Niettegenstaande dit alles waren ook onder de meerderheid leden, die, als de lijn Rotlerdam-Dordrecht-Moerdijk behouden bleef, in bet. geven van eene andere rigliug aan de meer ooste lijke lijn zoo overgroot bezwaar niet zouden zien, mits de beden king met opzigt tot het gevaar voor onze dijken uit den weg te ruimen ware. Anderen evenwel hielden het er voor, dat van de gekozen rigtiug voor de oostelijke lijn bij den tegenwoordigen stand der zaak in geen geval moest worden afgeweken. Door de leden, die het denkbeeld der regering omtrent de rivierovergangen bestreden, werden bij de verdediging van één overgang in het midden des lands niet. zoo zeer de belangen van Amsterdam en Rotterdam tegenover elkander gesteld, als wel daarop gewezen, dat door het leggen van zulk eene centrale hoofdlijn, waarvan, naar male der behoefte, zijlijnen links en regts kouden uitgaan, een meer beknopt, meer geconcentreerd spoorwegstelsel aangenomen, het zuiden en noorden op de meest gepaste wijze verbonden, en, wat men daarvan ook zeg gen mogt., millioenen schats bespaard zouden worden. Nog eene laatste bedenking scheen bij de behandeling dezer zaak te zeer uit het oog verloren. Zij betreft het defensiestelsel. Tot nu toe is door degenen, die zich met dit punt bezig hieldeu, steeds beweerd, dat vermits de linie van Utrecht de basis onzer verdediging uitmaakt, de spoorweg van die linie moet uitgaan. Daardoor alleen scheen eene zamentrekking van strijdkrachten achter de linie en eene goede verdediging daarvan mogelijk. Maar hoe zal het dan zijn, als de linie zelve uit het zuiden niet op de kortste en gemakkelijkste wijze te bereiken is, en daarentegen zich ten oosten en westen spoorweglijnen bevinden, waarvan de vijand gebruik maken kan Men kan er zich geen helder denk beeld van vormen en vroeg, of de minister van oorlog over deze voordragt was gehoord zoo ja, of dan plotseling een ander defensiestelsel dan het tot nu toe voorgestane was aangenomen. Omtrent de Zuiderlijn is in twee der afdeclingen met nadruk teruggekomen op het verlangen, dat de overt ogt van het Sloe niet door middel van eene brug, maar van een dam mogt plaats hebben. Het heeft bevreemd, in de Memorie van beant woording wegens den Zuiderspoorweg te lezen, dat indien tot het uitvoeren dier werken nader vergunning mogt worden gevraagd, de regering gaarne zal medewerken om de brug door een dam te vervangen eu dan tevens het in zoodanig geval ver- eischte kanaal van Middelburg naar Vlissingen te maken. De regering komt daar door eenigermate in tegenspraak met het geen zij onmiddellijk vooraf laat gaan over de wenscbelijkheid om den aanleg van den spoorweg en de daartoe te verleenen concessie niet met dit vraagstuk te verwikkelen. Zij schijnt tevens uit het oog te verliezen, dat iu art. 84 der concessie vau den Zuiderspoorweg bepaald van //de brug van het. Sloe" gespro ken wordt. Wat. daarvan zij, men bleef van gevoelen, dat het maken van den dam zich ver boven dat. van de brug aanprijst. Voor de brug wordt in de concessie eene som van f 2,600,000 uitgetrokken. Toen in 1851 eenige aanzienlijke Zeeuwen con cessie voor de afdamming van het Sloe vroegen, aan welke aanvrage uit den aard der zaak het. graven van het kanaal door Walcheren verknocht was, werden bij eene inde bijzonderheden uitgewerkte berekening de kosten van dam en kanaal te zamen op f 2,500,000 geschat. Eene bespariug van meer dau een half millioen zou dus waarschijnlijk te verwerven zijn door den dam de plaats van de brug te doen innemen. Maar die besparing is nog van gering belang in vergelijking van de andere voordeelen door de afdamming van bet, Sloe te verwerven, Daar door zullen Walcheren en Zuidbeveland voor goed aan den vasten wal verbonden zijn en de voornaamste der Zeeuwsche eilanden dien naam verliezen. Terwijl de brug aanmerkelijke onderhouds kosten vorderen zal, heeft meu van het bestaan van deu dam binnen een betrekkelijk kort tijdsverloop de aanwinst van bon derden buuders vruchtbaar land door aanslibbing te wachten, welker waarde eegmaal de kosten der thans aan te leggen wer ken meer dan vertegenwoordigen zal. De veiligheid der provin cie Zeeland zal bij de afdamming niet weinig winuen. Ver scheidene uren zeedijk zullen geen onderhoud meer vorderen en het getal der calamiteuse polders, over welker subsidiering van staatswege thans telkeus wordt geklaagd, aanmerkelijk verminderen. Tevens zal het kanaal van Vlissiugen naar Mid delburg niet slechts eene aanwinst voor Walcheren, maar in verband met het maritieme etablissement op de eerstgenoemde plaats voor geheel ons verdedigingstclsel zijn. De mogelijkheid zal daardoor ontstaan, oni in tijd van oorlog onze bodems bin nen door naar de Ooster Schelde in veiligheid te brengen. Nog zou het kanaal er zeer toe kunnen bijdrageu, dat liet hoofddoel van deu Zeeuwschen spoorweg, de verheffing van Vlissingen tot eene handelstad van beteekenis, bereikt wierd. Die stad zou dan toch eene soort van voorhaven van Middelburg worden, waar de handelsinrigtiugen en kapitalen, die men te Vlissingen mist, aanwezig zijn en bij de dubbele verbetering der gemeen schap de vroegere handelsgeest, welligt met kracht zou ontwa ken. Voor zoover uit het woord//verwikkelen", in de memorie van beantwoording gebruikt, af te leiden ware, dat bij de afdam ming van liet Sloe aan de internationale betrekking met Belgie moet worden gedacht, schijnt de herinnering niet overtollig, dat de verpligting van Nederland jegens dat land volgens het traktaat van 1839 niet verder gaat dan tot vervanging van een door kunstwerken onbruikbaar geworden waterweg door een anderen van gelijke gehalte. Hierop volgen de beschouwingen over de financiële voorwaar den der concessien, waarop wij in een volgend nomrner terug komen. öuitmlitnïJsclje tijöimjcn. Amerika. De berigten nit New-York van den 4 dezer, melden dat de bekende Walker, aan het hoofd cener bende vrijbuiters eene nieuwe expeditie tegen Nicaragua heeft onderuomen, en dat het ministerie, hetwelk in Costa-Rica ten gevolge der onlangs voorgevallen omwenteling opgetreden is, openbare verklaringen heeft afgelegd welke warmen bijval van de zijde der bevolking vonden. Kneeland. Londen 17 October. The morning post zegt t hans dat. Enge- lands deelneming aan het congres nog onzeker is, dewijl zij afhangt van het door lord John Russell gestelde beding, te weten van de voorafgaande erkenning van het regt der Italianen orn zelve hunne regering te kiezen. Uit Portsmouth wordt gemeld, dat een aantal mortier- schepen, thans te Chatham liggende, in het. aanslaande voor jaar naar China gezonden zullen worden. Ook is bevel gegeven om het corps der militaire geneeskundigen in China te verster ken. Veertig officieren van gezondheid hebben last ontvangen om zich derwaarts te begeven. EDüEitscïilaisil. Weenen 14 October. Gelijk men weet heeft zich sedert eeni- gen tijd eene commissie te Verona bezig gehouden niet het onderzoek naar de oorzaken van den ongunstigeu toestand onzer troepen tijdens den veldlogt in Iialie. Deze commissie heeft thans het resultaat harer werkzaam lieden in een uitvoerig rapport aan den keizer medegedeeld. Naar men verneemt zijn ten gevolge van dit onderzoek verschillende feiten aan het. licht gekomen, waardoor sommige burgerlijke en militaire autoritei ten ten zeerste gecompromitteerd worden. Het is (och daarbij ten volle gebleken, dat alle uooaige levensmiddelen, kleeding- stukken en andere behoeften ten dienste der manschappen in ruimen voorraad voorhanden waren, doch grootendeels verdwe nen zijn, zonder dat iemaud kan nagaan waar dat. alles gebleven is, terwijl er bovendien op sommige rekeningen posten en cijfers voorkomen, die reeds op zich zelve de sprekendste bewijzen leveren van bedriegerij. Zoo vond de commissie o. a. op eene specifieke rekening een post van 3O,00U zwauzigers, uitbetaald tot aankoop van lucifers Erankfort 14 october. Onder de talrijke thans geopperde hervormings-plannen, vindt het volgende wegens zijne eenvou digheid en doelmatigheid, in Zuid-Uuitschland vele aanhangers: 1. Oostenrijk en Pruissen zullen beiden met hun geheele grond gebied tot. het duilsche verbond behooren2. bij de te nemen besluiten zal Oostenrijk elf stemmen, Pruissen elf steaimenen de gezamenlijke middel en kleinere duitsche stalen mede elf stemmen uitbrengen 3. de gezamenlijke hiertoe behooretide vorsten verbinden zich. om de door 22 stemmen genomen honds- besluiten te erkennen en daaraan gevolg te geven; 4. geen duilsche bondsstaat zal zijn grondgebied door veroveringen kunnen vergrooteu5. het gezamenlijke duitsche verbond heeft uitsluitend over gedane veroveringen te beschikken. Intusschen kan ook dit ontwerp even weinig op de goedkeuring der respec tive regeringen rekenen. De volgende bijzonderheden zijn bekend gewordeu, no pens de dezer dagen ingewijde eu voor het publiek verkeer geo pende vaste brug over den Rijn bij Keulen. De bouw, in junij 1855 aangevangen, is, na zoowel wegens den lioogen water stand, als noodzakelijke wijzigingen in het plan van uitvoeriug, herhaalde malen gestaakt te zijn, eindelijk eerst iu september dezes jaars in zooverre voltooid, dat de passage erover geopend is. De brug heeft eeue lengte van 420 meters eu rust op vier bogen, ieder ter wijdte van 98 meters, ondersteund door zuilen ter dikte van 61 en ter hoogte van 16 meters boven den gemid delden waterstand. Zij is over de geheele lengte iu t weecn ver deeld. namelijk iu een spoorweg ter breedte van en een rijweg van 5 meters ter weerszijden met trottoirs van li meter breed. Deze oppervlakte rust op vier kolossale balken, terwijl de daar tegen opgerigte zuilen, ter breedte van 2S meters, even als de hoekmuren, op de uiteinden van vieikante en in het midden van achthoekige torentjes zijn voorzien. Deze spitsen verheffen zich op eene basis van 5.6 en 5 nieters, tot eene hoogte van 23| meters boven het water. Het tot. den bouw gebezigde materi aal bedraagt 9750 kub. meters bazait- en hardsteen2S,750 kub. meters gebakken steen; 9,000.000 stuks metselsteenen 150,000 hektoliters kalk en mortel5,500,000 ponden ijzer en 8200 kub. ellen timmerhout. Men heeft zich thans voorgesteld, aan de beide einden der brug een standbeeld op te rigten, en wel aan de zijde van Keulen liet ruiterstandbeeld van den ko ning van Pruissen, en aan den kaut van Deutz dat van den prins-regent. sseSgrie. Brussel 16 october. Door den koning is een drfejaarf(iksche prys, bestaande in eene gouden medaille, ter waarde van fr. 150 en eene geldelijke toelage van fr. 500 n 1500, uitgeloofd voor het best gekeurde drama in de frausche taal, waarvan het onderwerp aan de geschiedenis of aan het dagelijkse!} leven is ontleend. Eene jury, uit drie leden vau de koninklijke akademie bestaande, zal de ingezonden stukken beoordeeien, zullende de bekroonde stukken worden bestemd ter uitvoering op de septemberfeesten, het eerst, volgendena hel sluiten derdriejaar- lijksche periode, zijnde ditmaal op den 1 januarij 1861. Frankrijk. Parijs 18 october. Het reeds sedert een paar dagen algemeen verspreide gerucht dat de vrede lusschen Oostenrijk en Erank- rijk te Ziirich zou geleekend zijn, wordt door eeue mcdedeeling van den Moniteur van heden volkomen bevestigd. Deonder- leekening heeft den 17 plaats gehad, en de Moniteur die alleen het feit vermeldt, zonder er eenige bijzonderheden bij te voegen, bewaart ook het stilzwijgen aangaande het bijeenroepen van een congres. Het is alzoo nog zeer onzeker of eene dergelijke bijeenkomst onder de voorwaarden is opgenomen, doch men zal op dit punt even als aangaande alle voorwaarden nu spoedig ingelicht worden. Men kan echter voor waar aannemen, het geen reeds eenige dagen geleden van verschillende zijden is ge meld, dat de financiële kwestie in verband met den afstand van Lombardye het punt is geweest dat bij de beraadslagingen het meeste bezwaar heeft opgeleverd. Ook dit punt. zou nu. zonder de tusschenkonist van eene andere mogendheid waaromirent verscheidene geruchten in omloop zijn geweest, zoodanig gere geld zijn, dat niet minder dan 250 millioen ten laste van Sardi nië zijn gebragl. Het fransche gouvernement heeft de dagbladen uitgenoo- digd om geene bisschoppelijke verklaringen betreffende deu toestand van het pausdom en de gesteldheid der Romagna meer op te nemen. Deze uituoodiging, gelijk staande mei een ver bod, beeft, volgens de daarbij gevoegde verklaring der regering, ten doel //de handelingen der bisschoppen en hunne waardig heid aan de heftige discussie der dagbladen Ie onttrekken." Hel, katholieke dagblad L'univers, hetwelk reeds een aan lal bisschoppelijke verklaringen betreffende die zaak had openbaar gemaakt, eu er nog zeven ter openbaarmaking ontvangen had, onderwerpt zich aan dat verbod, doch niet zonder tegenspraak. "De taal der bisschoppen (zegt dat blad) was de sterkte dei- katholieken hij al de zoo bedenkelijke omstandigheden, waarin de kerk en de burgermaatschappij zich in de laatste dertig jaren hebben bevonden. Nooit heeft die taal zich laten hooren zon der, even als thans, eenen vloed vau scheldwoorden te doen los breken zij heeft zich daardoor niet tot zwijgen laten brengen, en zij heeft de bovenhand gehouden omdat, zij, een uitvloeisel van de edelste gezindheid zijnde, zulk eene gezindheid ook aan anderen inboezemde. Het gouvernement van keizer Napoleon 111 heeft telkens nadrukkelijke betuigingen van eerbied voor de reglen der kerk afgelegd het zou onbegrijpelijk zijn, zoo het de pers, als middel tot openbaarmaking, hetwelk aan een ieder ten dienste staat., aan de bisschoppen wilde ontnemen en de katholieken wilde berooven van de gezamenlijke toespraak huu- ner voornaamste herders, welke hun altijd zoo dringend liefde voor orde, geregtigheid en vrijheid aanbevolen hebben. Indien dat. verbod van blijkenden aard ware, zonden wij voor ons moeten zeggen dat het beste gedeelte der burgerlijke en godsdienstige vrijheid ons ontnomen is; dan zouden wij ons zonder leiddraad, zonder voorlichting en zonder beschutting bevinden, en zou de tijd weldra komen waarin er op het ruime terrein der discussie geene plaats meer voor de katholieke dag bladpers zou zijn." Spanje. In de zitting der kamer van volksafgevaardigden van den 11 dezer, heeft, de maarschalk O'Donnellde minister van oorlogen voorzitter van den ministerraad, verklaard dat Spanje aan Marocco zonder verder uitstel den oorleg zou aan doen, tenzij de maroccaansche regering binnen den luargeslel- den termijn, welke den 15 dezer zou eindigen, de eischeu van het spaaansche gouvernement inwilligde. Den 16 dezer was er te Madrid geen voldoend antwoord van de maroccaansche rege ring ontvangen, zoodat de oorlog onvermijdelijk geacht werd. De maarschalk Serrano hcefl dien ten gevolge gisteren mor gen Madrid verlalen. Onze consul te Tanger moet gisteren avond scheep gegaan zijn. Zoo er, nadat ouze vlag te Tanger

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 3