. Afluop verEiOupingen en aanlüesteiliiiiigen. Nieuw- en Sint Jooslaud 25 november. I. Een woonhuis met daar nevens staande werkplaats, hout- loods en daarachter liggende tuin staande op het dorp Nieuw- land in de Veerstraat wijk A no. 45, verkocht voor f4050. II. Eeu schuur met stal eu varkenshok, staande op den Molendijk, verkocht voor f650. III. Een woonhuis, slaaude in de Veer straat wijk A no. 45 a verkocht voor f935. IV. Een dito, staan de in de Kerkstraat wijk A uo. 5, verkocht voor f999. V. Een woonhuis, staande op het oude dorp of St. Jooslandver kocht voor f 600. TherMiomietemtanil. 28 novemb. 's morgens 7 ure 42 gr. u 's middags 1 u 43 Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure. November 1859. Wind. J tÏD a Laagste temperat. en verschil met de hoogste. Aanmet - hingen. Z. ZO. ZO.t.Z. Zuid. O. t. Z. O.t. N. O. ZO. Z. t. O. 766.9 760.2 763.8 766.1 765.3 764.1 763.3 0.84 0.82 0.86 0.90 0.79 0.85 0.88 6.72 5.18' 6.18 7.39 6.44 5.53 5.57, dik bewolkt. helder, bew. heijig. betrokken, bewolkt, bew. heijig. dik betrokken Staten generaal. TWEEDE KAMER. In de zitting van donderdag zijn voortgezet de beraadslagin gen over het wetsontwerp tot regeling van het gebruik van het koloniaal batigslot over 1857, en wel iu het bijzonder over het onderwerp behandeld in de tweede paragraaf vaa het voorloo- pig verslag betreffende de inmenging der vertegenwoordiging in de indische aangelegenheden. De heer Thorbecke stond stil bij twee punten, namelijk bij de grondwetsherziening van 1848 en de betrekking tusschen den minister van koloniën en den gouverneur generaal betrekkelijk het onderhavige onder werp. Ten aanzien van het eerste onderwerp merkte hij op dat de zienswijze des ministers omirenl het eerste voorstel van her ziening door de commissie tot bet ontwerpen van eene grond wet niet juist was. Hij trad om dit te betoogen in eene beschou wing van het gebeurde bij de commissie, waaruit bleek dat er in haren boezem groot verschil van gevoelen gelieerscht had om trent de redactie der arlikeleu de koloniën betreffende, eudat ter opheffing daarvan die artikelen in zoodanigen zin waren op gesteld dat niet de toepassing der constitutionele beginselen in die gewesten maar een zelfstandig beheer werd voorgedragen, met den waarborg dat de vertegenwoordiging op liet. bestuur toezigt zou houden. Hij herinnerde daarbij wat bij de behande ling der grondwet in 184S was voorgevallen, zoo in deu raad der ministers als bij de kamers, waaruit men zou kunnen zien wat dienaangaande steeds bedoeld was geworden. Met betrekking tot het, tweede punt gaf hij als zijn gevoelen op dat de gouverneur generaal iu vele opziglen zelfstandig moet kunnen handelen, hetgeen door de onistandighedeu en de be staande bepaliugeh geboden werd. terwijl, zoo hij onafhanke lijk var. het opperbestuur handelde, het hem toevertrouwd hoog gezag iu Indie moeijelijk gehandhaafd zou kunnen worden. Daarbij wees hij op het voorbeeld van Engelandin Brilscli Indie was geen opstand onstaan ten gevolge van de daar haer- schende zelfstandigheid van het oost-indische bestuur, maar van de pogingen van genootschappen om westersche begrippen aldaar in te voeren. Volgens hem zou er vroeger niet zoo veel goeds en groots zijn tot stand gekomen indien toen het. gezag van den gouverneur-generaal te zeer beperkt was geweest. De heer van Hall meende dat de nu behandelde kwestie niets met, het. wetsontwerp gemeeu had, terwijl de nu voorge dragen beschouwingen tot geene uitkomsten zouden leiden. Hij wees op de omstandigheid dat de vorige spreker, eigenlijk met de bepalingen der grondwet rakende de koloniën niet inge nomen, gaarne zou zien dat zijne voorstellen, iu de commissie der grondwetsherziening voorgedragen, alsnog ingang mogten vinden. Teu aanzien van het geven van door een lid gevraagde inlichtingen door den minister van koloniën, meende hij dat deze geweigerd konden worden, zoo de aanvaage bleek niet door de kamer gedeeld te worden. Aangaande de verhouding tusschen den minister van kolonieu eu den gouverneur-gene- aaal meende hij die in dezen zin te moeten opvatten dat de laatste aan den koning verantwoordelijk was voor zijne han delingen. Brilsch Indie, geloofde hij, kou in dat opzigt niet ouze koloniën vergeleken worden. Gevaarlijk bleef hij beraad slagingen over aangelegenheden van de Oost achten, daar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 1