eene breedte van ruim 400 ellen; over omstreeks 75 ellen zonk de geheele breedte der steenglooijing weg, en drong de afschui ving tot 1 el in de krammat door. Aldaar stond een steile rand van 2 a 3 ellen, langs het overige gedeelte van den val van I a 2 ellen. Ter plaatse waar vóór den val de laagwaterrand aan den teen des dijks was, peilde men daarna eene diepte van 5 a 6 ellen. Ook hier ligt achter den val een inlaagdijk, die in 1851 werd opgeworpen. De zeedijk is echter behouden en weder in staat van verdediging gebragt. De kosten daarvan bedroegen f17,490. De hoofd-ingenieur acht verder doortastende maat regelen noodig om dit aangevallene punt nog meer te verzekeren Hiervoren is reeds melding gemaakt van den val die op den 22 december het uiteinde van den oostelijken veerdam aan het Sloe 33,5 ellen inkortte. Ter plaats waar laatstelijk dc laag waterrand voor dien dam werd aangetroffen, werd daarna tot 6,5 ellen diepte gepeild, terwijl buiten den val, sedert de peilin gen van 6 october 1854, welke bij deze gelegenheid in verge lijking werden gebragt, eene algemeene verdieping, op ée'n punt tot 4 ellen, werd bevonden. ("Wordt vervolgd.) 0uitcnlanöscl]£ tijöingcn. füngcland. Londen 10 augustus. Hier te lande blijft men nog altijd het zelfde wantrouwen ten opzigte van Frankrijk koesteren, en het is niet te verwachten dat dit vooreerst voor eene andere ziens wijze plaats zal maken. In de laatste zitting van het hoogerhuis heeft lord Ilipon de verbetering van de wetten op de militie voorgesteld, hetgeen lord Stratford de Redcliffe aanleiding gaf ooi te verklaren, dat Engeland zijns inziens door gevaren omringd was, en dat een nieuwe oorlog alles behalve tot de onwaarschijnlijkhedeu be hoorde. De jongste tijdingen uit Indie behelzen een berigt hetwelk schijnt aan te duiden dat men daar nog van eene andere zijde dan van de inlanders en van Rusland aanvallen mogelijk acht. Een dagblad van Bombay, de Times, berigt in zijn nom- mer van 5 julij, dat er daar ter stede alsmede te Madras, maat regelen genomen worden om onverwijld den ingang der haven door vestingwerken te beveiligen. Zweden en Uloorwegen. Stokholm 2 augustus. De minister van buitenlandsche zaken heeft, ten gevolge eener mededeeling van de Ostdeutsche Post, betreffende een protest van prins Gustaafvan HolsteinGottorp, ter gelegenheid der troonsbeklimming van koning Karei XV, tot de gezanten in het buiienland eene depeche gerigt, waarin men onder anderen het volgende leest fin 1844 even als nu rigtte die prius tot de zelfde hoven (van Pruissen, Oostenrijk, Engeland, Rusland en Denemarken) een protest in gelijken zin. Dadelijk verklaarde koning Oscar dat, de ordonnantie van 10 december 1812, die, onder strenge straf fen, alle gemeenschap met de leden der vroegere koninklijke familie verbood was opgeheven. Wijlen Z. M. heeft die edelmoedige ingeving eener verhevene ziel geen enkele ïnaal berouwd. Zoo nu de prins van Wasa, nogmaals protesterende, daar door eeuigen troost kan vinden in de ongelukken waarvan de koning erkent dat hij een zeer onschuldig slagtoffer is geweest, zal onze doorluchte vorst daar niets tegen inbrengen. Het ware te wreeder dien troost te weigeren, daar dit waarschijnlijk de iaatste maal is dat zoodanige gelegenheid hem openstaat, wijl het doorluchtig geslacht, welke laatste spruit hij is, wat de mannelijke afstammelingen betreft met hem schijnt te zullen eindigen. Ook de Sluarts lieten bij elke regeringsverandering zoodanig protest hooren; ook zij hebben dat lang gedaan, en steeds te vergeefs; ook zij zijn uitgestorven, ver van het land van waar zij door de misslagen hunner vaderen gebannen waren; maar de gedachtenis hunner voorouders, even als die der groote koningen van het huis van Wasa, die door hunne verhevene deugden het geluk eu den roem van Zweden hebben gevestigd, blijft niet te min onsterfelijk en schitterend, en de eerbied aan een verheven ongeluk verschuldigd, doet gewillig eene pretentie over het hoofd zien, die bij het zweeasche volk geenerlei regt- vaardiging en geenerlei sympathie vindt." flluitscliland. Weenen 8 augustus. Terstond na het sluiten van den vrede te Villafranca, werd van verschillende zijden beweerd, dat dit tractaat als het begin moest beschouwd worden van eene naau- were verbindtenis tusschen de beide contracterende regeringeu. Sommigen gingen nog verder, door te zeggen dat reeds werd onderhandeld over de grondslagen van een nieuw verbond tus schen beide kabinetten. Van eene goed onderrigte zijde wordt verzekerd, dat al dergelijke berigten uit de lucht zijn gegrepen dat bij onze regering geen denkbeeld hoegenaamd bestaat om zich derwijze met Erankrijk te verbinden, dewijl de dubbelzin nigheid dier regering bij het sluiten van het tractaat te Villa franca zonneklaar is geworden. Men is diep gekreukt over de gepleegde misleiding, waarvan onze regering het slagtoffer is geworden,cu dit te meer uit hoofde de geschiedenis welligt geen ander voorbeeld van een dergelijk bedrog weet aan te wijzen. Mogt er vroeger nog aan getwijfeld worden, mogt men althans pogingen hebben aangewend om de zaak een glimp te geven, sedert de openbaarmaking der depeche van den pruissischen minister van buitenlandsche zaken, den heer von Schleinitz, is deze zaak in het helderste licht gesteld. Eene der eerste aangelegenheden welke, na het sluiten van den vrede in overweging zullen worden genomen, hetreft den toestand der fabrieksnijverheid, onder de werking van het tolverbond, ten aanzien van welken toestand eene daartoe aan gestelde commissie reeds belangrijke bijdragen heeft geleverd. Berlijn 10 augustus. De aandrang van bloed naar de herse nen is bij Z. M. den koning, die gisteren een aanval van beroerte heeft gehad, toegenomen, en geeft volgens het officiële bulletin aanleidiug tot ernstige bezorgdheid. Dc prins-regent wordt morgen ochtend uit Ems alhier verwacht. Erankfort 8 augustus. Onze stad was gisteren en eergisteren avond weder in rep en roer, ten gevolge van nieuwe kloppartijen tusschen de Pruissen en de soldalen van het Eraukforter bataillon. Van de zwaar gewonden zijn in den algeloopen nacht reeds eenige overleden. De ooslenrijksche en bcijersche solda ten zijn in hunne kazernes geconsigueerdzonder deze omstan digheid zoude er welligt nog meer gevochten zijn. Men gispt ten hoogste het gedrag der militaire autoriteiten die dusda nige tooneelen niet weten te verhinderen. Verscheidene arres- tatien zijn bewerkstelligd. Ook de duitsche dagbladen houden zich met het vraag stuk der bevestiging van Antwerpen, of liever der uitbreiding van de enceinte dier stad bezig, vooral naardien ook Duitsch- land een groot belang bij de beslissing heeft. Een dier bladen meent dat het doeltreffende van den voorslag juist door de hevi ge oppositie daartegen, ook in half-officiele parijschc bladen, nog sterker uitkomt, en dat, worden door de volvoering van het plan de regering en het leger van Belgie in slaat gesteld het, in oorlogstijd, eenige weken lang binnen Autwerpen uit te houden, hun de noodige hulp, te water en te land, geworden moet, en Belgie voor zijn zelfbehoud niet uitsluitend van vreemden zou behoeven af le hangen, maar zelf krachtig daartoe zou kunnen medewerken, hetgeen voor het nationaal gevoel onberekenbare waarde hebben moet. Belgie. Brussel 10 augustus. Gisteren had in het koninklijk paleis alhier, waar de groote eetzaal in eene rijk en doeltreffend ver sierde kapel herschapen was, de doopplegtigheiü van den jeug digen prins Leopold Ferdinand, graaf van Henegouwen, zoon van den hertog en de hertogin van Brabant en kleinzoon des kouings, plaats. De koning en al de leden zijner familie, de graal de Seisal, gezant van Portugal, de voorzitters en ondervoorzit ters van den senaat en de kamer van vertegenwoordigers de minis ters van staat, de burgemeester van Brussel en Laeken en vele andere aanzienlijken woonden deze plegligheid bij. liet doopsel werd door den aartsbisschop van Mechelen, wien zijne groot- vicarisseu en de hoofddeken van St. Gudula ter zijde stonden, toegediend. Als peters stonden de graaf van Vlaanderen, die koning Ferdinand, vader des regerenden koniugs van Portugal, en de graviu de Lannoy, die de aartshertogin Elisabeth Sophia, gemalin des aartshertogs Albrccht vau Oostenrijk, vertegen woordigden. Een gala dejeuner in de balzaal volgde op de gods dienstige plegligheid. De jonge graaf van Henegouwen, is naar het paleis van Laeken teruggereden, werwaarts de koning in den loop van den dag volgde, terwijl de overige leden der ko ninklijke familie den dag in het paleis te Brussel doorbragten. -De belgische dagbladpers spreekt bij voortduring druk over de artikelen, waarmede de ministeriele dagbladen van Parijs het plan lot versterking van Antwerpen bestrijden. Die artikelen maken alhier te meer indruk, daar The times reeds voor eeu paar weken had berigt, dat Le constitutionnel en andere ouderhandsche organen van het frausche gouvernement, van hooger hand waren uitgenoodigd om de versterking van Ant werpen te behandelen eu te ontraden. Over het algemeen ontveinst men zich hier de gewigtige beduidenis der bedoelde dagblad-artikelen niet. L'obser- vateur stelt ze voor als eene nieuwe schrede op den weg tot verwezenlijking van een voor Europa's rust. dreigend plan. Al de brusselschc dagbladen komen op tegen het door Le constitutionnel geuite vermoeden dat Belgie zich door Enge land als eeu wingewest zou laten gebruiken, eu dat het ver sterkte Anl werpen met zijn verschanst-kampalseen bruggehoofd zou moeten dienen om de landing van engelsche troepen op het vaste land gemakkelijk te maken. Tot wederlegging van dat vermoeden beroept men zich ook op de omstandigheid dat het plan tot versterking van Antwerpen, hetwelk nu zal worden uitgevoerd, hoofdzakelijk door keizer Napoleon 1 is ontworpen^ met het doel om Engeland te bedreigen. Men acht het nu zeker, dat de versterking van Antwerpen en de houding van koning Leopold en zijne ministers door kei - zer Napoleon, zoo al niet officieel gelaakt, dan toch met innig misnoegen gezien wordenen deze zekerheid zal, naar men ver wacht, in de kamers het aantal tegenstanders van de voordragt der regering vermeerderen. Fraokrijh. Parijs 9 augustus. Hier heerscht de grootste kalmte. De polemiek over de vestingwerken van Antwerpen, die heden andermaal door La patrie wordt opgevat, bewijst dat er in deze week groot gebrek heerscht aan belangrijke onderwerpen in de politiek, eene schaarschte, die tot na de feesten zal voort duren. Zie hier de orde in welke de nu te Saint Maur en Maisons Alfort gekampeerde troepen den 14 dezer, van de Bastille af, des morgens ten negen ure, hunnen intogt in de hoodstad ma ken zullen: De soldaten, die de door hen op de slagvelden ver overde oostenrijksche vaaudeis dragenjde keizer en zijn staf; de keizerlijke garde, met den maarschalk Regnaultde Saint, Jean d'Angely aan haar hoofd; het eerste legerkorps, onder bevel van den maarschalk Baraguay d'Hilliers; het tweede legerkorps onder bevel van den maarschalk Mac-Mahon, hertog van Ma genta; het derde legerkorps, onder bevel van den maarschalk Canrobert; het vierde legerkorps onder bevel van den maar schalk Niel, terwijl de marsch door de veroverdeOostenrijkse h« kanonnen besloten wordt en aan het hoofd van elk regement de daartoe behoorende gekwetsten gaan zullen. Jl. maandag heeft alhier de gewone jaarlijksche prijs- uitdeeling plaats gehad aan de kweekelingen der lycea en colJegien van Parijs en Versailles. Een hoogleeraar ran het ly ceum Louis le Grand heeft de lalijnsche redevoering uitgespro ken waarna de heer Roulland, de minister van onderwijs, in eene sierlijke rede heeft uiteengezet,welke maatregelen van wegc de regering zijn genomen tot bevordering der letteren en weten - schappen, zonder aan dezen of genen tak eene groot ere uitbrei ding te geven boven de overige. De minister heeft op den voor grond gesteld, dat alle letteren en wetenschappen van podde- lijkeu oorsprong zijn en als zoodanig de eenheid uitmaken van de menschelijke kennis. Hij heeft zich zeiven en liet land geluk gewenscht met de omstandigheid, dat men dit meer en meer begint te gevoelen; dat op het wetenschappelijke terrein de hartstogten, die vroeger tot zooveel twist en Iweearagt aan leidiug gaven, niet meer worden bespeurd, en daardoor het volk zich zedelijk heeft verhoogd. Hij heeft verder de aandacht; gevestigd op de staatkundige aangelegenheden, en zijne jeug dige hoorders uitgenoodigd om de soldaten van Frankrijk te vereeren, mitsgaders den keizer, door wien zij in het vuur van den slag zijn aangevoerd, ff De klaauwen van den oostenrijk- schen adelaar (dus heeft de minister gezegd) zijn te Magenta en te Solferino ingekort., even als zulks vroeger door uwe vade ren is geschied; maar het bloed vau zoo vele dapperen most niet vloeijen dan voor de dierbaarste belangen van het land. De keizer heeft weten stil te staan op het door zijne wijsheid aange duide punt, eu na de wonderen vau een veldtogt.die met blik semsnelheid ten einde is gebragt, heeft hij de dankbare natie in het genot gesteld eener vrede, die door hem zeiven het meest wordt gewaardeerd. Hij heeft dien vrede gesloten voor het aan- gezigt der germaansche Cesars, cu zouder Europa af te wach ten, 't. welk al te zeer draalde om belangeloos te zijn." Deze laatste scherpe aanval op sommige der onzijdige mo gendheden is vooral levendig toegejuicht. Parijs 11 augustus. Onderscheidene benoemingen in het legioen van eer aan militairen die zich bij Solferino hebben on derscheiden, worden heden door den Monïteur medegedeeld. De keizer is gisteren avond ten 7 ure te St. Cloud terug ge komen, na een bezoek gebragt te hebben aan de werken welke Z. M. te Plombières laat uitvoeren. Aanstaanden zaterdag zal het keizerlijke hof voor goed het zomerverblijf veriaten eu zijn intrek weder in de hoofdstad nemen. Heden is eeu ministerraad gehouden en daarin waarschijnlijk de redevoering vastgesteld, welke de keizer aanstaanden zondag zal uitspreken. Intusschen is er nog niets uitgelekt, betrekkelijk den zin of de woorden van dc keizerlijke toespraak. Men vleit zich dal zij allen twijfel zal wegnemen omtrent de vredelievende gezindheid onzer regering. De publieke opinie wacht met des te meer ongeduld woorden van geruststelling uit den mond des keizers,nu de dagbladen, die gewoonlijk worden geacht, de denk wijze van het gouvernemet uit. ie drukken, zich schijnen te beijveren om van binnen onrust te stoken en van builen nieu we vrees te doen geboren worden. Terwijl La patrie eu Le constitutionnel hunne kolommen openen voor hoogdravende loftuitingen op Kossuth, en met een ijver, waarvan het moeijelijk valt de drijfveer op te zoeken, zich verklaren voor de zaak der hongaarsche nationaliteit, bazuint Le pays door de pen van den heer Granier de Cassagnac den lof van het fransche leger uit, hetwelk naar de verklaring van dien heer voortaan door geen vreemd legerkorps meer is te we derstaats. Het oogenbhk om zich aan dergelijke ontboezemingen over te gevep, schijnt zeer slecht gekozen, want, zouden ze in hare

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 3