BIJVOEGSEL
VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT.
Donderdag 18 augustus 1859.
VERSLAG
Gemeenteraad van Middelburg-.
Zitting van 15 augustus.
Afwezig do heeren Paspoort van Grijpskerko, van Uije,
Damme, Caland en vanDcinse.
De notulen der vorige zitting worden na gedane voorlezing
goedgekeurd, en daarop voor kennisgeving aangenomen de
mededeeling des voorzitters dat de heeren Caland en van Deinsc
door afwezigheid, en van Uije door huiselijke omstandigheden
verhinderd zijn deze zitting bij te wonen.
Wordt gelezen eene missive van de commissie van toezigt
over den straatweg tusschen Middelburg en Vlissingen, hou
dende berigt dat jhr. mr. M. C. Paspoort van Grijpskerke ten
gevolge van zijn genomen entslag als raadslid, ook het lid
maatschap van dat collegie heeft nedergelegd, waarom de aan
vulling dier commissie wordt verzocht. Besloten zijnde dadelijk
tot zoodanige benoeming over te gaan, worden de heeren Fok
ker en Lambrecbtsen uitgenoodigd met den voorzitter en
secretaris het stembureau te willen uitmaken.
Bij eene eerste stemming bekomen de heeren Snouck Hur-
gronje 5, Bylcveld 3, Lambrcchtsen 3 stemmen, en de Jonge 1
stem. Daarop wordt bij eene tweede vrije stemming, nadat door
den voorzitter was herinnerd dat hij bereids deel uitmaakt van
die commissie, verkozen de lieer Snouck Hurgronje met 8 van
de 12 geldig uitgebragte stemmen.
Hierop wordt met het zelfde bureau overgegaan tot de
benoeming van een conrector bij het gymnasium, tot welk einde
in de vorige zitting eene voordragt is ingekomen van curatoren
over die instelling; en is bij de eerste stemming als zoodanig
benoemd de heer dr. A. Rotneyn, thans te Sassenheim, met 10
stemmen, terwijl op de heeren dr. R. J. Lambrechts en dr. P.
Hoogvliet ieder 1 stem was uitgebragt.
De verder noodige executie ten deze wordt aan burgemeester
cn wethouders opgedragen, terwijl de heer Snouck Hurgronje,
ter vergadering tegenwoordig, verklaart zich de eerstgemeldc
benoeming te laten welgevallen.
Bij resumtie delibererende op het ter vorige zitting ingeko
men voorstel van de commissie voor de verordeningen tegen
welker overtreding straf is bedreigd, wordt de daarbij voorge
stelde aanvulling van art. 98 der verordening van algemecnc
plaatselijke policie (betrekkelijk de verpligting der bewoners
enz. van huizen, uitkomende aan de kaden, tot het voorhanden
hebben van behoorlijke afstoppingen voor de keldermonden en
ingangen der gebouwen bij hooge watervloeden, cn verder
betrekkelijk de schouwing van die afstoppingen en de inrigting
naar het voorschrift van burgemeester en wethouders, bij ge
breke waarvan zulks ten koste der nalatfgen zal geschieden,
onverminderd de toepassing der boeten) met nlgemeene stem
men goedgekeurd, even zeer als eene concept resolutie, waarbij
daarna definitief worden gearresteerd de onlangs voorloopig
vastgestelde wijzigingen in de zelfde verordening.
Geschiedt voorlezing van een nader adres van de hulponder
wijzers Duivenwaard en Hanssens, geplaatst aan de burger
scholen 6 ene binnen deze gemeente, houdende verzoek om
verhooging hunner op f 200 vastgestelde bezoldiging.
De voorzitter stelt daarbij aan de orde de behandeling bij
resumtie van de beide rapporten, in de zitting van 3 dezer uit
gebragt namens de commissie, aan welke in der tijd is opgedra
gen do regeling van het openbaar lager onderwijs in deze ge
meente. [Zie het verslag in het no. dezer courant van 6 dezer].
De vergadering vereenigt zich eenstemmig cn zonder beraad
slaging met de conclusien van die rapporten, waarop zal belmo
ren gelet te worden bij de vaststelling der gemeentebegrooting
voor 1S60. Dien ten gevolge wordt, naar het voorstel der
plaatselijke schoolcommissie tevens afwijzend beschikt op
bovengemelde adressen.
Overeenkomstig een voorstel van de commissie van bestuur
over do bank van leening binnen deze gemeente, wordt met
algemeene stemmen besloten
a. de magtiging des konings te vragen om bij continuatie de
renleheffing enz. bij die instelling te doen plaats hebben, zoo
danig als zulks thans geschiedt, krachtens magtiging, voor den
duur van vijf jaren verleend bij koninklijk besluit van 25 sep
tember 1854, welke termijn met het thans loopendc dienstjaar
expireert
b. die commissie zelve te magtigen om uit den post voor
onvoorziene uitgaven op de begrooting voor hare administratie
te beschikken over f300, te verdeden bij wijze vau gratificatie
onder de ambtenaren bij die inrigting, wier bezigheden ten
gevolge der belangrijk toegenomene bedrijvigheid zeer ver
meerderd zijn. Dit laatste onderwerp was bereids aan het oor
deel der commissie voor do financien onderworpen, welke oven
nis burgemeester en wethouders gunstig adviseerde.
Voor kennisgeving is aangenomen de mededeeling des voor
zitters dat burgemeester en wethouders aan gedeputeerde staten
hebben gevraagd om voor alsnog te mogen worden gehouden
voor diligent, ten aanzien van de wijzigingen, welke in de tarie
ven van gemcenteaccynsen zullen blijken noodig te zijn, ten
gevolge der wijziging welke bij de wet van 15 mei 1859 (Staats
blad no. 38) in de tarieven van sommige rijksaccynsen heeft
plaats gehad en met den 1 januarij 1860 zal in werking treden.
Dit onderwerp maakt een punt van onderzoek uit bij de com
missie voor de financiën.
Overeenkomstig een uitgebragt rapport namens de laatstge
noemde commissie, wordt bij concept resolutie goedgekeurd cn
vastgesteld de rekening van den secretaris-penningmeester bij
het burgerlijk armbestuur over 185Sgroot in ontvang
f47,828,75, uitgaaf f 46,842,23£, en alzoo sluitende met een
goed slot van f 986,57£, terwijl alsnog aan restitutie van onder
stand enz. blijft in te vorderen f 3862,47
Op voorstel van burgemeester en wethouders, naar aanlei
ding van het bepaalde bij art. 21 der verordening voorliet
burgerlijk armbestuur, wordt bepaald dat voor het jaar 1S60
niet meer dan 70 personen voor rekening der gemeente zullen
worden verpleegd in het Oude mannen- en vrouwenhuis.
De voorzitter stelt aan de orde het onderzoek der geloofs
brieven van de raadsleden de Jonge, Yerbrugge, van Uije,
Lantsheer, van Deinse en Snouck Hurgronje, die allen aan de
beurt van aftreding waren en tot leden van den gemeenteraad
zijn herkozen.
Tot leden der commissie voor dat onderzoek zijn benoemd
de heeren Snijder, van Diggelen cn Rekker, die zich tot dat
einde verwijderen, waarop de openbare zitting geschorst wordt.
Teruggekeerd, brengt de commissie bij monde van den lieer
Snijder verslag uit, waarvan de conclusie strekt om al de ge
noemde leden, wier geloofsbrieven zijn in orde bevonden, als
raadsleden toe te laten.
Daartoe wordt, telkens bij afwezigheid van den daarbij be
trokken persoon, besloten, waarna het proces verbaal van dat
onderzoek enz. staande de vergadering wordt gearresteerd.
Wordt overgegaan tot de uitloting van een aandeel ad f 400,
in liet renteloos voorschot, in der tijd door ingezetenen ver
strekt tot bestrijding der kosten van de verwijding der kaai
muren enz. aan de Bellingbrug. Daarbij wordt uitgeloot en
aflosbaar gesteld no. 19. (Vroeger zijn reeds uitgeloot de nos.
5, 9, 12 en 15.)
Door den heer Sifflé wordt hierop verslag uitgebragt, namens
de commissie, belast om den raad te dienen van regtskundig
advies betrekkelijk de vraag of de gemeente zich behoort te
voorzien in cassatie van een vonnis van den kantonregter alhier,
waarbij zij is veroordeeld tot het terugbetalen der kosten van
door liet burgerlijk armbestuur te Rotterdam aan het kind van
een hier armlastig persoon verstrekte beenbeugcltjes.
De conclusie daarvan strekt om daartoe bepaaldelijk te advi
seren, na vooraf pogingen te hebben aangewend om gratis te
mogen procederen, en wel daar bjj het vonnis des kantonreg-
ters, naar het oordeel der commissie, deartt. 21, 22, 41, 42 en
48 der armenwet ten deele geschonden cn ten deele verkeerd
toegepast zijn.
De beslissing hierop wordt aangehouden, cn daarop de open
bare zitting gesloten.
VERKORTE MEDEDEELING
VAN HET
DOOR HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,
volgens art. 162 der provinciale wet, uitgebragt
van den toestand der provincie Zeeland,
in de zomervergadering van 18!>9 der provinciale staten.
(V ervolg.)
In 1858 is voortgegaan met de stcenbestortingen voor den
polder Borsselen, aan den zoogenaamden Hoek van Borsselen,
ten einde dit door de stroomschuring zoo hevig aangevallene
punt te behouden. Naar het vroeger omschreven stelsel zijn
weder 2,900 lasten gewone doornikschcn steen en 650 lasten
gewone vilvoordschen steen gestort in elf strooken tusschen
vroegere stortingen. Dit is aanbesteed voor f 24,000.
Aan den Vlietepolder beeft mede, tusschen den west- en den
oostnol, eene storting plaats gehad van 400 lasten afval van
doornikschcn of vilvoordschen siecn, welke voor f2250 was
aanbesteed. Volgens opgaaf van den hoofd-ingenieur van den
waterstaat heeft zij eene gewenschte versterking aangebragt.
Aan de Oud- en Jong-Breskenspolders is tot verdediging
van den oever een nieuw rijshoofd aangelegd, hetwelk is aanbe
steed voor f 11,300, cn, volgens mededeeling van den hoofd
ingenieur voornoemd, aanvankelijk aan het daarmede beoogde
doel schijnt te voldoen.
Aan nog andere calamiteusc polders werden, tot instandhou
ding der oevers, zinkwerken uitgevoerd. Zij hadden de navol
gende oppervlakten en werden besteed voor de daarbij vermelde
sommen, te weten aan den polder Ellewoutsdijk, 3602,5 vierk.
ellen voor f9950; aan deWilhelmina-enOost-Bevelandpolders,
5400 vierk. ellen, voorf 20,600, daaronder begrepen het storten
van 900 lasten gewonen doornikschcn steen; aan den polder
Schouwen, district Koudckerke, 2414 vierk. ellen, voor f 7500,
daaronder begrepen het storten van 450 lasten afval van door
nikschcn of vilvoordschen steen; aan den polder Bruinisse,
3760 vierk. ellen,voor f 19,000, daaronder begrepen het storten
van 2400 lasten afval zoo als hierboven is vermeld; aan den
polder Nieuw Noordbeveland, 1950 vierk. ellen, voor f 6800,
daaronder begrepen het storten van 50 lasten gewone vilvoord
schen steen cn 200 lasten afval zoo als hierboven is vermeld; cn
aan den Annapoldcr, 1800 vierk. ellen, voor f 6450, daaronder j
begrepen een rijshoofd tot aansluiting en ecnig rijsbeslag op een
nabijliggendèn nol, alsmede 200 lasten gewone vilvoordsche I
steen tot bezetting van eenige vakken rijsbeslag.
Niettegenstaande de aanzienlijke uitgaven welke daaraan op-
volgelijk reeds besteed zijn, zal, volgens mededeeling van den j
hoofd-ingenieur van den waterstaat, nog meer dan een calami
teusc polder groote inspanning vereischen om de oevers zoo te
voorzien, als niet alleen het plaatselijk belang en de veiligheid
der polders vordert, maar ook, naar zijn inzien, het meer alge
meen rijksbelang der vaarwaters.
Tot verdediging der stranden bij Vlissingen, Zoutclande en
Domburg cn van den oever in de nabijheid van het fort Ram-
mekens, zijn aan den polder Walcheren vijf ronde, in de lengte
afdalende rijshoofdeu gemaakt, waarvan de kosten hebben be
dragen f 11,440. Het reeds vermelde paalhoofd aan den zee
dijk teWestkapelle heeft mede ten doel om verdere afneming van
oever en strand tegen te gaan.
Ook bij de niet-calamiteuse polders werden belangrijke som
men voor de verdediging hunner oevers bestemd. In de be
grooting der Breede watering, bewesten Ycrsekeis daarvoor
uitgetrokken f 12071,29^; in die van den Nieuwenpolder bij
Neuzen f 6000en in die der verecnigde polders van Ossenisso
f970.
Verveeningen.
In 1858 is door gedeputeerde staten vergunning verleend tot
zeven verveeningen, allen in liet polder-arrondissement Hulst,te
weten: in de gemeente Boschkappellc, tot eene in den polder
Stoppeldijk, groot 99 roeden, in de gemeente Graauw, tot eene
in den polder Oude Graauw, groot 2 bunders 69 roeden 60 el
len (deze is ook begrepen onder die vermeld in het vorig ver
slag); cn tot eene mede aldaar, groot 1 bunder 71 roeden 90 el
len, in de gemeente Hengstdijk, tot eene in den Zoutepoldcr,
groot 1 bunder 50 roeden, in cle gemeente Stoppeldijk, tot eene
in den polder Stoppeldijk, groot 1 bunder 9S roeden 10 ellen,
tot eene mede aldaar, groot 37 roeden 80 ellen en tot eene in
den Sir Pauluspolder, groot 2 bunders 36 roeden 90 elleD, te
zamen 11 bunders 63 roeden 30 ellen.
Wegens twee vroegere verleende vergunningen is de tijd
van uitvoering verlengd, te weten: voor eene in de gemeente
Graauw, polder Oude Graauw, groot 2 bunders, 22 roeden 40
ellen, met drie jaren, en voor eene in den polder Stoppeldijk,
groot 3 bunders 28 roeden 70 ellen, met ccn jaar.
Omtrent de hoeveelheid der in 1858 gegravene turf, de prij
zen daarvan en het getal der tot het werk gebezigde arbeiders
zijn de volgende opgaven bij ons ontvangen gemeente Bosch-
kapelle, 16020 ton, ad 23 cents de ton, gemiddeld 45 arbeiders;
gemeente Graauw, 26000 ton, ad 20 cents de ton 54 arbeiders;
gemeente Hengstdijk, 20000 ton, ad 23,75 cents de ton, 79
arbeiders; gemeente Ilontenisse, 2779 ton, ad 20 cents de ton,
203 arbeiders gemeente Ossenisse, 1290 ton, ad 23,7 cents de
ton, 10 arbeiders; gemeente Stoppeldijk, 51355 ton, ad 20 cents
de ton, 150 arbeiders.
Droogmakerij en
De droogmakerijen in 185S zijn reeds in het vorig verslag
vermeld. Alleen die onder IJzcndijkc, groot 2 bunders, 46 roe
den, 78 ellen, behoort tot 1S57. De overige werden in de eerste
helft van 1858 ondernomen.
Bedijkingen en inpolderingen.
Voor alsnog kunnen gedeputeerde staten de uitvoering niet
mededeelen van de bedijkingenvoor de polders St. Annaland
en Priestcrmeet, voor den Reigersbergschenpolder, in het Hel
legat, en voor den Mclo- en den Kruispolder, waartoe, blijkens
vroeger gedane mededeclingcu, reeds sints langer of korter tijd.
vergunning is verleend.
De door ambachtshcercn van Vosmeer en Vrijberge gevraagde
vergunning tot bedijking van schorren, waarvan in het vorig vcr-
i slag gesproken werd, is sedert verleend. Zij betreft schorren
j langs de rivier de Eendragt, onder de gemeente Nieuw Vos-
meer.
Het gemeentebestuur van Biervliet heeft zich tot het depar
tement van financien gewend, opdat, vanwege het domein, de
schorren onder die gemeente bedijkt zouden worden. Men
meende dat, wanneer dan aan het bedijkingsplan ook dat ecuer
nieuwe uilwatering voor de belendende polders werd verbon
den, de scheepvaart op de gemeente behouden kon worden.
Hierop gehoord, hebben gedeputeerde staten het bevorderen
der bedijking, wanneer de schorren daarvoor vatbaar waren,
voorgestaan, doch gemeend dat een bereids ontworpen plan
voor eene nieuwe uitwatering daardoor niet mogt belemmerd
worden, daar elke uitwatering in den Brakman, cn dus ook die
welke het voornoemde bestuur bedoelde, met verval bedreigd
werd.
Bij de wet van 18 december 1858 (Staatsblad no. 104), eene
dading goedgekeurd zijnde tot beëindiging van het geschil tus
schen den staat en de gemcene ambachten van 'sHeer Arcnds-
kerke c. a. in het ambacht van Welzinge, over den eigendom
van gronden in het voormalig kanaal van Welzinge, zal waar
schijnlijk de gevraagde vergunning tot bedijking van dat kanaal
alsnu kunnen worden tegemoet gezien.
Omtrent de aanhangige aanvragen of ontwerpen tot bedij
kingen in het Zwin hebben gedeputeerde staten gecne nadere
mededeelingen. Alleen vernam men datop het ontwerp van den
vorigen hoofd-ingenieur van den waterstaatwaarvan in 185S
melding is gemaakt, geene beslissing is te nemen zoo lang zekere
regtsgedingen aangaande het terrein niet beëindigd zijn, en dat
dit, omtrent e'én dier gedingen, eerst na geruimen lijd tc wach
ten is.
De afdamming van Het Slaak en alzoo de verbinding van St.
Philipsland mctNoordbrabant is in 185S voltooid, in verband
met eene bedijking van schorren aan de zijde van gemelde pro
vincie.