0uitmlan&scl)c tit&mgen. Amerika. Uit de Vereeuigde Staten wordt gemeld dat de senator Dou glas, een der democratische candidaten voor het presidentschap, die de meeste kans heeft om gekozen te worden, een 'orief heeft openbaar gemaakt, welke men als een soort van manifest kan beschouwen en waarin hij zijn gevoelen te kennen geeft omtrent de kwestien van de naturalisatie van vreemdelingen en de her vatting van den slavenhandel. De heer Douglas erkent geen verschil in de bescherming welke aan de burgers der Unie ver leend wordt, hetzij zij inboorlingen ofgenaturaliseerden zijn, daar de constitutie dienaangaande ook geen verschil maakt; verder verklaart zij zich tegen den slavenhandel. De generaal Sam Houston is tot gouverneur van Texas ge kozen. Bij de administratie der militaire pensioenen in de Ver eeuigde Staten is onlangs gebleken dat er nog 207 soldateu uit den zoogenaamden //Vrijheidsoorlog" in leven zijn, en dat. zich daaronder eenige bevinden die reeds hun honderdste jaar be reikt hebben. Enkelen waren zelfs kun 103de jaar reeds inge- tredeu. Bij het begin dezes jaars telde men nog 4200 weduwen, die als overlevende vrouwen van militairen uit dieu oorlog, van liet gouvernement een pensioen trekken. In de eerste helft dezes jaars was dit aantal, ten gevolge van sterfgevallen, tot op 3996 verminderd. Ënselanil. Londen 21 augustus. Den 29 dezer zal H. M. de koningin hare gewone herfst-reis naar Balmoral ondernemen, en vermoe delijk daarbij door lord Russell worden vergezeld. Gedurende de vacantie van het parlement woraeu veror deningen overwogen, welke vermoedelijk in de aanslaande zit ting bij de wetgeving zullen worden ingediend, en de vormen der burgerlijke regtspleging betreffen, ter bevordering van ver eenvoudigingen, gelijkmatigheid in de verschillende deelen des rijks, en de vestiging van het dusgenaamde statutarische regt. Victor Hugo heeft ia decngelsche dagbladen het volgen de schrijven doen opnemen, gedagteekend Guernsey 18 dezer: Niemand zal van mij wachten dat ik, voor zoo veel mij per soonlijk aangaat, een oogenblik aandacht scheuk aan hetgeen men de amnestie genoemd heeft. In de omstandigheden waarin zich Frankrijk bevindt, is een voisirekt, onwrikbaar en eeuwig protest mijn pligt. Getrouw aan het verbond dat ik met mijn geweten heb ge sloten, zal ik de ballingschap der vrijheid ten einde toe deelen. Als de vrijheid weder mag binnentreden, zal ook ik in Erank- lijk terug komen. CBaai-tscüslliaauil. Weenen 20 augustus. De Wiener Zeituug behelsde gisteren een dagorder des keizers aan het leger met betrekking tot liet toekennen van belooningen en decoratien aan die genen, die zich te Solferino en in de daaraan voorafgegane gevechten heb ben onderscheiden. Volgens die dagorder zyn 2 kommandeurs- kruisen der Leopoldsorde, 14 ridderorden van de IJzeren kroon 2de klasse, 34 riddcikruisen der Leopoldsorde, 111 ridderorden van de IJzeren kroon 3de klasse, en 388 kruisen voor militaire verdiensten toegekend. Buitendien ontvangen 11 regements- kapellaans het gouden kruis van verdiensten en 53 officieren van gezondheid verschillende ridderorden. Algemeen wordt verzekerd dat de veldmaarschalk Hess aan de gezamenlijke officieren van het onder zijne bevelen staande italiaansche leger heeft verboden dagbladartikelen te schrijven in binnen- of buitenlaiidsclie bladen. Men behoeft naauwelijks te zeggen dat deze maatregel bij het korps officieren een pijnlijken indruk heeft gemaakt, omdat het leger daarin een nieuw bewijs meent, te zien dat het stelsel van geheimhouding van kracht zal blijven. De inrigtingen, bestemd om jonge lieden voorde militaire dienst op te leiden, zullen zoo spoedig mogelijk eene grondige herziening en reorganisatie ondergaan. Naar men verneemt, zullen de bestaande fransche inrigtingen daarbij ten voorbeeld worden genomen. Het italiaansche regement Bianchi, 't welk tot dus verre in Lombardye, en wel in het district Monza, bij Milaan, werd gerekruteerd, heeft slechts weinige soldaten opgeleverd, die hun ontslag hebben verlangd om naar hun vaderland terug te kceren. Dc meesten hebben zich op nieuw voor de ooslenryksche dienst verbonden. De Osideutsche Tost verdedigt het plan tot versterking van Antwerpen, en zegt onder anderen//Beigie heeft het. regt en den pligt om voor zijne veiligheid te zorgen. Ilel. zal zich nooit tot een wingewest, van Engeland laten maken, gelijk fransche dagbladschrijvers het willen doen voorkomenevenwel mag men voor zeker houden, dat, Engeland zich zelf aangeval- Jen zal achten, wanneer België door Erankrijk aangevallen wordt, Engeland beschouwt, en met reden, Belgie als het bol werk van zijne eigene onafhankelijkheid en van de volksvrij heid op het vaste land. Mogt er ooit een belgisch vraagstuk oprijzen, gelijk er een italiaansch vraagstuk oprees, dan zou Pruissen terstond weten wat daarvan te denkenhet zou inzien dat een aanval der Eranschen op Belgie met eenen aanval op de pruissische Rijnprovinciën gelijk staat. Oostenrijk zou als dan, wel verre van Pruissen met gelijke munt te betalen, zijnen pligt als duitsche en europesche mogendheid vervullen, en het duitsche volk zou met geestdrift voor de vrijheid van den duitschen Rijn de wapenen opvatten." Het parijsche Journal des débats deelt in een uit Weenen ontvangen schrijven van den 16 dezer het volgende mede: //Onze minister van financien, de heer von Briick, heeft in een uitvoerig rapport aan den keizer de uitkomst zijner ijverige na sporingen omtrent den wezenlijken staat der schatkist medege deeld. Dit stuk omvat het geheele tijdvak van 10 maart 1855, waarop hij in functie is getreden, tot 1 januarij 1859, toen aan merkelijke toezendingen van goud en zilver uit het buitenland (welke in de eerste maanden van dit jaar tot 284,605 ponden zijn gestegen) de oostenrijksche bank in staat stelden om hare nieuwe biljetten tegen specie te verwisselen. Die dagen, welke door een ieder in Oostenrijk met vreugde werden begroet, hebben niet lang geduurd. Toen de verwikke lingen betreffende Italië tot een vredebreuk tusschen Erank rijk eu Oostenrijk baddeu geleid, moesten de uitgaven van de oostenrijksche schatkist natuurlijk tot eeue in de geschiedenis onzer fiuancieu ongekende hoogtestijgen. De heer von Brück geeft met treffende cijfers een denkbeeld van het onmatiggroote bedrag dier uitgaven, waardoor de bodem is ingeslagen aan de onderscheidene financiële plannen, welke hij gevormd en in de geheele oostenrijksche monarchie met toenemende vrucht be werkstelligd had. Al de zorg van den vindingrijken minister is thans wederom gerigt op de maatregelen, welke genomen moeten worden om de oostenrijksche bank ten spoedigste weder tot het verwisselen harer nieuwe biljetten tegen specie in staat te stellen, te begin nen met, die van vijf en tien florijnen, vervolgens die van hon derd, om binnen een zeker tijdsbestek met die van duizend flo rijnen te eindigen. Ongelukkig is het getal omloopende bank biljetten toegenomen, als een natuurlijk gevolg van de onvermijdelijke behoeften des gouvernements gedurende den Italiaanschen oorloü. Den 31 december 1851 had de bank aan biljetten een bedrag van 388 millioen florijnen in omloop, en 10i- millioen florijnen aan gemunt^eld of aan gouden en zil veren staven iu kas. In den loop des oorlogs die vier maan den duurde, is de hoeveelheid circulerende banknoten met een vijfde toegenomen, terwijl de voorraad specie thans slechts 76J millioen florijnen bedraagt. Wel is waar, de oostenrijksche bank heeft twee derde gedeelten van de jongste geldleening van 200 millioen in handen, welke zij voor hare rekening heeft moeten nemen, maar waarop zij een zeer aanmerkelijk verlies zoude lijden indien zij ze thans wilde te gglde maken. Ten einde daarin te voorzien, en zekerlijk ook eenigermate uit erkentelijk heid voor de gewigtige geldelijke diensten, welke de bank gedu rende den oorlog aan het gouvernement, heeft bewezen, stelt, de minister den keizer voor, het bij de definitieve sluiting van den vrede door Lombardye over te nemen gedeelte der oostenrijk sche staatsschuld, waarvan dat gewest zich door afgifte van schuldbekentenissen rentende vijf ten honderd zal kunnen kwijten, in de kas der bank te doen vloeijen. Naar het door den heer ven Brück in zijn rapport ontwikkelde plan zou de bank door den keizer gemagtigd worden om die lombardischeschuld bekentenissen op builenlandsche beurzen te vervreemden; de opbrengst daarvan zou dan dienen tot inlossing van de twee derde gedeelten der geldleening van 200 millioen florijnen, voor welk bedrag de bank den minister van financien bankbiljetten van vijf florijnen verstrekt heeft." Berlijn 22 augustus. Hier wordt bij geruchte verzekerd dat de heer von Bismarck eerlang met het gezantschap te Parijs zou worden belast, en dat er vooreerst geene bijeenkomst van de keizers van Oostenrijk en der Eranschen zoude plaats hebben. In een adres van de inwoners vau Stettin,'t welk den prins door de voornaamsten der onderteekenaren persoonlijk is aangeboden, en waarin zeer wordt aangedrongen op eene her vorming van de verordeningen op het duitsch verbond, komt voor: //dat het een gebiedende pligt van Pruissen is om voor Duitschland te waken." Op dit adres is nog geen antwoord gegeven, doch men verzekert, dat de pruissische regering over tuigd is, dat o. a. op dit oogeublik aan geene instelling van een parlement, voor geheel Duitschland kan worden gedacht, gelijk men dan ook in de heijersclie kamer der afgevaardigden, welke gezegd wordt, wat betreft staal kundiginzigt, onder de duitsche vertegenwoordigende vergaderingen eene eerste plaats te be- kleeden, tamelijk onbewimpeld daarvoor is uitgekomen. Frankfort 22 augustus. Naar men hier hoort verzekeren is de pruissische regering voornemens de deportatie van misda digers in te voeren, en zoude zij reeds met de Nederlanden in onderhandeling zijn get reden, tot afstand van een grondgebied 'n de koloniën tot dat doeleinde. Sedert de oorlogstoerustingen overal in Zuid-Duitsch land gestaakt zijnhecrscht aldaar in alle handelsbetrekkingen wedereene hoogst weldadige bedrijvigheid. In het wurtemberg- sche, waar de houthandel volkomen stil stond, heeft hij op dit oogenblik reeds weder den vorigen omvang verkregen. Maar in de zelfde mate zijn ook de prijzen weder gerezen. Deze leven digheid wordt even zeer in de overige takken van handel eu nijverheid waargenomen. De fabrieken hebben reeds meer be stellingen ontvangen dan zij in de eerste zes maanden afwerken kunnen. Kelffïe. Z.K. H. de prins-regent van Pruissen is maandagavond te Ostende aangekomen. Het gevolg van den prins bestaat uit graaf von Puckierhofmaarschalk; den koninklijken kabinets raad Illaire, den generaal-majoor von Alvensleben, den kolonel von Boyen, den kapitein baron Steiuacker, aide de camp; den geheimraad dr. Lauer, lijfarts; den hofraad Borck, secretaris; den luitenant-kolonel von Wall, van het militair kabinet, en den secretaris van het particulier kabinet des prinsen, Noël, benevens de heeren Koch en Adam, attachés aan het militair kabinet, eu een veertiental bedienden. Bij zijne aankomst werd de prins-regent door het stedelijk bestuur outvangen, waarna de vorstelijke reiziger zich eenigen tijd onderhield met den consul van Pruissen en den plaatselij- keu kommaudant. Koning Leopold is, naar men verzekert., voornemens zich vrijdag met de prinsen naar Ostende te begeven, om hunne opwachting aan Z.K. H. te makeu. iKVaaï lirij!:. Parijs 24 augustus. De Moniteur bevestigt heden officieel het berigt, reeds door Le constitutionuel voorloopig medege deeld, omtrent het te verleenen vcrlofaan de militairen. De nota van het officieele dagblad luidt als volgtDaar Z. M. de keizer bevel heeft gegeven dat het effectief van het leger weder op den voet van vrede zou worden gebragt, heeft de minister van oor log voorgeschreven dat met, den 20 september e. k. naar hunne haardsteden zullen terug keeren de militairen wier diensttijd in 1859 is verstreken. Daarenboven zal een verlof van zes maan den worden toegekend aan de manschappen, op welken de vrij stellingen, voorzien bij de wet van 1832 van toepassing zijn, en de zulken die kunnen aantoouen dat zij de kostwinners hunner betrekkingen zijn. lleedsziet men eenige militairen de medaille van den Ita liaanschen veldtogt dragendie van zilver en ongeveer zoo groot als een tweefrancsstuk is, en aan een lint met regtlijnige witteen rozenroodestreepen hangt. Op de pleinen van de Chatelet en der beurs, merkt men een vijftigtal kastanjeboomen op, die in het voorjaar verplant, waren en nu bloemen dragen. De plantenkenners verklaren dit verschijnsel hieruit, dat, naardien de groeikracht, iu de lente dooi de verplanting verstoord was, het tweede of nazomerschot nu de bloesems doet uitloopen, welke zulks anders reeds in mei gedaan zoudeu hebben. Plet Journal des débats acht. het een bedroevend ver schijnsel, dat, terwijl in Frankrijk maatregelen worden geno men in het belang der vrijheid van de drukpers, de sardinische regering meer en meer met willekeurige gestrengheid te werk gaat, ten aanzien van de dagbladen. Volgens dat blad moeten al de voorstanders van Sardinië, 't welk de liberale beginselen in Italië vertegenwoordigt, het zeer betreuren, dat het ministe rie te Turyn zoo dikwerf gebruik maakt van dc buitengewone volmagt, welke het ontleent aan het besluit, waarbij de consti tutie des rijks tijdelijk is geschorst. -Wij hebben den hoofdinhoud van een artikel van Lapatric medegedeeld, waarin niet alleen van de oneeuigheden tusschen Frankrijk en Oostenrijk betreffende de italiaansche aangelegen heden, gesproken, maar ook een zeer scherpe toon tegen Oos tenrijk aangeslagen wordt. Thans wordt gemeld dat prins Richard Metlcrnich deswege van graaf Walewski ophelderin gen gevraagd heeft, waarop deze ten antwoord heeft gegeveu, dat bedoelde uitdrukkingen alleen het persoonlijk gevoelen van het blad te kennen geven. Het is zeker ten gevolge dier vraag om ophelderingen, of om aan de verklaring van graaf Walewski nog meer kracht bij te zetten, dat La patrie thans te kennen geeft, dat, waar zij een oordeel velt, zij alleen een individueel gevoelen, zonder meer, openbaar maakt. Te Toulon heeft men dezer dagen eene proef genomen, ten einde te onderzoeken binnen welk een korter tijdsbestek dan gewoonlijk, eene geheel onttakelde eu op de helling liggen de drijvende batterij, behoorlijk toegerust, te water gelaten, gewapend, en alzoo geheel in staat gebragt kan worden om in geval van oorlog zee te kiezen. De uitslag was, dat dit in 87 uren volledig werd ten uitvoer gebragt. Ook wordt van daar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 2